Het geslacht van Rossum, dat vooral bekend werd door de illustere legeraanvoerder Maarten van Rossum, bewoonde een kasteel op de plaats van het huidige Slot van Rossum. De geschiedenis van het oude kasteel is niet helemaal duidelijk, maar zeker is dat het er in de 13e eeuw al stond. Na een brand in 1524 en totale verwoesting in 1599 bleef er niets dan een ruïne over.
1. Goossen van Rossum
Heer van Rossem. Hij komt voor van 1247 tot 1263 en hij is in 1250 ridder, hij zegelt in 1263 met drie vogels (papegaaien) en hij treedt geregeld op als getuige van de Graaf van Gelre, hij is gestorven vóór 1287.
Hij was gehuwd met een onbekende vrouw.
Kinderen:
- Gerard van Rossum (Volgt 2)
- Elisabeth van Rossum (Volgt Genealogie van Rossum 2b)
2. Gerard van Rossum
Heer van Rossem. Ridder (1276), richter en dijkgraaf in de Bommelerwaard. Hij is overleden vóór 1291. Zoon van Goosen van Rossem.
Hij is getrouwd met Hadewigis.
Zoon:
- Goossen van Rossum (Volgt 3)
3. Goossen van Rossum
Heer van Rossem. Zoon van Gerard van Rossum en Hadewigis.
Goossen van Rossum is in 1291 nog onmondig. Hij zegelt in 1321 met drie vogels. Hij is ridder in 1343 en hij sterft voor 1345. In 1343 kocht hij Tedinxweert (bij Avezaath), dat aan zijn erfgenamen in 1345 weder ontnomen werd. Hij was meester van de herberge van de Graaf van Holland. Hij ontving in 1314 het huis Rinenburg in leen, dat hij in 1329 weder verkocht.
Hij was gehuwd met Margaretha Uten Goye. Geboren rond 1275, overleden voor 1342. Dochter van Giselbertus Uten Goye en Margaretha van Teijlingen.
Kinderen:
- Gozewijn van Rossum …. – 1405 (Volgt 4)
- Gerard van Rossum
4. Gozewijn van Rossum
Geboren in 1320, overleden in 1405 te Tiel. Heer van Rossem. Zoon van Goossen van Rossum.
Landscommandeur der Ridderlijke Duytsche Orde, ridder (1357). Hij is overleden in 1405 te Tiel.
Gozewijn wordt in 1359 beleend met een tiend te Gameren. In 1367 wordt hij genoemd te Rossum bij een schatting voor het Kwartier van Nijmegen.
Hij is getrouwd met een onbekende vrouw.
Kinderen:
- Elisabeth van Rossum (Volgt Genealogie van Rossum nr. 5)
- Johan I Heer van Rossum 1350-1420 (Volgt 5)
- Otten van Rossum
5. Johan I Rossum
Geboren in 1350, overleden in 1420. Heer van Rossem. Zoon van Gozewijn van Rossem en Maralde Steck.
Hij is getrouwd met Catharina van Brakel.
Zoon:
- Goossen Heer van Rossum 1375-1425 (Volgt 6)
6. Goossen van Rossum
Geboren in 1375, overleden in 1425. Heer van Rossem.
Hij is getrouwd in 1400 met Anna Meralda Stecke. Overledenin 1430. Dochter van Johan Stecke.
Kinderen:
- Johan II Heer van Rossum 1400 – 1470 (Volgt 7)
- Sophia van Rossum 1405-1475
7. Johan II van Rossum
Geboren in 1400, overleden in 1470. Heer van Rossem. Zoon van Goossen van Rossem en Anna Meralda Stecke. Hij trouwde met Margaretha van Groesbeek. Geboren in 1405,overleden in 1455. Dochter van Johan van Groesbeek, heer van Groesbeek en Heumen.
Kinderen:
- Johan III Heer van Rossum en Lathum 1430-1512 (Volgt 8)
- Hendrik van Rossum 1435-1468
8. Johan III van Rossum
Geboren in 1430, overleden in 1512. Heer van Rossem, Lathum en Zoelen. Zoon van Johan II van Rossem en Margaretha van Groesbeek. Raad van Hertog Adolf van Gelre.
Hij is 1e getrouwd op 21 oktober 1468 met Beatrix de Cock van Haaften.
Dochter:
- Meralde van Rossum 1470-1540
Hij is 2e getrouwd in 1478 met Johanna van Hemert Vrouwe van Poederoijen.
Kinderen:
- Maarten van Rossum 1478-1555 (Volgt 9)
- Johan IV Heer van Rossum 1485-1568
- Margaretha van Rossum Vrouwe van Lathum 1495-1550
9. Maarten van Rossum
Geboren Zaltbommel circa 1478, overleden Antwerpen 7 juni 1555, heer van Poederoijen, pandheer van Bredevoort, heer van Cannenburgh, heer van Lathum en Baer, was maarschalk van Gelre en later keizerlijk stadhouder van Luxemburg, Gelderse legeraanvoerder die buiten zijn vaderland door de nietsontziende manier waarop hij oorlog voerde, zeer werd gevreesd. In een lange carrière bracht hij zijn lijfspreuk: “Blaken en branden is het sieraad van de oorlog” veelvuldig in de praktijk. Zijn manier van oorlogvoeren is goed te vergelijken met die van zijn Italiaanse collega’s de condottieri en kenmerkte zich door guerrilla-achtige tactieken, waarbij de burgerbevolking nog minder dan in zijn tijd gewoon was werd ontzien. Gedurende dertig jaar diende hij de belangen van de hertogen van Gelderland, Karel van Egmont en diens opvolger Willem van Gulik in hun strijd om de onafhankelijkheid van Gelderland veilig te stellen tegen de Habsburgse Nederlanden van keizer Karel V. Van Rossum bracht een lange lijst van wapenfeiten op zijn naam, waaronder de verovering van Arnhem en Rhenen door het toepassen van krijgslisten, plundertochten in Holland, de verovering van Utrecht in 1527, zijn opzienbarende aanval op Den Haag in 1528 en zijn veldtocht tegen Brabant (1543-43). Na de ondergang van het hertogdom Gelre vocht hij de laatste jaren van zijn leven in dienst van zijn oude vijand keizer Karel V tegen Frankrijk.
Zie ook: