Stamreeks Karel de Grote (XVII)

Hoofdpagina: Karel de Grote

Via Cunégonde (nr. 4), dochter van Bernhard van Italië en Kunigonde van Gellone en vervolgens via Geertruida van Saksen (nr. 11),  dochter van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt. Geertruida huwde eerst Floris I van Holland en na diens dood met Robrecht de Fries, graaf van Vlaanderen. Daardoor werd zij de stammoeder van de latere graven van Holland en Vlaanderen.
Geertruida van Saksen was onder meer moeder van:

–  Dirk V van Holland (1052-1091), graaf van Holland
–  Bertha van Holland (ca. 1058-1094), gehuwd van 1072 tot 1092 met koning van  Frankrijk, Filips I van Frankrijk
–  Adelheid van Holland (1045-1085), gehuwd met Boudewijn I van Guînes

–  Robrecht II van Vlaanderen (1065-1111), graaf van Vlaanderen (1093-1111), vader van graaf Boudewijn VII van Vlaanderen (1111-1119).
–  Filips van Lo, vader van Willem van Ieper
  Gertrudis van Vlaanderen (1080-1117) moeder van Diederik van de Elzas, graaf van Vlaanderen
–  Rosamunde (geboren 1067), moeder van Alard van Egmont

 


 

Karel de Grote 6

Karel de Grote

1. Karel de Grote, geboren bij Aix-la-Chapelle 2 april 748.  Karel was de oudste zoon van de latere koning Pepijn de Korte en Bertrada van Laon, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mainz; Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen; beiden worden gezalfd op 9 oktober 768, Karel te Noyon en Carloman te Soissons; na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken; hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny; na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden; Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Denis 28 juli 754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden; door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25 december 800; laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen; zijn uiteindelijke titulatuur wordt: ‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’; zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend; overleden te Aken 28 januari 814, begraven aldaar (Dom).
Hij had 4 echtgenotes en 6 concubines:

Hij trouwde 3e voor 30 april 771 Hildegard (Houdiard), geboren in 758, overleden Thionville (Moselle) 30 april 783, begraven in de kerk van de abdij Saint-Arnoul van Metz (Moselle), dochter van Gerold I, frankisch graaf [in de Vinzgouw] en van Imma (Emma, Emme), dochter van de Alamannen-graaf Hnabi, achterkleindochter van hertog Godfried. Zij vergezelde Karel naar Italië in 773 en 781.

Pepijn van Italie

Pepijn van Italie

2. Pepijn van Italië, bij geboorte oorspr. Karloman, (april 7778 juli 810) was de tweede zoon van Karel de Grote met zijn vrouw Hildegard (naKarelde Jongere en bastaardzoon Pepijn met de Bult). Hij was koning (bestuurder en militair bevelhebber) van Italië binnen het rijk van zijn vader.
In 781 bezocht Karel Italië, officieel als bedevaartganger, maar mede om er orde op zaken te stellen en het land beter onder Karolingisch gezag te brengen. Hij benoemde er op 15 april zijn zoon Karloman (Pepijn) als koning. Hij brak met opzet met de traditie door hem tot koning van Italië te maken en niet van het nog maar net veroverde Lombardije, hoewel Karloman zich wel vestigde in de oude hoofdstad van deLongobardenPavia. Deze benoeming maakte deel uit van de politiek van Karel om het bestuur en de militaire organisatie van zijn rijk te decentraliseren, zodat ook tijdens zijn afwezigheid het rijk adequaat kon worden verdedigd. Karloman was bij zijn benoeming 8 jaar oud en zijn taken werden uitgevoerd door belangrijke hovelingen, zoals abt Adelard van Corbie en hertog Erik van Friuli. Na de mislukte opstand van Karlomans halfbroer Pepijn met de Bult in 792, viel die in ongenade. Karloman werd door de paus opnieuw gedoopt met de naam Pepijn.

Mogelijk is Pepijn huwelijken aangegaan. Een eerste echtgenote zou Bertha van Toulouse zijn, mogelijk een dochter van Willem van Gellone. Een tweede partner was mogelijk Chrothais, via vader Bernhard een kleindochter van Karel Martel. Wel had hij (onwettige?) kinderen:
– Bernhard van Italië, (797 – Aken, 14 april 818). Opvolger van zijn vader als koning van Italië. Na zijn verzet tegen Lodewijk de Vrome afgezet en (onbedoeld) gedood. (VOLGT 3.)
– Aeda, (geb. 798), gehuwd met de Saksische edelman Billung, ouders van Oda, de vrouw van Liudolf van Saksen (VOLGT Duitse Koningen en Keizers).
– Adelheid/Adèle, echtgenote van Lambert I, graaf van Nantes en hertog Spoleto

Er zijn veel speculaties over de identiteit van de minnares(sen) van Pepijn, maar geen van deze speculaties heeft echter historische gronden.

3. Bernhard van Italië(geboren 797 –  overleden 17 april 818) was een onwettige zoon van koningPepijn van Italië en volgde zijn vader op als koning van Italië in 813.
Bernhard werd in zijn jeugd opgevoed in de abdij van Fulda. In 812 werd hij meerderjarig en werd hij benoemd tot gouverneur van Italië, begeleid door abt Adelhard van Corbie, adviseur en neef van Karel de Grote. Een jaar later werd hij in Aken tot koning van Italië gekroond, als opvolger van zijn vader – wat bijzonder is omdat hij een onwettige zoon was. In de eerste jaren van zijn bestuur was hij een trouwe vazal van Karel de Grote en Lodewijk de Vrome. In 815 onderzocht hij de moorden in een conflict tussen paus Leo III en diens tegenstanders uit adellijke Romeinse families.
In 817 stelde Lodewijk de Vrome de Ordinatio Imperii op. Bernhard werd daarin niet expliciet als koning van Italië genoemd en was daardoor bang dat hij zijn positie zou verliezen. Daarop werden er aan zijn hof plannen gemaakt voor het uitroepen van een onafhankelijk koninkrijk. Bernhard bezette de Alpenpassen. Lodewijk de Vrome trok met een leger naar Chalon-sur-Saône en Bernhard begreep dat zijn positie onhoudbaar was, zeker toen enkele van zijn aanhangers hem verlieten. Bernhard kreeg bericht dat Lodewijk hem wilde begenadigen. Bernhard ging naar Lodewijk in Chalons en daar bleek dat hij geen keuze had dan zich met zijn aanhangers over te geven. In 818 werd Bernhard te Aken ter dood veroordeeld maar de straf werd verzacht tot het uitsteken van de ogen (met een roodgloeiend mes). Twee dagen na de straf bezweek Bernhard alsnog na een ondragelijk lijden.
Bernhard was getrouwd met Kunigonde van Laon. Zij stichtte het nonnenklooster van San Allessandro in Parma. Zij was de dochter van Heribert de Gellone, zoon van Willem van Gellonne (Willem met de Hoorn, hertog van Aquitanië, graaf van Orange, neef en paladijn van Karel de Grote).
Bernard en Kunigonde waren ouders van:
– Pepijn van Vermandois (Volgt Karel de Grote II nr. 4)
– Cunégonde (Volgt 4)

4. Cunégonde (geboren ca. 820).
Dochter van Bernhard van Italië en Kunigonde. Zij was gehuwd met Erchanger, graaf van de Nordgau.
Een dochter:
– Gisela (Volgt 5)

5. Gisela der Franken (geboren 840 – overleden 895).
Zij was een dochter van Berhard van Italië en Kunigonde.
Zij was gehuwd met Berthold I van Zwaben, een vooraanstaande hoveling van Karel de Dikke en Arnulf van Karinthië..
Dochter:
Kunigonde van Zwaben (Volgt 6).

6. Kunigonde van Zwaben (geboren ca. 860 – overleden 915)
Zij was een dochter van Gisela der Franken en Berthold I van Zwaben.
Zij was gehuwd met Luitpold van Karinthië, ook Leopold van Beieren genoemd, (geboren ca. 855 – overleden 4 juli 907) was de leidende edelman en militaire aanvoerder in Beieren en de oostelijke marken.
Zoon:
– Arnulf I van Beieren (Volgt 7).

7. Arnulf I van Beieren (geboren ca. 880 – Regensburg, 14 juli 937).
Bijgenaamd de Boze, was Hertog van Beieren.

In 907 volgde Arnulf zijn vader Luitpold van Karinthië op als hertog van Beieren en markgraaf van de Beierse Nordgau. Zijn vader was gesneuveld in een veldslag tegen de Hongaren bij Bratislava, waarbij ook het Beierse leger was vernietigd. Om een nieuw leger te financieren confisqueerde hij op grote schaal kerkelijke bezittingen, waardoor hij van de (kerkelijke) geschiedschrijvers zijn bijnaam kreeg. Hij bouwde zijn nieuwe leger op rond cavalerie, om zo beter in staat te zijn om de Hongaren te bestrijden. Deze aanpak had succes want Arnulf wist 909, 910 en 913 Hongaarse plundertroepen te verslaan. Na de slag in 913 sloot Arnulf een overeenkomst met de Hongaren waardoor die Beieren een lange tijd met rust zouden laten.In 911 steunde Arnulf de verkiezing van koning Koenraad I en in 913 werd de band met Koenraad versterkt doordat zijn stiefmoeder met Koenraad trouwde. In 914 kwam het echter tot een conflict tussen Arnulf en Koenraad over de belangen van hun wederzijdse verwanten in Zwaben. Arnulf zag zich genoodzaakt te vluchten en vond onderdak bij de Hongaren. In 916 probeerde Arnulf zijn positie te heroveren maar werd verslagen en moest weer vluchten. Hij trok zich niets aan van oproepen om voor de koning of op synodes te verschijnen, en trok zich ook niets aan van schriftelijke vermaningen. In 917 lukt het Arnulf om Regensburg te veroveren en de koninklijke stadhouder te verjagen. Een tegenaanval van Koenraad kon hij afslaan en daarna stond Arnulfs positie niet meer ter discussie.Na het overlijden van Koenraad in 919 werd Arnulf door de Zuid-Duitse adel tot koning uitgeroepen, hoewel Koenraad Hendrik de Vogelaar als koning had aangewezen. Pas nadat Hendrik hem in 921 heeft verslagen en Regensburg belegerde, onderwierp Arnulf zich aan Hendrik. Hendrik erkende Arnulf als hertog van Beieren en liet hem typisch koninklijke rechten behouden zoals: benoeming van bisschoppen, het recht om synodes bijeen te roepen, het gebruik van rijksgoederen, het recht om muntrechten en tollen te vestigen en het recht om een eigen buitenlandse politiek te voeren.De volgende periode uit Arnulfs bewind verliep rustig. Tot 933 waren er alleen: een mislukte campagne tegen Bohemen in 922, een schatting om een Hongaarse inval af te kopen in 926, onderwerping van Bohemen samen met Hendrik in 929. Arnulf steunde Hendrik in 933 met troepen voor de verdediging tegen de Hongaren. Arnulfs laatste onderneming was een veldtocht naar Italië toen zijn zoon Eberhard door Italiaanse edelen werd gevraagd om koning te worden. Arnulf trok via Triëst naar Verona. Toen de regerende koning Hugo van Arles een strategisch belangrijk kasteel bij Verona wist te bezetten, trok Arnulf zich echter terug naar Beieren omdat hij bang was door Hugo te worden ingesloten. In 935 trad Arnulf terug als hertog ten gunste van Eberhard. Zijn laatste daad was om een huwelijk te arrangeren tussen zijn dochter Judith en Hendrik, zoon van Hendrik de Vogelaar. Arnulf werd begraven in de abdij Sankt Emmeram te Regensburg.
Arnulf was een zoon van Luitpold van Karinthië en Kunigonde van Zwaben.Arnulf was gehuwd met Judith, dochter van Eberhard van de Sülichgau (zoon van Unruoch III van Friuli en Ava van Monza) en van Gisela van Verona. Zij kregen de volgende kinderen:

  • Everhard
  • Arnulf II van Beieren (- Regensburg, 22 juli 954), paltsgraaf van Beieren, gedood tijdens de opstand van 954
  • Herman, gevangengenomen tijdens de opstand van 954
  • Hendrik
  • Judith
  • Lodewijk (- ca. 973)
  • dochter, gehuwd met een graaf Burkhard, ouders van bisschop Hendrik I van Augsburg.Verder had Arnulf bij een onbekende vrouw nog een zoon:
  • Berchtold von Babenberg (Volgt 8).

8. Bertold von Babenberg (geboren ca. 915 – 980)
Zoon van Arnulf I van Beieren en Judith, dochter van Eberhard van de Sülichgau. Hij was Markgraaf in het Beierse Babenberg.
Hij was gehuwd met Cunigunde de Lorraine en Eilike Eiliswintha von Schweinfurt .
Bij Eilike had Bertold een zoon:

  • Hendrik van Schweinfurt (Volgt 9).

9. Hendrik van Schweinfurt (geboren ca. 950 – overleden 8 september 1017)
Hij was markgraaf van de Beierse Nordgau.

Hendrik erfde van zijn vader grote familiebezittingen rond de Main en in het gebied tussen de Main en de Donau. Hij volgde hem bovendien op als markgraaf van de Nordgau, graaf van Schweinfurt (stad), Radenzgau en de Volkfeld. Hendrik steunde in 981 de Italiaanse veldtocht van keizer Otto II met 40 ridders. Later werd hij verbannen door keizer Otto III wegens zijn conflicten met de bisschop van Würzburg dat begon doordat Hendrik onrechtmatig een vazal van de bisschop de ogen had laten uitsteken.

Hendrik steunde de kandidatuur van de latere keizer Hendrik II in ruil voor de belofte van functie van hertog vanBeieren. Toen Hendrik wel tot keizer was gekozen maar zijn belofte niet inloste, steunde Hendrik de opstand van Boleslaw Bolesław I van Polen, die echter in 1003 werd neergeslagen. Het huwelijk van dochter Eilika met Bernhard II van Saksen heeft vast met deze verwikkelingen samengehangen. Een aantal andere hoge edelen nam ook deel aan de opstand, de opstand was een algemene uiting van onvrede met de houding van de koning die te veel inbreuk maakte op de rechten van de adel. Hendrik werd dan ook soepel behandeld door de legers van de koning. De kastelen van Hendrik vielen snel in handen van de troepen van de koning, die het bevel om de versterkingen te slopen in de regel negeerden. Van de burcht van Schweinfurt werden slechts symbolisch enkele stenen verwijderd, toen Hendriks moeder Eilika zich in de kerk van het kasteel opsloot een dreigde dat ze zich zou laten verbranden als de koninklijke troepen het kasteel in brand zouden steken. Een ander kasteel werd overgegeven in ruil voor vrije aftocht van de bezetting en van Gerberga en haar kinderen, ook dat kasteel werd nauwelijks beschadigd. In 1004 vroeg Hendrik om vergiffenis. Hij werd voor onbepaalde tijd opgesloten onder hoede van een bisschop, maar nadat hij in drie dagen en nachten in hoog tempo alle psalmen had gezongen en bij iedere psalm een kniebuiging had gemaakt, kreeg Hendrik genade en werd ook weer in deel van zijn lenen hersteld. Hij diende daarna de keizer als veldheer en overleed na een langdurig ziekbed. Hendrik werd begraven bij de kloosterkerk in Schweinfurt.

Hendrik was zoon van Berthold van Schweinfurt en Heliksuinda van Walbeck (ca. 930 – 19 augustus 1015). Hij trouwde met Gerberga van Gleiberg (ca. 970 – na 1036), dochter van Herbert van de Wetterau en Irmtrud van Avalgau (957 – 1020). Hendrik en Gerberga kregen de volgende kinderen:

10. Eilika van Schweinfurt (geboren ca. 1005 – overleden 10 december ca. 1059).
Zij stamde uit een Beiers hoogadelijk geslacht. Zij was een dochter van markgraaf Hendrik van Schweinfurt en Gerberga van Gleiberg (ca. 970 – na 1036).

Eilika van Schweinfurt huwde rond 1020 met graaf Bernhard II van Saksen en werd de moeder van:

Geertruida van Saksen

Geertruida van Saksen

 11. Geertruida van Saksen (geboren 1033 – overleden 3 augustus 1113) was de dochter van hertog Bernhard II van  Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Ze trouwde rond het jaar 1050 met Floris I van Holland. Kinderen waren:

Geertruida werd in 1061 weduwe. Korte tijd na het overlijden van Floris, nam bisschop Willem van Cuijck van Utrecht, hetRijnland en Kennemerland in bezit. Dit werd door de keizerin, Agnes van Poitou (1024-1077), bevestigd, de minderjarige Dirk had toen alleen nog de monding van de grote rivieren en een paar eilanden in het noorden in bezit.

Geertruida besefte dat ze een sterke bondgenoot nodig had en ze trouwde in 1063 met Robrecht I van Vlaanderen, de broer van de graaf Boudewijn VI van Vlaanderen. Robrecht gaf zijn aanspraken op het graafschap Vlaanderen op (ten gunste van zijn neef Arnulf) en wijdde zich aan zijn Friese belangen, daaraan ontleent hij in Vlaanderen zijn bijnaam “de Fries”. Dirk ontving Vlaanderen ten oosten van de Schelde en de eilanden ten westen van de Schelde (o.a. Walcheren), als apanage.

Robrecht en en zijn broer Boudewijn wisten het Rijnland en Kennemerland weer terug te veroveren, maar keizer Hendrik IV gaf hertog Godfried III van Lotharingen van Neder-Lotharingen opdracht om de bisschop te verdedigen. Godfried werd op 26 februari 1076 vermoord in Delft. Toen bisschop Willem een paar maanden later ook overleed, verzamelde Dirk een Vlaams leger en probeerde opnieuw zijn graafschap te heroveren. De nieuwe bisschop Koenraad verschanste zich in het kasteel van IJsselmonde. Toen Dirk het kasteel wist te veroveren was de strijd beslist: Koenraad sloot vrede en gaf daarbij het Rijnland en Kennemerland terug aan Dirk.

Geertruida trad in 1089 nog op als regentes van Vlaanderen terwijl Robrecht Jeruzalem bezocht. Ze overleed op 3 augustus 1113 te Veurne en is aldaar in de St.-Walburgakerk begraven.

Geertruida en Robrecht kregen de volgende kinderen:

Terug naar:

Karel de Grote

handtekening 2015

18 oktober 2015