Hertogen en Koningen van Polen
Het Koninkrijk Polen was de benaming voor de Poolse staat die ontstond door de kroning van Bolesław I in 1025, tot het land verenigd werd met Litouwen in 1385. Hierna nam de Jagiellodynastie het land over.
De basis voor de ontwikkeling van een Poolse staat werd gelegd door de Piasten, die al sinds de 9de eeuw prominent aanwezig waren.
Het geslacht der Piasten is een Europese dynastie, waarvan de oorsprong in de 9e eeuw dicht bij de West-Slavische stam der Polanen lag. De oudste generaties van het geslacht zijn legendarisch van karakter
Nadat hertog Mieszko I zich tot het christendom bekeerde, werd de weg vrijgemaakt voor Polen om lid te worden van familie van de christelijke koninkrijken. Tijdens het Congres van Gniezno, in het jaar 1000, werd Polen door het Heilige Roomse Rijk en de paus erkend als staat. In 1025 werd hertog Bolesław I tot koning van Polen gekroond en begon het tijdperk voor Polen als koninkrijk. Toch werden de Polen niet altijd door koningen geregeerd maar ook vaak door hertogen.
Let wel: de eerste vijf heersers over Poland worden als legendarisch beschouwd en staan in grijze letters.
1. Chościsko (overleden 861)
Chościsko (Poolse uitspraak: [xɔɕtɕiskɔ]) is een legendarisch figuur in een Poolse prehistorie, de vader van de Piast Wheelwright, de stichter van de Piast dynastie. Zijn naam komt voor in de eerste Poolse kroniek, Cronicae et Gesta ducum sive principum Polonorum door Gallus Anonymus.
Chościsko naam is waarschijnlijk afgeleid van Oudslavisch CHOST of chwost betekent staart.
Zoon:
– Piast Kolodziej (Volgt 2).
–
2. Piast Kolodziej (Piast de Wagenmaker) (geboren ca. 800 – overleden 860)
Hij was een semi-legendarische figuur in prehistorisch Polen (9e eeuw), de stichter van het geslacht der Piasten, dat zou heersen over het toekomstige Koninkrijk Polen.
Hij was gehuwd met Rzepicha.
Zoon:
– Siemowit (Volgt 3).
–
3. Siemowit (ook Ziemowit) (geboren ca. 830 – overleden ca. 890)
Hij was, volgens de kronieken van Gallus Anonymus, de zoon van Piast de Wagenmaker en Rzepicha. Hij werd beschouwd als een van de vier legendarische prinsen der Piasten, maar wordt nu beschouwd als een heerser die bestond als een historisch persoon.
Hij werd de hertog der Polanen in de 9e eeuw na zijn vader, Piast.
Zoon:
- Lestko (Volgt 4).
–
4. Lestko (ook Lestek, Leszek) was de tweede legendarische hertog van Polen, zoon van Siemowit, geboren rond de jaren 870 of 880.
Hij moet een invloedrijke persoon geweest zijn omdat de stammen, die leefden in wat nu Polen is, bekend stonden als “Lestkowici”.
Hij was gehuwd met Svätoslava van Moravia, dochter van Svätopluk I van Moravië en Anna van Bulgarije (Zie Vorsten van Bulgarije nr. 11).
Zoon:
- Siemomysl (Volgt 5)
5. Siemomysł (gestorven rond de jaren 950 of 960) was de derde legendarische heidense Polaanse hertog, gerangschikt door Gallus Anonymus in zijnGesta principum Polonorum, van de Piasten, en de vader van de eerste historische heerser van Polen, Mieszko I. Hij is de zoon van de tweede bekende Polaanse hertog Lestek. Volgens Gallus’ historische onderzoek wordt Siemomysł gecrediteerd voor het overdragen van de landen der Polanen, Goplanen en Mazovianen aan zijn zoon Mieszko I, die ze verder uitbreidde tijdens zijn heerschappij. Volgens Henryk Łowmiański hielp hij in de opstand van de Ukrani tegen de Duitsers in 954.
Kinderen:
– Mieszko I (Volgt 6)
6. Mieszko I, of Misiko, ook Dago, Dagomer (circa 935 – 25 mei 992)
Hij was de eerste historische hertog van de Polanen. Hij was de zoon van de legendarische Siemomysl. Van Mieszko is bekend dat hij de eed als leenman aan keizer Otto I van het Heilige Roomse Rijk en aan markgraaf Gero aflegde, nadat hij door hen was verslagen. Daarmee begon zijn regering in 963. In 964/965 trouwde hij met Dubravka (Dubravy) de dochter van Boleslav I, hertog van Bohemen. Hij bestreed de stammen van de Wieleten en de Wollinen aan de Oostzee, die werden gesteund door de Saksische graaf Wichman. Op 4 april 966 werd Mieszko gedoopt te Regensburg en daarna stichtte hij een kerk in Gniezno. Die stad is sindsdien de hoofdzetel van de Poolse katholieke kerk. Na zijn doop probeerde Mieszko zijn gebied door verovering te vergroten met als argument de kerstening. Op 29 september 967 versloeg hij met Boheemse steun Wichman aan de rivier de Warta, waarbij Wichman werd gedood. Hij veroverde het westen van Pommeren en bouwde kastelen in Poznań (Ostrów Lednicki) en Gniezno.
Toen Mieszko zich stevig had gevestigd begon hij zich onafhankelijker op te stellen tegen zijn Duitse heren. Hij kreeg een conflict met de Saksische markgraaf Hodo over de rechten op de belastingen van de Slavische stammen aan de Odermonding. Op 24 juni 972 versloeg hij door een slimme tactiek Hodo in een veldslag bij Cedynia: Mieszko verdedigde met zijn bescheiden cavalerie de voorde van de Oder maar werd natuurlijk verslagen door de overmacht van de Saksische cavalerie. Mieszko vluchtte naar de stad Cedynia en de achtervolgende Saksische troepen werden in de flank aangevallen door de Poolse infanterie die zich op een beboste heuvel had schuilgehouden. De Saksen werden met grote verliezen verslagen. In 973 was hij deelnemer aan de Rijksdag van Quedlinburg. Mieszko en Hodo moesten daar van keizer Otto II hun geschillen bijleggen. Mieszko moest zijn zoon Bolesław als gijzelaar achterlaten maar was wel zo slim om een lok van zijn haar aan de paus te zenden, waarmee hij zijn zoon onder diens bescherming plaatste. Dat weerhield Mieszko er echter niet van om al in 974 de opstand van Hendrik II van Beieren (hertog) te steunen. De opstand mislukte en dat bleef blijkbaar zonder grote gevolgen voor Mieszko.
In 978 trouwde hij opnieuw met Oda, de dochter van Theoderic (Diederik) von Haldensleben van de Nordmark, na haar (met instemming van haar familie) uit het klooster Kalbe ontvoerd te hebben. In 979 wist hij de Odermonding definitief in handen te krijgen maar in 981 verloor hij gebieden aan de Westelijke Boeg aan Vladimir van Kiev. In 984 steunde hij opnieuw de poging van Hendrik II van Beieren om koning van Duitsland te worden maar ging later over naar het kamp van keizer Otto III. Hij hielp Otto in 986 om Meissen en de Lausitz te veroveren en steunde hem in 991 in de Saksische Noordmark. Als tegenprestatie hielp Otto Mieszko om Silezië en Klein-Polen te veroveren ten koste van Bohemen.
Mieszko is begraven in de kathedraal van Poznań. Bij zijn dood liet hij de Dagome Iudex achter, een index van het land en zijn grenzen. In dit boek worden Oda, haar echtgenoot en hun zonen beschreven. Het origineel is verloren, maar er is een verwijzing naar in een kerkboek van 90 jaar later.
Volgens middeleeuwse bronnen had Mieszko zeven vrouwen die hij allemaal heeft verstoten om met Dubravka te kunnen trouwen. Het aantal is vermoedelijk overdreven maar het is aannemelijk dat hij voor zijn huwelijk met Dubravka al getrouwd is geweest. De namen van zijn eerdere vrouwen of hun kinderen zijn niet bekend.
Mieszko en Dubravka kregen de volgende kinderen:
- Bolesław I, was hertog (992-1025) en koning (1025) van Polen en als Boleslav IV hertog van Bohemen (1003-1004) (Volgt 7a.).
- Vladivoj van Bohemen
- mogelijk Tove, vrouw van Harald I van Denemarken
- Sigrid de Hooghartige (Gunhilde) (Volgt 7b).
7a. Bolesław I de Koene (geboren 966 of 967 – 17 juni 1025), uit het Huis der Piasten, was hertog (992-1025) en koning (1025) van Polen en als Boleslav IV hertog van Bohemen (1003-1004). Hij was de zoon van Mieszko I en diens eerste vrouw Dobrawa (Dubrawka), dochter van Boleslav I van Bohemen.
Bolesław was de eerste koning van Polen. Het leenheerschap van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie werd definitief verbroken. Hij was de eerste Poolse heerser die bij geboorte gedoopt werd, en de eerste echte christelijke heerser van Polen. Hij stichtte de onafhankelijke Poolse kerkprovincie en maakte van Polen een sterke macht in Europa. Bolesław verenigde voor het eerst al die provincies die uiteindelijk het traditionele territorium van Polen zouden vormen: Groot-Polen (Wielkopolska) Klein-Polen (Małopolska), Mazovië, Silezië (Śląsk) en Pommeren.
Bolesław was vijf keer gehuwd geweest:
1e Henilda (huwelijk ontbonden). Uit dit huwelijk een dochter.
2e Judith, prinses van Hongarije (huwelijk ontbonden). Uit dit huwelijk Bezprym (geb. 986 of 987 – vermoord 1032) – Hertog van Polen (1031-1032).
3e Hodica, dochter van Billug van de Abodriten. Was abdis van een klooster in Mecklenburg maar trouwde later met Bolesław.
4e Emnilda Słowiańska (ca. 970 – 1017) – dochter van Dobromir, hertog van de Lausitz (Łužica) en Emnilda . Uit dit huwelijk:
- N.N., dochter (geb. 988) – abdis 1017
- Regelinda (geb. 989 – + 21 maart na 1014) – gehuwd met markgraaf Herman I van Meißen
- Mieszko II Lambert – koning van Polen (Volgt 8 a).
- N.N. dochter (geb. 991/1001 – + na 14 augustus 1018) – gehuwd met Svjatopolk I van Kiev
- Otto (geb. ong. 1000 – + 1033), verbannen door Mieszko en in ballingschap vermoord.
5e Oda Miśnieńska (+ 1025) – dochter van Ekhard I van Meißen. Uit dit huwelijk een dochter.
7b. Sigrid de Hooghartige, die eerst zou trouwen met koning Erik Segersäll van Zweden en daarna (als Gunhilde) met Sven Vorkbaard van Denemarken. Zij was de moeder van
– koning Knoet de Grote van Engeland en Denemarken.
– Olof Eriksson «de penningmeester» Skötkonung(Volgt 8).
8a. Mieszko II Lambert (geboren 990 – overleden 10 mei 1034).
Bijgenaamd de Vadsige of de Luie was koning van Polen.
Als zoon van koning Bolesław I van Polen kreeg Mieszko een goede opleiding, hij kon lezen en schrijven en beheerste Grieks en Latijn. In 1013 werd hij gouverneur van Krakau en onderhandelde hij namens Polen tijdens vredesbesprekingen in Merseburg. In 1015 plunderde hij in Bohemen maar werd gevangengenomen en pas na betaling van een losgeld vrijgelaten.
Door het testament van zijn vader werd Mieszko na diens overlijden koning, in plaats van zijn oudere halfbroerBezprym. Tijdens het kerstfeest van 1025 werd hij gekroond in Gniezno. Koning Koenraad II de Saliër van Duitslandmaakte bezwaar tegen de kroning met het argument dat hij formeel leenheer van Polen was en dat zijn toestemming voor de kroning had moeten worden gevraagd. Mieszko trok zich daar niets van aan, waarna Koenraad voor oorlog koos. Mieszko wist zich goed te verdedigen en probeerde de oorlog zo veel mogelijk in Duitsland zelf uit te vechten. Gedurende een paar jaar werd gevochten tussen een Duits-Boheems en Pools-Hongaars bondgenootschap. In 1030 werd Polen echter verslagen toen ook het Kievse Rijk de kant van Duitsland koos. Mieszko moest vluchten naar Bohemen en zijn halfbroer stuurde de koningskroon naar Duitsland. Polen werd verdeeld in losse hertogdommen. Mieszko kreeg een van de hertogdommen maar moest de Duitse oppermacht erkennen. Door moorden op zijn rivalen wist Mieszko het land in 1032 weer te verenigen. Mieszko werd in 1034 door Poolse edelen vermoord, hij werd begraven in de Sint-Petrus-en-Paulusbasiliek te Poznań (stad).
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat Mieszko lui of vadsig zou zijn. Vermoedelijk heeft hij achteraf deze bijnamen gekregen in de nationalistische geschiedschrijving omdat tijdens zijn regering de Poolse macht die door zijn vader was opgebouwd, door Duitsland werd gebroken.
