Willeskop

 

 

Willeskop rond 1870, door J. Kuyper. 705 inwoners.

Willeskop is een voormalig dorp en thans een buurtschap die deels in de gemeente Montfoort en deels in de gemeente Oudewater ligt in de Nederlandse provincie Utrecht en bestaat uit een aantal boerderijen en huizen langs de N228. De plaats ligt in de polder Lopikerwaard en was van 1818 tot 1989 een zelfstandige gemeente.
In 2009 telde Williskop 760 inwoners.

De oudste bekende vermelding van Willeskop stamt uit het jaar 1282. In de 12e eeuw werd een start gemaakt met de ontginning van het woeste veengebied tussen de Lek en de Hollandse IJssel. Delen van het gebied werden aan ontginners uitgegeven. De overeenkomst tussen de eigenaar en de ontginner werd een cope genoemd. In het geval van Willeskop, werd het recht tot ontginning verworven door ene Wilhelmes. Zijn cope kreeg daarom de naam Wilhelmscoop. Hetgeen later verbasterde tot Willescop en uiteindelijk tot Willeskop. Voorbeelden van andere copes zijn Heeswijken Cattenbroek.Aan het eind van de ontginning werd een sloot gegraven en een kade opgeworpen om water van buiten de ontginning te keren. De kade aan het eind van de Willeskopse ontginning heet de Bloklandse Dijk, ook wel Blokland genoemd. Deze dijk loopt parallel met de weg door Willeskop. Aan deze weg staan vele oude boerderijen. De meeste stammen uit de 19e en 20e eeuw. Enkele hebben gevelstenen en namen als ‘Welgelegen’, ‘Ouders Vrucht’ en ‘Ojerslust’.Tegen het eind van de 18e eeuw werd midden in Willeskop een klein verdedigingswerk aangelegd ‘De Pleyt’ genaamd. Het was een onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie. De in de nabijheid gelegen boerderij en schippersherberg ‘de Pleyt’ deed tot ver in de 19e eeuw dienst als rechthuis. Vanaf 1818 werden de gerechten Willeskop, Kort-Heeswijk en Blokland samengevoegd tot de gemeente Willeskop. Deze drie Ambachtsheerlijkheden vielen tot die tijd onder Utrecht. Het voormalige gemeentewapen is afgeleid van het heerlijkheidswapen, waarbij het eerste en vierde kwartier omgedraaid werden. Dit eerste wapen werd verleend op 30 september 1818. Het gemeentewapen stamt uit 1908.In de 19e en 20e eeuw werden er vier steenfabrieken gebouwd in Willeskop.
Steenfabriek IJsseloord werd opgericht in 1867, maar op deze plek was al in 1865 een overdekte oven aanwezig. In 1944 werd de fabriek gesloopt. Van IJsseloord zijn onder andere de schuur en directeurswoning bewaard gebleven.
Een andere steenfabriek was de Vlamovensteenfabriek M.P. Splinter n.v. Deze kwam voort uit Steenfabriek De Hoop die gesticht werd in 1867.[1] Hier werden stenen gemaakt in Waal- en Rijnformaat. De fabriek werd in 1974 opgeheven en gesloopt.[2]De steenfabriek bestond uit een directeurswoning, een ruimte voor de ovens, schoorsteen, droogrekken en -hutten. De directeurswoning, Willeskop 88, is wel bewaard gebleven. Dit huis is gebouwd van stenen uit deze steenfabriek.
De Montfoortse Waalsteenfabriek v/h Gebr. Wiegerinck werd opgericht in 1906 en gesloten in 1975.
Steenfabriek De Vlijt heeft slechts kort bestaan en is in 1904 gesloopt.
Er staan nog enkele arbeidershuizen uit de tijd van de steenfabrieken aan de N228.

In het kader van een groot plan tot gemeentelijke herindeling in het westen van Utrecht en het oosten van Zuid-Holland kwam ook het einde van Willeskop als zelfstandige gemeente in zicht. De Willeskopse bevolking keerde zich massaal tegen deze plannen. Schrijver Hans Ferree werd een van de voormannen van de actiegroep Willeskoppig. De groep koos de onverzettelijke stier als beeldmerk en in veel tuinen stonden borden met deze (Willes)koppige stier. Het protest maakte bij het provinciebestuur weinig indruk en ook de Tweede en Eerste Kamer lieten zich niet vermurwen. Per 1 januari 1989 werd de gemeente Willeskop opgeheven. Het oostelijke deel werd bij de gemeente Montfoort gevoegd, het westelijke deel kwam bij Oudewater. Als herinnering aan de vroegere gemeente werd de toenmalige Provinciale Weg omgedoopt tot Willeskop en kwam in het bij Montfoort gevoegde deel een bronzen beeld van een stier als herinnering in de gemeente. Dit beeld is gemaakt door Toon Grassens.

Het wapen van Willeskop werd op 9 december 1907 per Koninklijk Besluit, nummer 64, verleend aan de Utrechtse gemeente Willeskop. Het wapen is gebaseerd op het wapen van de ambachtsheerlijkheid Williscop. De gemeente is op 1 januari 1818 van de gemeente Montfoort afgesplitst en ging op 1 januari 1989 weer op in die gemeente.

De blazoenering van het wapen luidt als volgt:
“Gevierendeeld; I van zilver met een wildeman van sabel, het gelaat aanziende, met de rechterhand een strijdkolf van azuur over den schouder houdende, ten halven lijve oprijzende uit een grond van natuurlijke kleur; II en III van zilver met drie molenijzers van keel, geplaatst 2 en 1; IV van zilver met 2 zwanen van hetzelfde, gebekt van keel, achter elkander zwemmende in een water, golvend gedwarsbalkt van zeven stukken, sinopel en zilver. Het schild gedekt met een helmkroon.[1]“Het wapen is in vier kwartieren gedeeld. Ze zijn alle vier van zilver. In het eerste kwartier staat een zwarte wildeman met een blauwe knuppel die op zijn rechterschouder rust. Officieel mogen blauw en zwart niet op elkaar geplaatst worden in de heraldiek. Echter omdat het om een apart lichaamsdeel gaat is het nu wel toegestaan.[2] De wildeman kijkt, als het ware, de toeschouwer aan. Alles onder de knieën is verborgen onder een bruine grond.Het tweede en derde kwartier zijn gelijk aan elkaar. Deze twee delen zijn gebaseerd op het wapen van Montfoort. De kwartieren vertonen drie rode molenijzers met twee ijzers bovenin en een onderin.Het laatste kwartier heeft twee zilveren zwanen met rode snavels. De zwanen “zwemmen” op de bovenste van een aantal afwisselend groen en zilveren, gegolfde, dwarsblaken. Doordat de zwanen als zilver beschreven zijn is dit een raadselwapen, want zilver mag niet op zilver geplaatst worden.De helmkroon is een gouden kroon van drie bladeren met daartussen twee parels; een zogenaamde gravenkroon.
Het wapen van de gemeente Willeskop is afgeleid van dat van de heerlijkheid Williscop. Bij de twee wapens zijn het eerste en vierde kwartier van plaats verwisseld. De twee verwisselde kwartieren zijn mogelijk sprekende elementen. In de 18e eeuw is er mogelijk een verband gelegd tussen Willeskop en wildeman.De molenijzers komen uit het wapen van de familie Van Montfoort. Deze familie heeft de heerlijkheid vanaf 1376 in bezit gehad. Latere eigenaren hebben de molenijzers als wapenstukken behouden.In het vierde kwartier komen twee zwanen uit het wapen van de familie Van Foreest voor. Zij voerden het wapen met hun eigen zwanen in het eerste kwartier als heerlijkheidswapen.
Uit:
Voorouders uit Willeskop:

 

  • Hendrik de Rovere (overleden tussen 9 en 12 januari 1299) hij werd in 1280/81 benoemd tot eerste burggraaf van Montfoort, uit het geslacht de Rovere. De bijbehorende bezittingen waren onder andere Blokland, Williskop, Heeswijk en Achthoven. Zijn ouders waren Roelof de Rovere (de Rode), heer van Mierlo en Odila van Montfoort.
  • Zweder de Rovere
    Geboren rond 1270, overleden in 1330/31. 2e burggraaf van Montfoort en heer van Blokland, Wiliskop, Heeswijk en Achthoven.
    Hij was een zoon van Hendrik I van Montfoort en Zwedersdochter van Bosichem.
  • Hendrick Jan Amelgersz van Rijswijck
    Geboren circa 1450, overleden voor 10 mei 1515. Zoon van Jan Amelger Hendrickszn van Rijswijck.
    Schepen van Oudewater. Na overlijden van zijn vader beleend met Willeskop bij Montfoort 1487.
    Hij zegelde met drie klimmende leeuwen.
  • Merrichen Aerts Dobbe
    Geboren rond 1600. Dochter van Aert Pons Dobbe en Lijsbeth Hendricks.
    Zij was gehuwd met Pancras Everts van Dijck. Pancras en Merrichen waren woonachtig in Willeskop.
  • Willemtgen Pancken
    Geboren rond 1640 te Willeskop, overleden in 1717 te  Waarder. Dochter van Pancras Everts van Dijck en Merrichen Aerts Dobbe. Zij trouwde in 1658 te Oudewater met Willem Willems Hollander.
Terug naar Dorpen en Steden
  facebook         

johnooms-nl

© 26 februari 2018, laatst bijgewerkt op 12 juli 2020