Stad- en Dorpbeschrijver

 

De Nederlandsche stad- en dorpbeschrijver is een boekwerk van de hand van de Amsterdamse schrijver Lieve van Ollefen (1749-1816), uitgegeven in samenwerking met R. Bakker (vanaf deel 5) door H.A. Banse te Amsterdam. Het werk bestaat uit acht delen, uitgegeven tussen 1791 en 1811. In de boeken zijn ovale gravures opgenomen, gemaakt door Anna Catharina Brouwer, die stads- en dorpsgezichten voorstellen en allegorische voorstellingen van Johan Christoffel Schultsz. Het plan was om de gehele Republiek te behandelen, maar de verschenen acht delen betreffen alleen Noord- en Zuid-Holland, en zelfs die zijn niet in hun geheel beschreven: West-Friesland en het Noorderkwartier ontbreken.

In het werk zijn beschrijvingen opgenomen van de steden en dorpen zoals die toen waren. Behalve de ligging zijn ook de bereikbaarheid ervan met openbaar vervoer, wat in die tijd beperkt was tot de postkoets en de trekschuit, en de kwaliteit van de wegen van en naar de plaatsen vermeld. In de beschrijvingen stond ook een stukje geschiedenis van de plaats, en vaak ook een beschrijving van het wapen dat de stad, het dorp of de heerlijkheid voerde.

In 1976 is een herdruk van De Nederlandsche stad- en dorpbeschrijver verschenen bij de Europese Bibliotheek in Zaltbommel, nadat in 1964 een herdruk van uitsluitend de pagina’s met illustraties was verschenen bij dezelfde uitgever.

 

Lieve van Ollefen (1749-1816)  Afbeelding: Rijksmuseum collectie/RP-T-1961-64

Lieve van Ollefen
Noordnederlands dichter en (toneel)schrijver
Geboren op 13 oktober 1749 te Amsterdam, overleden op 26 juni 1816 aldaar.
Zoon van Caspar van Ollefen en Eva Margaretha van Wageningen.
Hij was schrijver om een broodwinning te hebben. Hij schreef Clarissa of de mislukte Boosheid (1781) en Leven van Joost van Vondel (1783). In 1784 verscheen zijn gedichtenbundel De wereld is geen tranendal waardoor hij in moeilijkheden kwam met de Noordhollandse synode. Nog eerder dan Van Alphen schreef hij Proeven van Vaderlandsche gedichtjes voor kinderen (1786).

Tijdens zijn gevangenschap schreef hij De revolutie in Amsterdam (1795) en Het revolutionaire huishouden (1798); dit laatste is van historisch belang omdat het het eerste stuk is over de emancipatie van de vrouw.

Vanaf 1791 werkte hij met R. Bakker aan het acht delen omvattende werk:

De Nederlandsche Stad- en Dorpsbeschrijver

 

 

Het dorp Zevenhuizen. Door Ollefen en Bakker, uit de Nederlandsche Stad- en Dorp-beschrijver 1793.          Publiek Domein

Delen:

  1. 1 (1793) Deel I: ’t Eiland van Dordrecht, de Hoeksche Waard, de Zwyndrechtsche Waard, de Riederwaard, en ’t Land van Ysselmonde
  2. (1794) Deel II: Delfland
  3. (1795) Deel III: Amstelland, Weesper Kerspel, Gooiland, de Loosdrecht enz.
  4. (1796) Deel IV: Kennemerland
  5. (1797) Deel V: Schieland, en Krimpenerwaard
  6. (1798) Deel VI: Het land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.
  7. (1799) Deel VII: Rhijnland (westelijk deel, grofweg de driehoek Hillegom, Katwijk, Zoetermeer)
  8. (1801) Deel VIII: Rhijnland (oostelijk deel, rondom Alphen aan den Rijn met o.a. Leiderdorp en Waddinxveen)

 

De tekeningen en beschrijvingen van de in die tijd actuele informatie worden door historici betrouwbaar geacht, maar dat geldt in veel mindere mate voor de historische beschrijvingen in de boeken. Daarvoor is aan te bevelen ook andere historische bronnen te gebruiken.

Uit:
Wikipedia – De Nederlandsche stad- en dorpbeschrijver
De Nederlandse en Vlaamse auteurs – Lieve van Ollefen
Alle delen zijn gedigitaliseerd en terug te vinden via
https://www.delpher.nl/ of https://books.google.nl/.

 

Terug naar:

Geschiedenis & Genealogie

  facebook         

© 20 december 2020, laatst bijgewerkt  op 13 juli 2022