Via Herbert I van Vermandois (nr.5)
Hij was via zijn vader Pepijn van Vermandois en zijn grootvader Bernhard van Italië (die een onecht kind was), een directe afstammeling in mannelijke lijn van Karel de Grote.
1. Karel de Grote, geboren bij Aix-la-Chapelle 2 april 748. Karel was de oudste zoon van de latere koning Pepijn de Korte en Bertrada van Laon, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mainz; Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen; beiden worden gezalfd op 9 oktober 768, Karel te Noyon en Carloman te Soissons; na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken; hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny; na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden; Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Denis 28 juli 754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden; door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25 december 800; laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen; zijn uiteindelijke titulatuur wordt: ‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’; zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend; overleden te Aken 28 januari 814, begraven aldaar (Dom).
Hij had 4 echtgenotes en 6 concubines:
Hij trouwde 3e voor 30 april 771 Hildegard (Houdiard), geboren in 758, overleden Thionville (Moselle) 30 april 783, begraven in de kerk van de abdij Saint-Arnoul van Metz (Moselle), dochter van Gerold I, frankisch graaf [in de Vinzgouw] en van Imma (Emma, Emme), dochter van de Alamannen-graaf Hnabi, achterkleindochter van hertog Godfried. Zij vergezelde Karel naar Italië in 773 en 781.
2. Pepijn van Italië, bij geboorte oorspr. Karloman, (april 777 – 8 juli 810) was de tweede zoon van Karel de Grote met zijn vrouw Hildegard (na Karelde Jongere en bastaardzoon Pepijn met de Bult). Hij was koning (bestuurder en militair bevelhebber) van Italië binnen het rijk van zijn vader.
In 781 bezocht Karel Italië, officieel als bedevaartganger, maar mede om er orde op zaken te stellen en het land beter onder Karolingisch gezag te brengen. Hij benoemde er op 15 april zijn zoon Karloman (Pepijn) als koning. Hij brak met opzet met de traditie door hem tot koning van Italië te maken en niet van het nog maar net veroverde Lombardije, hoewel Karloman zich wel vestigde in de oude hoofdstad van de Longobarden, Pavia. Deze benoeming maakte deel uit van de politiek van Karel om het bestuur en de militaire organisatie van zijn rijk te decentraliseren, zodat ook tijdens zijn afwezigheid het rijk adequaat kon worden verdedigd. Karloman was bij zijn benoeming 8 jaar oud en zijn taken werden uitgevoerd door belangrijke hovelingen, zoals abt Adelard van Corbie en hertog Erik van Friuli. Na de mislukte opstand van Karlomans halfbroer Pepijn met de Bult in 792, viel die in ongenade. Karloman werd door de paus opnieuw gedoopt met de naam Pepijn.
Mogelijk is Pepijn huwelijken aangegaan. Een eerste echtgenote zou Bertha van Toulouse zijn, mogelijk een dochter van Willem van Gellone. Een tweede partner was mogelijk Chrothais, via vader Bernhard een kleindochter van Karel Martel. Wel had hij (onwettige?) kinderen:
– Bernhard van Italië, (797 – Aken, 14 april 818). Opvolger van zijn vader als koning van Italië. Na zijn verzet tegen Lodewijk de Vrome afgezet en (onbedoeld) gedood. (VOLGT 3.)
– Aeda, (geb. 798), gehuwd met de Saksische edelman Billung, ouders van Oda, de vrouw van Liudolf van Saksen (VOLGT Duitse Koningen en Keizers).
– Adelheid/Adèle, echtgenote van Lambert I, graaf van Nantes en hertog Spoleto
Er zijn veel speculaties over de identiteit van de minnares(sen) van Pepijn, maar geen van deze speculaties heeft echter historische gronden.
3. Bernhard van Italië, (geboren 797 – overleden 17 april 818) was een onwettige zoon van koning Pepijn van Italië en volgde zijn vader op als koning van Italië in 813.
Bernhard werd in zijn jeugd opgevoed in de abdij van Fulda. In 812 werd hij meerderjarig en werd hij benoemd tot gouverneur van Italië, begeleid door abt Adelhard van Corbie, adviseur en neef van Karel de Grote. Een jaar later werd hij in Aken tot koning van Italië gekroond, als opvolger van zijn vader – wat bijzonder is omdat hij een onwettige zoon was. In de eerste jaren van zijn bestuur was hij een trouwe vazal van Karel de Grote en Lodewijk de Vrome. In 815 onderzocht hij de moorden in een conflict tussen paus Leo III en diens tegenstanders uit adellijke Romeinse families.
In 817 stelde Lodewijk de Vrome de Ordinatio Imperii op. Bernhard werd daarin niet expliciet als koning van Italië genoemd en was daardoor bang dat hij zijn positie zou verliezen. Daarop werden er aan zijn hof plannen gemaakt voor het uitroepen van een onafhankelijk koninkrijk. Bernhard bezette de Alpenpassen. Lodewijk de Vrome trok met een leger naar Chalon-sur-Saône en Bernhard begreep dat zijn positie onhoudbaar was, zeker toen enkele van zijn aanhangers hem verlieten. Bernhard kreeg bericht dat Lodewijk hem wilde begenadigen. Bernhard ging naar Lodewijk in Chalons en daar bleek dat hij geen keuze had dan zich met zijn aanhangers over te geven. In 818 werd Bernhard te Aken ter dood veroordeeld maar de straf werd verzacht tot het uitsteken van de ogen (met een roodgloeiend mes). Twee dagen na de straf bezweek Bernhard alsnog na een ondragelijk lijden.
Bernhard was getrouwd met Kunigonde van Laon. Zij stichtte het nonnenklooster van San Allessandro in Parma.Zij was de dochter zijn van Heribert de Gellone, zoon van Willem van Gellonne (Willem met de Hoorn, hertog van Aquitanië, graaf van Orange, neef en paladijn van Karel de Grote).
Bernard en Kunigonde waren ouders van Pepijn van Vermandois. (VOLGT 4.)
4. Pepijn van Vermandois, (geboren ca. 818 – overleden na 850) was een zoon van Bernard van Italië en van Cunigonde van Laon. Hij is de eerste van de graven van de Vermandois die twee eeuwen lang tot de belangrijkste feodale vorsten van Frankrijk hoorden. In 834 bevrijdde hij samen met andere Italiaanse edelen keizerin Judith van Beieren uit het klooster van Cortona waar ze was opgesloten door haar opstandige stiefzoons en bracht haar naar Lodewijk de Vrome in Aken. Als beloning werd hij in 836 benoemd tot graaf van St. Quentin, Senlis enPeronne. Net als veel andere getrouwen van Lodewijk de Vrome steunde hij na diens dood in 840 zijn jongste zoon Karel de Kale maar toen Lotharius I optrok naar Parijs koos Pepijn diens kant. Na het verdrag van Verdun werd hij blijkbaar weer zonder problemen vazal van Karel en behield zijn functies.
Pepijn was getrouwd met een onbekende vrouw. Op grond van het gegeven dat zijn kinderen goederen in de Vexin erfden wordt verondersteld dat zij dochter was van een edelman Theoderic uit de Vexin, die achterkleinzoon was van Childebrand. Theoderics vader en grootvader heetten beiden Nibelung. Pepijn en zijn vrouw kregen de volgende kinderen:
– Bernard (845 – 28 januari893) was de oudste zoon van Pepijn van Vermandois en werd graaf van Laon in opvolging van zijn vader. Er is zeer weinig over hem bekend.
– Pepijn van Senlis (geboren 845 – overleden 28 januari 893) was een zoon van Pepijn van Vermandois. Samen met zijn broer Herbert, vertoefde Pepijn in de directe omgeving van Karel de Kale.
– Herbert I van Vermandois (VOLGT 5)
– mogelijk een dochter met de naam Cunigonde
– mogelijk een onbekende dochter die in haar eerste huwelijk was getrouwd met Berengar van Bayeux en in haar tweede huwelijk met Wido van Senlis.
5. Herbert I van Vermandois, (ca. 850 – 6 november tussen 900 en 907), ook Heribert, was via zijn vader Pepijn van Vermandois en zijn grootvader Bernhard van Italië (die een onecht kind was), een directe afstammeling in mannelijke lijn van Karel de Grote. Door een succesvol bestuur en een handige politiek in de strijd rond de koningstitel van West-Francië werd Herbert één van de machtigste edelen in het noorden van Frankrijk.
In 886 versloeg Herbert de Vikingen bij Parijs en werd hij graaf van Soissonsen lekenabt van Saint-Crépin in Soissons. In 888 werd hij graaf van Meaux en Madrie, en gaf leiding aan de verdediging van de Seine en de Oise tegen de Vikingen. Hij was, samen met aartsbisschopFulco van Reims en zijn broer Peppijn, één van de leiders van de oppositie tegen de nieuwe koningOdo van Parijs, die in 888-898 de eerste Capetinger op de Franse troon was. In deze periode herbouwde Herbert het kasteel van Château-Thierry. Op 28 januari 893, de verjaardag van het overlijden van Karel de Grote, kroonden Herbert, Peppijn en Fulco, Karel III de Eenvoudige tot tegenkoning. Odo wist echter gaandeweg de aanhangers van Karel voor zich te winnen, en Herbert moest in 895 naar Bourgondië vluchten. Het volgende jaar verzoende Herbert zich met Odo en kreeg daarbij het graafschap Vermandois toegewezen. De verzoening werd bezegeld door het huwelijk van hun kinderen. Daarop werd de Vermandois echter veroverd door Rudolf van Cambrai, broer vanBoudewijn II van Vlaanderen, die meende zelf recht op het graafschap te hebben. Herbert wist hem echter te verslaan en doodde Rudolf op 28 juni 896. Vervolgens breidde Herbert zijn gezag uit en werd heer van Beauvais, Vexin,Chartres en Senlis, en lekenabt van St. Medardus te Soissons, Péronne enSaint Quentin. In 900 viel Boudewijn II van Vlaanderen Herbert nog een keer aan, maar zonder succes. Het lukte Boudewijn later wel om Herbert en Fulco van Reims te laten vermoorden. De datum van de dood van Herbert was 6 november van een onbekend jaartal (ergens tussen 900 en 907).
