Arnoud Willem baron van Brienen van Groote Lindt
Geboren Amsterdam, gedoopt 5 april 1783 – overleden Den Haag, 26 oktober 1854.
Hij was heer van De Groote Lindt, Dortsmond, Stad aan ’t Haringvliet en Wezenstein, was een Nederlandse, rooms-katholieke notabele, koopman en politicus. Hij speelde een grote maatschappelijke rol gedurende de eerste helft van de negentiende eeuw.
Van Brienen was lid van de familie Van Brienen en was een zoon van de politicus Willem Joseph van Brienen van de Groote Lindt en Margaretha Thimothea Johanna Ram van Schalkwijk. Hij huwde op 5 maart 1813 met Angelica Louise van Wijckerslooth van Grevenmachern (1795-1816), lid van de familie De Wijkerslooth, met wie hij een zoon en een dochter kreeg. Zij overleed echter in 1816. Hij hertrouwde op 18 mei 1825 met Carolina Francisca Josephina van Brouckhoven van Bergeyck (1802-1846), uit dit huwelijk werden drie zoons en een dochter geboren. De oudste zoon Willem Thierrij Arnold Maria van Brienen van de Groote Lindt, ook genoemd Willem Diederik Arnoud Maria, is van alle kinderen het meest bekend geworden.
Twintig jaar lang, van 1820 tot 1840, was A.W. baron van Brienen kamerheer van koning Willem I, en daarna nog eens negen jaar voor diens zoon koning Willem II. Daarnaast was hij van 20 oktober 1840 tot 13 februari 1849 lid van de Eerste Kamer, lid van de stedelijke raad van Amsterdam van 1822 tot 1851 en lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland van 1849 tot 1850. Hij speelde een belangrijke rol bij de stemming over de liberale grondwet van Thorbecke in 1848. Toen de stemmen staakten, werd Van Brienen op het laatste moment door koning Willem II overgehaald om toch voor de grondwetswijziging te stemmen, waarna de nieuwe grondwet aangenomen kon worden.
Terug naar: