Heren van Baer

 

De bannerij van Baer, ook wel Baar, Bare of Bahr gespeld, ligt ten oosten van de IJssel in de Liemers. De eerste adellijke heren van Baer noemen zich oorspronkelijk Van Rheden.
De heren van Heerde (Heerdt, Herde) en die van Lathum (Latem, Lathem) zijn nauw verwant aan deze familie.
In het aloude rijmpje over de bannerheren figureren de heren van Baer als oudste geslacht:

‘Bergh de ryxte
Bronckhorst de adelyxte
Baer de oudste
Wisch de stoutste’

Het geslacht Baer komt in 1212 naar voren in de geschiedenis als een zekere Frederic van Rheden in enkele oorkondes wordt genoemd. De heren van Baer bezitten oorspronkelijk een gebied dat zich uitstrekt van Rheden en Westervoort tot Dieren, aan weerszijden van de IJssel. Het grootste deel van hun goed ligt op de Veluwe, dat zij rechtstreeks in leen houden van de bisschop van Utrecht. Het Veluwse deel bestaat onder andere uit Velp en half Oosterbeek. Verder bezitten zij het kasteel Vrinenstein en jurisdictie in het Over-Betuwse Driel. De bannerheren van Baer verschijnen voortdurend aan de zijde van andere grote Gelderse heren, zoals Bronckhorst, Bergh, Borculo, Batenburg e.a. Zij zijn in het begin van de twaalfde eeuw geduchte concurrenten van de graven van Gelre en Zutphen.

Het wapen van de heren van Baer, in goud een rode schuinbalk, komt vanaf de dertiende eeuw alleen in gebroken vorm voor. Verwonderlijk is dit niet, want een gebroken wapen staat voor een jongere tak der heren. In de veertiende eeuw verdwijnt de breuk. Dit wapen komt nog bij drie gemeenten voor; Rheden, Angerlo en Renkum.

 

1. Frederic I van Rheden
Hij is de oudst bekende heer van Baer.  Overleden in 1232. Frederic woont in Rheden, aan de westoever van de IJssel. In 1212 wordt hij genoemd als ridder wanneer hij getuigt bij een rechtszaak in Eschede. In 1225 en 1226 treedt hij op als scheidsrechter en borg. In 1231 wordt Frederic I genoemd als raad van graaf Otto II van Gelre, maar er zijn twijfels over de echtheid van deze oorkonde.
Van de naam Baer bedient Frederic I zich nog niet; blijkbaar is dat goed dan nog niet erg voornaam of nog niet afgesplitst. Frederic I krijgt drie zonen: Arnold, Frederic en Gerhard. De drie broers komen in menig oorkonde voor als de ‘fratres de Reden’. Bijvoorbeeld als getuigen bij de verlening van stadsrechten aan Harderwijk, Arnhem en Doesburg.
Zonen:

  • Arnold. 1232 – …. Geen kinderen bekend.
  • Frederic II. Hij laat geen kinderen na.
  • Gerhard (Volgt 2)

 

2. Gerhard van Rheden
Heer van Baer. Geboren in 1205, overleden in 1272. Zoon van Frederic I van Baer.
Hij is waarschijnlijk de jongste van de drie broers. Hij komt voor het eerst alleen voor in een oorkonde in 1254 en als laatste in 1266. In 1265 is hij scheidsrechter bij een geschil tussen graaf Otto II van Gelre en de bisschop van Utrecht. In 1266 is hij door de graaf van Gelre afgevaardigd om bij een overeenkomst tussen Harderwijk en het kapittel van Sint-Marie aanwezig te zijn.
Kinderen:

  • Frederic III, heer van Baer  1245 – 1293
  • Aleida van Baer (Volgt 3)

 

3. Aleida van Baer
Geboren in 1270. Dochter van Gerhard van Rheden.
Zij is getrouwd met Johan I de Cock van Opijnen in 1290. Geboren in 1265, overleden in 1335. Zoon van Hendrik de Cock van Opijnen (Zie Heren de Cock nr. 2) en Elisabeth van Rossum (Zie Heren van Rossum nr. 2b).
Zoon:

  • Arend I de Cock van Opijnen  1295-1363
Bronvermeldingen:
Heren van Baer
Aleida van Baer (1270-….) » West-Europese adel » Genealogie Online
Genealogische Bronnen – JohnOoms.nl

 

Heren en Vrouwen van…

 

facebook

© 12 februari 2018, laatst bijgewerkt op  4 juli 2023