Boskoop

Het dorp Boskoop in 1793, Nederlandsche Stad- en Dorp- Beschrijver.

Gemeente Boskoop circa 1870, door J. Kuyper. 2150 inwoners.

Boskoop is een plaats in Zuid-Holland, die gelegen is aan rivier de Gouwe tussen Alphen aan den Rijn en Waddinxveen. Het dorp is vooral bekend vanwege de uitgebreide sierteelt. Tot 1 januari 2014 was Boskoop een gemeente. Boskoop is opgegaan is in de fusiegemeente Alphen aan den Rijn.

Boskoop is gesitueerd aan beide oevers van de Gouwe en ligt daarbij tussen Alphen aan den Rijn in het noorden en Waddinxveen in het zuiden, die ook beide aan deze rivier grenzen. Het dorp wordt in het westen begrensd door Hazerswoude en in het oosten en zuidoosten door Reeuwijk en Bodegraven. De beide oevers van de Gouwe worden verbonden door een hefbrug die aan de oostzijde doorloopt in het Reijerskoop en aan de westkant in de belangrijkste verbindingsweg in Boskoop, de Zijde.

Boskoop is nationaal en internationaal bekend om zijn boomkwekerijen, waarvan er ongeveer 774 verspreid liggen over een oppervlakte van 1100 hectare, omgeven door vele honderden kilometers waterwegen en sloten ten behoeve van de drainage.  Per 4 oktober 2019 had Boskoop een inwoneraantal van 16.005.

Tot 1988 bestond in Boskoop de Rijks Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting. In dat jaar fuseerde deze met de Wageningse laboratoriumopleiding Stova, de Rijks Hogere Landbouwschool in Deventer en de Hogere Bosbouw en Cultuurtechnische School in Velp tot Hogeschool Larenstein, gevestigd in Velp en Deventer.

Tot 1 januari 2014 was Boskoop een zelfstandige gemeente, sindsdien behoort het tot de fusiegemeente Alphen aan den Rijn.

Boskoop heeft een station aan de spoorlijn Gouda Alphen aan den Rijn, gelegen tegenover het rosarium. Vanaf 2016 heeft Boskoop nog een station aan deze lijn, bij de Snijdelwijk. Per auto is Boskoop via diverse richtingen bereikbaar. Men kan vanaf Alphen aan den Rijn de Alphenseweg volgen die langs de Gouwe loopt en over Boskoop verder doorloopt richting Waddinxveen en Gouda als N207. Aan de westkant is verder de N455 een belangrijke verbindingsroute.Met de bus is Boskoop ook te bereiken vanaf de meeste van de omliggende gemeenten. Verder is er vanaf het station ook nog de snelbusverbinding naar Den Haag.
De veenmoerassen die op de plaats van het huidige Boskoop waren gelegen werden in de 12e eeuw in cultuur gebracht door middel van cope-ontginning. Hieraan ontleent Boskoop zijn naam: de cope van Bucki of Buckeskop, genoemd naar een Fries met de (voor)naam Bucke. Zie ook Vriezekoop. Graaf Willem I noemde Boskoop zo in de oorkonde die hij in 1222 opstelde ten behoeve van de abdis van de Abdij van Rijnsburg.
Het verloop van de geschiedenis van Boskoop heeft veel te maken met het feit dat de gemeente op een gebied met een dikke veenlaag ligt. Het is merkwaardig, dat in Boskoop nooit op grote schaal turf is gewonnen, zoals op veel andere plekken in het Groene Hart. Dat kan niet worden toegeschreven aan de afstand tot omliggende steden, Gouda lag vlakbij en de Gouwe was al vroeg een bruikbare waterweg. Echter overal in het Hollandse binnenland gold dat de veengronden langs een riviertje van de vervening werden uitgezonderd wegens de afwijkende, voor turf minder geschikte samenstelling. In bepaalde perioden zou de abdij de afgraving van de veenlaag op haar grondgebieden niet hebben toegelaten. Om gronden voor de boomkwekerij te verbeteren is er veel grond van buiten aangevoerd (‘opgevaren’). Daardoor heeft de bodem van Boskoop een bijzondere, in hoge mate door de mens bepaalde samenstelling.Vanouds beschouwt men de bodem onder Boskoop als bijzonder geschikt voor de boomteelt. Eeuwenlang heeft Boskoop zich met name toegelegd op de teelt van fruit en fruitbomen (met name appels). Volgens sommigen werd men daarin gestimuleerd door de Abdij van Rijnsburg. Niet voor niets is de naam van de gemeente gegeven aan een appelsoort, die in de Lage Landen wijd verspreid is: de schone van Boskoop (ook bekend als de goudreinette), maar ook aan een druivenras, de glorie van Boskoop. Van de 15e tot de 17e eeuw werden er steeds meer bomen geproduceerd en deden ook andere siergewassen hun intrede, zoals Azalea’s. Zo kwam het dat Boskoop aan het einde van de 19e eeuw startte met de export van zijn producten, met Duitsland als eerste afnemer. Opmerkelijk is dat veel Boskoopse ’boomkwekerijen’ vooral sierteeltbedrijven zijn, want veel van de gekweekte boomsoorten zijn eigenlijk nog maar stekjes op het moment van verkoop.

Wapen van Boskoop (1816 -2013)

Het wapen van Boskoop werd op 24 juli 1816 aan de Zuid-Hollandse gemeente Boskoop in gebruik bevestigd. Sinds 1 januari 2014 valt het gebied onder de gemeente Alphen aan den Rijn. Het wapen van Boskoop is daardoor komen te vervallen. In het wapen van Alphen aan den Rijn is de burcht uit het wapen van Boskoop opgenomen.

De blazoenering van het wapen luidde als volgt: “Van lazuur beladen met een burgt van goud.“Op een blauw schild staat een gouden burcht. Het schild is gedekt met een markiezenkroon.De heraldische kleuren zijn goud (geel) en lazuur (blauw). Dit zijn de rijkskleuren.
De burcht is afkomstig van het wapen van Rijnsburg. De Abdij van Rijnsburg was vroeger eigenaar van de ambachtsheerlijkheid Boskoop. Destijds voerde Boskoop het wapen met een zwarte burcht op een zilveren schild. Bij de aanvraag van het wapen in 1813 zijn echter geen kleuren aangegeven, waardoor het door de Hoge Raad van Adel is verleend in de rijkskleuren: gouden stukken op een blauw veld. Boskoop voerde de kroon al in de achttiende eeuw, en waarschijnlijk diende een zegel als voorbeeld bij de aanvraag.
Bron: Wikipedia – Boskoop
Gijsbrecht II van Amstel (1175 – ± 1230) ontving van graaf Willem I van Holland goederen in Boskoop.
Terug naar Dorpen en Steden
facebook

© 29 november 2017, laatst bijgewerkt op 15 augustus 2023