De Capetingers

 

Koningen van Frankrijk

 

Het huis Capet, of De Directe Capetingische Dynastie, ook het Huis van Frankrijk (la maison de France) genoemd, of simpelweg de Capetingers, dat heerste over het Koninkrijk Frankrijk van 987 tot 1328, was de hoofdlijn van de Capetingische dynastie, zelf afkomstig van de dynastie der Robertingen. Als heersers van Frankrijk volgde de dynastie de Karolingische dynastie op. De naam is afgeleid van de bijnaam van Hugo, de eerste Capetingische koning, die bekend stond als Hugo Capet en een bilaterale afstammeling van Karel de Grote was.

Het directe huis Capet kwam aan zijn einde in 1328, toen de drie zonen van Filips IV allemaal faalden overlevende mannelijke erfgenamen voor de Franse troon te produceren. Met de dood van Karel IV werd de troon doorgegeven aan het huis Valois, de directe afstammelingen van Karel van Valois, een jongere zoon van Filips III. Het zou later opnieuw worden doorgegeven, aan het huis Bourbon en het huis Orléans (beide stammen af van Lodewijk IX), waardoor de troon altijd in handen bleef van agnatische afstammelingen van Hugo Capet.

Uiteindelijk werd Lodewijk XVI tijdens de Franse Revolutie ter dood veroordeeld en moest de doodstraf ondergaan op 21 januari 1793 als “Citoyen Louis Capet” (de burger Louis Capet).

Vervolg van Stamreeks Karel de Grote (V) nr. 8.

Hugo Capet

8. Hugo Capet  (geboren Parijs, overleden ca. 940 – Les Juifs bij Chartres, 24 oktober 996) was koning van Frankrijk van 987 tot 996. Zijn bijnaam Capet betekent “een mantel dragend” en werd hem waarschijnlijk gegeven ter onderscheid van zijn vader Hugo de Grote (Zie Robertijnen nr. 7).
Hugo de Grote was in zijn tijd de machtigste man van Frankrijk, zelfs machtiger dan de koning. Bij de dood van zijn vader erfde Hugo Capet de meeste van zijn bezittingen en titels: Hugo werd hertog van de Franken (Neustrië), graaf vanParijs, Orléans, Poitou, Tours, etc., en lekenabt van o.a.Saint-Martin te Tours, Saint-Germain teAuxerre, St. Aignan te Orléans, Saint-Quentin en Sint-Vaast. Zijn broer Otto werd bovendien hertog vanBourgondië. De paus noemde hem de “glorierijke prins van de Franken”. Omdat Hugo nog minderjarig was traden zijn moeder Hedwig van Saksen en zijn oom Bruno, aartsbisschop van Keulen, op als regent. Zij waren zuster en broer van keizer Otto I de Grote.
De machtige Franse edelen maakten gebruik van Hugo’s minderjarigheid door hun positie ten koste van hem te versterken, bv: Willem III van Aquitanië die de Poitou tegen Hugo wist te behouden,Theobald I van Blois die Chartres en Châteaudun verwierf, en Fulco II van Anjou die de omgeving vanNantes in handen kreeg.
Ca. 968 verbeterde Hugo zijn betrekkingen met Willem IV van Aquitanië door met diens zuster te trouwen. In 978 beschermde Hugo koning Lotharius van Frankrijk in Étampes en verdedigde Parijs tegen Otto II, nadat Lotharius een riskante plundertocht naar Aken had ondernomen.
Hugo was een bondgenoot van aartsbisschop Adalbero van Reims, die bang was dat Frankrijk een vazalstaat van Duitsland zou worden.
In 981 veroverde Hugo Montrieul, ook bezocht hij in dat jaar Otto II in Rome. In 986 klaagde Lotharius Adalbero aan wegens hoogverraad. Hugo bestormde de rechtszitting en de koning kwam daarbij om het leven. Dit bleef zonder gevolgen voor Hugo.
Na de onverwachte dood van Lotharius’ zoon Lodewijk de Doeniet in 987, hij stierf kinderloos na een jachtongeval, werd Hugo op 3 juli 987 te Senlis tot koning gekozen. Adalbero steunde hem met de volgende argumentatie: Het koningschap krijgt men niet op grond van erfrecht; men moet slechts hem op de troon verheffen, die zich zowel door zijn lichamelijke welgeschapenheid als door zijn geestelijke wijsheid onderscheidt, die door het geloof gesterkt en door grootmoedigheid gesteund wordt... Hugo werd in Noyon of Reims gekroond en liet nog op 30 december 987 zijn zoon Robert IItot medekoning kronen, een poging om zijn opvolging te verzekeren.

Hij was gehuwd met Adelheid van Aquitanië (945/952-1004), dochter van Adelheid van Normandië (Zie Hertogen van Normandië nr.2b) en van Willem III van Aquitanië (Zie Hertogen van Aquitanië nr. 5) graaf van Poitiers van 934 tot 963, en hertog van Aquitanië van 928 tot 963.
Zij hadden vier kinderen:

  • Gisela (ca. 969), gehuwd met Hugo, zoon van Hilduinus III van Montreuil. Hugo Capet gaf het echtpaar Abbeville (Somme), Ancre en Domart, uit het bezit van de abdij van Saint-Riquieren maakte Hugo lekenabt van die abdij. Deze bezittingen vormden later het graafschap Ponthieu en Hugo werd bekend als Hugo I van Ponthieu.
  • Hedwig (ca. 970 – na 1013), gehuwd met Reinier IV van Henegouwen.
  • Robert II (972 – 1031), die zijn vader  opvolgt. (Volgt 9)
  • Adelheid (ca. 973 – na 1063).
  • Mogelijk had Hugo nog een buitenechtelijke zoon Gauzelin (ovl. 1030), abt van de abdij van Fleury en door Robert II benoemd tot aartsbisschop van Bourges.

Uit: Hugo Capet – Wikipedia

 

Lijst van Franse koningen van het huis Capet

 

Robert II de Vrome

9. Robert II de Vrome, (geboren Orléans, 27 maart 972 – overleden Melun, 20 juli 1031) was koning van Frankrijk van 996 tot aan zijn dood.
Robert was zoon van koning Hugo Capet. Hij kreeg een voor die tijd bijzonder goede opvoeding, zijn leraar was Gerbert van Aurillac, de latere paus Silvester II. Daardoor had Robert een voorliefde voor muziek, dichtkunst en religie. Doordat hij tijdens zijn regering bovendien streng optrad tegen ketters, kreeg hij de bijnaam “de Vrome”. In 987 werd Robert gekroond tot medekoning naast zijn vader, om zijn kansen voor de opvolging zo groot mogelijk te maken. Robert wilde trouwen met Bertha van Bourgondië maar omdat ze verwant waren in de zesde graad, was dit tegen de wetten van de kerk en Hugo weigerde daarom in dit huwelijk in te stemmen. In plaats daarvan probeerde Hugo om Robert met een Byzantijnse te laten trouwen en toen dat niet lukte arrangeerde hij in 989 een huwelijk met de ongeveer 20 jaar oudere Suzanna van Italië. Zij was weduwe van Arnulf II van Vlaanderen en moeder van de minderjarige Boudewijn IV van Vlaanderen. Door dit huwelijk kreeg de kroon een sterke invloed in een van de grote graafschappen van het koninkrijk, bovendien bracht zij Montreuil (Pas-de-Calais) enPonthieu in als bruidsschat. Als kroonprins speelde Robert een actieve rol. Hij nam deel aan de gevechten tegen Karel van Neder-Lotharingen om Laon. In 991 verhinderde hij Franse bisschoppen om deel te nemen aan een synode in Mousson, dat toen in Duitsland lag. In 991 en 994 was hij voorzitter van concilies in Frankrijk. In 996 overleed zijn vader en werd Robert koning. Robert scheidde direct van Suzanna om te kunnen trouwen met Bertha, die inmiddels weduwe was van Odo I van Blois. Wel behield hij de bruidsschat van Suzanna, zo genaamd om die voor haar te beheren. Wegens de bloedverwantschap met Bertha en de onwettige scheiding van Suzanna, stond Robert onder grote druk van de kerk om zijn huwelijk met Bertha te ontbinden. Toen hij bleef weigeren, werd het echtpaar uiteindelijk geëxcommuniceerd door paus Gregorius V.
Robert volhardde zijn verzet tegen de kerk en bleef getrouwd met Bertha tot 1003. Toen wilde hij hethertogdom Bourgondië rechtstreeks aan de kroon brengen en was de excommunicatie een te grote politieke handicap. Na onderhandelingen met paus Silvester II, zijn oude leermeester, scheidde hij van Bertha en trouwde met Constance van Arles. De excommunicatie werd ongedaan gemaakt. Zijn politieke en militaire pogingen om de macht in Frans Bourgondië direct in handen te krijgen, mislukten echter door de tegenstand van de lokale adel en bisschoppen. Robert zette naast zijn huwelijk zijn relatie met Bertha gewoon voort. Het hof werd daardoor verdeeld en twee vijandige kampen. Het huwelijk met Constance zorgde wel voor erfgenamen maar was verder een grote mislukking.

