Stamreeks Karel de Grote (XII)

 

Hoofdpagina: Karel de Grote
 Stamreeks Karel de Grote via Ermengarde, dochter van Lotharius I.

Karel de Grote 6

1. Karel de Grote, geboren bij Aix-la-Chapelle 2 april 748.  Karel was de oudste zoon van de latere koning Pepijn de Korte en Bertrada van Laon, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mainz; Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen; beiden worden gezalfd op 9 oktober 768, Karel te Noyon en Carloman te Soissons; na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken; hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny; na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden; Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Denis 28 juli 754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden; door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25 december 800; laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen; zijn uiteindelijke titulatuur wordt: ‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’; zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend; overleden te Aken 28 januari 814, begraven aldaar (Dom).
Hij had 4 echtgenotes en 6 concubines:

Hij trouwde 3e voor 30 april 771 Hildegard (Houdiard), geboren in 758, overleden Thionville (Moselle) 30 april 783, begraven in de kerk van de abdij Saint-Arnoul van Metz (Moselle), dochter van Gerold I, frankisch graaf [in de Vinzgouw] en van Imma (Emma, Emme), dochter van de Alamannen-graaf Hnabi, achterkleindochter van hertog Godfried. Zij vergezelde Karel naar Italië in 773 en 781.

lodewijk de vrome

2Lodewijk I, De Vrome, geboren bij Poitiers tussen 16 april en de herfst van 778.
Hij was een zoon van Karel de Grote en Hildegard van de Vinzgouw. Hij was de koning van Aquitanië vanaf 781, tot 811 (onder voogdijschap van Willem met de Hoorn, neef en paladijn van Karel de Grote. Willem met de Hoorn was een kleinzoon van Karel Martel. Tevens was hij de eerste graaf van Orange). Lodewijk was na de dood van zijn oudere broers Karel en Pippijn door zijn vader tot keizer gekroond en als mederegent aangesteld Aken 11.9.813; alleenheerser 28.1.814; doet zich door paus Stephanus IV opnieuw tot keizer kronen Reims 28.10.816; ontwerpt in Aken juli 817 een regeling van de toekomstige verdeling van zijn rijk (Ordinatio Imperii) welke hij echter in 829 wijzigt ten gunste van de uit zijn tweede huwelijk geboren zoon Karel hetgeen tot een reeks burgeroorlogen leidt; tot afstand gedwongen Çompiègne okt. 833 doch door zijn jongere zoons hersteld Saint-Denis 1.3.834; dit bevestigd door hernieuwde kroning Metz 28.2.835; overl. op een eiland in de Rijn bij Ingelheim 20.6.840, begr. Saint-Arnould bij Metz.
In zijn eerste huwelijk (795) was Lodewijk getrouwd met Irmingard. Ze hadden een goed huwelijk en Irmingard had een grote invloed op haar man.
Na het overlijden van Irmingard is Lodewijk op aandrang van zijn edelen hertrouwd. Na een soort schoonheidswedstrijd trouwde hij 1 februari 819 te Aken met Judith van Beieren.

In zijn eerste huwelijk (795) was Lodewijk getrouwd met Irmingard van Haspengouw. Ze hadden een goed huwelijk en Irmingard had een grote invloed op haar man. Zij kregen de volgende kinderen:

  • Rotrude (± 800-?) (Volgt Stamreeks Karel de Grote XI nr. 3), gehuwd met Gerard van Auvergne.
  • Bertha, waarvan het geboortejaar onbekend gebleven is
  • Hildegarde, (± 802/804 – 857), tweede echtgenote van Gerard van Auvergne, abdis van Notre Dame en Saint Jean te Laon, steunt Lotharius tegen Karel de Kale
  • Lodewijk (± 806-876), koning van Beieren en na 843 van het Oost-Frankische Rijk.