Herbert was gehuwd met Bertha van Morvois (862-907), en werd vader van:
– Herbert II (Volgt 6)
– Beatrix (880/883 – na 26 maart 931) (Volgt Stamreeks Karel de Grote II nr.6), gehuwd in 895 met Robert I van Frankrijk.
– een dochter (Adela?), gehuwd met graaf Gebhard van de Ufgau.
– een dochter (Cunigonde?), gehuwd met graaf Udo van de Wetterau, zoon van Gebhard van Franconië, hertog van Lotharingen.
6. Herbert II van Vermandois (geboren 884 – Saint-Quentin (Aisne) – overleden 23 februari 943).
Hij was graaf van Vermandois en werd een van de machtigste edelen in het noorden en midden van Frankrijk.
Herbert volgde in 902 zijn vader op als graaf van Vermandois. In 907 trouwde hij met een dochter van Robert van Bourgondië en werd daardoor lekenabt van deSint-Medardusabdij te Soissons en graaf van Meaux. In 918 werd hij ook graaf van Mézeray en Vexin. Herbert hielp in 922 de aartsbisschop van Reims om diens vazallen te onderwerpen.
In 922 steunde hij Karel de Eenvoudige nog tegen de opstand van Robert van Parijs maar in 923 vocht hij aan de kant van Robert in de slag bij Soissons. Robert sneuvelde in deze slag en zijn schoonzoon Rudolf werd tot koning gekozen. Herbert kreeg door een list Karel de Eenvoudige in handen (hij had hem naar zijn gebied gelokt met een aanbod voor onderhandelingen) en nam hem gevangen, en sloot hem op in Château-Thierry. Herbert zou Karel tot diens dood in 929 in zijn macht houden, om koning Rudolf onder druk te kunnen zetten met de dreiging Karel vrij te laten. In 924 verwierf Herbert Péronne (Somme) en bouwde daar een kasteel waarin hij Karel voor de rest van zijn leven opsloot.
Vanaf 924 wist Herbert in hoog tempo zijn macht uit te breiden.
Na zijn dood verdeelde Hugo de Grote Herberts bezittingen onder zijn zonen, om de macht van Vermandois op te breken.
Herbert was de zoon van Herbert I van Vermandois en Bertha van Morvois. Hij was gehuwd (voor 21 mei 907) met Adelheid, dochter van Robert van Bourgondië. Zij hadden de volgende kinderen:
- Odo (ca. 915-na 946)
- Adelheid (ca. 915-960), in 934 gehuwd met Arnulf I van Vlaanderen (890-964) (Zie: Graven van Vlaanderen nr. 3).
- Herbert III (tussen 910 en 926-ca. 984), steunde zijn vader in diens conflicten met de koningen Rudolf en Lodewijk. Kreeg bij de verdeling van de erfenis Ormois, Château-Thierry en de functie van lekenabt van St. Medardus. Later benoemd tot paltsgraaf en erfde in 967 Meaux en Troyes van zijn broer Robert. Trouwde in 951 met Hedwig van Wessex, weduwe van Karel de Eenvoudige. Begraven te Lagny.
- Hugo (920-Meaux, 962), graaf en bisschop van Reims,
- Liutgard van Vermandois (voor 925 – na 985), ca. 940 gehuwd met Willem I van Normandië (-942) en (in de periode 942-945) met Theobald I van Blois (-975)
- Robert I van Meaux (932-eind 966)
- Albert I (934-8 september 987).
7. Albert I van Vermandois (931/934 – 8 september 987), ook Adalbert, bijgenaamdde Vrome, was een edelman uit het noorden van Frankrijk in de tiende eeuw, de jongste zoon van de machtige graaf Herbert II van Vermandois.
Na diens dood besloot hertog Hugo de Grote om de macht van het huis van Vermandois te breken door de bezittingen en leengoederen van Herbert eerlijk over zijn zoons en dochters te verdelen, en ze daarmee te versnipperen. Hierdoor werd Albert in 946 enkel graaf van Vermandois. Hij streed voor zijn broer Hugo, die door koning Lodewijk IV van Frankrijk in 946 was afgezet als bisschop van Reims maar moest zich in 949 aan Lodewijk onderwerpen. Albert stichtte de abdij van Homblières opnieuw en bouwde Mont-Saint-Quentin. In 987 was hij een van de tegenstanders van de koningskeuze van Hugo Capet. Albert werd begraven in Saint-Quentin (Aisne).
Albert was een zoon van Herbert II van Vermandois en Adelheid/Liegarde? van Frankrijk, dochter van koning Robert I. Albert was in een eerste huwelijk getrouwd met een verder onbekende Hersinde, huwelijk waaruit geen kinderen bekend zijn. In zijn tweede huwelijk (954) was Albert gehuwd met Gerberga van Lotharingen, dochter van Giselbert van Lotharingen en Gerberga van Saksen (en dus stiefdochter van Lodewijk IV). Zij kregen de volgende kinderen:
- Herbert III, opvolger van Albert
- Otto, stichter van het graafschap Chiny,
- Liudolf (957-), 979 bisschop van Noyon
- Gwijde (-988), graaf van Soissons
- mogelijk Eleonora, gehuwd met Wouter van Saint-Aubert
8. Otto van Warcq (ca. 955 – ca. 987) was een zoon van Albert I van Vermandois en van Gerberga van Lotharingen.
In 971 richtte hij de vesting van Warcq op en viel hij zijn buren, zoals de bisschop van Reims, aan. Otto geldt als de eerste graaf van Chiny, alhoewel hij zo nog niet genoemd werd.
Hij was getrouwd met Ermengarde, dochter van Robert I van Namen of van Albert I van Namen, en werd de vader van Lodewijk I (-1025).
9. Lodewijk I van Chiny (ca. 970 – 28 september 1025) was een zoon van Otto I van Chiny en van Ermengarde van Namen. Hij volgde in 987 zijn vader op als graaf van Chiny. In 1024 werd hij graaf van Verdun, toen graaf Herman zich in een klooster terugtrok. Hermans broer Godfried accepteerde dit niet, trok ten strijde tegen Lodewijk en doodde hem in 1025.
Lodewijk was gehuwd met Adelheid en werd de vader van:
- Lodewijk II (-1068)
- Lutgardis, gehuwd met Richer van Sancy.
10. Lodewijk II van Chiny (ca. 1025 – voor 1066) was een zoon van Lodewijk I van Chiny en van Catharina van Loon. Over hem is weinig bekend. Hij was graaf van Chiny en heer van Ivoix in 1025-1066 en trouwde met Sophia van Verdun, mogelijk dochter van Frederik van Lotharingen. Lodewijk was de vader van :
- Arnold I
- Manassos, geestelijke in Saint-Hubert.
11. Arnold I van Chiny (ca. 1045 – 16 april 1106) was een zoon van Lodewijk II van Chiny en van Sophia. Hij volgde zijn vader rond 1066 op als graaf van Chiny en had diverse geschillen met de geestelijkheid en de bisschop van Luik. In 1084 probeerde hij tevergeefs Richildis van Henegouwen te schaken. Samen metKoenraad I van Luxemburg stichtte hij in 1070 de abdij van Orval en begunstigde nog vele andere geestelijke instellingen, om te boeten voor zijn talrijke misdaden.
Arnold was in zijn eerste huwelijk getrouwd met Adelheid, dochter van Hilduinis IV van Montdidier, graaf van Ramerupt-Roucy, en werd de vader van:
- Otto II
- Lodewijk
- Hedwige, gehuwd met Dodo van Cons
- Clementia, gehuwd met Hugel van Waha, burggraaf van Mirwart
- Beatrix
- dochter, moeder van Arnold, aartsdeken van Trier, en Kuno
In zijn tweede huwelijk was Arnold getrouwd met Ermengarde, uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend. In zijn derde huwelijk was Arnold getrouwd met Agnes, zij hadden een zoon:
12. Otto II van Chiny (ca. 1065 – 1131 of later) was een zoon van Arnold I van Chiny en van Adelheid van Ramery-Roucy. Hij volgde in 1106 zijn vader op als graaf vanChiny. Otto voltooide de bouw van de abdij van Orval, die zijn vader begonnen was in 1070 en installeerde er kanunniken. Hij was gehuwd met Adelheid, dochter van Albert III van Namen en werd de vader van:
- Hugo
- Albert I
- Frederik, 1124 proost in Reims
- Alberon, 1136 bisschop van Luik
- Eustachius, voogd van de Haspengouw, getrouwd met een dochter van de Wiger, voogd van Sint-Lambertus te Luik. Ouders van Lodewijk van Lummen, zijn dochter trouwde met Frederik, zoon van Hendrik III van Limburg
- Ida, gehuwd met Godfried met de Baard,
- Oda, gehuwd met Gijsbrecht van Duras
- Alverade, gehuwd met Herman van Cuijk.
13. Alverade van Chiny (geboren 1110 – overleden 1170).
Zij was een dochter van Otto II, graaf van Chiny en Adelheid van Namen.
Zij was gehuwd met Herman II van Malsen, heer van Cuyk en Grave.
Kinderen:
– Hendrik II van Cuijk (Volgt 11)
– Reginar van Freusburg
– NN van Cuijk van Malsen
Kinderen:
– Godfried I van Cuijck, geboren omstreeks 1097. (VOLGT 15a)
– Herman II Hendrikszn van Cuijck van Malsen (Volgt 15b)
– Aleidis van Cuijck, geboren omstreeks 1101.–
15a. Godfried I van Cuijck, geboren omstreeks 1097.
Graaf van Arnsberg en Burrggraaf van Utrecht. Hij trouwde met Ida, de erfdochter van Frederik van Werl-Arnsberg, en werd zo graaf van Arnsberg.
Zoon van Hendrik I van Cuijck en Alverade van Hochstaden.
Na haar overlijden trouwde hij met Heilwig van Rhenen, dochter van Godfried van Rhenen en Sophia van Bemmel. Godfried kreeg zes kinderen, de meeste of allemaal uit zijn eerste huwelijk:
– Hendrik van Arnsberg
– Alveradis (ovl. na 1205), erfgename van Malsen (VOLGT 16a.), gehuwd met Otto I van Bentheim.
– Adelheid (ovl. na 1200), gehuwd met Everhard I van Berg-Altena.
– Jutta (Ida), abdis van Sticht Herford.
– onbekende dochter, getrouwd met Herman II van Virneburg.
– Frederik, ca 1165 in gevangenschap overleden.
15b. Herman van Cuijck, geboren ca. 1100, overleden ca. 1168.
Zoon van Hendrik I van Cuijck en Alverade van Hochstaden.
Trouwde met Alveradis van Chiny, dochter van Otto II van Chiny.
Zoon:
– Hendrik II van Cuijck (Volgt 16b).
16a. Alveradis van Cuijck (overleden na 1205).
Erfgename van Malsen, gehuwd met Otto I van Bentheim, een jongere zoon van graaf Dirk VIvan Holland en Sophia van Rheineck.
Zij kregen de volgende kinderen:
– Egbert, vermoord ca. 1210
– Boudewijn I van Bentheim, opvolger van zijn vader (Volgt Graven van Bentheim nr. 2).
– Otto, 1203 bisschop van Münster
– Gertrud (ovl. 1240), kanunnikes te Freckenhorst, 1219 abdis van Metelen
– Marina, gehuwd met Ricolt van Ochten. Ouders van Bertha van Ochten, welke gehuwd was met Jan I “de Sterke” van Arkel.
– Agniese, gehuwd met Willem van Teylingen. (Volgt heren van Teylingen en Brederode).
16b. Hendrik II van Cuijck, geboren ca. 1130, overleden 1204.
Zoon van Herman van Cuijck en Alveradis van Chiny.
Trouwde ca. 1160 met Sophia van Rhenen. Erfdochter van Herpen. Vermeld van 1191 tot 1203. Dochter van Dirk van Rhenen en een dochter uit het huis (van Bierbeek?).
17. Albert/Albrecht van Cuijck, geboren ca. 1160.
Zoon van Hendrik II van Cuijck en Sophia van Rhenen.
Ridder, getuige bij een schenking van het allodium Herpen aan de Brabantse hertog 1191, heer van Cuyc en Grave 1204-1233, heer van Herpen, Merum en half Asten 1220-1233, stadsgraaf van Utrecht tot 12 mrt. 1220, verkocht zijn rechten voor 200 pond Utrechts, leenman van de bisschop van Utrecht voor het hoge en lage gerecht van Gasperde en Everdingen, overl. 1233, tr. omstr. 1195 (een 4e-graads huwelijk) Hadewig (Heiwig) van Merum (Merheym), geb. Limburg eind 1182 of later (dochter van Rutger van Merum, nam deel aan de Derde Kruistocht 1189-1192, en N.N. (Aleydis van Horne?)).
Kinderen o.a.:
– Hendrik III van Cuijk
– Willem van Cuijk
– Dirk van Cuijck (Volgt 15)
18. Dirk van Cuijck, geboren omstreeks 1205, ridder (milites), door graaf Willem II aangesteld tot burggraaf van Leiden tussen 1240 en 1243 na het overlijden van burggraaf Jacob, overleden voor 1260, trouwde Leiden 1240 of 1241 met Christina/Kerstine van Leijden (van Oegstgeest), geboren Leiden omstreeks 1220 (dochter van Jacob, burggraaf van Leiden 1201-1241), erfdochter van het Leids burggraafschap en de ambacht Leiderdorp en Oegstgeest, overl. 1254.
19. Hendrick van Cuijck, geb. Leiden omstr. 1245, burggraaf van Leiden 1266-1319, heer van Leiderdorp en mogelijk van Oegstgeest, gaf heer Jacob van der Woude vroonland in Eslikerwoude in erfpacht 25 nov. 1284, ridder onder graaf Floris V (1285), vergezelde de Hollandse delegatie naar Engeland overzee 7 jan. 1298, overl. 12 jan. 1319, tr. omstr. 1275/80 Halewine van Egmond, geb. Egmond omstr. 1255 (dochter van Willem heer van Egmond 1248-1304) en Ada van Brederode), vermeld 1266-1276, vermeld filia heer Willem van Egmond bij akte 15 mei 1276.
20. Alveradis van Cuijck (van Leijden), geb. Leiden omstr. 1285, trouwde voor 1307 Dirck II van Wassenaer, geb. Voorschoten omstr. 1280 (zoon van Philips II, heer van Wassenaer, knape, zegelbewaarder en grafelijk raadgever onder Floris V en Jan I, en N.N. van de Wateringe), werd door graaf Jan II van Avesnes bevestigd in zijn lenen te Voorschoten en Wassenaar mei 1300, ambachtsheer van Voorburg 1307, zegelde met 3 wassende manen (‘wassenaers’) 1311, bewoner van kasteel Ter Horst onder Voorschoten, zwoer eed van trouw aan graaf Willem III 1314, werd met 79 man opgeroepen in het leger van de graaf in Vlaanderen 1315, overl. 1319.