Mieszko was een zoon van Bolesław I van Polen en van Emnilda. Hij was in 1013 gehuwd met Richeza. Zij kregen de volgende kinderen:
- Casimir II, (Volgt Hertogen en Koningen van Polen (II) nr. 9)
- mogelijk een onbekende dochter die met Emmerik van Hongarije (heilige) zou zijn getrouwd
- Richeza (Volgt 9a.)
- Gertrudis (1020- 4 januari 1107/1108), gehuwd met Izjaslav I van Kiev
8b. Olaf II van Zweden, ook wel Olof Skötkonung (OlofSchatkoning) (ca. 970 – 1022)
Hij was een zoon van Sigrid (Gunhilde) de Hooghartige en Sven Vorkbaard van Denemarken.
Hij was van (ca.) 995 tot 1022 koning van Zweden.
Olaf was een zoon van Erik Segersäll (de Overwinnaar).
Olaf was getrouwd met Estrid van Mecklenburg en was de vader van:
- Anund Jacob, koning van Zweden (overleden 1050)
- Ingegerd (Volgt 9b).
9a. Richezza van Polen (1018 – na 1059) was een dochter van de Poolse koning Mieszko II Lambert en van Richeza van Lotharingen. Zij trouwde met Béla I van Hongarije. Hij was koning van Hongarije van 1061 tot 1063 en behoorde tot het huis van Árpád. Béla was een zoon van hertog Vazul van Hongarije en van Katun van Bulgarije.
Het paar had volgende kinderen:
- Géza I van Hongarije, koning in 1074-1077
- Lanka, gehuwd met Rostislav van Rostov Veliki
- Sophia (-1095), huwde een eerste maal rond 1062 met Ulrich I van Weimar, markgraaf van Carniola, graaf van Istrië (-1070) en een tweede maal rond 1071 met Magnus van Saksen
- Ladislaus I van Hongarije koning in 1077-1095
- Euphemia (Ludmilla) (-1111), huwde met prins Otto I de Schone van Moravië–Olmütz (-1087)
- Maria, (rond 1053/55-); huwde met Andronicus Dukas, medekeizer van Byzantium, zoon van Constantijn X van Byzantium
- Lampert, hertog van Nitra in 1077-1095
- Helena (Ilona), huwde met de koning van Kroatië Dmitar Zvonimir (1075-1089)
9b. Ingegerd Olofsdotter (overleden 1050)
Zij was een dochter van Oalf II van Zweden en Estrid van Mecklenburg.
Zij was in 1019 gehuwd met de grootvorst van Kiev Jaroslav I de Wijze.
Hij was één van de vele zonen van Vladimir van Kiev en uiteindelijk alleenheerser van het rijk van Kiev.
Zij kregen de volgende kinderen:
- Vladimir (1020 – Novgorod, 1052), 1043 prins van Novgorod en onderwierp stammen in het zuiden van Finland. Leidde rond 1045 een mislukte plundertocht naar Constantinopel. Begraven in de Sofiakathedraal van Novgorod. Zijn zoon Rostislav legde de basis voor het groothertogdom Galicië-Wolynië. Rostislav kreeg ook het bestuur over een regio aan de Zwarte Zee en zou daar in 1065 door Grieken zijn vergiftigd.
- Anastasia, tweede vrouw van Andreas I van Hongarije, na diens dood non in de abdij van Admont
- Izjaslav I van Kiev
- Elisabeth huwde met koning Harald III van Noorwegen.
- Svjatoslav II van Kiev
- Vsevolod I van Kiev
- Vjatsjeslav (ovl. ca. 1057), prins van Smolensk
- Anna van Kiev gehuwd met Hendrik I van Frankrijk(Volgt 10)
- Igor, opvolger van Vjatsjeslav als prins van Smolensk
10a. Sophia van Hongarije (ca. 1044 – 18 juni 1095) was een dochter van koning Béla I van Hongarije en van Richezza van Polen. Sophia was verloofd met Willem IV van Meißen, maar deze stierf nog voor hun huwelijk onderweg om zijn bruid op te halen. Zij huwde dan een eerste maal (1062/1063) met Ulrich I van Weimar, markgraaf van Carniola, graaf van Istrië (-1070) en een tweede maal (1070) met Magnus van Saksen (ca. 1045 – Ertheneburg, 23 augustus 1106) was de oudste zoon van hertog Ordulf van Saksen, van het Huis Billung, en Wulfhilde van Noorwegen. Hij was hertog van Saksen.
