Nazaten Burggraven van Gent

Het graafschap Vlaanderen werd in de Middeleeuwen verdeeld in kasselrijen, met een burcht als centrum, waarvan de belangrijkste die van Gent en Brugge waren. De beheerder van de burcht werd burggraaf of kastelein genoemd . Te Gent was de burcht de Gravensteen, waarvan een houten voorganger al gebouwd zou zijn onder Arnulf I de Grote (918-965), maar dan eerder aan het eind dan aan het begin van zijn grafelijke waardigheid.

In een poging om opvolging door zijn minderjarige kleinzoon Arnulf II (965-988) te verzekeren is Arnulf I de Grote gedwongen zijn gebieden onder de bescherming van de Franse Kroon te stellen, waaraan hij zich juist probeerde te ontworstelen. De Franse koning heeft daardoor de gelegenheid de opvolger de veroverde Franse gebieden te onthouden en het graafschap dreigt uiteen te vallen. De burggraven van Gent (en Brugge) versterken hun positie ten opzichte van de landvorst, maar ten koste van de Franse invloed die groeit. Vandaar dat Dirk II van GentArnulf van Gent en Dirk III van Gent zich in Gentse documenten ‘graaf’ konden laten noemen in plaats van ondergeschikt ‘burggraaf’. Dat ze alhier als ‘burggraven’ worden aangeduid volgt meer uit het historisch perspectief dan uit de feitelijke situatie van dat ogenblik en kan met reden worden betwist ; ze zagen zichzelf zeker als volwaardige graven, de graaf van Vlaanderen zag ze daarentegen liever als kasteleins.

Dirk II van Holland, gehuwd met Hildegard, dochter van Arnulf I de Grote van Vlaanderen (Zie Graven van Vlaanderen nr. 3), weet zich enige tijd op te werpen als min of meer onafhankelijk graaf van Gent, en wordt als zodanig voor zeer korte tijd opgevolgd door zijn zoon Arnulf van Gent en vervolgens door zijn kleinzoon Dirk III. Van Holland is dan nog geen sprake. Als Boudewijn IV van Vlaanderen (988-1035) aan de macht komt sterft Dirk II– enigszins gerieflijk – weinig later. De graven van Vlaanderen herstellen geleidelijk de orde en de zelfstandige rol van de (burg)graven wordt ingeperkt. Dat gebeurt onder andere door een andere administrateur van Gent aan te stellen, die later als castellanus wordt aangeduid, een administratieve en geen adellijke titel, maar wel een aanstelling die de positie van de Gentse (burg)graven ondermijnt.

Dirk III wordt in de Vita S. Wolbodonis nog uitdrukkelijk vermeld als “Gandavensis comes Theodericus” (wat alleen vertaald kan worden als Theodericus, graaf van Gent) maar voor hem wordt geleidelijk naar andere bezigheden omgezien. In 1010 is Lambert I (1010-1032) burggraaf, zelf opvolger van Walbert, die als voogd (i.e. burggraaf) tot 994 wordt vermeld (Arnulf van Gent was in 993 overleden), en gelijktijdig optrad met de graaf van Gent.

Bron: IJpelaan – Burggraven van Gent

De burggraaf van Gent, of kastelein, was een hoge ambtenaar die, als vertegenwoordiger van de graaf van Vlaanderen, in diens naam onderhandelde. Hij of zij zetelde op een burcht of ander soort vesting, waarvan de naam werd afgeleid. De functie van burggraaf verwerd langzamerhand tot een erfelijke functie, waarna de titel haar betekenis verloor en een dode letter werd.

Zij droegen in de keures en charters vele diverse namen: Castellanus, pretorurbanus, prefectue urbis, vicecomes,burggravius, borghgrave, chastellain, vicomte, e.d.

Onder de kasteleins bestonden er vele rangen. Deze van Gent waren van eerste rang en hoge adel. Zij waren militaire bevelhebbers van het Castrum.

De burggraaf van Gent voerde ook het bevel over een groot deel van het grafelijke leger. Hij was voorzitter van het schepengerecht van de kasselrij van de Oudburg en oefende aldus de justitie uit.

In de eerste helft van de 12de eeuw doet de baljuw zijn intrede en vervangt de kastelein enkel in de steden. In het begin van de 14e eeuw is het burggraafschap enkel nog een titel en willen de burggraven van Gent zich van Vlaanderen meester maken om hun voorrechten terug te krijgen. In 1214 en 1302, respectievelijk in de Slag bij Bouvines en de Guldensporenslag, streden de kasteleins in de rangen van de Franse koning tegen de graaf en de gemeenten. In de loop van de 14de eeuw wint de graaf het pleit en kwam hij terug in het bezit van de kasselrijen onder het feitelijk bestuur van een baljuw, die optrad in naam, en als plaatsvervanger, van de graaf.