Na het overlijden van Irmingard op 3 oktober 818 is Lodewijk op aandrang van zijn edelen hertrouwd. Na een soort schoonheidswedstrijd trouwde hij 1 februari 819 te Aken met Judith van Beieren. Zij kregen de volgende kinderen:

  • Gisela (ca. 820 – 874), getrouwd met Eberhard van Friuli
  • Karel de Kale (13 juni823 – 6 oktober877), koning van het West-Frankische Rijk(Volgt Stamreeks Karel de Grote I nr. 3).
  • een onbekende dochter.

Bij zijn minnares Theodelinde van Sens had hij de volgende kinderen:

  • Alpais, (ca. 794 – 852), getrouwd met Bego van Toulouse.
  • Arnulf, (geb. 794), graaf van Sens en bondgenoot van Lotharius.

Lotharius I

Lotharius I

3. Lotharius I (geboren Aquitanië, 795 – overleden Prüm, 29 september 855)
Hij was de oudste zoon van Lodewijk de Vrome en Ermengarde van Haspengouw, en Rooms-keizer van 817 tot 855. Tot 840 regeerde hij samen met zijn vader. Hij was ook hertog van Beieren van 814 tot 829, koning van Italië van 818 tot 855 en koning van Midden-Francië van 840 tot 855. Hij probeerde om als keizer het oppergezag over het gehele Frankische Rijk te behouden maar moest na de dood van zijn vader uiteindelijk instemmen in een deling met zijn broers. De regio Lotharingen is naar hem genoemd.

In 815 werd Lotharius benoemd tot gouverneur van Beieren. Bij de Ordinatio Imperii van 817 werd hij benoemd tot medekeizer van zijn vader en eerste erfgenaam. Onder het keizerlijk gezag werden zijn broers Pepijn en Lodewijk benoemd tot koningen van Aquitanië en Beieren. Hun neef Bernhard was al koning van Italië. Na de mislukte opstand van Bernhard in 818 werd Lotharius ook koning van Italië. Hij hervormde het bestuur in zijn koninkrijk en werd in 823 opnieuw gekroond door paus Paschalis I. In 824 verklaarde Lotharius dat hij als keizer boven de paus stond.

Na de dood van de moeder van Lotharius, was Lodewijk de Vrome op aandrang van zijn hofhouding hertrouwd met Judith van Beieren. Op haar aandringen wees Lodewijk hun zoon Karel in 829 ook een eigen gebied toe. Lotharius en zijn broers zagen hierin een inbreuk op de Ordinatio Imperii en zagen hierin bovendien een teken van de toenemende macht van Judith en haar gunstelingen in het hof. Opgestookt door hun ooms en neven die allemaal grieven hadden tegen Lodewijk en door een aantal ontevreden edelen, besloten ze om een greep naar de macht te doen:

  • 831 Nadat Lodewijk de Duitser en Pepijn hun vader gevangen hebben genomen, trekt Lotharius met een groot leger naar het noorden en roept een rijksdag bijeen in Nijmegen. Maar Lodewijk de Vrome heeft Pepijn en Lodewijk de Duitser een groter deel in de erfenis beloofd en ook de lokale edelen zijn trouw aan Lodewijk de Vrome. Op de Rijksdag moeten de zoons hun vader weer als koning erkennen. Lotharius wordt begenadigd maar houdt alleen Italië over, en gaat daar in ballingschap.
  • 832 Na conflicten met Lodewijk de Duitser en Pepijn, benoemt Lodewijk de Vrome Karel de Kale tot koning van Aquitanië en wijst de rest van het keizerrijk aan Lotharius toe.
  • 833 Lotharius kiest voor een machtsgreep en marcheert naar het noorden. De legers van Lodewijk de Vrome aan de ene kant en de drie opstandige broers aan de andere kant, ontmoeten elkaar bij Colmar. Er wordt dagenlang onderhandeld maar ondertussen hebben de broers, met hulp van de paus, een deel van het leger van Lodewijk omgekocht of overgehaald om hun kant te kiezen. Lodewijk beveelt zijn resterende troepen niet meer te vechten en wordt gevangengenomen. Uit boosheid over het gedrag van Lotharius en de vernederingen die de broers Lodewijk de Vrome laten ondergaan, kiezen steeds meer edelen in Neustrië en Austrasië de kant van Lodewijk de Vrome. Lotharius wordt gedwongen om zich terug te trekken op Bourgondië.
  • 834 Lotharius wil in onderhandelingen met zijn broers de situatie van de Ordinatio Imperii herstellen, waarbij hij als keizer dus boven zijn broers zal staan. Pepijn en Lodewijk zijn hier niet van gediend; zij willen de hun in 831 toegezegde koninkrijken behouden en als zelfstandige koningen regeren. Lotharius moet zich in Blois onderwerpen, Pepijn en Lodewijk verdrijven Lotharius naar Italië en maken hun vader weer keizer.
  • 835 De belangrijkste partijgangers van Lotharius verliezen bij de synode van Diedenhoven hun functies of overlijden in Italië tijdens een epidemie.
  • 838 Pepijn sterft
  • 839 Lotharius kiest door bemiddeling van Judith nu de kant van Lodewijk de Vrome
  • 840 Lotharius erkent Karel als koning van Aquitanië. Het keizerrijk wordt ruwweg verdeeld in een oostelijk deel (met Italië) voor Lotharius, en een westelijk deel voor Karel. Lodewijk de Duitser houdt alleen de macht in Beieren. Lodewijk de Vrome zendt op zijn sterfbed de keizerlijke tekenen van waardigheid aan Lotharius, die daarna het keizerschap over het hele rijk opeist.
  • 841 Karel en Lodewijk sluiten een bondgenootschap tegen Lotharius (eed van Straatsburg). Lotharius verbindt zich met zijn neef Pepijn II van Aquitanië, die ondanks het koningschap van Karel de feitelijke machthebber in Aquitanië is. Op 25 juni worden Lotharius en Pepijn echter verslagen bij Fontenay in Bourgondië. Lotharius vlucht naar Aken en onderneemt van daaruit rooftochten maar moet ook Aken opgeven. Lotharius verbindt zich daarop met de Saksische boeren maar hun verzet wordt door Lodewijk en de Saksische adel onderdrukt. Uiteindelijk trekt Lotharius zich terug op Lyon. In dit jaar geeft hij Walcheren in leen aan de Vikingen om zo nieuwe bondgenoten te werven, dit leidt tot een langdurige aanwezigheid van de Vikingen in Friesland.
  • 842 begin van onderhandelingen (door delegaties) bij Mâcon op een eiland in de Saône.
  • 843 vredesverdrag: het Verdrag van Verdun. Deze deling betekent het einde van het Frankische Rijk en legt de basis voor het ontstaan van Frankrijk, Duitsland en Italië. Ook de kortstondige hereniging onder Karel de Dikke kon deze ontwikkeling niet tegenhouden.

Bij het verdrag van Verdun heeft Lotharius zijn broers op bijna alle punten moeten toegeven. Maar aan de andere kant had hij nog wel de keizerstitel en alle gebieden die daarmee verband hadden zoals de hoofdstad Aken, de dalen van de Maas en de Moezel waar de bezittingen van zijn voorouders lagen, en Italië met de controle over de paus en de associatie met het oude Rome. In 844 benoemt hij zijn zoon Lodewijk tot koning van Italië en in 850 maakt hij hem medekeizer. In het noorden is hij gedwongen om meer gebieden aan de Vikingen in leen te geven. In 855 roept hij zijn zoons bij zich in de abdij van Prüm en verdeelt zijn rijk onder hen:

  • Lodewijk krijgt Italië
  • Karel het grootste deel van Bourgondië en de Provence
  • Lotharius II het noordelijke deel van Bourgondië en de rest van het Middenrijk, dat later naar hem Lotharingen zal worden genoemd

Daarna wordt Lotharius monnik in de abdij en sterft 6 dagen later.

Het graf van Lotharius is in 1860 ontdekt in de abdij van Prüm. Prüm lag toen in het koninkrijk Pruisen en met financiële steun van koning Wilhelm I werd een nieuwe graftombe voor Lotharius gebouwd waarin hij nu nog begraven is.

Lotharius was 15 november 821 in de palts van Thionville getrouwd met Irmgard (circa 800-851), de dochter van zijn trouwe medestander Hugo van Tours. Zij kregen de volgende kinderen:

  • Lodewijk (Volgt 4a)
  • Hiltrude (geb. ca. 826)
  • Ermengarde (geb. ca. 830) (Volgt 4b), geschaakt door Giselbert I van Maasgouw die in 846 met haar trouwde in Aquitanië.
  • Berta (ca. 830). Jong weduwe van een onbekende echtgenoot, daarna abdis van Avenay tot 852, mogelijk daarna abdis van Faremoutiers tot 877
  • Gisela (ca. 830 – 860), 851 abdis van San Salvatore te Brescia
  • Lotharius II (Volgt Stamreeks Karel de Grote XXI nr. 4)
  • Rotrude, getrouwd met Lambert II van Nantes
  • Karel van Provence

Naast zijn huwelijk had hij ten minste een bijvrouw, Doda. Lotharius en Doda hadden een zoon Karloman (geb. 853). Na de dood van Irmgard weigerde Lotharius opnieuw te trouwen.

4a. Lodewijk II van Italië
Geboren in 825 – overleden Ghedi, 12 augustus 875) was keizer van het Roomse Rijk (toen nog niet ‘”Heilig” genoemd) en koning van Noord-Italië.
Lodewijk was de oudste zoon van keizer Lotharius I en werd in 839 door hem aangewezen als toekomstige koning van Italië. Hij was verloofd met een dochter van keizer Theophilos van Byzantium maar verbrak de verloving in 842, na de dood van Theophilos. Op 15 juni 844 werd hij gekroond tot koning van Italië en trok daarna met een leger naar Rome om de stad te beschermen tegen de Saracenen die de stad kort daarvoor hadden geplunderd. In 847 leidde hij een vergeefse expeditie om Saraceense kapers te verdrijven uit hun bases in Zuid-Italië. Hij werd als medekeizer gekroond door paus Leo IV in 850. In 851 trok hij opnieuw naar het zuiden op verzoek van de kloosters van Monte Cassino en San Vincenzo, die door de Saracenen waren aangevallen. Hij greep ook in in de interne strijd in het hertogdom Benevento. Door het hertogdom te verdelen tussen de twee strijdende fracties wist Lodewijk een vrede te bemiddelen. Toen beide partijen hun Saraceense huurlingen niet meer nodig hadden, verraadden ze die aan Lodewijk – die ze liet ombrengen. Datzelfde jaar hield hij een landdag in Pavia.

Na het overlijden van zijn vader werd Lodewijk gekroond tot keizer. Hij was echter ontevreden over de verdeling van de erfenis omdat hij buiten het koninkrijk Italië geen aanvullende gebieden kreeg.In het noorden werd de politiek van Lodewijk bepaald door zijn twee broers, Lotharius II en Karel van Provence, die geen wettige erfgenamen hadden, en waar Lodewijk dus moest proberen om hun erfenis te verwerven. In 857 sloot hij een bondgenootschap met zijn ooms de Oost-Frankische koning Lodewijk de Duitser en de West-Frankische koning Karel de Kale, tegen zijn broer Lotharius II (die Lotharingen en delen van Bourgondië en Zwitserlandhad gekregen). Maar een jaar later verzoende hij zich met Lotharius en steunde hem in zijn pogingen om van zijn onvruchtbare echtgenote te scheiden. Als dank werd Lodewijk goed bedeeld toen hij in 863 met Lotharius het koninkrijk van hun broer Karel van Provence verdeelde: Lodewijk kreeg al het gebied tot aan de Rhône, behalve Lyon en Vienne. Het volgende jaar steunde hij nogmaals de positie van zijn broer in de scheidingskwestie en trok zelfs met een leger naar Rome om de paus onder druk te zetten. Doordat Lodewijk ziek werd, was hij echter genoodzaakt om van militaire actie af te zien en sloot een compromis met de paus. Ondanks de inspanningen van Lodewijk lukte het Lotharius niet om te scheiden en vervolgens zijn buitenechtelijke kinderen te echten. Toen Lotharius in 869 zonder wettige erfgenamen stierf was Lodewijk gebonden door de belegering van Bari. Zijn ooms Karel en Lodewijk konden daardoor bij het verdrag van Meerssen het koninkrijk van Lotharius verdelen – protesten van Lodewijk en de paus konden daar niets meer aan veranderen. In zijn laatste jaren zocht Lodewijk toenadering tot Lodewijk de Duitser en benoemde diens zoon Karloman van Beieren tot opvolger, omdat hij zelf alleen dochters had.In het zuiden was er regelmatig oorlog met de Saracenen die heersten over het Emiraat Bari en waren er wisselende verstandhoudingen met het Byzantijnse Rijk en de lokale adel. In 866 versloeg Lodewijk de Saracenen maar kon hun hoofdstad Bari niet innemen omdat hij geen vloot had, en de stad dus niet vanaf zee kon insluiten. Daarom sloot hij in 869 een bondgenootschap met Basileios I, wat werd bezegeld door de verloving van zijn dochter Ermengardis met Konstantinos, zoon van Basileios. Basileios stuurde een vloot die echter pas in Bari aankwam toen het leger van Lodewijk zich in het winterkwartier had teruggetrokken. Toen Lodewijk en de Byzantijnse admiraal ruzie kregen, omdat de admiraal Lodewijk als “rex” (koning) aansprak, vertrok de vloot weer. In 871 lukte het wel om Bari in te nemen met hulp van een Byzantijnse vloot. Ook nu is er een ruzie omdat de Byzantijnse admiraal Lodewijk aanspreekt als “keizer van de Franken” terwijl Lodewijk zichzelf “keizer van de Romeinen” noemt, wat de Byzantijnen niet kunnen accepteren. De verloving van de kinderen van de keizers werd verbroken. Toen de Saraceense macht in Zuid-Italië leek te zijn gebroken, had Lodewijk de mogelijkheid om ook daar zijn gezag te vestigen. Voor de lokale adel had dat geleid tot een forse inperking van hun autonomie. Daarom overviel hertog Adelchis van Benevento Lodewijk in zijn palts in Benevento, beroofde hem van zijn schatten en zette hem gevangen. Hierdoor ontstond het gerucht dat Lodewijk was gedood en prompt boden een aantal Italiaanse edelen de kroon aan aan Karel de Kale. Die accepteerde het aanbod en trok daadwerkelijk naar Italië maar keerde terug toen hij hoorde dat Lodewijk nog in leven was. Toen een Saraceens leger landde in Italië werd Lodewijk vrijgelaten, nadat hij een eed had gezworen om zich niet te wreken. Lodewijk trok naar Rome en werd daar in 872 door de paus van zijn eed ontslagen, en opnieuw tot keizer gekroond om zijn soevereiniteit te onderstrepen. Lodewijk trok met een leger naar het zuiden en versloeg de Saracenen bij Capua maar was niet in staat om Adelchis te verslaan.Lodewijks vrouw Engelberga had grote invloed op zijn bewind. Bovendien kregen zij en haar familieleden grote schenkingen van Lodewijk. Dit leidde tot veel weerstand bij de Italiaanse adel. Haar arrogante gedrag zou ook de directe aanleiding zijn geweest voor het hierboven beschreven incident in Benevento in 871.Lodewijk is begraven in de basiliek van Sant’Ambrogio in Milaan.
Lodewijk was getrouwd met Engelberga van Parma, dochter van Adelchis I van Spoleto (Zie Hertogen van Spoleto nr. 2).
Ze kregen twee dochters:

  • Gisela (dochter van Engelberga), (ca. 850 – voor 28 april 868), in 861 benoemd tot abdis van San Salvatore te Brescia
  • Ermengarde, gehuwd met Bosso van Provence (Volgt Koningen van Provence nr. 1).

4b. Ermengarde (geboren ca. 830).
Zij was een dochter van Lotharius I en Irmgard van Tours.
Zij was geschaakt door Giselbert I van Maasgouw die in 846 met haar trouwde in Aquitanië.

Giselbert I van Maasgouw of Giselbert I (geboren ca. 825 – overleden na 6 september 885) was een Frankische edelman en stamvader van de Reiniers, een geslacht dat gedurende enkele eeuwen een belangrijke rol zou spelen in het Hertogdom Lotharingen.

Giselbert was graaf van de Maasgouw in 841. Hij was een aanhanger van Karel de Kale geweest en toen Lotharius I na het verdrag van Verdun zijn koning werd, besloot hij naar West-Francië te trekken. Daar voegde hij zich uiteindelijk bij het kamp van Pepijn II van Aquitanië. In 846 heeft Giselbert Ermengarde, dochter van keizer Lotharius I, geschaakt en is in hetzelfde jaar met haar getrouwd in Aquitanië. Nadat Pepijn zijn positie verloor, zocht Giselbert zijn heil bij Lodewijk de Duitser. In 849 overleed Ermengarde en kon hij zich door bemiddeling van Karel de Kale verzoenen met Lotharius I. Het huwelijk werd erkend en Giselbert kon terugkeren naar de Maasgouw. Hij werd in 866 benoemd tot graaf van de Lommegouw.

Giselbert was zoon van Giselbert van de Bidgouw (geb. ca. 800).

Hij en Ermengarde hadden de volgende kinderen:

  • Reinier I van Henegouwen(Volgt 5).
  • Albert van Maasgouw
  • Richwin van Verdun (ca. 848 – 923). Onthoofdde zijn onbekende eerste vrouw (dochter van Enguerrand en Friderada) wegens onkuisheid, en hertrouwde met Kunigonde. Mogelijk was ze dezelfde als Kunigunde van de Ardennenweduwe van paltsgraaf Wigerik. Richwin werd vermoord door ene Boso, zoon van Richard.

5. Reinier I van Henegouwen  (geboren ~850 – overleden Meerssen, eind 915) was in zijn tijd de machtigste edelman in Lotharingen. Hij versterkte zijn positie door gebruik te maken van de positie van Lotharingen tussen Oost- en West-Francië, in een tijd dat het nog niet vanzelfsprekend was dat Lotharingen tot het Heilige Roomse Rijk (Oost-Francië/Duitsland) zou gaan behoren.

Reinier was een zoon van Giselbert I van Maasgouw en van Ermengarde, dochter van Lotharius I. Daardoor behoorde hij tot de hoogste adel van Lotharingen. In zijn jonge jaren was hij samen met de bisschop van Luik aanvoerder van een expeditie tegen de Vikingen op Walcheren. Volgens Dudo van Saint-Quentin voerde hij daarna ook nog met Radbod, de leider van de Friezen, een leger aan in Walcheren tegen de Noormannen onder leiding van Rollo. Dudo’s betrouwbaarheid is echter niet onbetwist. Reinier werd benoemd tot graaf van Henegouwen, Bergen en Haspengouw. In de Capitulare van Quierzy uit 877, wordt hij genoemd naast zijn vader als één van de regenten van het koninkrijk tijdens de afwezigheid van Karel de Kale die oorlog voerde in Italië.

Na de dood van zijn vader volgde hij hem op als graaf van de Maasgouw. Ook erfde hij grote bezittingen langs de Maas. In 886 nam hij deel aan de gevechten tegen de Vikingen tijdens het beleg van Parijs. Hij steunde de zaak van Karel de Eenvoudige tegen Odo I van Frankrijk. In 895 steunde Reinier de benoeming van Zwentibold tot koning van Lotharingen. Reinier werd een belangrijke adviseur van Zwentibold en die beloonde hem in 897 met de benoeming tot lekenabt van Sint-Servaas in Maastricht en de abdij van Echternach. Zwentibold kwam echter al snel in conflict met de edelen en ontsloeg in 898 Reinier als zijn raadgever. Reinier vroeg toen aan Karel de Eenvoudige om koning te worden van Lotharingen. Als straf daarvoor wilde Zwentibold alle titels en bezittingen van Reinier afnemen maar die weigerde ze op te geven. Reinier verschanste zich met medestanders bij “Durfos” aan de Maas (het is niet bekend welke plaats dat is) en kon een aanval van het leger van Zwentibold afslaan. In 900 werd Zwentibold gedood in een veldslag tegen opstandige edelen en werd als koning van Lotharingen opgevolgd door Lodewijk het Kind. Lodewijk benoemde in 903 Gebhard tot hertog van Lotharingen. Reinier werd in 900 wel benoemd tot lekenabt van de dubbelabdij van Stavelot-Malmedy en kreeg ook in 908 formeel de titel van graaf van Henegouwen terug. Toen Gebhard in 910 sneuvelde tegen de Hongaren werd zijn positie waargenomen door Reinier.

Na de dood van Lodewijk het Kind in 910 weigerde de adel van Lotharingen, onder leiding van Reinier, zijn opvolger Koenraad I van Frankenland trouw te zweren maar erkende Karel de Eenvoudige als koning. Karel gaf Reinier als beloning de functie van lekenabt van de rijksabdij Sankt Maximin te Trier. Zo had Reinier gaandeweg als graaf, lekenabt en als grootgrondbezitter, uitgestrekte gebieden in en rond het huidige Wallonië en Luxemburg onder controle gekregen. Hij kreeg de titel markgraaf van Karel in 915. Formeel was dat een benoeming tot markgraaf maar in de praktijk waren de rechten en bevoegdheden dezelfde als die van een hertog. Reinier was onbetwist de militaire leider van het gebied onder Karel. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Giselbert II, maar hun dynastie slaagde er niet in om een hegemonie in Lotharingen te vestigen zoals de Liudolfingen in Saksen en de Liutpoldingen in Beieren.

Reinier trouwde in 885 met Alberada (854 – na 919). Haar herkomst is onbekend maar haar voor die tijd hoge leeftijd bij het huwelijk suggereert dat ze een (rijke?) weduwe was. Ze kregen de volgende kinderen:

  • Giselbert II van Maasgouw (ca. 890 – Andernach, 2 oktober 939), hertog van Lotharingen
  • Reinier II van Henegouwen (ca. 890 – 932, of later), graaf van Henegouwen (Volgt 6)
  • Symphoria, gehuwd met Berengarius van Namen (Volgt Graven van Namen nr. 1).

Kort na de dood van Reinier in 915 huwde Alberade met Waldger, zoon van Gerulf I.

6. Reinier II van Henegouwen (geboren ca. 890 – overleden na 932) was een zoon van Reinier I van Henegouwen en van Alberada.

Hij werd in 915 graaf van Henegouwen, Bergen en Valencijn, in opvolging van zijn vader. Zijn broer Giselbert II van Maasgouw werd hertog van Lotharingen. Om onbekende reden raakte hij in strijd met zijn broer en moest hem zijn kinderen in gijzeling geven. Met hulp van zijn zwager Berengarius van Namen viel hij Giselbert aan en wist de vrijheid van zijn kinderen te winnen. Giselbert verwoestte in 924 grote delen van Henegouwen. Reinier was in zijn verdere politiek vooral een bondgenoot van de Robertijnen.

Reinier was getrouwd met Adelheid, dochter van Richard I van Bourgondië.  Reinier en Adelhed waren de ouders van:

  • Reinier III(Volgt 7).
  • Rudolf (ovl. na 966), graaf van de Maasgouw en de Haspengouw, in 956 samen met Reinier bestraft door Bruno de Grote.
    Rudolf verloor zijn bezittingen maar kreeg ze later terug.
  • Leotard, genoemd in enkele aktes, overleden voor 944.
  • Richwara, gehuwd met graaf Neveling van de Betuwe.

7. Reinier III, bijgenaamd Langhals (ca. 920 – 973)
Hij was graaf van Henegouwen. Hij was één van de machtigste edelen in Lotharingen en probeerde tevergeefs de positie van hertog van Lotharingen te verwerven.

Reinier volgde in 932 zijn vader Reinier II op als graaf van Henegouwen. In 939 steunde hij samen met zijn broer Rudolf (graaf van Haspengouw en de Maasgouw) de opstand van hertog Giselbert, die hun oom was. Nadat Giselbert was gesneuveld probeerde Reinier tevergeefs zijn plaats in te nemen. In 944 sloten Reinier en Rudolf daartoe nog een bondgenootschap met Lodewijk IV van Frankrijk maar hun plannen werden gedwarsboomd door Herman I van Zwaben. Koenraad de Rode werd toen tot hertog benoemd en wist de rebelse broers enige tijd onder controle te houden. In 951 waren Reinier en Rudolf alweer in open conflict met Koenraad. Toen die later deelnam aan de opstand van Liudolf van Zwaben tegen Otto I, kozen Reinier en Rudolf natuurlijk prompt de kant van de koning. In de anarchie die daarop volgde, riep Reinier zich in 954 uit tot hertog van Lotharingen. Reinier probeerde met geweld zijn gezag te vestigen en dwong bijvoorbeeld met militaire middelen de benoeming van zijn broer Balderik tot bisschop van Luik af. Ook plunderde hij op grote schaal kerkelijke bezittingen, om aan de middelen te komen die een onzekere hertog nodig heeft. Uiteindelijk was Reinier in conflict met Frankrijk en met de kerk, terwijl koning Otto diens broer Bruno (aartsbisschop van Keulen) tot hertog benoemde. In een laatste poging om zijn positie te versterken, bezette hij de huwelijksgoederen van Gerberga van Saksen die in haar eerste huwelijk met hertog Giselbert getrouwd was geweest. Dat was onverstandig want Gerberga was door haar tweede huwelijk met Lodewijk IV een machtige vrouw geworden, en was bovendien zuster van koning Otto en hertog Bruno. Reinier probeerde nog een overeenkomst te onderhandelen met Bruno maar dat mislukte toen Reinier weigerde om gijzelaars te geven. Uiteindelijk werd Reinier tegelijk door Frankrijk en hertog Bruno aangevallen. Toen zijn fort aan de Chiers werd veroverd viel zijn gezin in handen van zijn tegenstanders. Reinier moest toen zijn verzet staken. Hij werd samen met zijn broer Rudolf verbannen naar Bohemen, waar hij overleed. Zijn familiegoederen werden geconfisqueerd en zijn zoons werden onterfd en vluchtten naar Frankrijk.

Na zijn afzetting werd Henegouwen opgesplitst in het graafschap Bergen en het markgraafschap Valenciennes.

Reinier was gehuwd met Adela van Leuven (ca. 930 – 961). Reinier en Adela hadden twee zoons:

  • Reinier IV
  • Lambert I van Leuven (Volgt 8)
Lambert I van Leuven

Lambert I van Leuven

8. Lambert I van Leuven bijgenaamd met de Baard (geboren ca. 950 – overleden Florennes, 12 september1015), was de oudste met zekerheid bekende graaf van Leuven en stamvader van de Leuvense gravendynastie (Volgt Graven van Leuven nr. 1).

 

 

 

 

 

 

 

Terug naar:

Van Karel de Grote tot Ooms

facebook

© 5 september 2015, laatst bijgewerkt op  9 april 2023