21. Philips III van Wassenaer, geb. Voorschoten voor 1307, volgde zijn vader op in diens Wassenaarse goederen 1319, nam deel aan de Slag bij Kassel 1328, kocht het burggraafschap van Leiden van graaf Willem IV 1340, als zodanig ambachtsheer van Valckenburg en Catwijck, nam intrek in kasteel ’t Zand tussen Katwijk en Oegstgeest 1340, kreeg te maken met tegenstand van de Leidse Kabeljauwse factie, maakte testament sept. 1343, moest toezien dat Leiden bij privilege van gravin Margaretha mocht uitbreiden tot het Hogheland 1 sept. 1346, overl. voor 5 jan. 1348 (misschien aan de pest?), tr. (1) in of voor 1319 Goede(line) van Benthem, tr. (2) 1321 of omstr. 1326 Elisabeth van der Dussen, geb. Dordrecht omstr. 1305 (dochter van Jan II heer van der Dussenen kanselier van de Heer van Altena, en Beatrix van der Sluijs), vermeld als gehuwd 1321, tr. (3) kort na 16 okt. 1333 Catharina Dudinck.
22. Dirck III van Wassenaer, zoon van Philips III van Wassenaer en Elisabeth van der Dussen, geboren te Voorschoten omstreeks 1333, burggraaf van Leiden en ambachtsheer van Valkenburg en Katwijck 1348-1386, heer van Wassenaar, Kethel, Voorburg, Sassenheim, Vennep, Burggravenveen en Kalsslagen, bewoonde kasteel ’t Zandt te Oegstgeest, stond onder voogdij van Jan van Polanen mei 1350 en nam als zodanig op 5 sept. 1350 deel aan het Hoekse verbond, werd na de Kabeljauwse staatsgreep d.d. 24 juni 1351 sterk beperkt in zijn rechten, verzoende zich met de graaf sept. 1351, vervolgens onder curatele van 3 Leidse Kabeljouwen 1351-1355, in dienst van graaf Willem V (1353), door huwelijk heer van Oost-Barendrecht 1354, tot ridder geslagen 1356, maakte gemene zaak met de Hoeken en werd onder curatele gesteld van 27 nov. 1356 tot 2 sept. 1357, nam deel aan het landsbestuur in afwezigheid van hertog Albrecht 1358-1381, verkocht alle erven rondom de Leidse Burcht 5 jan. 1360, werd na de moord op de Kabeljauw Claas Colijn berecht doch vrijgesproken 18 jan. 1384, in gevangenschap (Luik) 1386-1387, speelde geen rol van betekenis meer na 1387, overl. tussen mei 1391 en 7 nov. 1392, tr. 29 sept. 1354 (huw. voorw.) Machteld Oem heer Gillisdr., erfdochter van Oost-Barendrecht, doch hij had een dochter uit een buitenechtelijke relatie:
- Katryn (bastaard) van Wassenaer (Volgt 23)
23. Katryn (bastaard) van Wassenaer, geb. in of na 1356, tr. (huw voorw. 30 okt. 1370) Dirk Goeswijnsz. Say (van der Lede), geb. omstr. 1345 (zoon van Goeswijn Jansz. Saij, beleend te Schiedam), baljuw van Schiedam, was beleend met de Spieringhoeck, ontving uit handen van zijn schoonvader een jaarrente van 30 pond Hollands, leenman van Wassenaar, schout van Katwijk, aangesteld tot rentmeester van Wassenaer 13 juli 1380 voor 20 pond jaarlijks, overl. omstr. 1421.
Huwelijkscontract d.d. 29 oktober 1370, waarbij Dirk III zijn onwettige dochter Catharina ten huwelijk geeft aan Dirk Say, een lage edelman uit de omgeving van Schiedam, met als medegave een jaarlijkse rente van dertig pond Hollands en 5 morgen land onder Kethel.
24. Adriaen(a) Dierc Zayensz. van der Lee, geb. omstr. 1385, haar wapen is te zien op een gebrandschilderd raam in het kasteel van Rhoon, een alliantiewapen met elementen Van der Lee (3 rozen) en Wassenaar (wassende maantjes), tr. voor 18 febr. 1408 Pieter III van Roden (ute Duvelant), geb. omstr. 1385/90 (zoon van Boudijn Pietersz. van Roden, heer van Rhoon 1380-1399, en Willemine Vranc Dirc Zayendr.), ambachtsheer van Rhoon 25 mei 1411-1437, schepen Dordrecht 1445, bouwde na de Elisabethsvloed (1421) het kasteel van Rhoon 1433, overl. voor 26 sept. 1454.
Het land in Pendrecht met de tiende en het ambacht, strekkende van het kerkhof van Pendrecht tot aan het ambacht van Cathendrecht.
–
25. Pieter IV van Roden, geb. omstr. 1420.
Zoon van Pieter III van Roden en Adriaen(a) Dierc Zayensz. van der Lee.
Hij was beleend met een vijfde deel van de lenen van zijn vader 1 aug. 1455, met een twintigste deel 1465, koopt tweemaal een vierde deel 1471, 1474, uiteindelijk ambachtsheer van de gehele heerlijkheid Rhoon 1483-1502, krijgt het onversterfelijk leenrecht 1481, zag zijn kasteel geplunderd en verbrand door de benden van jonker Frans van Brederode 1489, verkreeg de hoge heerlijkheid 1497, inpolderaar van de Rhoonse polders Gijsenland, Nijenland en JanCorneliszoonland, overl. 28 juni 1509, tr. tussen 1460 en 23 mei 1474 Margriet Gerritsdr. Storms(van Weena), geb. Delft omstr. 1440 (dochter van Gerrit Willem Stormsz., schepen en thesaurier van Delft, en Maria Vranck Lambrechtsdr.).
26. Pieter V van Roden, geb. omstr. 1460, ambachtsheer van Rhoon (1502-1534) en Pendrecht (1520-1534), eigenaar van een huis aan het Westeinde te ‘s-Gravenhage, overl. 19 febr.1534, begr. Rhoon, tr. 7 juni 1501 Anna van Grave, geb. Leuven 5 jan. 1475 (dochter van Raes van Grave, heer van Hevere, en Elisabeth van Sinte Guericx), overl. 6 mrt. 1549, begr. Rhoon.
27. Gerrit/Gerard van Rhoon, geb. Leiden omstr. 1518/21, schildknaap 1553, bewoner van het Huys te Rhoon 1553, baljuw van Rhoon 1557, eigenaar van het slot Valckensteijn onder Poortugaal 1578-1582, heemraad van Rhoon 1589, doopgetuige bij de kinderen van zijn kleinzoon Philip Philipsz. 1591, 1593, baljuw van Putten en Geervliet 1593, kocht het land Korendijk van Arnout van Boshuijsen 1593, overl. ald. na 3 okt. 1600, tr. Catharina van der Does, geb. Leiden omstr. 1522, overl. 1607/08, verwekte een onwettige dochter omstr. 1543 bij Katrijna Clementsdr., mogelijk geboren ’s-Gravenhage omstr. 1520 als dochter van Clement Aertsz., overl. voor 1559, en Adriaentge Andriesdr.), overl. voor 10 mrt. 1559.
28. Helena Gerritsdr. van Rhoon, geb. (ws) ‘s-Gravenhage omstr. 1544, biersteekster op het veer van Rhoon, werd bij testament gelegateerd van haar natuurlijk vader jonkheer van Rhoon voor het vruchtgebruik van 150 carolus guldens 3 okt. 1600, overl. aldaar voor 19 okt. 1623, tr. (2) voor 3 okt. 1600 Jacob Mathijssen, tr. (2) voor 1567 Philip Cornelisz. Vermaet, geb. Rotterdam omstr. 1537 (zoon van Cornelis Philipsz., mogelijk brouwer, vermeld te Utrecht 1532-1542, later te Rotterdam 1540-1543, en Trijntje/Katrijn Jansdr. Coning), woonde Rhoon 1561, schepen aldaar 1566, overl. Poortugaal voor 3 okt. 1600.
29. Philips Philipsz. (de Oude) Vermaet (van der Maet), geb. Rhoon omstr. 1567, won. Poortugaal, daarna Spijkenisse, schipper en biersteker, overl. Spijkenisse na 19 okt. 1623, tr. (2) Spijkenisse 3 mrt. 1602 Margen Aertsdr., tr. (1) voor 4 mrt. 1591 Maertje Dircx Koedief, (dochter van Dirck Cornelisz. Kuedieff en Maertje Aryensdr.) overl. Spijkenisse 20 mei 1640.
30. Philip Philips (de jonge) Vermaat, ged. 4 mrt 1591 te Poortugaal, ovl. 20 feb 1655 te Spijkenisse, zoon van Philip Philips de oude Vermaet en Koedief Maartje Dirks
markschipper en biersteker te Spijkemisse.
Begraven in de kerk van Spijkenisse: Hier leyt begraven den jonqe Philips Philipsz. Vermaet sterf den 20 February anno 1655.
Gehuwd 26 jan 1614 te Spijkenisse met: Geertje Jans Bos, geb. te Spijkenisse, ovl. 17 nov 1658 te Spijkenisse, dochter van Jan Bos en Maertje Gerrits.
31. Jan Philipsz Vermaat, gedoopt op 18 juni 1634 te Spijkenisse. Zoon van Philip Philips Vermaat en Geertje Jans Bos.
Marktschipper van Spijkenisse op Rotterdam.
Gehuwd ± 1656 te Spijkenisse met: Claasje Pieters Landmeter. Geboren rond 1634 in Biert. Dochter van Pieter Jacobsz Landmeter en Bastiaantje Cornelisdr. Ketting.
32. Cornelus Jansze Vermaat, gedoopt op 1 jul 1663 te Spijkenisse, overleden op 14 feb 1727 te Spijkenisse, zoon van Jan Philipsz Vermaat en Claasje Pieters Landmeter.Marktschipper te Spijkenisse.
Gehuwd ± 1690 te Spijkenisse met Margriet Jans Barrevelt, gedoopt op 22 augustus 1666 te Strijen, overleden 24 december 1719 te Spijkenisse.
33. Philip (Fulp) Cornelisz Vermaat, ged. 22 nov 1699 te Spijkenisse, ovl. 31 mei 1764 te Spijkenisse, zoon van Cornelus Jansze Vermaat en Maegriet Jans Barrevelt. Gehuwd 8 nov 1733 te Spijkenisse met: Jannetje Huibrechts Villerius, ged. 2 sep 1714 te Spijkenisse, ovl. 19 apr 1765 te Spijkenisse dochter van Huibrecht Villerius, vermogend boer op de Welplaat en Francijntje Ploeger.
34. Francina Vermaat, geb. 4 sep 1735 te Schiedam, ged. 11 sep 1735 te Spijkenisse. Zij is overleden op 19 maart 1822 in Hekelingen. Dochter van Philip (Fulp) Cornelisz Vermaat en Jannetje Huibrechts Villerius.
Gehuwd met Pleun Bastiaan de Raat. Hij is geboren rond 1746 en hij is overleden op 28 februari 1827 in Hekelingen. Zoon van Bastiaan Cornelisz de Raet en Maaiken Pleunen Pruimstraat.
35. Jannetje Pleuntie de Raat, gedoopt op 23 juni 1782 te Hekelingen. Dochter van Pleun Bastiaan de Raat en Francina Philips Vermaat.
Zij trouwt te Hekelingen op 30-4-1808 met Maarten Braat, gedoopt te Hekelingen op 30-3-1777, overleden te Overschie op 18-1-1827. Zoon van Klaas Braat en Jaapje van Driel.
36. Pleun Braat, geboren te Overschie op 17-2-1809, van beroep bouwman en overleden te Hazerswoude op 1-9-1874.
Zoon van Maarten Braat en Jannetje Pleuntie de Raat. Hij trouwt te Overschie op 3-4-1842 met Neeltje van der Wilk, geboren te Capelle aan den IJssel op 5-5-1818, overleden te Hazerswoude op 2-8-1896. Zij is een dochter van Ary van der Wilk en Grietje Boom.
—
—
37. Maarten Braat, geboren te Hazerswoude op 1-12-1842, van beroep bouwman en overleden te Haarlemmermeer op 24-12-1901. Hij trouwt op 17-11-1873 (scheiding tafel en bed op 5-12-1897) met Antje van der Akker, geboren te Hazerswoude op 21-3-1839 en overleden te Haarlemmermeer op 15-4-1907. Zij was een dochter van Dirk van der Akker en Neeltje Verduijn.
38. Gerardus Braat, geboren te Haarlemmermeer op 16-9-1880, overleden te Rotterdam op 4-3-1967. Hij is van beroep landbouwer-taxateur Tarwe Centrale, wonend in de boerderij “t Land Kanaän” te Zevenhuizen. Hij trouwt 1e met Mijntje Pruissen, geboren te Haarlemmermeer op 2-8-1883 en overleden te Gouda op 20-8-1960. Zij is een dochter van Wouter Pruissen (landbouwer te Nieuw-Vennep en overleden ± 1927) en Ariana Juditha Pruissen (nicht van Wouter, zij is geboren ± 1850 en overleden op 3-8-1918). Hij trouwt 2e met Johanna Maria Cornelissen en trouwt 3e met Pietertje Visser.
–
39. Ariana Juditha Braat, dochter van Gerardus Braat en Mijntje Pruissen. Geboren te Zevenhuizen op 29 maart 1920, overleden aldaar op 27 augustus 2010.
Gehuwd met Willem Pieter Ooms, geboren 1 juni 1924 te Zevenhuizen, van beroep meubelmaker en stoffeerder en overleden op 1 september 1998 te Gouda. Zoon van Catharinus Ooms en Jannigje Aartje van Vliet.
40. Johnny Ooms (geboren te Zevenhuizen op 15 februari 1958).
Zoon van Willem Pieter Ooms en Ariana Juditha Braat.
Terug naar:
———————————————————————————————————
Herbert II, graaf van Vermandois is mijn 30ste overgrootvader.
→
Ariana Juditha Braat
zijn moeder
→
Gerardus Braat
haar vader
→
Maarten Braat
zijn vader
→
Pleun Braat
zijn vader
→
Jannetje Pleuntje de Raat
zijn moeder
→
Francina Philipsdr Vermaat
haar moeder
→
Philip Cornelisz Vermaat
haar vader
→
Cornelis Jansz Vermaat
zijn vader
→
Jan Philipsz. Vermaat
zijn vader
→
Philip Philipsz Vermaat
zijn vader
→
Philip Philipsz (de Oude) Vermaat
zijn vader
→
Helena Gerritsdr van Rhoon
zijn moeder
→
Gerrit Pieters van Rhoon
haar vader
→
Pieter V van Roden, Ambachtsheer van Rhoon
zijn vader
→
Pieter IV van Roden
zijn vader
→
Adriaena Dierc Zaijendr van der Lee
zijn moeder
→
Katrijn Dircksdr van Wassenaer
haar moeder
→
Dirck III van Wassenaer, burggraaf van Leiden
haar vader
→
Philips Dirksz van Wassenaer
zijn vader
→
Alveradis Hendriks van Cuijck
zijn moeder
→
Hendrick van Cuyck, Burggraaf van Leiden
haar vader
→
Dirck I van Cuyck, burggraaf van Leiden
zijn vader
→
Albert van Cuijk, burggraaf van Utrecht
zijn vader
→
Hendrik II van Cuijk
zijn vader
→
Alverade de Chiny
zijn moeder
→
Otto II, graaf van Chiny
haar vader
→
Arnold I de Warcq, Comte de Chiny
zijn vader
→
Louis II de Warcq, Comte de Chiny
zijn vader
→
Louis I de Warcq, Comte de Chiny
zijn vader
→
Otto I de Chiny, seigneur de Warcq
zijn vader
→
Albert I, Comte de Vermandois
zijn vader
→
Heribert II, graaf van Vermandois
zijn vader