In 1005 veroverde Robert Auxerre, in 1015 volgde Sens en in 1016 had Robert eindelijk het hertogdom Bourgondië in handen. In deze periode trok Robert samen met Bertha naar Rome, om hun zaak bij de paus te bepleiten maar die wilde niet toestemmen in een hernieuwd huwelijk. In 1020 overleed Steven I van Champagne en probeerde Robert om diens graafschappen aan de kroon te laten vervallen. Robert kwam daardoor in conflict met Stevens erfgenaam (en Bertha’s zoon) Odo II van Blois. In 1023 moest Robert uiteindelijk toestaan dat Odo Stevens graafschappen in bezit nam. Robert sloot daarop direct een bondgenootschap met keizer Hendrik II om Odo’s macht te beteugelen. Dit had enig succes want Odo moest Reims opgeven aan de bisschop en hij moest Dreux overdragen aan Robert. Na de dood van Hendrik kwam Robert in 1024 tot een vergelijk met Odo en steunde hij de tegenstanders van Koenraad II de Saliër. Een poging om Metz te veroveren mislukte. Een aanbod om koning van Italië te worden sloeg hij af.In de laatste jaren van zijn leven was Robert in open oorlog met zijn zonen Hendrik en Robert, die door hun moeder werden gesteund. Tijdens de burgeroorlog tegen zijn eigen zonen stierf Robert II op 20 juli 1031 bij Melun. Hij werd begraven in de kathedraal van Saint-Denis en uiteindelijk werd hij opgevolgd door zijn zoon Hendrik I.

Robert II trouwde driemaal:
1.  989 – Suzanna van Italië. Geboren in 945, overleden te Gent op 26 januari 1003. Weduwe van Arnulf II van Vlaanderen en dochter van Berengarius II koning van Italië (950-963), en van Willa van Toscane. Dit huwelijk bleef kinderloos, waardoor Robert II dit huwelijk verwierp in 991/992.
2.  996 – Bertha, dit huwelijk was kinderloos.
3.  1003 – Constance Taillefer d’Arles, dochter van dochter van Willem I van Provence (Zie Graven van Provence nr. 3) en van Adelheid van Anjou  (Zie Graven van Anjou nr. 7).
Robert en Constance hadden de volgende kinderen:

  • Constance, gehuwd met Manasses van Dammartin-en-Goële (Volgt Graven van Dammartin nr. 1).
  • Hedwig (ca. 1003 – 5 juni na 1063) (Volgt 10a)
  • Hugo – (1007-28 augustus 1025). In 1017 gekroond tot medekoning en later in opstand om een volwaardige functie op te eisen maar verzoende zich later met zijn vader. Begraven te Compiègne.
  • Hendrik  (geboren 4 mei 1008 – overleden Vitry-en-Brie, 4 augustus 1060) was koning van Frankrijk van 1031 tot zijn dood (Volgt 10b).
  • Robert I van Bourgondië (geboren ca. 1011 – Fleurey-sur-Ouche, 21 maart 1076), bijgenaamd de Oude, hertog van Bourgondië (Volgt 10c).
  • Odo (ca. 1013 – ca. 1058), steunde zijn broer Robert tegen zijn broer Hendrik maar werd in 1041 verslagen en gevangengenomen. Hij vocht later voor Hendrik tegen Normandië maar werd in 1054 verslagen.
  • Adela  (Volgt Stamreeks Karel de Grote (V) nr.10) (1009 – 8 januari 1079), huwde met hertog Richard III van Normandië en met graaf Boudewijn V van Vlaanderen.

Uit: Robert II van Frankrijk – Wikipedia

10a. Hedwig van Frankrijk
Geboren circa 1003, overleden 5 juni na 1063. Dochter van Robert II van Frankrijk en Constance Taillefer d’Arles.
Zij was gehuwd met Reinoud I van Nevers. Zoon van Landricus van Nevers (Zie Graven van Nevers nr. 1), overleden 29 mei 1040. Zij kreeg Auxerre als bruidsschat.
Kinderen:

  • Willem I van Nevers (c. 1030-1083 / 1097) (Volgt Graven van Nevers nr. 3)
  • Hendrik van Nevers (overleden 1067)
  • Guy van Nevers (overleden 1067)
  • Robert van Nevers Baron van Craon (c. 1035-1098)
  • Adelaide van Nevers

Uit: Reinoud I van Nevers – Wikipedia

 

Hendrik I van Frankrijk

Hendrik I van Frankrijk

10b. Hendrik I (geboren 4 mei 1008 – overleden Vitry-en-Brie, 4 augustus 1060) was koning van Frankrijk van 1031 tot zijn dood.
Hendrik werd in 1016, nog als kind, door zijn vader Robert II van Frankrijk benoemd tot hertog van Bourgondië. Toen zijn oudste broer Hugo in 1025 was overleden en Hendrik kroonprins werd, was hij ontevreden omdat hij van zijn vader geen wezenlijke rol in het bestuur kreeg. Hendrik kwam daarom samen met zijn broer Robert, en met steun van hun moeder, in 1025 in opstand tegen zijn vader. Hendrik wist Dreux, Beaune en Avallon te veroveren. Uiteindelijk werd een compromis bereikt en staakten de broers hun opstand, Hendrik werd op 14 mei 1027 te Reims tot medekoning gekroond.

Na het overlijden van zijn vader werd Hendrik koning van Frankrijk. Hij kreeg direct te maken met een opstand van zijn broer Robert en zijn moeder. Met de steun van keizer Koenraad II de Saliër en hertog Robert de Duivel van Normandië wist hij echter zijn positie te behouden. In 1032 gaf Robert zijn aanspraken op de troon op, in ruil voor het hertogdom Bourgondië. Hendrik had in 1033 een bespreking met Koenraad te Deville. Daarbij gaf Hendrik zijn aanspraken op het koninkrijk Bourgondië op ten gunste van die van Koenraad. Ook verloofde Hendrik zich met Koenraads dochter Mathilde. Later in dat jaar steunde Hendrik Koenraad daadwerkelijk tegen Odo II van Blois die probeerde om koning van Bourgondië te worden. In 1034 overleed Mathilde onverwacht op jonge leeftijd. Datzelfde jaar trouwde Hendrik met een andere Mathilde, dochter van Koenraads stiefzoon Liudolf van Brunswijk.

Hendriks verdere regering werd bepaald door de opkomende macht van Normandië en diplomatie met Duitsland. In 1043 was een eerste bespreking met keizer Hendrik III te Carignan (Ardennes), over diens huwelijk met Agnes van Poitou. In 1048 was er een tweede bespreking met Hendrik te Carignan. Een jaar later kwam Hendrik in conflict met de paus. Hendrik verbood zijn bisschoppen om een concilie te Reims bij te wonen maar de bisschoppen die hem gehoorzaamden werden afgezet of geëxcommuniceerd. In 1056 had Hendrik een derde bespreking met keizer Hendrik te Carignan. Hierbij maakte Hendrik aanspraken op hertogdom Lotharingen en daagde de keizer zelfs uit tot een tweegevecht om de kwestie te beslissen. Keizer Hendrik vertrok echter bij nacht in het geheim uit Carignan, en bleef gewoon leenheer van Lotharingen.
Hendrik steunde in 1047 nog de jonge Willem de Veroveraar, zoon van zijn oude bondgenoot Robert, tegen zijn opstandige vazallen in de slag bij Val-ès-Dunes bij Caen. Hierdoor wist Willem definitief het gezag over zijn hertogdom te vestigen. Na zijn huwelijk met Mathilde van Vlaanderen, werd Willems positie echter zo sterk, dat hij een bedreiging werd voor Hendrik. In 1054 trok Hendrik op tegen Normandië, maar werd verslagen toen de Normandiërs bij nacht het Franse kamp bij Mortemer (Seine-Maritime) overvielen. In 1057 deed Hendrik een tweede poging om Willem te onderwerpen, maar bij Varaville werd Hendrik door Willem verslagen, doordat die handig gebruik wist te maken van de rivier en het moeras in het landschap.

In 1059 liet Hendrik zijn zoon Filips tot mede koning kronen. In 1060 stichtte hij een kapittel van Sint Maarten in Parijs. Hendrik stierf op 4 augustus 1060 in Vitry-en-Brie. Hij werd begraven in de kathedraal van Saint-Denis. Hendrik werd opgevolgd door zijn zoon Filips, die toen 8 jaar oud was. Hendriks weduwe, Anna van Kiev, was zes jaar lang regent.
Hij was 1e gehuwd met In 1034 met Mathilde van Friesland
Op 19 mei 1051 trouwde hij 2e met prinses Anna van Kiev (1024-1075). Dochter van Jaroslav de Wijze van Kiev (Zie Grootvorsten van Kiev nr. 5) en Ingegerd van Zweden (Zie Koningen van Zweden nr. 9).
Kinderen uit het tweede huwelijk:

  1. Filips I van Frankrijk (23 mei 1052 – 30 juli 1108) (Volgt 11a)
  2. Hugo I van Vermandois (1057 – 1102) Hij was getrouwd met Adelheid (1062-1122) (Zie Graven van Vermandois nr. 7)
  3. Robert (ca. 1055 – ca.1060)
  4. Emma (onbekend)

Uit: Hendrik I van Frankrijk – Wikipedia

Robert van Bourgondië

Robert I van Bourgondië

10c. Robert I van Bourgondië (ca. 1011 – Fleurey-sur-Ouche, 21 maart 1076), bijg. de Oude, was een zoon van koning Robert II van Frankrijk en Constance van Arles. Samen met zijn broer Hendrik I van Frankrijk revolteerde hij in 1030 tegen zijn vader, en na diens overlijden streed hij tegen zijn broer Hendrik om de opvolging als koning van Frankrijk. Uiteindelijk nam hij echter in 1032 genoegen met het hertogdom Bourgondië. Hij trouwde in 1033 met Helia van Sémur-Brionnais, een vrouw uit de lokale adel, dochter van Dalmas, heer van Sémur en van Aremburg, en zuster van de abt van Cluny. In 1040 veroverde hij Auxerre op zijn neef Reinoud I van Nevers.

Robert verstootte zijn eerste vrouw en doodde eigenhandig haar vader en broer tijdens een feestmaal. Hij hertrouwde met Ermengarde van Anjou (1018-1076), dochter van Fulco III van Anjou.. In 1058 trok hij (als boetedoening?) naar Barcelona (Spanje) om de Reconquista (Spanje) te steunen. Auxerre ging in 1060 weer verloren. Robert stond bekend als een slecht en hebzuchtig bestuurder, enkele van zijn wandaden waren: het beroven van zijn vazallen, het zich toe-eigenen van het inkomen van het diocees van Autun en van de wijn van het kapittel van Dijon, en het beroven van de abdij van Sint-Germanus van Auxerre. Robert en Ermengarde werden samen “op schandelijke wijze” (volgens de eigentijdse kronieken) vermoord in de kerk van Fleury Sur Ouche. Robert werd begraven in Saint-Seine-l’Abbaye.

Uit zijn huwelijk met Helia kreeg Robert de volgende kinderen:

  • Hugo van Bourgondië (1034-1060)
  • Hendrik, (1035-1066), de vader van Hugo I van Bourgondië en Odo I van Bourgondië
  • Constantia (1046-1093)(Volgt 11b)
  • Robert (1040-1113), gehuwd met Violante, dochter van Rogier I van Sicilië. Dit huwelijk was gearrangeerd door Adelheid van Savona (1072-1118), de weduwe van Rogier. Zij had Robert gekozen als mederegent zolang haar zoon Rogier II van Sicilië minderjarig was. Nadat Robert het graafschap tien jaar lang tegen alle aanvallen had verdedigd (volgens Ordericus Vitalis), was hij bij de meerderjarigheid van Rogier II overbodig en werd hij door Adelheid gedood met een beker vergiftigde wijn.
  • Simon (1044-1088).

Robert kreeg bij Ermengarde een dochter:

  • Hildegarde (1049 -), in 1067 gehuwd met hertog Willem VIII van Aquitanië (Volgt 11c)(1025-1086)

Uit: Robert I van Bourgondië – Wikipedia

 

Filips I van Frankrijk

11a. Filips I van Frankrijk
Hij was koning van Frankrijk van 4 augustus 1060 tot 1108. Hij was de zoon van Hendrik I van Frankrijk (1008-1060) en Anna van Kiev (1024-1075).

Filips werd in 1059 al tot koning van Frankrijk gewijd en op 4 augustus 1060 (8 jaar oud) gekroond. Zijn moeder en Boudewijn V, graaf van Vlaanderen, waren gezamenlijk regent. Toen Anna in 1061 hertrouwde met Rudolf van Valois werd haar positie aan het hof onmogelijk en moest ze haar positie opgeven. In 1066 werd Filips meerderjarig verklaard en kon zijn zelfstandig regeren beginnen.
Tijdens de eerste 25 jaar van zijn bewind was Filips volop bezig om zijn binnenlandse positie te versterken, ten koste van de grote leenmannen in het noorden van Frankrijk. Hierin was hij niet altijd succesvol.

Na 1090 werd Filips’ bewind beheerst door zijn huwelijksverwikkelingen en de conflicten met de kerk die daaruit voortkwamen: Filips begeerde Bertrada, de mooie en jonge vijfde vrouw van zijn oude vazal Fulco IV van Anjou. Tegelijk vond Filips dat koningin Bertha dik en onaantrekkelijk was geworden. Dus scheidde hij op 15 mei 1092 van haar en verbande ze van het hof. Daarna trouwde Filips met Bertrada van Montfort-Aumary, dochter van Simon I, graaf van Montfort en Agnes van Evreux. Bertrada was toen nog niet gescheiden van Fulco.

Niet alle bisschoppen konden dit accepteren en er kwam verzet tegen deze gang van zaken. In 1094 excommuniceerde de aartsbisschop van Lyon het nieuwe paar. Dit werd in 1095 door de paus bevestigd. Onder druk van de excommunicatie verliet Filips Bertrada, waarop de excommunicatie werd opgeheven; Filips en Bertrada gingen echter weer samenwonen en werden opnieuw geëxcommuniceerd. Dit herhaalde zich enkele malen tot 1104. Toen legden Filips en Bertrada een plechtige eed af om te zullen scheiden, en werd de excommunicatie opgeheven. Natuurlijk braken ze hun eed en bleven bij elkaar maar de excommunicatie werd niet opnieuw ingesteld. Als dank gaf Filips tijdens een ontmoeting in Saint-Denis steun aan paus Paschalis II tegen keizer Hendrik V.

Koning Filips I overleed in zijn kasteel in Melun op 29 juli 1108. Hij werd begraven bij het klooster van Saint-Benoît-sur-Loire omdat hij vond dat hij niet waardig was om bij zijn voorvaderen in de kathedraal van Saint-Denis te worden bijgezet.

Hij werd opgevolgd door zijn zoon Lodewijk VI de Dikke.

Filips zou verloofd zijn geweest met Judith Maria van Zwaben maar dit huwelijk ging om onbekende redenen niet door.

Hij trouwde 1e in 1072 met Bertha van Holland, stiefdochter van Robrecht I de Fries, graaf van Vlaanderen en dochter van Floris I van Holland (Zie Graven van Holland nr. 5) en Geertruida van Saksen. Zij kregen drie kinderen:

  • Constance (1078- 14 september 1126).
  • Lodewijk VI (1 december 1081 – 1 augustus 1137), opvolger als koning (Volgt 12a)
  • Hendrik (geboren in 1083, jong gestorven)

Filips trouwde 2e met Bertrada van Montfort-Aumary.
Kinderen:

  • Filips (ca. 1093- na 1133), trouwde met Elisabeth, erfdochter van Montlhéry, heer van Mehun-sur-Yèvre en graaf van Mantes; steunde een opstand van zijn oom Amalrik III van Montfort en moest als straf daarvoor zijn kastelen afstaan
  • Floris  1095 – 1118 (Volgt 12b)
  • Cecilia (1097-1145), eerst gehuwd met Tancred, prins van Galilea (oomzegger van Bohemond van Antiochië), later met Pons, graaf van Tripoli. Met Pons kreeg ze twee zoons en een dochter
  • Eustatia, gehuwd met Jan van Etampes, stichteres van de abdij van Yerres

Filips had een zoon bij een onbekende minnares: Odo

Uit: Filips I van Frankrijk – Wikipedia

Constantia van Bourgondië

Constantia van Bourgondië

11b. Constantia van Bourgondië (1046 – 1096) was de dochter van Robert I van Bourgondië en zijn eerste echtgenote Helia van Sémur-Brionnais. Zij trouwde eerst met Hugo II van Chalon (-1078) en werd in 1081 de tweede (of derde) echtgenote van koning Alfonso VI van Castilië.
Uit het tweede huwelijk:

 

 

Uit: Constantia van Bourgondië – Wikipedia

11c. Hildegarde
Geboren in 1049. Dochter van Robert I van Bourgondië en  Ermengarde van Anjou.
Zij wasin 1067 gehuwd met hertog Willem VIII van Aquitanië (Zie Hertogen van Aquitanië nr. 9a).
Willem en Hildegarde kregen de volgende kinderen:

  • Willem IX (1071-1126) (Volgt Hertogen van Aquitanië nr. 10)
  • Hugo (1075 – na 1126)
  • Agnes (-1097), in 1096 gehuwd met Peter I van Aragón (1069-1104).
  • mogelijk Beatrix (1075-1110), in 1108 gehuwd met Alfonso VI van Castilië-León (1036-1109)


12a. Lodewijk VI, volledig: Lodewijk Theobald, de Dikke, (geboren Parijs, eind 1081 – Château de la Douye te Béthisy-Saint-Pierre, 1 augustus 1137) was koning van Frankrijk van 29 juli 1108 tot 1137. Zijn bijnaam was letterlijk bedoeld, Lodewijk was dik en werd bij zijn leven al “de Dikke” genoemd. Lodewijk werd geboren in Parijs als zoon van Filips I van Frankrijk en Bertha van Holland (III.6.).
Lodewijk werd opgevoed in de abdij van Saint-Denis, samen met zijn latere raadsman Suger. In 1092 werd hij benoemd tot graaf van de Vexin en de steden Mantes-la-Ville en Pontoise. Dit plaatste hem in het front tegen Normandië/Engeland. Zijn vader verstootte zijn moeder om te kunnen trouwen met Bertrada van Montfort, wat leidde tot een politieke crisis in Frankrijk. De jonge Lodewijk bleef zo veel mogelijk weg van het hof. In 1097 neemt hij deel aan de verdediging van de Vexin tegen Willem II van Engeland en in 1098 werd hij tot ridder geslagen.
Ondanks de pogingen van zijn stiefmoeder om haar zoons koning te laten worden, werd Lodewijk in 1100 door zijn vader als erfgenaam aangewezen. In dat jaar maakte hij een reis naar Londen. Een poging van Bertrada om hem daar gevangen te laten nemen mislukte. Op de terugweg werd een aanslag op Lodewijk door een geestelijke verijdeld. In 1101 werd Lodewijk benoemd tot graaf van de Vermandois. Zijn vader was toen al zo verzwakt dat Lodewijk in feite al als koning regeerde. Hij werd in 1101 vergiftigd maar werd genezen door een joodse arts.
In 1104 verzoende Lodewijk zich met Betrada. En hij verloofde zich met Lucienne de Rochefort, een verwante van Bertrada. In 1107 zou Lodewijk de verloving laten verbreken, met een te nauwe bloedverwantschap als excuus. In 1106 accepteerde Lodewijk dat Hendrik I van Engeland Normandië veroverde, waardoor Engeland en Normandië weer een verenigd rijk werden.
Filips overleed op 29 juli 1108. Lodewijk was formeel zijn erfgenaam maar zijn positie werd bedreigd door zijn stiefbroers.
Lodewijk werd op 3 augustus 1108 in grote haast te Orléans tot koning gekroond. De kroning kon niet in Reims (de gebruikelijke plaats voor de kroning van Franse koningen) plaatsvinden omdat die stad door een conflict over de bisschopsfunctie onder een interdict viel. Bovendien werd de stad gecontroleerd door Lodewijks halfbroer Filips en diens bondgenoot Theobald IV van Blois. Er waren nauwelijks grote vazallen of kerkvorsten aanwezig bij de kroning. De geldigheid van de kroning werd tevergeefs aangevochten door zijn halfbroers. Betrada besloot daarna om zich terug te trekken in een klooster. Guy van Rochefort (de vader van Lucienne) kwam echter in opstand. Lodewijk veroverde zijn kasteel in Gournay-sur-Marne. Guy stierf en zijn partij werd nu aangevoerd door Hugo van Crécy, die zich weer verbond met Hugo van le Puiset. En omdat Hugo van le Puiset de fout maakte om de gebieden rond Chartres te plunderen, koos Theobald van Blois de kant van Lodewijk. Met de steun van Theobald kon Lodewijk zich handhaven, maar het gebied dat hij daadwerkelijk onder controle had was niet groter dan de regio rond Parijs, Orléans en Senlis. De rest van Frankrijk werd geregeerd door edelen die feitelijk onafhankelijk waren.
Lodewijk trouwde op 28 maart 1115 in de Notre-Dame van Parijs met Adelheid van Maurienne, wat al aangaf dat zijn ambities tot in het zuiden van Frankrijk reikten. In 1119 steunde hij de keuze van paus Calixtus II en kwam daarmee in conflict met keizer Hendrik V. In 1124 trok Hendrik V met een leger naar Frankrijk. Het lukte Lodewijk met de steun van Theobald van Blois en de hertog van Aquitanië om een groot leger op de been te brengen. De legers ontmoetten elkaar bij Metz en vanwege de onverwachte sterkte van het Franse leger besloot Hendrik om van strijd af te zien en zich terug te trekken.

Lodewijk trouwde op 28 maart 1115 in de Notre-Dame van Parijs met Adelheid van Maurienne van Savoye (Volgt Graven van Savoye nr. 5 a), wat al aangaf dat zijn ambities tot in het zuiden van Frankrijk reikten. Adelheid was een dochter van Humbert II van Savoye en van Gisela van Bourgondië. Zij was een nicht van paus Callixtus II.
Lodewijk en Adelheid kregen de volgende kinderen:

  • Filips (1116-1131)
  • Lodewijk VII (1120-1180), volgde zijn vader op als koning van Frankrijk. (Volgt 13).
  • Hendrik (1121-1175), aartsbisschop van Reims
  • Robert I van Dreux (ca. 1123-1188)(Volgt Graven van Dreux nr. 1)
  • Constance (ca.1124-1176), gehuwd met Eustaas IV van Boulogne, daarna met Raymond V van Toulouse
  • Peter (1126 – 1183), Heer van Courtenay (Volgt Heren van Courtenay nr.1)
  • Filips (1131-1161) , bisschop van Parijs

Uit: Lodewijk VI van Frankrijk – Wikipedia

 

12b. Floris Capet
Geboren omstreeks 1095, overleden in 1119. Zoon van Filips I van Frankrijk en Bertrada van Montfort.
Hij was getrouwd met Elisabeth van Nangiz. Geboren omstreeks 1095, overleden in 1152. Erfdochter van Robert de Nangiz en Elisabeth de Fauquieres.
Kinderen:

  • Elisabeth   1117 – 1159 (Volgt 13b)
  • Isabella     1118 – 1144

Vermeldingen: Voorouders en nazaten Floris Capet

Lodewijk VII de Jongere

Lodewijk VII de Jongere

13a. Lodewijk VII de Jongere (geboren 1120 – Parijs, 18 september 1180) was koning van Frankrijk van 1137 tot 1180.
Lodewijk was de tweede zoon van Lodewijk VI van Frankrijk en Adelheid van Maurienne. Hij was daarom voorbestemd voor een geestelijk ambt en werd opgevoed door de abt Suger van St. Denis, de belangrijkste adviseur van zijn vader. In 1131 overleed zijn oudere broer door een ruiterongeluk en nu werd Lodewijk de kroonprins. Hij werd op 15 oktober 1131 gezalfd en tot medekoning gekroond. Er was nog een complot om Lodewijk te vervangen door zijn jongere broer Robert maar dat werd verijdeld.
In 1137 overleed hertog Willem X van Aquitanië zonder mannelijke erfgenamen. Hij benoemde zijn oudste dochter Eleonora van Aquitanië tot zijn opvolger en verzocht Lodewijk VI om haar belangen te beschermen en een goede huwelijkskandidaat voor haar te vinden. Voor Lodewijk VI was dit een politiek wonder: het hertogdom Aquitanië met de bijbehorende graafschappen en steden was de grootste, rijkste en machtigste feodale staat van Frankrijk. Controle over Aquitanië zou de koning de kans geven om geheel Frankrijk werkelijk aan zijn gezag te onderwerpen – Lodewijk VI en zijn voorouders hadden alleen werkelijk macht over het gebied rond Parijs en Orléans gehad en de grote feodale vorsten vonden zichzelf gelijkwaardig aan de koning.
Lodewijk VI besloot binnen een dag dat Eleonora met Lodewijk zouden moeten trouwen. Lodewijk trok samen met Suger, Theobald IV van Blois en Roeland I van Vermandois, met een gevolg van 500 ridders, naar Bordeaux. Op 25 juli trouwden Lodewijk en Eleonora daar in de kathedraal. Bij het huwelijk werd echter overeengekomen dat Lodewijk geen macht over Aquitanië zou krijgen maar dat alleen Eleonora hertogin van Aquitanië zou zijn. Pas een eventuele zoon zou de functies van hertog van Aquitanië en koning van Frankrijk werkelijk verenigen.
Kort na het huwelijk overleed Lodewijk VI en volgde Lodewijk hem op.
Het huwelijk van Eleonora en Lodewijk was stukgelopen, en ze hadden nog geen mannelijke erfgenaam geproduceerd. De oude abt Suger verzette zich echter uit alle macht tegen een scheiding. Toen die in 1152 overleed, werd de scheiding al snel uitgesproken (11 maart 1152) op grond van te nauwe bloedverwantschap (in die tijd het gangbare excuus voor een scheiding).

Kinderen uit het eerste huwelijk met Eleonora van Aquitanië (Zie Hertogen van Aquitanië nr. 12), gescheiden in 1152. Ze kregen twee dochters:
– Maria VOLGT 14a, gehuwd met Hendrik I van Champagne.
– Alix, gehuwd met Theobald V van Blois.

Tweede huwelijk (1154) met Constance van Castilië. Ze kregen twee dochters:
– Marguerite, getrouwd met Hendrik van Maine.
– Alys, verloofd met Richard Leeuwenhart, vermoedelijk maîtresse van Hendrik II van Engeland, verloofd met Jan zonder Land maar uiteindelijk getrouwd met Willem II van Ponthieu.

Derde huwelijk met Adelheid van Champagne. Zij kregen de volgende kinderen:
– Filips II, opvolger van zijn vader (Volgt 14b)
– Agnes, getrouwd (1180) met de jonge keizer Alexios II Komnenos, daarna (1183) met de usurpator Andronikos I Komnenos, later minnares van Theodorus Branas (commandant van Adrianopel) en in 1204 met hem getrouwd.

 

13b. Elisabeth Capet
Geboren in 1117, overleden in 1159. Dochter van Floris Capet en Elisabeth, Vrouwe van Nangis.
Ze was 1e gehuwd met Guy van Marolles, Heer van Courtry en Marolle.
Dochter:

  • Alpais van Marolles Vrouwe van Blandy    …. – 1135   Getrouwd met Joscelin II Graaf van Melun.

Zij was 2e gehuwd met Anseau II van Traynel, Heer van Venizy. Geboren omstreeks 1125, overleden in 1167. Zoon van Garnier II van Traynel, Heer van Venizy (Zie Heren van Traynel nr. 3) en Petronella.

  • Adelheid van Traynel, Vrouwe van Venizy    ± 1155 – 1222 (Volgt Heren van Traynel nr. 5)

14a. Maria van Frankrijk (ca. 1145 – Fontaines-les-Nones (bij Meaux), 11 maart 1198) was gravin van de Champagne.
Zij was de oudste dochter van Lodewijk VII van Frankrijk en van diens eerste echtgenote Eleonora van Aquitanië. Maria trouwde in 1164 met Hendrik I van Champagne. Zijn rijkdom stelde haar in staat om in navolging van haar moeder een schitterende hofhouding te voeren.

Maria was regentes tijdens de reis van Hendrik naar Jeruzalem (1179/1180) en regentes na zijn overlijden. Ze verloofde zich in 1183 met Filips van de Elzas, graaf van Vlaanderen, maar die verloving werd korte tijd later verbroken. In 1187 nam haar zoon Hendrik het bestuur over maar in 1190 trok hij naar het Heilige Land en werd Maria opnieuw regentes, tot haar zoon Theobald III van Champagne in 1197 meerderjarig werd. Daarna trok Maria zich terug in een het klooster van Fontaines-les-Nones waar ze een jaar later overleed. Ze werd begraven in de kathedraal van Meaux.
Maria en Hendrik kregen de volgende kinderen:
– Hendrik, koning van Jeruzalem.
– Maria, gehuwd met graaf Boudewijn IX van Henegouwen en Vlaanderen, keizer van het Latijnse Keizerrijk. (Zie verder Graven van Henegouwen nr. 13)
– Scholastica (ovl. 1229), gehuwd met graaf Willem IV van Mâcon.
– Theobald III van Champagne, opvolger van zijn broer als graaf van de Champagne.

 

Filips II van Frankrijk

Filips II van Frankrijk

14b. Filips II Augustus, bijgenaamd August(us)
Geboren Parijs, 21 augustus 1165 -Mantes-la-Jolie, 14 juli 1223. Hij was van 1180 tot 1223 koning van Frankrijk uit het Huis Capet.

Filips werd reeds op 1 november 1179 in afwezigheid van zijn zieke vader Lodewijk VII in Reims gekroond en tot medekoning aangesteld. Bij diens dood, op 18 september 1180, volgde hij hem officieel als koning van Frankrijk op. In 1180 huwde hij Isabella van Henegouwen (1170-1190), nicht van de Vlaamse graaf Filips van de Elzas (dochter van zijn zus Margaretha), en zo verwierf hij Artesië als huwelijksgift.Lodewijk VIII was hun zoon. Isabella stierf in 1190 en in 1193 huwde hij met Ingeborg van Denemarken, die hij kort nadien verstootte. In 1194 huwde hij met Agnes van Meranië, maar dit huwelijk werd niet erkend door de paus en Filips erkende in 1213 opnieuw Ingeborg als koningin.Van bij de aanvang van zijn bewind voerde hij een politiek van territoriale expansie. Om die te bekostigen, vulde hij de koninklijke schatkist met de geconfisqueerde bezittingen van kapitaalkrachtige Joden. Toen deze strategie tot eerste resultaten had geleid, stelde hij zich tot doel de macht te breken van de Engelse koning, die tot zijn ergernis bijna geheel Zuidwest-Frankrijk van hem in leen hield. Zijn positie als leenheer trachtte hij wel uit te buiten door de familieruzies binnen het Engelse koningshuis Plantagenet verder aan te wakkeren en de jonge prinsen tegen elkaar op te zetten.In 1190 vertrokken Filips II, de jonge Engelse koning Richard Leeuwenhart en de Duitse keizer Frederik Barbarossa broederlijk samen voor de Derde Kruistocht, waaraan Filips zelf slechts kortstondig deelnam. De vorsten kregen het met elkaar aan de stok en gingen elk hun eigen weg. Filips keerde onverwijld naar Frankrijk terug en spande samen met Richards broer, prins Jan. Richard Leeuwenhart zelf werd tijdens zijn terugkeer uit het oosten in Oostenrijk gevangengezet werd. Met behulp van prins Jan wist Filips intussen (tijdelijk) Normandië in te palmen (1192-1193).Na Richards terugkeer in Engeland (maart 1194) keerden de krijgskansen echter voor Filips II, die een reeks nederlagen leed. Een groot deel van Artesië moest hij weer aan de graaf van Vlaanderen afstaan. Ook met Rome kwam de koning in conflict, omdat hij in 1193 zijn tweede vrouw Ingeborg van Denemarken verstoten had om in 1196 te hertrouwen met Agnes van Merano. Ondanks pauselijke dreiging met excommunicatie, weigerde de koning aanvankelijk zijn nieuwe echtgenote te verlaten, maar gaf uiteindelijk toch toe. Agnes stierf in haar kasteel van Poissy (1201).Toen de Engelse troon in 1199 vacant werd, steunde Filips de aanspraken van Arthur I van Bretagne, neef van de nieuwe koning Jan zonder Land. Toen deze laatste het vertikte om aan het Franse hof leenhulde te komen brengen, confisqueerde Filips als vergelding alle Engelse leenbezittingen op het continent (1202). Hij annexeerde ook Normandië(1204), Anjou, Maine, Touraine (1205) en Poitou (1208), tot uiteindelijk slechts de zuidelijke Poitou en Guyenne in Engelse handen bleven.Paus Innocentius III droeg Filips een kruistocht tegen Engeland op die echter verviel daar de Engelse vorst zich in extremis aan de paus onderwierp. De Franse expeditie werd naar het Engels georiënteerde Vlaanderen afgeleid, waar de Franse vloot bij Damme een nederlaag opliep (30 mei 1213).Om de Franse expansie een halt toe te roepen stuurde de Engelse koning aan op een grote anti-Franse Europese coalitie, waarbij weldra aansloten: zijn neef keizer Otto IV en de graven van Vlaanderen, Holland en Boulogne. Het coalitieleger, dat Noord-Frankrijk wilde binnenvallen, werd echter door het Franse leger (versterkt door hulptroepen van keizer Frederik II van Hohenstaufen) op beslissende wijze verslagen in de Slag bij Bouvines op 27 juli 1214. Door deze overwinning kwam Vlaanderen onder Franse controle en verbeurde de Engelse koning definitief zijn laatste Franse lenen. Filips II verviervoudigde in één klap zijn kroondomein en de Engelse koning behield alleen de kuststrook vanAquitanië (Guyenne).Filips II was erin geslaagd het oorspronkelijke kroondomein zo uit te breiden en het koninklijke gezag zodanig te verstevigen, dat het voortaan niet meer nodig was de troonopvolger nog vóór de dood van de regerende vorst te laten kronen. De steden kreeg hij aan zijn zijde, door het verlenen van gunstige handelsprivileges, bijvoorbeeld stapelrecht te Parijs en Rouen. Hij maakte van Parijs de hoofdstad van Frankrijk, en een waar bestuurscentrum, door de aanleg van geplaveide straten, van nieuwe wijken aan de linkeroever van de Seine, van openbare markthallen en door de bouw van de koningsburcht het Louvre en een nieuwe omwalling (waarvan nog delen bestaan).Van groot belang waren ook zijn herstructureringen van het bestuur. Hij verdeelde zijn grondgebied in districten en stelde er koninklijke ambtenaren in aan die verantwoordelijk waren voor rechtspraak en de inning van de belastingen. Hij gebruikte hiervoor twee types ambtenaren: baljuws en seneschalken. Seneschalken stelde hij voornamelijk aan in grensgebieden en hadden bovenop hun andere bevoegdheden ook een militaire functie.
In 1180 huwde hij Isabella van Henegouwen (1170-1190).

  • Lodewijk VIII (Volgt 15).

In 1193, na het overlijden van Isabella, huwde hij met Ingeborg van Denemarken, die hij kort nadien verstootte.

In 1194 huwde hij met Agnes van Meranië, maar dit huwelijk werd niet erkend door de paus en Filips erkende in 1213 opnieuw Ingeborg als koningin.

  • Maria (1198-1224), in 1206 gehuwd met Filips I van Namen (1175-1212) en in 1213 met Hendrik I van Brabant (1165-1235)
  • Filips Hurepel (1200-1234), graaf van Clermont en van Boulogne, in 1216 gehuwd met Mathilde van Dammartin (1202-1259)
  • Jan-Tristan (juli 1201), op de dag van zijn geboorte of kort daarna overleden

Lodewijk VIII van Frankrijk

Lodewijk VIII van Frankrijk

15. Lodewijk VIII de Leeuw (Frans: Louis VIII le Lion)
Geboren Parijs, 5 september 1187 – Montpensier, 8 november 1226) was koning van Frankrijk en graaf van Artesië van 1223 tot 1226. Hij was een lid van het Huis Capet. Lodewijk werd geboren in Parijs, en was de zoon van Filips II van Frankrijk en Isabella van Henegouwen.

Op 23 mei 1200 trouwde Lodewijk op 12-jarige leeftijd met Blanche van Castilië (4 maart 1188 – 26 november 1252).

Het koppel kreeg verschillende kinderen:

  1. Blanche (1205-1206)
  2. Agnes (1207-1207)
  3. Filips – (9 september 1209 – 1218)
  4. Alphonsus en Jan (1213-1213), tweeling,
  5. Louis (de latere Lodewijk IX) – (25 april 1214 – 25 augustus 1270) (Volgt 16)
  6. Robert, graaf van Artesië (Volgt Graven van Artesië nr. 1)
  7. Filips (1218-1220)
  8. Jan Tristan- (21 juli 1219 – 1232)
  9. Alfons van Toulouse – (11 november 1220 – 21 augustus1271)
  10. Filips Dagobert – (20 februari 1222 – 1232)
  11. Isabella van Frankrijk – (juni 1225 – 23 februari 1269)
  12. Stefan – (geboren en gestorven in 1226)
  13. Karel I van Anjou, koning van Napels
    Koning van Scilië (tot 1282), Koning van Napels, Graaf van Anjou, de Provence en Maine (Volgt Koningen van Napels nr. 1)

Als prins won Lodewijk verschillende gevechten tegen koning Jan zonder Land van Engeland. In 1216 kwam de Engelse adel in opstand tegen de onpopulaire koning Jan, en bood de troon aan aan Lodewijk. In mei 1216 vielen prins Lodewijk en zijn leger Engeland binnen. Na anderhalf jaar burgeroorlog, de zogenaamde Eerste Baronnenoorlog, gaf Lodewijk echter zijn aanspraak op de troon op, en tekende het Verdrag van Lambeth.

Lodewijk volgde zijn vader op op 14 juli 1223. Zijn kroning vond plaats op 6 augustus van dat jaar in Reims. Als koning wilde hij nog altijd wraak nemen op het Huis Plantagenet, en nam Poitou en Saintonge in in 1224. Daarna werdenAvignon en Languedoc overgenomen. Al deze gebieden waren oorspronkelijk eigendom van de Plantagenets.

Toen hij terugkeerde naar Parijs begon Lodewijk te lijden aan dysenterie, en stierf op 8 november 1226 in een kasteel bij Montpensier, in Auvergne.

Lodewijk VIII werd begraven in de Kathedraal van Saint-Denis. Zijn zoon, Lodewijk IX van Frankrijk, volgde hem op als koning van Frankrijk.

Lodewijk IX van Frankrijk

Lodewijk IX van Frankrijk

16. Lodewijk IX , genaamd de Heilige (Frans: Saint-Louis)
Uit het Huis Capet, was koning van Frankrijk van 1226 tot zijn dood. In 1297 werd hij door paus Bonifatius VIII heilig verklaard.

Hij was de tweede zoon van Lodewijk VIII en Blanca van Castilië. Nadat zijn vader op 12 november 1226 overleden was, werd hij reeds op 29 november, op 12-jarige leeftijd, totkoning gekroond in de kathedraal van Reims, die op dat ogenblik nog in de steigers stond. Hij stond aanvankelijk onder voogdijschap van zijn moeder, die erg beducht was voor een opstand van de feodale heren.
Op 11 april 1229 stond graaf Raymond VII van Toulouse hem krachtens het Verdrag van Meaux de Languedoc af (het gebied van Agen, alsmede Quercy en Rouergue), waardoor voor Frankrijk een belangrijke opening naar de Middellandse Zee ontstond. Lodewijk IX trad in 1234 in het huwelijk met Margaretha van Provence, de oudste dochter van graaf Raymond Berengar V van Provence. In 1241 bestreed hij met succes een feodale revolte in Poitou, die vanuit Engelandgesteund werd door koning Hendrik III. In 1242 verordende hij de openbare verbranding van de Talmoed, die bij karrenvrachten tegelijk in vlammen opging. Slechts weinige handschriften ontsnapten aan de vernietiging.

De uitzonderlijke vroomheid van Lodewijk IX, die zijn politiek realisme soms in de weg stond, uitte zich onder meer in zijn deelname aan de rampzalige Zevende Kruistocht (1248–1250), waarin hij bij Damiate gevangen werd genomen. Wat er in de Franse schatkist nog overbleef, werd toen besteed aan de betaling van zijn losgeld. Het was niet in het Franse staatsbelang dat hij na zijn vrijlating nog vier jaar in het oosten bleef. Hij keerde niet naar Parijs terug vóór de fatale hartkwaal van zijn moeder, de regentes Blanca van Castilië.

Niettemin wist Lodewijk het interne evenwicht van zijn koninkrijk te verzekeren, onder meer door de hervorming van de rechtspraak en het muntwezen. Hij stelde een nieuw soort koninklijke ambtenaren aan, zogenaamde enquêteurs, die de al bestaande baljuws moesten controleren. Het beeld van de “Heilige” koning Lodewijk, rechtsprekend onder een eik in het bos van Vincennes, is tot de collectieve verbeelding gaan behoren. Hij stichtte hospitalen, liefdadigheidsinstellingen en bevorderde kunsten en wetenschappen, voor zover die ten dienste van de religie stonden. Hij liet de Parijse universiteit uitgroeien tot één der intellectuele centra van de christenheid en het was ook onder zijn regering dat de gotiek in Frankrijk tot volle bloei kwam. In 1239 verwierf hij uit handen van de Byzantijnse keizer de zogenaamde doornenkroon en daarna, in 1241, nog andere relikwieën, waaronder een zogenaamd fragment van het kruis van Christus. Voor deze voor het middeleeuwse katholieke christendom waardevolle relieken liet hij in Parijs de beroemde Sainte-Chapelle bouwen.
De territoriale expansie tijdens zijn regering was beperkt en werd slechts afgerond met de aankoop van de territoriaBlois, Chartres en Mâcon. Lodewijk IX trad verder af en toe op als scheidsrechter in de internationale Europese politiek, onder meer in de opvolgingsstrijd tussen de huizen van Avesnes en Dampierre in Vlaanderen en Henegouwen (tussen1246 en 1256) en in het conflict (1264) tussen de koning Hendrik III van Engeland en diens vazallen.

Lodewijk IX zond in 1249 een delegatie onder leiding van André de Longjumeau naar het Mongoolse Rijk. De missie moest de mogelijkheden bespreken voor een alliantie tegen de moslims. Longjumeau kreeg de gebruikelijke Mongoolse boodschap van die tijd. De delegatie kreeg een brief mee met de essentie, dat het de wil van de Eeuwige God was dat de Mongolen over de wereld zouden heersen. Lodewijk IX werd bevolen het volgend jaar zelf in de hoofdstad Karakorum aanwezig te zijn en zich te onderwerpen. Op eigen initiatief, maar wel financieel ondersteund door Lodewijk maakte Willem van Rubroeck tussen 1253 en 1255 een tweede reis naar Karakorum.

In de overtuiging dat de islamitische heerser van Tunis zich tot het christendom zou bekeren bij de aanblik van een leger kruisvaarders dat aan land ging, lanceerde Lodewijk IX de Achtste Kruistocht, die hem echter fataal zou worden. Een maand na zijn landing overleed hij op 56-jarige leeftijd vóór de wallen van Tunis aan de pest (tyfus is ook mogelijk). Na zijn dood werd hij overgebracht naar Lyon en bijgezet in de kathedraal aldaar. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Filips III van Frankrijk, bijgenaamd de Stoute.

Zijn kinderen waren:

  • Blanche (1240-1243)
  • Isabella (1242-1271), in 1258 gehuwd met Theobald IV van Champagne, koning van Navarra
  • Lodewijk (1244-1260) verloofd met Berengaria van Castilië, dochter van Alfons X van Castilië, maar overlijdt voor het huwelijk
  • Filips (1245-1285), die zijn vader opvolgde als Filips III van Frankrijk (Volgt 17).
  • Jan (1248-1248)
  • Jan Tristan (1250-1270), graaf van Valois en van Nevers, in 1266 gehuwd met Yolande van Bourgondië († 1280)
  • Peter (1251-1284), graaf van Alençon en van Perche, in 1272 gehuwd met Johanna van Châtillon (1254-1291)
  • Blanche (1252-1310), in 1269 gehuwd met Ferdinand de la Cerda (1255-1275), infant van Castilië
  • Margaretha (1254-1271), in 1269 gehuwd met Jan I van Brabant (1253-1294)
  • Robert van Clermont (1256-1317)
  • Agnes (1260-1327), in 1279 gehuwd met Robert II van Bourgondië (1248-1306).

Lodewijk IX werd in 1297 heilig verklaard door paus Bonifatius VIII, die daarmee een poging ondernam om zich te verzoenen met Filips de Schone, Lodewijks kleinzoon. Zijn feest is op 25 augustus.

Lodewijk IX is de beschermheilige van San Luis Potosí in Mexico en wordt afgebeeld op het stadswapen. In de kathedraal op de Plaza de Armas staat zijn heiligenbeeld. Vele plaatsen in de wereld zijn naar Lodewijk IX vernoemd, waarvan Saint Louis (Missouri) de bekendste is.

Er zijn twee ridderorden naar de Heilige Lodewijk genoemd: de niet meer bestaande Orde van de Heilige Lodewijk, een militaire onderscheiding van de Franse koningen en de nog steeds bestaande Orde van de Heilige Lodewijk voor Civiele Verdienste van de hertogen van Parma.

17. Filips III de Stoute (Frans: Philippe le Hardi)
Geboren Poissy, 3 april1245 – Perpignan, 5 oktober 1285) was koning van Frankrijk van 1270 tot 1285. Hij was een lid van het Huis Capet. Filips III was geboren in Poissy, als zoon van Lodewijk IX van Frankrijk en Margaretha van Provence.

Filips III trouwde op 28 mei 1262 te Clermont met Isabella van Aragón, de dochter van Jacobus I van Aragón (Zie Koningen van Aragón nr. 7a) en Jolanda van Hongarije (Zie Koningen van Hongarije nr. 12). Het koppel kreeg de volgende kinderen:

  1. Lodewijk – (1266 – mei 1276)
  2. Filips – (1268 – 29 november 1314)
  3. Karel van Valois – (12 maart 1270 – 16 december 1325), stamvader van de latere koningen van Frankrijk uit het Huis Valois (Volgt 18)

Na de dood van Isabella hertrouwde Filips III op 21 augustus1274 te Vincennes met Maria van Brabant (1254-1321), dochter van Hendrik III van Brabant. Het koppel kreeg de volgende kinderen:

  1. Lodewijk van Évreux- (mei 1276 – 19 mei 1319), stamvader van de koningen van Navarra van 1328 tot 1441
  2. Blanche – (1278 – 19 maart 1305), gehuwd met hertog Rudolf III van Oostenrijk, later ook koning van Bohemen
  3. Margaretha – (1282 – 14 februari 1317), gehuwd met koning Eduard I van Engeland.

Op 25-jarige leeftijd besteeg hij de troon. Hij was echter besluiteloos en volgde de beslissingen van anderen. Eerst van Pierre de la Broce en later van Karel van Anjou.

In 1285, het laatste jaar van zijn koningschap, trachtte Filips zonder succes hetkoninkrijk Aragón te annexeren. In de nasleep van deze strijd stierf Filips III op 5 oktober bij Perpignan in Roussillon, het hedendaagse departement Pyrénées-Orientales. Hij is samen met zijn eerste vrouw Isabella begraven in de Saint-Denis-basiliek. Filips IV van Frankrijk, de zoon van Filips III, volgde hem op als koning van Frankrijk.

Karel van Valois

Karel van Valois

18. Karel van Valois
Geboren 12 maart 1270 – Nogent-le-Roi, 5 of 16 december 1325.
Hij was een zoon van koning Filips III van Frankrijk en van Isabella van Aragón. Door zijn huwelijk met Margaretha van Anjou werd hij graaf van Anjou en van Maine. Karel is de stamvader van het koninklijk huis van Valois. Als 2e zoon van Filips III van Frankrijk heeft hij diverse pogingen ondernomen om op een troon te komen, maar alle tevergeefs. Via zijn tweede huwelijk met Catharina, dochter van Filips I van Courtenay, titulair keizer van Constantinopel, verkreeg hij deze titulaire troon. Bij haar overlijden verloor hij deze rechten. De eerste keer was hij gehuwd geweest met Margaretha van Anjou (1273-1299), dochter van Karel II van Napels. In 1308 huwde hij voor de derde keer met Mathilde, dochter van Gwijde IV van Saint-Pol.

  • titulair keizer van Constantinopel
  • titualair koning van Aragon
  • hertog van Valois van 1286 tot 1325
  • hertog van Alençon
  • hertog van Chartres
  • hertog van Anjou van 1290 tot 1325
  • hertog van Maine van 1290 tot 1313

Karel heeft zijn hele leven in Frankrijk een grotere rol willen spelen dan hem toekwam. Dit lukte alleen wanneer de koning zwak was en hem te weinig tegenspel bood. Onder zijn broer Filips IV en neef Filips V had hij weinig in de melk te brokken. Onder zijn neven Lodewijk X en Karel IV was zijn invloed een stuk groter.

Hij was:

  • Zoon van een koning,
  • Broer van een koning
  • Oom van drie koningen
  • Vader van een koning.

Zelf was hij geen koning.

Hij had de volgende kinderen.
Uit zijn huwelijk met Margaretha van Anjou, oudste dochter van Karel II van Anjou (Zie Koningen van Napels nr. 2) en van Maria van Hongarije:

  • Isabella (1292-1309), die in 1297 huwde met hertog Jan III van Bretagne (1286-1341)
  • Filips VI van Frankrijk (1293-1350), hertog van Valois en koning van Frankrijk
  • Johanna (1294-1352) (Volgt 19)
  • Margaretha (1295-1342), die in 1310 huwde met hertog Guy I van Blois (-1342)
  • Karel II van Alençon (1297-1346)
  • Catharina (1299-1300)

Uit zijn huwelijk met Catharina van Courtenay:

  • Jan (1302-1308)
  • Catharina (1303-1346), gehuwd met Filips I van Tarente,
  • Johanna (1304-1363), gehuwd met Robrecht III van Artesië,
  • Isabella (1306-1349), abdis van Fontrevault,

Uit zijn huwelijk met Mathilde van Saint-Pol

  • Lodewijk (1309-1328), graaf van Chartres en van Alençon
  • Maria (1311-1331), in 1324 gehuwd met Karel van Calabrië (1298-1328)
  • Isabella (1313-1383), in 1336 gehuwd met Peter I van Bourbon (1311-1356)
  • Blanca (1317-1348), in 1328 gehuwd met Rooms koning Karel IV (1316 † 1378).

19. Johanna van Valois (Longpont (Picardië), 1294 – Abdij van Fontenelle bij Maing, 7 maart 1352) was een dochter van Karel van Valois en Margaretha van Anjou. In 1305 huwde zij met Willem van Avesnes, graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland. Zoon van Jan II van Avesnes en Filippa van Luxemburg.
In 1322 werd Johanna vrouwe van Maing. Na de dood van haar echtgenoot in 1337, wordt zij religieuze en trekt zij zich terug in de Abdij van Fontenelle bij Maing, waar haar dochter Isabella en haar kleindochter Anna van Beieren zich bij haar komen vervoegen. Johanna kwam tussen om Henegouwen te vrijwaren van de gevolgen van het Frans-Engels conflict. In 1339 ontvangt zij haar schoonzoon, Eduard III van Engeland in de abdij van Fontenelle om de geesten te bedaren. Zij begeeft zich naar Parijs om te overleggen met haar broer Filips VI van Frankrijk en naar Gent naar haar dochter Filippa.

Kinderen:

  • Jan (1306-1316)
  • Willem, (1317-1345) graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen
  • Margaretha (1311  -1356) (Volgt Graven van Holland nr. 15a), gehuwd met keizer Lodewijk de Beier
  • Filippa (1314-1369) gehuwd met koning Eduard III van Engeland
  • Johanna, (1315-1374) (Volgt Graven van Holland nr. 15b), gehuwd met hertog Willem van Gulik.
  • Agnes, overleden na 1327
  • Isabelle (1323-1361), in 1354 gehuwd met Robert van Namen (1323-1391), heer van Beaufort-en-Argonne,
  • Lodewijk (1325-1328).

 

 

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Terug naar:

Keizers, Koningen en Hertogen

 


Hugues Capet, roi des Francs is my 28th great grandfather.