Bron: Wikipedia  – Lijst van Burggraven van Gent

 

Gent

1. Walbert van Gent
Geboren circa  970, overleden circa 1030. Burggraaf van Gent.
Zoon van Arnulf van Gent, een Friese graaf, over een gebied wat later Holland genoemd zou worden en graaf van Gent (Zie Graven van Holland nr. 3) en zoon van Lutgardis van Luxemburg, dochter van Siegfried I van Luxemburg (Zie Graven van Luxemburg nr. 1).
Hij was gehuwd met een onbekende vrouw.
Zonen:
  • Lambert van Gent  1010 – 1032 (Volgt 2a)
  • Rudolph van Gent  …. – 1058 (Volgt 2b)

2a. Lambert I van Gent
Vermeld circa 1010 – 1032. Burggraaf van Gent. Hij was een zoon van Walbert van Gent.  Hij was gehuwd met Ermengarde van Vlaanderen, dochter van Boudewijn IV van Vlaanderen (Zie Graven van Vlaanderen nr. 6) en Otgiva van Luxemburg.
Hij behartigde sterk de belangen van de Sint-Pietersabdij.
Zoon:
  • Folcard van Gent  1032 – 1071 (Volgt 3)
2b. Rudolph van Gent
Overleden in 1058. Voogd van de Sint-Pietersabdij. Zoon van Walbert van Gent.
Hij was gehuwd met Gisela, dochter van Frederik van Luxemburg (Zie Graven van Luxemburg nr. 2).
Zoon:
  • Boudewijn I van Gent, Eerste heer van Aalst. 1030 – 1082  (Volgt Heren van Aalst nr. 1)

3. Folcard I van Gent
Vermeld 1032-1071. Burggraaf van Gent. Hij was een zoon van Lambert I en Ermengarde van Vlaanderen.
Hij was gehuwd met Landrade van Leuven, dochter van Lambrecht II van Leuven (Zie Graven van Leuven nr. 2) en Oda van Lotharingen
Zijn kinderen:

  • Lambert II (volgt 4)
  • Folcard II 
4.  Lambert II van Gent
Overleden in 1073Burggraaf van Gent. Hij was een zoon van Folcard I van Gent en Landrade van Leuven.
Hij was gehuwd met Mathilde van St. Omer.
Zoon:
  • Wenemar I (Volgt 5)
5. Wenemar I van Gent,
Burggraaf van Gent en heer van Bornem (vermeld 1074-1120)
Hij was een zoon van Lambert II. Hij was gehuwd met Gizela van Guînes, dochter van Boudewijn I van Guînes (Zie Graven van Guînes nr. 8) en Adelheid van Holland (Zie Graven van Holland VI.6 ).
Kinderen:
  • Zeger I van Gent  1090 – 1122  (Volgt 6).
  • Wenemar II van Gent  ± 1095 – ….
  • Arnoud I van Gent en Guînes  1115 – 1169
6.  Zeger I van Gent
Geboren 1090, overleden circa 1122. Hij was een zoon van Zoon van Wenemar I. Burggraaf van Gent vanaf 1120. Volgens de Kronieken van de St.Baafsabdij bestond reeds in 940 een ‘castrum’, een kasteel op een eiland in de Leie, een zijstroom van de Schelde bij Gent. Het is daar waarschijnlijk gesticht om de aanvallen van de Noormannen te keren. Dit kasteel beheerste nagenoeg de gehele ‘pagus Gandensis’, het gebied van Gent en wijde omgeving. Tot dat gebied behoorden het Land van Waas en de streken van Aalst en Dendermonde. Ook de Vier Ambachten met hun hoofdplaatsen Assenede, Boechoute, Axel en Hulst. Deze vruchtbare kleistreken, aangewassen tegen het Land van Waas, maakten deel uit van de ‘pagus Gandensis’. De Gentse kasteelheer, kastelein of burggraaf, zoals hij in de vroegste documenten reeds genoemd wordt, had aanvankelijk veel gezag. Hij werd daarom ook wel als ‘vicecomes’ (ondergraaf) omschreven. Onder zijn bevel stond de hele krijgsmacht van het Gentse gebied. Hij was ook ‘opperbaljuw’, de opperste eiser in strafzaken. De tolheffing op openbare wegen en bevaarbare wateren was hem toevertrouwd. Hij legde belastingen in allerlei vorm op. Op zijn order werden door de ingezetenen ‘herendiensten’ verricht, gedwongen arbeid, vaak aan wallen en torens van burchten en versterkingen. Ondermeer door de bouw van het Gravensteen te Gent ca. 1180, trachtte de toenmalige graaf van Vlaanderen, Philips van de Elzas, de macht van de Gentse burggraaf te overvleugelen. De Gentse stadswijk, omgeven door de grachten die eens het oude verdwenen kasteel omringden, heet na 1180 ‘Oudenburg’.
Hij was gehuwd met Alice van Kortrijk.
Dochter uit dit huwelijk:
  • Alicia van Gent (Volgt 7)
7. Alicia van Gent (geboren ca. 1114).
Zij was een dochter van Zeger I van Gent en Alice van Kortrijk.
Zij was 1e gehuwd met Steppo Willem Philip van Viggezele, heer van Bornem. Hij was een zoon van Willem, burggraaf van Ieper, Earl of Kent (Zie Stamreeks Karel de Grote nr. 13)  en Stéphanie de Vienne.
Kinderen:
  • Margaretha van Bornhem, vrouwe van Kortessem, gehuwd met  Boudewijn van Altena  (Volgt Heren van Altena nr. 5)
  • Siger II van Viggezele, burggraaf van Gent
  • Boudewijn van Gent
  • Willem van Gent
Zij was 2e gehuwd met Hugo d’Encre II.

 

  facebook        
handtekening 2015

4 oktober 2015, bijgewerkt op 10 december 2017.