Batenburg

Batenburg is een Nederlandse stad in het Land van Maas en Waal, behorend tot de Gelderse gemeente Wijchen. Het ligt westelijk van Wijchen aan de Maas. Batenburg telde op 1 januari 2020 slechts 655 inwoners en wordt daarom meestal geduid als dorp maar heeft een verleden als stad, zelfs één van de oudste van Gelderland. Het historische Batenburg met zijn kasteelruïne is een beschermd stadsgezicht.

Ruïne kasteel Batenburg

Kasteel Batenburg is een kasteelruïne in het stadje Batenburg in de gemeente Wijchen, in de Nederlandse provincie Gelderland. De ruïne staat op een motte ten noorden van Batenburg. Het kasteel werd in 1794 door de Fransen verwoest.

Boven de toegangspoort van het kasteel was volgens overlevering een gevelsteen aanwezig waarop in oudgothische letters te lezen stond dat in het jaar 527, op de fundamenten van de tempel van Mars Victor, het slot Batenburg gebouwd werd.Tegenover deze poort bevond zich, achter een fraaie dubbele deur, een put met heilig bronwater dat genezende kracht tegen koorts zou bezitten. Het geputte water werd per emmer door de poortwachters verkocht.

Kasteel Batenburg vlak voor de verwoesting van 1794.

De hoge ouderdom van het kasteel komt ook overeen met het verschijnen van de eerste leden van het geslacht van Batenburg, want rond 1080 maken schriftelijke bronnen voor het eerst melding van de Heren van Batenburg. Ondanks hun macht — die grotendeels te danken was aan de ligging van hun landgoederen en het slot, op de grens van Brabant en Gelre — stierf het geslacht van Batenburg in de dertiende eeuw uit.

 

Door het huwelijk van Johanna van Batenburg en Willem I van Bronckhorst kwamen het slot en de heerlijkheid in handen van het geslacht Bronckhorst, dat in een langdurig conflict met de Heeckerens verwikkeld was. Vooral in deze periode heeft het kasteel veel te lijden gehad van (lokale) oorlogshandelingen. Batenburg werd verschillende malen belegerd en liep daarbij soms zware verwoestingen op zoals tijdens het Beleg van Grave (1586). In 1641 ging het domein over naar de Graaf van Hoorne en eind 17e eeuw kwam het in het bezit van de graven van Bentheim en Steinfurt. Kasteel Batenburg behoorde tot de oudste en (lokaal) belangrijkste kastelen van Gelderland.

Behalve de ruïne zijn er in Batenburg veel historische, veelal witgepleisterde boerderijen te zien, en een oude protestantse dorpskerk, die na verwoesting in de Tachtigjarige Oorlog gedeeltelijk werd herbouwd. Het is, evenals de veel grotere neogotische Rooms-katholieke kerk ernaast, oorspronkelijk gewijd aan Sint Victor, de patroon van de korenmolenaars.

Ten oosten van het stadje staat een standerdmolen.

Batenburg kreeg in 1349 stadsrechten, maar aangenomen wordt dat het stadje ze rond het jaar 1000 ook al had gekregen. Het werd bestuurd door de machtige Heren van Batenburg, die noch aan de hertog van Gelre noch aan die van Brabant ondergeschikt waren, maar alleen aan de Duitse keizer. Hun kasteel, rond 1250 gebouwd op een motte, is sinds de Franse tijd een ruïne. De Heren van Batenburg(de laatsten waren de vorsten Van Bentheim-Steinfurt) bestuurden hun Gelderse bezit sindsdien op afstand. Er gebeurt in Batenburg in deze tijd niet veel bijzonders:De vryheerlijkheid Batenburg op de Maes, in de Betuwe, gelegen, kwam reeds omtrent het einde der XIIIe eeuw in het bezit van het Huis van Bronckhorst. De geschiedenis dezer heerlijkheid levert weinig belang op: benevens eenige twisten van gansch plaetselyken aerd met naburige dynasten, versmelt zy zich geheel en al in de algemeene gebeurtenissen van Gelderland.Batenburg sloeg in de Middeleeuwen tot aan het begin van de 17e eeuw zijn eigen munten, die overal in Europa werden nagemaakt, en vanwege hun slechte kwaliteit geen goede reputatie hadden. Maximiliaan van Bronckhorst-Batenburg-Steyn was de laatste heer met een eigen munt.Batenburg moet van een hoge ouderdom zijn en zou mogelijk kunnen wedijveren met de leeftijd van Nijmegen. Rond het jaar 1000 moet Batenburg stadsrechten hebben verworven, echter op last van Gijsbert van Bronckhorst werden in het jaar 1440, op Bonifaciusdag, voor het laatst de poorten gesloten. Batenburg bezat twee stadspoorten, waarvan onbekend is waar de Maaspoort stond. In de 19e eeuw wordt melding gemaakt van zichtbare fundamenten van de Appelternsepoort bij hoog water als de grond losgespoeld is. Batenburg moet in oude tijden veel groter zijn geweest dan tegenwoordig, echter in de 14e of 15e eeuw werd het grootste deel door een enorme stadsbrand verwoest. Het verwoeste gedeelte werd nooit meer herbouwd. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog moet het stadje wederom aan een verwoestende brand ten prooi zijn gevallen. Tot 1878 lag op het kruispunt van de Grotestraat/Kruisstraat een gerechtssteen, de “Blauwe Steen”. Het was een dik blok van graniet van ongeveer 75 centimeter dik. Volgens overleveringen bond men tot circa 1800 de doodskist van personen die bij hun dood schulden nalieten, aan deze steen. Pas na het voldoen van de schuld kon de begrafenis plaatsvinden. Resten van deze steen liggen bij de ingang van het kerkhof aan het plein.In de Franse tijd werd Batenburg een gemeente, die tot 1 januari 1984 zelfstandig was: toen werd Batenburg onderdeel van Wijchen.

Het wapen van Batenburg is gelijk aan het wapen van Wijchen. Het wapen van Batenburg heeft een geschiedenis die verder terug gaat dan de officiële toekenning door de Hoge Raad van Adel in 1818.

Het wapen van Batenburg is afkomstig van het wapen van de heerlijkheid en van het wapen van de Heren van Batenburg in de 13e en 14e eeuw gebruikten. Het oudste bekende zegel is een zegel uit 1470, daarop staat het wapen als een borstschild op de Duitse rijksadelaar.In een van de glas-in-loodramen van de Nederlands Hervormde kerk Sint Victor is een spreuk onder het wapen geplaatst. De spreuk gaat: Pour ronger les ailes aux Romains. Wat zoveel betekent als Om de vleugels van de Romeinen te knippen, mocht dit waar zijn dan verklaart dat ook de scharen in het wapen. Echter, het is logischer dat het wapen van Batenburg afgeleid is van het wapen van Gennep, omdat er een familiaire verwantschap was tussen de Heren van Batenburg en de heren van Gennep.
De beschrijving van het wapen van Batenburg luidde tussen 15 juli 1818 en 1984 als volgt:”Een rood schild beladen met een St. Andrieskruis en verzeld door 4 droogscheerdersscharen, alles van goud. Het schild gedekt met een gouden kroon.”Het schild is rood van kleur met daarop een gouden Andreaskruis. Tussen de poten van het kruis staan 4, eveneens gouden, droogscheerdersscharen. Niet vermeld is dat de kroon vijf bladeren had, met tussen de bladeren vier parels, een markiezenkroon.

Uit:

 

Zie ook:

Heren van Batenburg

 

Heren van Bronckhorst

 

Terug naar:

Dorpen en Steden

  facebook       

 

 

© 19 mei 2018, laatst bijgewerkt op 9 februari 2020