1. Berthold van Schweinfurt
Geboren omstreeks 915 – overleden te Schweinfurt op 16 januari 980.
Hij was markgraaf van de Beierse Nordgau en een belangrijke vazal van Otto I de Grote.
Naast markgraaf van de Beierse Nordgau was Berthold ook graaf van de Radenzgau, aan de Naab, Volkfeld, Ammerthal en Cham. Daarmee beheerste hij het noordelijke deel van Beieren en de Beierse grens met Bohemen en heeft daardoor meerdere malen met Bohemen en de Hongaren moeten vechten. Berthold hield hof te Regensburg.
In 941 kreeg hij van koning Otto de opdracht om de opstandige graaf Lothar II van Walbeck gevangen te houden. Blijkbaar kregen Berthold en Lodewijk een uitstekende verstandhouding want later zou Berthold met Lothars dochter Heliksuinda (ook Eilika) trouwen. In 964 werd Berthold verantwoordelijk voor de bewaking van de voormalige koning Berengar van Italië en zijn vrouw Willa, in hun ballingsoord Bamberg. In 974 voorkwam hij een opstand van Hendrik II van Beieren (hertog) wat er twee jaar later nog toe leidde dat ze onderling een korte oorlog uitvochten. De status van Berthold wordt nog onderstreept doordat hij koning Otto II op 13 augustus 978 publiek berispte op een rijksdag, omdat Otto een graaf Gero had laten onthoofden ondanks dat die in een tweegevecht (weliswaar door geluk) zijn tegenstander had gedood en daarmee volgens het gewoonterecht zijn onschuld had bewezen. Berthold overleed aan een ziekte en deed op zijn sterfbed nog een schenking aan het klooster van Sankt Emmeran in Regensburg.
De afkomst van Berthold is niet gedocumenteerd. De meest gehoorde theorie is dat hij een zoon of neef zou zijn van Arnulf I van Beieren.
Hij was gehuwd met Heliksuinda Van Waldeck. Geboren rond 930, overleden op 19 augustus 1015. Zij was dochter van Lothar II van Walbeck (Zie Graven van Walbeck nr. 2) en Mathilde van Arneburg.
Berthold en Heliksuinda kregen de volgende kinderen:
- Hendrik van Schweinfurt (Volgt 2)
- Bukko, steunt zijn broer in 1003 tegen koning Hendrik II de Heilige
- Eilika, in 1010 vermeld als abdis van Niedernburg te Passau
Heliksuinda is stichteres van de dom van Schweinfurt. In 1003 weet ze de verwoesting van de kerk en het kasteel van Schweinfurt te voorkomen als het leger van de koning de opdracht heeft om de opstandige Hendrik van Schweinfurt zo te bestraffen. Ze sloot zich op in de kerk en liet het leger weten dat als ze de kerk zouden afbranden, ze haar mee moesten verbranden omdat ze de kerk niet zou verlaten. Uit respect voor de oude dame heeft het leger de kerk ongemoeid gelaten en slechts enkele symbolische stenen van het kasteel verwijderd. Heliksuinda is begraven in de dom van Schweinfurt.
Bronvermelding: Wikipedia – Berthold van Schweinfurt
2. Hendrik van Schweinfurt
Geboren rond 950, overleden op 8 september 1017. Hij was markgraaf van de Beierse Nordgau.
Hendrik was zoon van Berthold van Schweinfurt en Heliksuinda van Walbeck (ca. 930 – 19 augustus 1015).
Hendrik erfde van zijn vader grote familiebezittingen rond de Main en in het gebied tussen de Main en de Donau. Hij volgde hem bovendien op als markgraaf van de Nordgau, graaf van Schweinfurt (stad), Radenzgau en de Volkfeld. Hendrik steunde in 981 de Italiaanse veldtocht van keizer Otto II met 40 ridders. Later werd hij verbannen door keizer Otto III wegens zijn conflicten met de bisschop van Würzburg dat begon doordat Hendrik onrechtmatig een vazal van de bisschop de ogen had laten uitsteken.
Hendrik steunde de kandidatuur van de latere keizer Hendrik II in ruil voor de belofte van functie van hertog van Beieren. Toen Hendrik wel tot keizer was gekozen maar zijn belofte niet inloste, steunde Hendrik de opstand van Boleslaw Bolesław I van Polen, die echter in 1003 werd neergeslagen. Het huwelijk van dochter Eilika met Bernhard II van Saksen heeft vast met deze verwikkelingen samengehangen. Een aantal andere hoge edelen nam ook deel aan de opstand, de opstand was een algemene uiting van onvrede met de houding van de koning die te veel inbreuk maakte op de rechten van de adel. Hendrik werd dan ook soepel behandeld door de legers van de koning. De kastelen van Hendrik vielen snel in handen van de troepen van de koning, die het bevel om de versterkingen te slopen in de regel negeerden. Van de burcht van Schweinfurt werden slechts symbolisch enkele stenen verwijderd, toen Hendriks moeder Eilika zich in de kerk van het kasteel opsloot een dreigde dat ze zich zou laten verbranden als de koninklijke troepen het kasteel in brand zouden steken. Een ander kasteel werd overgegeven in ruil voor vrije aftocht van de bezetting en van Gerberga en haar kinderen, ook dat kasteel werd nauwelijks beschadigd. In 1004 vroeg Hendrik om vergiffenis. Hij werd voor onbepaalde tijd opgesloten onder hoede van een bisschop, maar nadat hij in drie dagen en nachten in hoog tempo alle psalmen had gezongen en bij iedere psalm een kniebuiging had gemaakt, kreeg Hendrik genade en werd ook weer in deel van zijn lenen hersteld. Hij diende daarna de keizer als veldheer en overleed na een langdurig ziekbed. Hendrik werd begraven bij de kloosterkerk in Schweinfurt.
Hendrik trouwde met Gerberga van Gleiberg (ca. 970 – na 1036), dochter van Herbert van de Wetterau en Irmtrud van Avalgau (957 – 1020). Hendrik en Gerberga kregen de volgende kinderen:
- Otto III van Schweinfurt, hertog van Zwaben (Volgt 3a)
- Eilika van Schweinfurt ± 1005 – ± 1059 (Volgt 3b)
- Judith van Schweinfurt
- mogelijk Burkhard (ovl. 18 oktober 1059), 1036 bisschop van Halberstadt (stad), kanselier van Koenraad II de Saliër
- mogelijk Hendrik (ca. 995 – 1043), graaf aan de Pegnitz, aan de Boven-Naab en aan de Altmühl. Hij nam in 1040 deel aan een expeditie naar Bohemen en had veel conflicten met de bisschop van Eichstätt. Gehuwd met een dochter van Kuno van Altdorf (ca. 980 – na 1020).
Bronvermelding: Wikipedia – Hendrik van Schweinfurt
3a. Otto III van Schweinfurt
Bijgenaamd de Witte. Geboren rond 1000, overleden op 28 september 1057. Hij was vanaf 1048 hertog van Zwaben.
Zoon van markgraaf Hendrik van Schweinfurt en Gerberga van Gleiberg.
Otto wordt voor het eerst genoemd in 1014 als graaf van Neder-Altmühl (of Kelsgau). Door erfenis van zijn vader (1024) bezat Otto uitgebreide goederen in Radenzgau en Schweinfurt, in het noorden van Beieren. In 1034 werd hij graaf van Neder-Naab. Hij nam onder Koenraad II de Saliër en Hendrik III deel aan verschillende keizerlijke expedities naar Bohemen, Hongarije en Polen. In 1040 leidde hij het Beierse contigent naar Bohemen maar werd verslagen bij Cham. Otto werd in 1048 in Ulm door Hendrik III aangesteld tot hertog van Zwaben. Otto is begraven in Schweinfurt.
Otto was in 1035 verloofd met Mathilde, dochter van Bolesław I van Polen, maar deze verloving werd verbroken door het concilie van Trebur in 1036 – vermoedelijk wegens bloedverwantschap. Otto huwde in 1036 met Irmengard van Susa (ca. 1020 – 21 januari 1078), dochter van Manfred II Olderik van Turijn, markgraaf van Turijn. Otto en Irmengard kregen de volgende kinderen:
- Judith …. – 1104 (Volgt 4a)
- Beatrix …. – 1102, erfdochter van Schweinfurt, gehuwd met Hendrik van Hildrizhausen (ovl. 1078). Hendrik volgde zijn schoonvader op als markgraaf van de Beierse Nordgau.
- Gisela
- Alberada Bertha …. – ± 1103, gehuwd met Herman II van Kastl, markgraaf van Banz, en daarna met diens broer Frederik
- Elika, abdis van de abdij Niedermünster
Ermengard hertrouwde met Egbert I van Meißen en kreeg met hem twee kinderen: Egbert II van Meißen en Gertrudis. Na Egberts overlijden in 1068 keerde ze terug naar Italië.
3b. Eilika van Schweinfurt
Geboren omstreeks 1005, overleden rond 1060. Zij stamde uit een Beiers hoogadellijk geslacht. Zij was een dochter van markgraaf Hendrik van Schweinfurt en Gerberga van Gleiberg (ca. 970 – na 1036).
Eilika van Schweinfurt huwde rond 1020 met graaf Bernhard II van Saksen. Geboren rond 990, overleden op 29 juni 1059. Hij was hertog van Saksen. Hij was de zoon van hertog Bernhard I van Saksen (Volgt Hertogen van Saksen nr. 4) en Hildegarde van Stade.
In 1011 volgde hij zijn vader op als hertog en erfde dienst functies als voogd van Lüneburg, Werden, Möllenbeck, Minden, Herford, Kemnade en Fischbeck. In 1018 bemiddelde Bernhard de vrede van Bautzen (stad) tussen Duitsland en Polen. Hij streed vooral tegen de Wenden en de Friezen. Bernhard stond op gespannen voet met keizer Hendrik III vanwege diens pogingen om het bestuur te centraliseren. Bernhard wist juist de autonomie van Saksen op het gebied van wetgeving te herstellen. In 1045 bouwde hij een kasteel in Hamburg. Bernhard werd begraven in de Sint Michaeliskerk te Lüneburg.
Bernhard II kreeg de voodij over een minderjarige zoon van zijn neef Wichman III, die was vermoord in 1016. Wichman III is een zoon van Egbert Eenoog.
- Ordulf van Saksen 1022 – 1072 (Volgt 4b)
- Herman …. – 1086
- Geertruid van Saksen …. – 1115 (Volgt 4c)
- Hadwig, gehuwd met graaf Engelbert I van Spanheim …. -1096
- Ida van Saksen ± 1035 – 1107 (Volgt 4c)
Bronvermelding: Wikipedia – Bernhard II van Saksen
4a. Judith van Schweinfurt
Overleden op 1 maart 1104. Dochter van Otto II van Schweinfurt en Irmengard van Susa.
Zij was 1e gehuwd met Koenraad I van Beieren, zij trouwde 2e in 1056 met Botho van Pottenstein. Zoon van Hartwig van Pottenstein en Frideruna van Dittmarschen.
Uit het 2e huwelijk had Judith een dochter:
- Adelheid van Pottenstein (Volgt 5)
4b. Ordulf van Saksen
Geboren in 1022, overleden op 28 maart 1072. Hij was een lid van het Huis Billung als zoon van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Ordulf volgde zijn vader op als hertog van Saksen in 1059 en zijn regeerperiode werd beheerst door de strijd tegen de Wenden. Ordulf was hierbij bondgenoot van Denemarken en trouwde met Wulfhild, de halfzuster van koning Magnus I van Noorwegen en Denemarken. Het lukte Ordulf niet om beslissende successen te boeken tegen de Wenden en tegelijk leidde alle aandacht voor de Wenden ertoe dat zijn positie binnen het hertogdom zwakker werd. Ordulf is begraven in de Sint-Michaeliskerk te Lüneburg.
Ordulf was in 1042 gehuwd met Wulfhilde van Noorwegen. Geboren omstreeks 1019, overleden voor 1070. Dochter van koning Olaf II van Noorwegen (Zie Koningen van Noorwegen nr. 5).
Kinderen:
- Magnus van Saksen (Volgt Graven van Saksen nr. 6)
- Mogelijk Othildis van Saksen ± 1065 – 1120, gehuwd met Dirk V van Holland (Volgt Graven van Holland nr. 6)
Hij was 2e gehuwd in 1071 met Gertrude van Haldensleben (-1116), dochter van graaf Koenraad, weduwe van graaf Frederik van Formbach.
Zoon:
- Bernhard, die op jonge leeftijd overleed na een val van zijn paard
Bronvermelding: Wikipedia – Ordulf van Saksen
4c. Geertruida van Saksen
Geboren in 1033, overleden op 3 augustus 1113. Dochter van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Ze trouwde rond het jaar 1050 met Floris I van Holland. Zoon van Dirk II van Holland (Zie Graven van Holland nr. 4)
Kinderen waren:
- Dirk V van Holland (1052-1091), graaf van Holland (1061-1091) (Volgt Graven van Holland nr. 6)
- Floris, jong overleden te Luik, waar hij mogelijk heen was gestuurd voor zijn opvoeding.
- Bertha van Holland (ca. 1058-1094) , gehuwd met Filips I van Frankrijk (Zie De Capetingers nr. 11)
- Adelheid (1045-1085), gehuwd met Boudewijn I van Guînes (Zie Graven van Guînes nr. 8)
Geertruida werd in 1061 weduwe. Korte tijd na het overlijden van Floris, nam bisschop Willem van Cuijck van Utrecht, het Rijnland en Kennemerland in bezit. Dit werd door de keizerin, Agnes van Poitou (1024-1077), bevestigd, de minderjarige Dirk had toen alleen nog de monding van de grote rivieren en een paar eilanden in het noorden in bezit.
Geertruida besefte dat ze een sterke bondgenoot nodig had en ze trouwde in 1063 met Robrecht I van Vlaanderen, de broer van de graaf Boudewijn VI van Vlaanderen. Robrecht was was de tweede zoon van graaf Boudewijn V van Vlaanderen (Zie Graven van Vlaanderen nr. 7) en van Adela van Frankrijk (Zie Stamreeks Karel de Grote (V) nr.10.
Robrecht gaf zijn aanspraken op het graafschap Vlaanderen op (ten gunste van zijn neef Arnulf) en wijdde zich aan zijn Friese belangen, daaraan ontleent hij in Vlaanderen zijn bijnaam “de Fries”. Dirk ontving Vlaanderen ten oosten van de Schelde en de eilanden ten westen van de Schelde (o.a. Walcheren), als apanage.
Robrecht en en zijn broer Boudewijn wisten het Rijnland en Kennemerland weer terug te veroveren, maar keizer Hendrik IV gaf hertog Godfried III van Lotharingen van Neder-Lotharingen opdracht om de bisschop te verdedigen. Godfried werd op 26 februari 1076 vermoord in Delft. Toen bisschop Willem een paar maanden later ook overleed, verzamelde Dirk een Vlaams leger en probeerde opnieuw zijn graafschap te heroveren. De nieuwe bisschop Koenraad verschanste zich in het kasteel van IJsselmonde. Toen Dirk het kasteel wist te veroveren was de strijd beslist: Koenraad sloot vrede en gaf daarbij het Rijnland en Kennemerland terug aan Dirk.
Geertruida trad in 1089 nog op als regentes van Vlaanderen terwijl Robrecht Jeruzalem bezocht. Ze overleed op 3 augustus 1113 te Veurne en is aldaar in de St.-Walburgakerk begraven.
Geertruida en Robrecht kregen de volgende kinderen:
- Adela van Vlaanderen (1064-1115), gehuwd met Knoet IV van Denemarken, en de ouders van graaf van Vlaanderen Karel van Vlaanderen de Goede (1119-1127)
- Robrecht II van Vlaanderen (1065-1111), graaf van Vlaanderen (1093-1111), vader van graaf Boudewijn VII van Vlaanderen (1111-1119)
- Filips van Lo, vader van Willem van Ieper (Volgt Karel de Grote XVI nr. 13).
- mogelijk Ogiva, abdis van Mesen
- mogelijk Boudewijn
- Gertrudis van Vlaanderen (1080-1117) (Volgt Graven van Vlaanderen nr. 9), in haar tweede huwelijk getrouwd met Diederik van Opper-Lotharingen, en de ouders van graaf van Vlaanderen, Diederik van de Elzas (1128-1168)(Volgt Graven van Vlaanderen nr 10.)
- Rosamunde (geboren 1067), gehuwd met Berwout II van Egmont (geboren 1095 – overleden 1160), moeder van Alard van Egmont (Volgt heren van Egmont nr. 8)
Bronvermelding: Wikipedia – Geertruida van Saksen
4d. Ida van Saksen
Geboren omstreeks 1035, overleden op 31 juli 1107. Dochter van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Ida van Saksen trouwde omstreeks 1055 met Frederik van Luxemburg (1003 † 1065,) met het graafschap La Roche als bruidsschat. Dit huwelijk bleef kinderloos. Als weduwe hertrouwde ze in 1065 met graaf Albert III van Namen. Geboren omstreeks 1035, overleden op 22 juni 1102).
Hij was graaf van Namen, een zoon van Albert II van Namen (Zie Graven van Namen nr. 4) en Regelindis van Lotharingen.
Albert werd na de dood van zijn neef, hertog Godfried met de Bult, (1076) aangesteld tot voogd van de abdij van Stavelot-Malmédy. In Neder-Lotharingen werd hij tot vice-hertog benoemd als waarnemer voor – de dan pas tweejarige – Koenraad, zoontje van keizer Hendrik IV. Bij die gelegenheid ontving hij de villa Echt (Limburg). Albert werd door de Duitse koning beleend als graaf van Verdun en behartigde de belangen van Mathilde van Toscane, de weduwe van Godfried met de Bult.
Albert raakte evenwel met andere Lotharingse krijgsheren in een jarenlange strijd verwikkeld. Met Godfried van Bouillon, erfgenaam van Godfried III, twistte Albert van Namen om zekere erfrechten van zijn moeder Regelindis. Hij wist Godfried niet te verdrijven uit Stenay van waaruit deze het gebied van Verdun telkens bedreigde. Albert staakte uiteindelijk de vijandelijkheden en sloot zich aan bij de Godsvrede van Luik (1082).
Na in 1085 de keizerlijke veldheer, paltsgraaf Herman II van Lotharingen, te hebben gedood tijdens een dispuut omtrent het oprichten van een burcht te Dalhem, viel Albert in ongenade bij de Duitse keizer Hendrik IV. Weldra werd hij ontheven uit zijn hertogelijke functies ten gunste van Godfried van Bouillon. Hij verwierf later nog het graafschap Château- Porcien bij het huwelijk van zijn zoon Godfried in 1087. Een andere zoon van hem, Frederik van Luik, werd bisschop van Luik.
Kinderen:
- Godfried, graaf van Namen van 1102 tot 1139 (Volgt Graven van Namen nr. 6a)
- Hendrik, graaf van La Roche-en-Ardenne (Volgt Graven van Namen nr. 6b), getrouwd met Mathilde van Limburg, dochter van Hendrik I van Limburg
- Frederik, was onder andere proost van het kapittel van Sint-Lambertus en enkele jaren prins-bisschop van Luik.
- Albert (ovl. voor 1122), graaf van Jaffa door zijn huwelijk met Mabelia van Roucy, de weduwe van Hugo I van Jaffa
- Adelheid, tweede echtgenote van Otto II van Chiny (Volgt Graven van Chiny nr. 5)
Bronvermeldingen: Wikipedia – Ida van Saksen, Wikipedia – Albert III van Namen.
5. Adelheid van Pottenstein
Geboren rond 1060, overleden op 13 augustus 1106. Dochter van Botho van Pottenstein en Judith van Schweinfurt.
Zij was getrouwd met Hendrik I van Limburg. Geboren rond 1070, overleden in 1119.
Hij was de oudste zoon van Walram I van Limburg (Zie Graven van Limburg nr. 1) en Jutta van Luxemburg, dochter van Frederik II van Luxemburg, hertog van Neder-Lotharingen (Zie Graven van Luxemburg nr. 3a).
Hendrik volgde in 1082 zijn vader op als graaf van Limburg.
Kinderen:
-
Hendrik van Limburg
-
Walram II van Limburg 1085 – 1139 (Volgt Graven van Limburg nr. 3a)
-
Mathilde van Limburg ± 1090 – > 1148, Gehuwd met Hendrik van Namen, graaf van La Roche (Volgt Graven van Namen nr. 6a)
-
Adelheid van Limburg ± 1095 – 1145 (Volgt Marenteel Dirk van Brederode nr. 6)
-
Agnes van Limburg ± 1095 – 1136
Terug naar: