Marenteel Reinoud II van Gelre

De oudst bekende voormoeder van mijn voorvader Reinoud II van Gelre (1295 -1343) is Ermesinde van Lotharingen (± 1025 – ….).

Reinoud II van Gelre

 

Wapen van Lotharingen

1. Ermesinde van Lotharingen
Geboren omstreeks 1025. Dochter van Adalbert van Lotharingen. De naam van haar moeder is onbekend.

Ermesinde was gehuwd met Willem VII van Aquitanië, bijgenaamd de Adelaar. Geboren in 1023, overleden te Saumur in 1058. Hij was de oudste zoon van Willem V van Aquitanië (Zie Hertogen van Aquitanië nr. 7a) en diens derde echtgenote Agnes van Mâcon. Willem kwam aan de macht, dankzij de intriges van zijn moeder, die als regentes zijn twee halfbroers had uitgeschakeld. Hij was hertog van Aquitanië en Gascogne, graaf van Poitiers, Bordeaux en Agen, en lekenabt van Saint Hilaire te Poitiers. Hij bestreed zijn stiefvader Godfried IV van Anjou in Anjou (die na de scheiding van zijn moeder in 1053 weigerde haar bruidsschat terug te geven) en zijn neef Bernard II van Armagnac in Gascogne. Hij overleed tijdens de belegering van Saumur door dysenterie. Hij is begraven in de Sint-Nicolaasproosdij te Poitiers.
Kinderen:

  • Agnes, in 1054 gehuwd met Ramiro I van Aragón (….-1063) en met graaf Peter I van Savoye (1048-1078)
  • Clementia van Poitiers (….-1129)

Wapen van Aquitanië

2. Clementia van Poitiers
Geboren omstreeks 1045, overleden in 1142) was een dochter van Willem VII van Aquitanië (Zie Hertogen van Aquitanië nr. 8a) en van Ermesinde van Lotharingen.

Clementia trouwde met Koenraad I van Luxemburg. Geboren rond 1040, overleden op 8 augustus 1086. Hij was, als opvolger van zijn vader Giselbert, graaf van Luxemburg van 1059 tot 1086. De naam van zijn moeder is niet bekend.
Koenraad werd in 1059 graaf van Luxemburg, voogd van de Sint-Maximinusabdij te Trier, de Abdij van Echternach en van de dubbelabdij Stavelot-Malmedy. Direct kwam hij in conflict over de Sint-Maximinusabdij met bisschop Eberhard van Trier en nam hem gevangen. Als straf werd hij door de paus in de ban gedaan. Op 6 juli 1063 stichtte Koenraad de benedictijner Altmünster abdij te Luxemburg en begiftigde de abdij met boerderijen, visrechten, bos en een molen. In 1070 stichtte hij de abdij van Orval, samen met Arnold I van Loon. In 1085 ging Koenraad met zijn broers op pelgrimstocht naar het Heilige Land, als tegenprestatie voor het opheffen van de excommunicatie. Koenraad stierf op de terugreis, in Palestina of in Italië. Hij werd begraven in de Altmünster abdij te Luxemburg. Koenraad was een trouw bondgenoot van keizer Hendrik IV.
Koenraad en zijn vrouw(en) kregen de volgende kinderen:

  • Mathilde (geb. ca. 1060), gehuwd met Godfried van de Bliesgau
  • Hendrik
  • Rudolf († 1099), abt van Saint Vannes te Verdun (van 1075 tot zijn dood) en van de Altmünster te Luxemburg, vanaf de stichting van die abdij
  • Koenraad
  • Ermesinde van Luxemburg
  • Willem
  • Adalbero († Antiochië, 1098), aartsdeken van Metz, nam deel aan de eerste kruistocht en werd tijdens het beleg van Antiochië overvallen toen hij met een edelvrouwe aan het dobbelen was. Adalbero werd gedood en de dame werd meegevoerd in de stad. Hun hoofden werden met een katapult teruggeschoten.

Wapen van Luxemburg

3. Ermesinde van Luxemburg
Geboren rond 1080, overleden in 24 juni 1143. Dochter van Koenraad I van Luxemburg (Zie Graven van Luxemburg nr. 4b) en van Clementia van Poitiers.

Door het uitsterven van alle mannelijke familieleden, was Ermesinde erfgename van het graafschap Luxemburg en van Longwy. Ze droeg echter het bestuur vrijwel meteen over aan haar zoon Hendrik I van Namen zodat ze niet daadwerkelijk heeft geregeerd. Zij is vooral bekend door een aantal schenkingen aan kerken en kloosters. Tegen het eind van haar leven trok Ermesinde zich terug in een klooster.
Ermesinde trouwde 1e in 1096 met Albert van Moha.  Geboren omstreeks 1065, overleden op 24 augustus 1098. Graaf van Dagsburg, Eguisheim, Metz en Moha (België), voogd van Altorf. Albert was in zijn eerste huwelijk getrouwd geweest met Heilwig van Dagsburg en Eguisheim. Uit dat huwelijk werden een zoon en twee dochters geboren.

In 1109 hertrouwde Ermesinde met Godfried van Namen, een zoon van Albert III van Namen (Zie Graven van Namen nr. 5a). Godfried was in zijn eerste huwelijk getrouwd geweest met Sybille van Porcien. Met haar kreeg hij twee dochters maar Sybille verliet Godfried toen ze zwanger werd van haar minnaar Engelram I van Coucy. Het paar scheidde in 1104.
Godfried en Ermesinde kregen de volgende kinderen:

  • Albert (ovl. na 1125)
  • Hendrik I van Namen (Volgt Graven van Namen nr. 6b)
  • Clemencia, gehuwd met Koenraad van Zähringen.
  • Beatrix (ca. 1115 – 1160), gehuwd met Ithier van Rethel
  • Aleidis van Namen  (1124 – eind juli 1169)

Wapen van Namen

4. Aleidis van Namen
Geboren rond 1110, overleden in juli 1169, begraven te Bergen. Dochter van graaf Godfried van Namen (Zie Graven van Namen nr. 6a) en van Ermesinde van Luxemburg (Zie Graven van Luxemburg nr. 5b).

In 1227 trouwde zij met Boudewijn IV van Henegouwen. Geboren rond 1110, overleden te Bergen op 2 november 1171.
Boudewijn IV bijgenaamd de Bouwer, was graaf van Henegouwen van 1120 tot aan zijn dood. Als minderjarige zoon van Boudewijn III regeerde hij aanvankelijk (tot 1127) onder het regentschap van zijn moeder, Yolanda van Gelre.
Daarbij werd overeengekomen dat indien het huis van Namen geen erfgenamen zou hebben, Boudewijn en Aleidis de Naamse goederen zouden erven.
Nog in 1127 werd de Vlaamse graaf Karel de Goede vermoord. Boudewijn greep dit voorval aan om de aanspraken van zijn familie op Vlaanderen weer te doen gelden (achterkleinzoon van Boudewijn VI van Vlaanderen]). Hij bezette Oudenaarde en Ninove. De koning van Frankrijk wees echter Willem Clito aan als graaf van Vlaanderen. Boudewijn kon niet anders doen dan de bezette gebieden verwoesten en zich weer terug te trekken. Uiteindelijk wist Diederik van de Elzas, in naam van zijn moeder, graaf van Vlaanderen te worden. Boudewijn probeerde weer om Vlaanderen aan te vallen maar werd in 1128 verslagen door Diederik.
Diederik van de Elzas nam deel aan de Tweede Kruistocht en Boudewijn probeerde hiervan gebruik te maken door opnieuw Vlaanderen aan te vallen. Diederiks vrouw Sybille van Anjou wist echter stand te houden. Er volgde een paar jaar van verwoestingen en plundertochten. Na thuiskomst van Diederik werd in 1151 een vrede gesloten tussen Vlaanderen en Henegouwen en werd afgesproken dat die vrede door een huwelijk zou worden bezegeld.
Boudewijn richtte zich nu op andere mogelijkheden om zijn bezit uit te breiden. In 1158 kocht hij Ath, in 1159 verwierf hij Chimay (stad) en in 1160 verwierf hij de burggraafschappen Valencijn en Oosterbant. Zijn zwager Hendrik I van Namen, die ook hertog van Luxemburg was, was kinderloos en benoemde Boudewijn in 1163 tot zijn erfgenaam als dat zo zou blijven – maar Hendrik zou in 1186, op 72-jarige leeftijd, nog een dochter krijgen.
In 1169 vond dan het huwelijk plaats tussen Boudewijns zoon Boudewijn V en Margaretha van de Elzas, dochter van Diederik van Elzas die uiteindelijk erfgename van Vlaanderen zou worden. Toen Boudewijn IV de bruiloftsgasten in Le Quesnoy het paleis toonde dat hij daar liet bouwen, bezweek de steiger waar het gezelschap op stond. De gasten waren allemaal lichtgewond maar Boudewijn zelf zou beide benen en zijn rug hebben gebroken. Hij overleefde het ongeluk nog meer dan een jaar voordat hij in Bergen overleed. Boudewijn is begraven in het Mariaklooster van Binche.
Zijn bijnaam kreeg Boudewijn IV vanwege de versterkingen die hij langs de grens van Henegouwen met Brabant en Vlaanderen liet aanbrengen, de ommuring van steden als Bergen en Le Qeusnoy en de bouw van kerken zoals de Waltrudiskerk in Bergen.
Boudewijn en Aleidis kregen de volgende kinderen:

  • Yolande (1131-1202), gehuwd met Ivo van Soissons, heer van Néelle en van Falvy, (- 1157) en met graaf Hugo IV van Saint-Pol. Ze kreeg twee dochters bij haar tweede man.
  • Boudewijn (1134-1147), jong gestorven
  • Antonia (1134 – 1168) (Volgt Graven van Henegouwen nr. 12a )
  • Agnes van Henegouwen, bijgenaamd de Manke (1142-1168)
  • Lauretta (ovl. 9 aug 1181), gehuwd met Diederik van Gent (-1165), laatste heer van Aalst en Waas, en (1173) met Burchard IV van Montmorency. Moeder van vijf kinderen uit haar tweede huwelijk, waaronder Mathieu II van Montmorency, “de Grote”, constabel van Frankrijk
  • Godfried (1147-1163) , graaf van Oosterbant, gehuwd met Eleonora van Vermandois. Zijn vader gaf hem een aandeel in het bestuur maar Godfried overleed kort na zijn meerderjarigheid, terwijl hij voorbereidingen trof om naar het Heilige Land te gaan
  • Boudewijn V (1150-1195). (Volgt Graven van Henegouwen nr.12c)
  • Hendrik (-1230), heer van Sebourg, van Angre en van Fay, gehuwd met Johanna van Cisoing en met Mahaut van Lalaing. Vader van twee zoons: Boudewijn (jong overleden) en Filips die hem opvolgde. Zijn twee dochters werden allebei non te Gellingen.
  • Eustaas, 1198 proost van de Waltrudiskerk in Bergen
  • Berta, gehuwd met ene Egidius, moeder van Gerard en enkele dochters

Wapen van Henegouwen

5. Agnes van Henegouwen
Bijgenaamd de Manke. Geboren in 1142, overleden in 1168. Dochter van Boudewijn IV van Henegouwen en Aleidis van Namen.

Zij was gehuwd met Rudolf I van Coucy. Geboren in 1134 te Coucy, overleden op 15 oktober 1191 voor Akko.
Gewoonlijk Raoul de Marle genaamd naar de plaats waar hij meestal vertoefde. Zoon van Engelram II van Coucy (Zie Heren van Coucy nr. 6) en Agnes van Beaugency.
KInderen:

  • Adelheid de Coucy   1158 – 1195 (Volgt Heren van Coucy nr. 8a)
  • Yolande de Coucy  1164 – 1222

6. Yolande de Coucy
Geboren in 1164, overleden in 1222. Dochter van Rudolf I van Coucy en Agnes van Henegouwen.

Zij huwde in 1184 met graaf Robert II van Dreux. Geboren in 1154, overleden op 28 december 1218. Hij  graaf van Dreux en Braine, was de oudste overlevende zoon van Robert I, Graaf van Dreux (Zie Graven van Dreux nr. 1) en Agnes de Baudemont, gravin van Braine, en een kleinzoon van Koning Lodewijk VI van Frankrijk (Zie Capetingers nr. 12).
Hij nam deel aan de Derde Kruistocht, aan het beleg van Akko en de slag bij Arsoef. Hij nam tussen 1193 en 1204 deel aan de oorlog in Normandië tegen de Angevijnse koningen. Graaf Robrecht had het kasteel Nonancourt van Richard I van Engeland ingenomen terwijl deze eind 1193 in het buitenland gevangen zat. De graaf nam ook deel aan de Albigenzische Kruistocht in 1210. In 1214 vocht hij aan de zijde van zijn neef, koning Filips II Augustus, in de slag bij Bouvines.

Zijn eerste huwelijk met Mathilde (Mahaut) van Bourgondië (1150 – 1192) eindigde in 1178 met een scheiding en bracht geen kinderen voort. Het excuus voor de nietigverklaring van dit huwelijk was hun te nauwe bloedverwantschap. Mathilde en Robrecht waren zowel achterkleinkinderen van graaf Willem I van Bourgondië en zijn vrouw Etiennete als Capetingische nakomelingen van Robert II van Frankrijk.
Zijn tweede huwelijk met Yolande de Coucy bracht meerdere kinderen voort:

  • Robert III (c. 1185-1234), graaf van Dreux en Braine.
  • Peter (c. 1190-1250), Hertog van Bretagne (Volgt Graven van Dreux nr. 3a) 
  • Hendrik van Dreux (c. 1193-1240), aartsbisschop van Reims .
  • John van Dreux (c. 1198-1239), graaf van Vienne en Mâcon.
  • Philippa van Dreux (1192-1242)
  • Alix van Dreux, trouwde met Walter IV van Vienne, Heer van Salins, trouwde toen met Renard II van Choiseul.
  • Agnes van Dreux (1195-1258), gehuwd Stephen III van Auxonne

7. Filippa van Dreux
Geboren in 1192, overleden in 1242. Dochter van graaf Robrecht II van Dreux en Yolande de Coucy.

Zij huwde 1219 met Hendrik II van Bar. Geboren rond 1190, overleden op 13 november 1239. Hij was van 1214 tot aan zijn dood graaf van Bar.
Hendrik II was de zoon van graaf Theobald I van Bar (Zie Graven van Bar nr. 7) en diens eerste echtgenote Ermesinde van Bar-sur-Seine. In 1214 volgde hij zijn overleden vader op als graaf van Bar.
In 1239 nam Hendrik II deel aan de Baronnenkruistocht, waarbij enkele honderden edelen onder leiding van koning Theobald I van Navarra de Ajjoebiden moslims in Gaza gingen bevechten. Tijdens deze kruistocht sneuvelde Hendrik II op 13 november 1239 tijdens een veldslag tegen de Ajjoebiden.
Filippa en Hendrik kregen de volgende kinderen:

  • Margaretha van Bar (1220-1275)
  • Theobald II (1221-1291), graaf van Bar
  • Hendrik (overleden in 1249)
  • Johanna (1225-1299), huwde met Frederik van Blamont en daarna in 1258 met graaf Lodewijk V van Chiny
  • Reinoud (overleden in 1271)
  • Erard (overleden in 1335)
  • Isabella (overleden in 1320)

Wapen van Bar

8. Margaretha van Bar
Geboren in 1220, overleden in 23 november 1275. Zij was van 1247 tot aan haar dood gravin van Luxemburg. Ze behoorde tot het huis Scarpone.

Margaretha was de oudste dochter van graaf Hendrik II van Bar en diens echtgenote Filippa, dochter van graaf Robrecht II van Dreux. In 1240 huwde ze met Hendrik V van Luxemburg (1216-1281), die in 1247 graaf van Luxemburg werd.
Als bruidsschat bracht Margaretha Hendrik Ligny-en-Barrois, dat door een clausule in het huwelijksverdrag echter onder de suzereiniteit bleef van het graafschap Bar. In verband hiermee moest Hendrik in 1256 hulde brengen aan koning Theobald II van Navarra, in diens capaciteit als graaf van Champagne.
In het conflict dat ontstond tussen hertog Ferry III van Lotharingen en de bisschoppen van Metz koos haar echtgenoot partij voor de bisschop, terwijl haar broer Theobald II van Bar Ferry III steunde. Op 14 september 1266 werd Hendrik bij de Slag bij Prény gevangengenomen. Op 8 september 1268 sloten de twee graven vrede na de bemiddeling van koning Lodewijk IX van Frankrijk. Hendrik werd vervolgens vrijgelaten en hij kwam opnieuw in het bezit van Ligny-en-Barrois, zij het nog steeds onder de suzereiniteit van het graafschap Bar.
Margaretha en Hendrik sloten vrede met Gwijde van Dampierre door hem te laten huwen met hun dochter Isabella. Een andere dochter van hen, Filippa, huwde met graaf Jan II van Holland en werd zo de grootmoeder van koningin Filippa van Engeland en gravin Margaretha II van Henegouwen. Margaretha stierf in 1275, zes jaar voor haar echtgenoot.
Margaretha en Hendrik kregen zeven kinderen:

  • Hendrik VI (1240-1288), graaf van Luxemburg
  • Walram I (overleden in 1288), graaf van Ligny
  • Isabella (1247-1298)
  • Filippa (1252-1311), huwde in 1270 met graaf Jan II van Holland
  • Margaretha
  • Felicitas
  • Johanna (overleden in 1310), abdis van de Abdij van Clairefontaine

Wapen van Luxemburg

9. Isabella van Luxemburg
Geboren in 1247, overleden in 1298. Zij was als tweede vrouw van Gwijde van Dampierre gravin-gemalin van Vlaanderen en een markgravin-gemalin van Namen.

Zij was de dochter van Hendrik V van Luxemburg en diens vrouw, Margaretha van Bar. Isabella was hierdoor een lid van het Huis Luxemburg. Isabella was de derde van zeven kinderen. Haar oudere broer, graaf Hendrik VI van Luxemburg, was de opvolger van hun vader. Filippa van Luxemburg, die trouwde met Jan II van Avesnes, graaf van Holland, was haar zus en dezen waren de ouders van twaalf kinderen. Filippa van Henegouwen, koningin-gemalin van koning Eduard III van Engeland, was een kleindochter van Filippa. Haar grootouders langs moederszijde waren Hendrik II van Bar en Filippa van Dreux, en langs vaderskant Walram III van Limburg en Ermesinde II van Namen.

Isabella trouwde in maart 1265 met Gwijde van Dampierre. Haar huwelijk werd bepaald door de gebeurtenissen die zich vele jaren voor haar geboorte hadden afgespeeld. Rond 1165 had haar overgrootvader Hendrik IV de Blinde, graaf van Namen en Luxemburg, geen kinderen uit zijn eerste huwelijk. Hij duidde daarom zijn schoonbroer Boudewijn IV van Henegouwen aan als zijn opvolger. Toen Boudewijn in 1171 overleed, bevestigde Hendrik de Blinde zijn neef Boudewijn V van Henegouwen als zijn opvolger. Maar in een laatste poging om toch nog kinderen te hebben, trouwde de reeds op leeftijd zijnde Hendrik de Blinde met Agnes van Gelre, die hem een dochter Ermesinde baarde wat Hendrik ertoe bracht zijn belofte ongedaan te maken en hij zijn dochter als erfgename aanduidde. De daarop uitbrekende oorlog (met de Slag bij Noville), leidde ertoe dat Boudewijn door Hendrik moest worden erkend als zijn erfgenaam in Namen.

Isabella’s vader eiste, als zoon van Ermesinde, echter zijn rechten op Namen op. Maar Hendrik V slaagde er niet in zijn aanspraken te doen gelden. Isabella’s ouders wilden vrede sluiten met Gwijde over hun geschillen over het markgraafschap Namen en stelden daarom aan Gwijde voor om met hun dochter Isabella in het huwelijk te treden. Isabella werd hiermee Gwijde’s tweede vrouw, zijn eerste vrouw Mathilde was het jaar voordien gestorven. Gwijde had reeds acht kinderen met Mathilde en Isabella schonk hem nog eens acht kinderen:

  • Beatrix van Dampierre (d. 1307), rond 1287 getrouwd met Hugo II van Châtillon
  • Margaretha van Dampierre
  • Isabella van Dampierre (1275-1333), in 1307 getrouwd met heer Jan I van Fiennes, heer van Tingry en kasteelheer van Bourbourg, moeder van Robert van Fiennes, constable van Frankrijk.
  • Filippa van Vlaanderen (?-1306), die met de Engelse troonopvolger Eduard II zou huwen, maar werd samen met haar vader door koning Filips IV van Frankrijk gevangengenomen en stierf hoogstwaarschijnlijk in gevangenschap.Filippa
  • Jan I van Namen (1267–1330)
  • Gwijde van Namen (- 1311), heer van Ronse, een korte tijd ook graaf van Zeeland
  • Hendrik van Lodi (- 6 November 1337), graaf van Lodi, trouwde in januari 1309 met Margaretha van Kleef en had nakomelingen
  • Johanna ( – 1296), een non in de abdij van Flines

Wapen van Dampierre

10. Margaretha van Dampierre
Ook wel Margaretha van Vlaanderen. Geboren in 1272, overledn in 1331. Margaretha van Dampierre (niet te verwarren met haar gelijknamige halfzuster Margaretha van Dampierre, die leefde van ca. 1251 – 1285) was de dochter van Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen en van zijn tweede vrouw Isabella van Luxemburg.
Margaretha huwde op 15 november 1282 te Roxburgh (Schotland) met Alexander van Schotland (1263-1283), erfprins van Schotland en op 3 juli 1286 te Namen met Reinoud I van Gelre. Geboren 1255, overleden te Montfort, 9 oktober 1326. Hij was ook bekend als Reinoud de Strijdbare. Reinoud I was graaf van Gelre van 10 januari 1271 tot zijn dood. Zijn naam wordt ook geschreven als Raynald, Reinald, Reynald of Reynout.
Reinoud werd geboren als zoon van Otto II, graaf van Gelre Irmgard van Limburg..

Uit het huwelijk van Margaretha en Reinoud  zijn de volgende kinderen bekend:

  • Reinoud II (1295-1343)
  • Gwijde (†na 1315 te Arnhem, aldaar begraven)
  • Philips (jong overleden)
  • Elisabeth (Isabella) (†1354 in klooster St. Clara), abdis van klooster St. Clara teKeulen, in 1299 verloofd met Godfried van Brabant, in 1314 beloofd aanAlbrecht II van Oostenrijk
  • Filippa (†23 augustus 1352), non in klooster St. Clara te Keulen
  • Margaretha (voor 1299 – 7 juli 1346/47), gehuwd met graaf Diederik IX van Kleef

Wapen van Reinoud II van Gelre

11. Reinoud II van Gelre
Of Reinald. Geboren circa 1295 – overleden te Arnhem op 12 oktober 1343, bijgenaamd de Rode of de Zwarte, was graaf van Gelre van 1326 tot 1339 en hertog van Gelre van 1339 tot 1343. Hij was de zoon van graaf Reinoud I (Zie Graven van Gelre nr. 10a) en Margaretha van Dampierre, dochter van Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen (Zie Heren van Dampierre nr. 7).

In 1316 kreeg hij onenigheid met zijn vader. Hij vond zijn vader niet langer in staat de belangen van het territorium te behartigen en nam zelf het bestuur over. Na een arbitrale uitspraak van 3 september 1318 door graaf Willem III van Holland regeerde hij als soen des graven van Gelre over het graafschap Gelre en Zutphen. Zijn vader werd gevangengezet op kasteel Montfort.

Reinald verleende land- en dijkrechten, en maakte bepalingen en regelingen ter verbetering van het keren van buitenwater en het lozen van binnenwater en grondwater. Deze wetgeving bestond deels uit de optekening van publiekrechtelijk en privaatrechtelijk gewoonterecht, en deels uit nieuw recht ten aanzien van het schouwen van dijken, weteringen en kaden, en de rechterlijke organisatie. Voor het Land van Maas en Waal in 1321 en 1328, voor de Bommmeler- en de Tielerwaard in 1325, 1327 en 1335, voor de Over- en Nederbetuwe in 1327, voor het Overkwartier in 1328, voor het nieuw ontgonnen ‘Nijbroek’ eveneens in 1328. Deze wetgeving is van belang geweest voor de bevordering van de rechtszekerheid en de bodemexploitatie binnen het Gelderse territorium.

In 1326 overleed zijn vader en Reinoud benoemde zichzelf tot graaf van Gelre en graaf van Zutphen als Reinoud II.

Hij begon een samenwerkingsverband met de Engelse koning en zwager Edward III van Engeland tegen Frankrijk. Hij waarschuwde de Engelsen in 1338 over een Franse vloot die het Zwin naderde. Hij bleef één van Edwards trouwste bondgenoten onder de Duitse prinsen tijdens de eerste fase van de Honderdjarige Oorlog.

Op 19 maart 1339 werd Reinoud II tot hertog van Gelre en graaf van Zutphenin de Rijksdag in Frankfurt tot de rijksvorststand verheven en tevens met Oost-Friesland beleend. Dit besluit kwam mede tot stand dankzij bemiddeling van Reinoud II tussen keizer Lodewijk de Beier, die getrouwd was met de gravin Margaretha van Holland, en Edward III van Engeland, broer van Reinouds vrouw Eleonora van Engeland. In 1342 richtte Reinoud II het klooster Monnikhuizen op.

Hij huwde eerst op 11 januari 1311 te Roermond met Sophia Berthout († 6 mei 1329) uit het geslacht Berthout, erfgename van de heerlijkheid Mechelen, dochter van Floris Berthout († 1332), heer van Mechelen, en Mechtilde van Mechelen, kleindochter van Engelbert I van der Mark.
Sophia schonk hem de volgende kinderen:

  • Margaretha (ca. 1320?-1344), in 1342 gehuwd met Gerard, zoon van graaf Willem VI van Gulik. Zij was reeds op 1 maart 1333 verloofd met Gerard, naar aanleiding waarvan zij op 1 december 1333 de heerlijkheid en voogdij Mechelen voor 60.000 gulden verkocht aan graaf Lodewijck van Vlaanderen.
  • Mechteld (ca. 1325-1384) in 1336 gehuwd met graaf Godfried van Loon en Chiny (?-1342), in 1348 met graaf Jan I van Kleef (1292/93-1368) en in 1372 met Jan van Chatillon graaf van Blois (†1381)
  • Elisabeth (-1376), abdis van het klooster Gravendal tussen Kessel en Asperden in Duitsland
  • Maria (Volgt Graven van Gelre nr. 12)

Nadat in 1331 uitgebreide huwelijkse voorwaarden waren opgesteld huwde Reinoud op 20 oktober 1331 in Nijmegen met Eleonora (1318-1355), dochter van Eduard II van Engeland. Van de huwelijksvoltrekking werd op 24 oktober 1331 een notariële verklaring opgemaakt is.[9] Ze hadden samen:

  • Reinoud III (1333-1371), 1e opvolger Gelre
  • Eduard (1336-1371), 2e opvolger Gelre

Reinoud voerde vier jaar lang een strijd om Bredevoort (1322-1326) die hij uiteindelijk won. In 1326 verleende Reinoud IIstadsrechten aan Erkelens en in 1343 aan Venlo.

Terug naar:

Marentelen uit de Middeleeuwen

  facebook      

johnooms-nl

© 17 februari 2019