Sophia is begraven in de Sint Michaeliskathedraal in Lüneburg (stad).
Haar kinderen uit haar eerste huwelijk waren:
- Poppo II (1065-1103)
- Ulrich II (1064-1112)
- Richardis, gehuwd met Ekkehard van Scheyern
- Adelheid, gehuwd met Frederik II van Regensburg en Udalschalk I van Lurngau, overleden voor 1024 in het klooster van Tegernsee
Haar kinderen uit haar tweede huwelijk waren:
- Wulfhilde van Saksen (1072-1126), gehuwd met Hendrik IX van Beieren (-1126)
- Eilika van Saksen (1081-1142), gehuwd met graaf Otto van Ballenstedt (-1123), de ouders van Albrecht de Beer.
- Filips I van Frankrijk (23 mei 1052 – 30 juli 1108) (Volgt Stamreeks Karel de Grote II nr. 11)
- Hugo I van Vermandois (1057 – 1102)
- Robert (ca. 1055 – ca. 1060)
- Emma.
11. Wulfhilde van Saksen (geboren 1072 – overleden 1126).
Zij was een dochter van Maguns van Saksen en Sophia van Hongarije.
Wulfhilde was gehuwd met Hendrik IX van Beieren (1075 – 1126), bijgenaamd de Zwarte, was hertog van Beieren.
Hendrik was de tweede zoon van Welf IV en Judith van Vlaanderen. Zijn oudere broer Welf V werd hertog van Beieren en Hendrik bestuurde de Italiaanse bezittingen van zijn familie. Hij trouwde met Wulfhilde van Saksen en erfde na de dood van zijn schoonvader Magnus van Saksen (1106) grote bezittingen in Saksen, met name in de omgeving van Lüneburg (stad). In de periode 1115-1119 nam Hendrik deel aan de Italiaanse campagnes van keizer Hendrik V en in 1120 erfde hij de functie van hertog van Beieren van zijn broer, die kinderloos overleed.
- Hendrik de Trotse
- Koenraad (ovl. Bari, 17 maart 1126), cisterciënzer monnik, begraven te Molfetta.
- Sophia
- Judith
- Mathilde (Volgt 12).
- Welf VI
- Wulfhilde, gehuwd met Rudolf van Pullendorf, graaf van Bregenz (-1160)
Hendrik had een buitenechtelijke zoon: Adalbert, abt van Abdij van Corvey.
13. Adelheid von Sulzbach (geboren ca. 1140 – overleden 10 september 1189).
Dochter van Gebhard III van Sulzbach en Mathilde van Beieren. Zij was gehuwd met Diederik II van Kleef (geboren ca. 1125 – overleden 27 april 1172), graaf van Kleef. Hij was een zoon van graaf Arnoud I van Kleef en Ida van Leuven. Diederik was een aanhanger van de Hohenstaufen en kon zo zijn macht verder uitbouwen.
Zij kregen de volgende kinderen:
- Margaretha, die huwde met landgraaf Lodewijk III van Thüringen (-1190). Ze kreeg een dochter maar werd door Lodewijk verstoten toen hij wilde hertrouwen met Sophia van Minsk.
- Diederik III van Kleef, opvolger van zijn vader.
- Adelheid, die in 1187 huwde met graaf Dirk VII van Holland (-1203). Hij werd opgevolgd door zijn op dat moment enige nog in leven zijnde dochter Ada van Holland.
- Arnoud (ca. 1155 – 1201), heer van Valkenburg (Volgt 14).
14b. Arnoud (geboren ca. 1155 – overleden 1201), heer van Valkenburg door zijn huwelijk.
Hij was gehuwd met Aleidis van Heinsberg (ca. 1175 – Kleef, 1217, begraven in Heinsberg).
Ouders van:
– Dirk I van Valkenburg (Volgt 15).
– Arnold (ovl. Damietta, 1218)
– Agnes (ovl. voor 1212) non
– Mechtild (ca. 1200 – ca. 1254) gehuwd met Arnold van Heusden (ca. 1190 – ca. 1242)
15. Dirk I van Valkenburg en Heinsberg (1192 – Heinsberg, 4 november 1228), was heer van Heinsberg (1220) en Valkenburg (1217) (volgt heren van Valkenburg nr. 5)
Zie ook:
– Animatiefilm van de geschiedenis van Polen
– Hoe Polen van de landkaart verdween en weer terugkwam
Terug naar: