Gerardus Joannes Vossius 

 

Gerardus Vossius (1577 – 1649)                Publiek Domein Wikipedia

Gerardus Joannes Vossius
Geboren te Heidelberg in maart 1577, overleden te Amsterdam op 17 maart 1649.
Eigenlijk Gerrit Jansz geheten, was een Nederlandse protestantse theoloog, taalkundige, geschiedkundige en humanist. Hij gold als een homo universalis omdat hij zich met veel wetenschapsvelden inliet.
Hij was tevens lid van de Muiderkring.

Gerardus Vossius was de zoon van de calvinistische predikant Joannes Vossius en Cornelia van Buel. Vanwege de vervolging van de protestanten was Joannes Vossius uit de Nederlanden, Roermond, naar het naburige Duitsland gevlucht. Hij studeerde vanaf 1571 theologie in Heidelberg en werd in 1573 predikant van een dorp in de buurt daarvan. Kort na zijn benoeming tot predikant stuurde Jan Vos een brief naar Wassenberg om te vragen om de hand van Cornelia van Buel, een meisje dat hij reeds in Roermond had leren kennen. Verschillende leden van de familie Van Buel bekleedden in Roermond en omgeving openbare ambten. De vader van Cornelia was Mathijs van Buel, de moeder was Maria Nicolaesdochter Martels.
Mathijs van Buel had, evenals de ouders en grootouders van Jan Vos, bij de grote brand van 1554 zijn huis verloren en hij had in 1562, met verlof van Ludger van Vlodrop, erfvoogd van Roermond, een huis gebouwd op het Maaseilandje de Weerdt. Daaraan dankte hij zijn bijnaam Mathijs van de Weerdt. Hij was ook aanhanger van de hervorming geworden en had, uit vrees voor Lindanus en Alva, met zijn gezin de wijk genomen naar Wassenberg. De dochter van deze trouwe aanhanger van de nieuwe leer zou nu de echtgenote worden van Jan Vos, want het antwoord van Mathijs van Buel luidde positief. Met verlof van de keurvorst verliet de predikant enige tijd zijn gemeente om naar Wassenberg te reizen en daar in het huwelijk te treden met zijn bruid. Hij keerde met haar naar zijn standplaats terug.

Na de geboorte van Gerardus Joannes moest het gezin van predikant Joannes Vossius in 1577 uit de Palts vertrekken, omdat de nieuwe landsheer, de lutherse Lodewijk VI de calvinisten bestreed. Vossius’ vader was predikant in Leimuiden en Veurne en vanaf 1583 in Dordrecht, waar zijn vrouw kort daarna is overleden.

Na het overlijden van Cornelia, trouwde Joannes in maart 1585 met Anna de Witt, een telg uit een Dordts regentengeslacht (haar broer werd de grootvader van de Hollandse Raadpensionaris Johan de Witt en diens broer Cornelis).
Joannes overleed al op 22 mei in dat zelfde jaar. Zijn weduwe hertrouwde met Mathijs Claeszoon van der Horst, een lid van een Rotterdams regentengeslacht, en volgde haar man naar diens woonplaats.
De kinderen van Joannes Vossius, Gerardus en Anneke werden liefdevol opgenomen door Barbara van Rossum, weduwe van predikant Jacob van der Myle. Haar man had met Joannes Vossius in Heidelberg gestudeerd en was in 1578 predikant in Dordrecht geworden, waar hij nog datzelfde jaar overleed. Omwille van de vriendschap tussen Joannes Vossius en haar man nam Barbara de twee wezen in haar huis op.

Portret van Gerardus Joannes Vossius. Gravure van A. Blotelingh naar een tekening van J. Sandrant (Regionaal Archief Dordrecht, 551-11160).

In Dordrecht doorliep Gerardus Vossius de Latijnse school. Hier waren zijn leermeesters Joachim Orydrius, Cornelius Rekenarius, Hadrianus Marcellis en Franciscus Nansius.
Toen pleegmoeder Barbara van der Myle in 1594 overleed, werd Gerard inwonend bij rector Hadrianus Marcellus.
In 1595 werd hij op kosten van het Dordtse stadsbestuur beursstudent van het Statencollege, de predikantenopleiding bij de Leidse universiteit.
In Leiden volgde hij de colleges van de filoloog Bonaventura Vulcanius, van de wiskundige Rudolf Snellius, van de filosofen Petrus Bertius en Petrus Molinaeus, onder wiens leiding hij in 1598 promoveerde tot magister artium. Ook volgde hij colleges van de theologen Joannes Kuchlinus, Lucas Trelcat sr., Franciscus Gomarus en Franciscus Junius sr. Zijn studie kon Vossius niet afronden, want hij werd in 1600 door het stadsbestuur van Dordrecht naar die stad teruggeroepen om daar les te gaan geven aan de Latijnse School (het huidige Johan de Witt-gymnasium). Niet lang daarna werd hij benoemd tot rector van die instelling (1600-1615).

Door zijn eerste grote publicatie de Institutiones oratoriae (1606) maakte hij naam als man van wetenschap. Hij was vanaf 1613 bevriend met Hugo de Groot, aan wie hij regelmatig boeken uit zijn eigen omvangrijke bibliotheek uitleende, ook in de periode dat Grotius gevangen zat op Slot Loevestein. Hugo Grotius is waarschijnlijk ontsnapt in een boekenkist van Gerardus Vossius. Op voorspraak van De Groot werd Vossius in 1615 benoemd tot regent van het Leidse Statencollege. Hij werd in 1619 weer ontslagen. Toen in 1625 pogingen werden gedaan Vossius naar Cambridge te halen, kreeg hij ook de Leidse leerstoel Griekse taal- en letterkunde.

In 1631 nam Vossius ontslag als hoogleraar te Leiden. Samen met Caspar Barlaeus (filoloog en wijsgeer, in 1619 ontslagen als subregent van het Statencollege) ging hij naar Amsterdam om daar het Athenaeum Illustre, de voorloper van de Universiteit van Amsterdam, mee op te richten. De laatste jaren van zijn leven waren jaren van grote wetenschappelijke invloed en van algemene internationale erkenning. Het waren echter ook jaren getekend door veel persoonlijk leed en verlies: toen hij op 17 maart 1649 stierf, waren al zijn kinderen, behalve zijn zoon Isaac (1618-1689), hem in de dood voorgegaan.

De artis poeticae natura ac constitutione liber

Vossius had vooral veel invloed door zijn publicaties, die een groot deel van het terrein van de wetenschap van die dagen bestreken. Behalve het grote handboek over de welsprekendheid, zijn wetenschappelijke eersteling, schreef hij nog drie andere boeken over retorica: De rhetorices natura ac constitutione (1621), een Rhetorica contracta (1621) en het schoolboek Elementa rhetorica (1626). In Amsterdam verschenen er in 1647 drie boeken over poëtica: De artis poeticae natura ac constitutione liber, de Poeticarum institutionum libri tres, en het boekje De imitatione. Zeer belangrijk was de grote trilogie over de taalkunde: De arte grammatica libri septem (1635), De vitiis sermonis et glossematis Latino-barbaris libri quatuor (1645), en het postuum uitgegeven Etymologicon linguae Latinae (1662). Daarnaast heeft hij nog vele andere zaken gepubliceerd.

Vossius’ naam leeft voort in het Vossius Center for the History of Humanities and Sciences van de Universiteit van Amsterdam. Het Vossius Gymnasium, een van de vijf categoriale gymnasia in Amsterdam, is ook naar hem vernoemd.
Tevens zijn straten in verschillende steden naar hem vernoemd.

Op 17 februari 1602 trouwde hij in Dordrecht met Elisabeth van den Corput, dochter van predikant Henricus Corputius. Uit dit huwelijk werden twee zoons en een dochter geboren.

Kind(eren):

  • Cornelia Vossius      ± 1602 – ± 160
  • Hendrikus Vossius    1604-1605
  • Joannes Vossius    ± 1606-± 1636
Na het overlijden van Elisabeth van den Corput (7 februari 1606) trouwde hij in Dordrecht op 28 augustus 1607 met Elisabeth du Jon, dochter van hoogleraar Franciscus Junius sr.
Uit dit tweede huwelijk werden zes zoons en drie dochters geboren:
  • Franciscus Augustus Vossius  1608 – 1645
  • Antonius Vossius                        1609 – 1610
  • Matthaeus Vossius                     1611 – 1646
  • Dionysius Vossius                      1612 – 1633
  • Cornelia Vossius                        1613 – 1638
  • Elisabeth Vossius                      1615 – 1617
  • Isaac Vossius                             1618 – 1689
  • Gerardus Vossius                      1619 – 1640
  • Johanna Vossius                    ± 1623-1640

Literatuur en links:

 

Historische personen

Genealogie Vossius

 

 

  facebook       

© 5 juli 2020