Nazaten Graven van Gulik

De Gulikgouw (pagus Juliacensis) was een Frankische gouw ten oosten van de Maas met Gulik (Jülich) als centrum en wordt vanaf de negende eeuw vermeld.De gouw is vernoemd naar de hoofdplaats Gulik of Jülich die oorspronkelijk een Romeinse pleisterplaats aan de rivier de Roer was. In 945 is er sprake van een castellum met de naam Gulik. In de 11e-12e eeuw ging de gouw ongemerkt over in het graafschap. In 1356 werd het graafschap verheven tot het hertogdom Gulik.

Het hertogdom Gulik (Duits: Herzogtum Jülich) (ook land van Gulik) was eerst een graafschap en vanaf 1356 een hertogdom dat tot het Heilige Roomse Rijk behoorde. Het gebied omvatte een gebied tussen de Maas en de Rijn met de Roer als de centrale as. De hoofdplaats was de gelijknamige stad Jülich. Met uitzondering van enkele plaatsen in Nederlands-Limburg lag het geheel in het huidige Duitsland. Het hertogdom was binnen het Heilige Roomse Rijk ingedeeld bij de Nederrijns-Westfaalse Kreits.

Het land van Gulik lag tussen het gebied van de bisschop van Keulen (het keurvorstendom Keulen) en dat van Luik. Het gebied grensde direct aan het huidige Nederlands Zuid-, Midden- en Noord-Limburg. Het oude hertogdom Limburg en de (Brabantse) landen van Overmaas lagen dus ingeklemd tussen deze beide ‘buitenlandse’ gewesten. Door zijn ligging en omvang zou dit kreits-grensland dan ook gezien kunnen worden als een Nederrijnse voorloper of pendant van de huidige Nederlandse provincie, die toen zelf nog verre van een eenheid vormde. Ook taalkundig sluit het geheel bij Limburg aan. De Limburgse dialecten lopen aan de oostzijde over in de Nederrijnse.

Gulik

1. Gerard I van de Gulikgouw
Overleden rond 1029. Hij was in de 11e eeuw graaf van de Gulikgouw. Hij wordt beschouwd als de stichter van het huis Gulik.
Gerard I zou een afstammeling zijn geweest van Godfried van Gulik, paltsgraaf van Lotharingen. Begin 11e eeuw was hij graaf van de Gulikgouw, dat zich uitstrekte van de Maas tot de Rijn en grensde aan het aartsbisdom Keulen, het hertogdom Gelre, het hertogdom Limburg en het keurvorstendom Trier.
Met zijn onbekend gebleven echtgenote had hij een zoon Everhard. Na zijn dood in 1029 werd Gerard I als graaf van de Gulikgouw opgevolgd door zijn kleinzoon Gerard II, omdat zijn zoon reeds was overleden.
Zoon:

  • Everhard van de Gulikgouw (Volgt 2)
Uit: Wikipedia – Gerard I van Gulikgouw

2. Everhard van de Gulikgouw
Overleden vóór 1029.
Hij was de vader van:

  • Gerard II van de Gulikgouw (Volgt 3)
Uit: Wikipedia – Gerard I van Gulikgouw

3. Gerard II van de Gulikgouw
Overleden in 1081. Hij was van 1029 tot aan zijn dood graaf van de Gulikgouw. Hij behoorde tot het huis Gulik.
Gerard II was een zoon van Everhard van de Gulikgouw en diens onbekend gebleven echtgenote. In 1029 volgde hij zijn grootvader Gerard I op als graaf van de Gulikgouw, aangezien zijn vader toen al was overleden.
Over zijn regeerperiode is weinig bekend. Gerard II overleed in 1081, na een regering van ongeveer vijftig jaar.
Met zijn onbekend gebleven echtgenote kreeg hij twee zonen:

  • Gerard III (overleden in 1118), zijn opvolger als graaf van de Gulikgouw (Volgt 4)
  • Gerlach.
Uit: Gerard II van de Gulikgouw

4. Gerard III van Gulik
Overleden in 1114. Hij was een zoon van Gerard II van de Gulikgouw. Gerard was een vazal van de graaf van Lotharingen, die zich in 1085 losmaakte van Lotharingen en zich vele bezittingen en titels toeëigende bij het uiteenvallen van Lotharingen. Hij werd voogd van Sint Gereon en Sint Kunibert in Keulen en lag aan de grondslag van de opkomst van de graven van Gulik en van de eeuwenlange twisten met aartsbisschoppen van Keulen.

Gerard was de vader van:

  • graaf Gerard IV van Gulik (Volgt  5).
  • Willem van Gulik Schellaert de eerste uit het huis Schellaert
  • Alexander, de bisschop van Luik
Uit: Wikipedia – Gerard III van Gulik

Stamwapen van Gulik Afbeelding: Wikipedia 

5. Gerard IV van Gulik
Overleden in 1135. Hij was van 1118 tot aan zijn dood graaf van Gulik. Hij behoorde tot het huis Gulik.
Gerard IV was een zoon van graaf Gerard III van Gulik en diens onbekend gebleven echtgenote.
In 1118 volgde hij zijn vader op als graaf van Gulik. Ondanks de onophoudelijke strijd met de aartsbisschoppen van Keulen, wist hij zijn autoriteit te handhaven.
Hij stierf in 1135. Met zijn onbekend gebleven echtgenote kreeg hij drie zonen:

  • Willem I (overleden in 1176), graaf van Gulik
  • Diederik, kanunnik in Keulen
  • Herman, proost van de Keulse Sint-Severinuskerk.
Uit: Wikipedia – Gerard IV van Gulik

6. Willem I van Gulik
Overleden in 1176. Zoon van Gerard VI van Gulik.
Graaf van Gulik.
Kinderen:

  • Willem II van Gulik, opvolger. Maar overlijd kinderloos.
  • Judith van Gulik, dochter en erfgename van graaf Willem I van Gulik (Volgt  8)
Uit: Wikipedia Willem I van Gulik

7. Judith van Gulik
Geboren rond 1160, overleden circa 1218. Dochter en erfgename van Willem I van Gulik.
Zij was gehuwd met Eberhard von Hengebach. Graaf van Heimbach. Geboren rond 1150 in Heimbach (Eifel). Hij is overleden na 1218. Zoon van Walter von Hengebach (Zie Graven von Hengebach nr. 5).
Kinderen:

  • Willem III van Gulik (-1278) (Volgt  8)
  • Odelhind van Hengenbach (Volgt Graven von Hengebach nr. 7)
Uit:
Wikipedia Willem I van Gulik
Everhard II von Hengebach

– 

8. Willem III van Gulik
Overleden Damiette, 1218) was een zoon van Everhard van Hengenbach en Judith van Gulik, dochter en erfgename van graaf Willem I van Gulik.

Willem werd door zijn oom Willem II van Gulik aangeduid als erfgenaam en volgde hem als graaf op in 1207. In 1214 zette hij hertog Lodewijk I van Beieren gevangen, toen die tegen Gulik ten strijde wilde trekken. Hij nam deel aan de Vijfde Kruistocht tegen Egypte, maar sneuvelde in Damiette.

Willem was getrouwd met Mathilde, dochter van hertog Walram III van Limburg, en was vader van:

  • Willem IV van Gulik (-1278) (Volgt  9).
  • Walram, heer van Broich en Bergheim, gehuwd met Mechtildis van Molenark, dochter van graaf Koenraad van Molenark
  • Diederik
Uit: Wikipedia – Willem III van Gulik

9. Willem IV van Gulik
Geboren in 1210 te Aken op 16 maart 1278. Hij was van 1225 tot aan zijn dood graaf van Gulik. Zijn sarcofaag bevindt zich in de Sint-Johannes de Doperkerk in Nideggen. Het eerste stadszegel van Gulik van rond 1230 toonde een gekanteelde muur, met twee torens en een poort, waarin het leeuwenschild van Willem IV was afgebeeld.
Hij mag niet worden verward met de latere hertog Willem IV van Gulik-Berg (1455-1511).

Willem werd in 1210 geboren als oudste zoon van Willem III van Gulik en Mathilde, dochter van hertog Walram III van Limburg. Zijn vader sloot zich in 1217 aan bij de Vijfde Kruistocht en sneuvelde in 1218 tijdens het beleg van Damietta. Willem volgde onder de voogdij van zijn oom, Eberhard van Hengenbach, zijn vader op als graaf van Gulik.

Willem werd in 1225, zes jaar na de dood van zijn vader, meerderjarig verklaard en kon nu zelf regeren als graaf van Gulik. In datzelfde jaar bevestigde hij een in 1219 door zijn vader gemachtigde schenking van de kerken van Siersdorf en Nideggen aan de Duitse Orde.[1] In de daaropvolgende jaren (1225-1235) zou hij zijn heerschappij vestigen en het bereik ervan uitbreiden. In 1234 vocht hij in de slag bij Altenesch tegen de Stedingers en werd aangesteld als keizerlijk administrator van Konzen en Aken, voogd over Kornelimünster en over de bezittingen van de Sticht Essen op de linkeroever van de Rijn. Hij wist ook de Rijksheerlijkheden Sinzig, Hengenbach-Heimbach, Merzenich, Thürnich, Düren en Bardenberg voor zich te verwerven, aldus de bezittingen van de graven van Gulik verdubbelend.

In 1234 verhief hij ook Gulik tot stad, zonder rekening te houden met de rechten van de aartsbisschop van Keulen, met dewelke het graafschap voortdurend in conflict lag. Dit dreef de zaak ten top en in 1239 liet de aartsbisschop de stad Gulik verwoesten. Bij de verdere uitbouw van zijn macht kwam Willem vervolgens rond 1240, door de verwerving van delen van erfenis van Hochstaden, waarbij hem het bezit van Münstereifel toeviel, opnieuw met de aartsbisschop van Keulen in conflict. Onder aartsbisschop Koenraad van Hochstaden brak de strijd echt openlijk los. In de loop van deze strijd wist Willem IV in 1267 aartsbisschop Engelbert II tijdens de slag bij Zülpich gevangen te nemen en liet hem drie en een half jaar (tot 1271) in zijn Burcht Nideggen gevangenzitten, waarna Paus Clemens IV – na vergeefse onderhandelingen – een interdict over Gulik uitsprak. Het kwam ook tot verdere geschillen onder aartsbisschop Siegfried van Westerburg.

Van 1265 tot 1269 liet Willem op de ruïnes van een ouder grensvestiging de naar hem vernoemde burcht Wilhemstein optrekken.

Op 16 maart 1278 was Willem samen met zijn zonen Roland en Willem alsook Wirich I van Frentz (andere bronnen zeggen dat hij daar met drie zoons was) (de zogenaamde “Gertrudisnacht”) in Aken, om in opdracht van koning Rudolf I van Habsburg er belastingen te innen. Het kwam tot rellen, en Willem werd samen met zijn oudste zoon Willem V en zijn bastaardzoon Roland in de Jakobstraat door de burgers van Aken gedood. In de op 20 september 1280 op het slot Schönau gesloten zoenovereenkomst werd de stad Aken voor deze moord tot de betaling van een hoge schadevergoeding aan zijn weduwe Richarda/Richardis verplicht.

Willem werd op 12 maart 1237 bij contract verloofd met Margaretha van Gelre, dochter van graaf Gerard III van Gelre (Zie Graven van Gelre nr. 8a) en Margaretha van Brabant. De meeste bronnen beschouwen Margaretha als de moeder van Willems oudere kinderen, maar er is geen echt bewijs dat het huwelijk werd geconsummeerd. Daarenboven is het geweten dat Willem getrouwd was met Margaretha’s zus, Richardis van Gelre (ca. 1215 – 1293/1298), voor januari 1250, al is er geen bewijs van een pauselijke dispensatie die nodig zou zijn geweest voor Willem om met de zus van zijn eerste vrouw te mogen trouwen. Het is dus mogelijk dat Richardis de moeder was van al zijn kinderen. Willem had elf wettige kinderen, alsook een buitenechtelijke zoon Roland (en mogelijk een tweede buitenechtelijke zoon) die samen met hem stierf tijdens de opstand in Aken.
Kinderen:

  • Mathilde van Gulik (ca. 1238 – voor 1279), in 1258 getrouwd met graaf Jan van Loon
  • Margaretha (ca. 1240 – 12 oktober 1292/1293), in 1261 getrouwd met graaf Dieter III van Katzenelnbogen
  • Willem V van Gulik (ca. 1240 – 16 maart 1278), stierf samen met zijn vader tijdens de opstand in Aken, getrouwd met Maria van Vlaanderen, dochter van Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen, en Mathilde van Bethune, zij hadden twee zonen: Willem van Gulik de Oudere en Willem de Jongere.
  • Richardis (ca. 1243 – na 1291), voor 1265 getrouwd met graaf Willem van Nedersalm
  • Walram van Gulik (1240/1245 – 1297), volgde zijn vader op als graaf van Gulik
  • Otto van Gulik (ca. 1245 – na 1283), vanaf 1282 aartsdiaken te Luik
  • Gerard V van Gulik (voor 1250 – 1328), volgde zijn broer Walram op als graaf van Gulik (Volgt 10)
  • Catharine (ca. 1250 – na 1287), voor 1273 getrouwd met Jan van Arberg
  • Petronilla (ca. 1255 – na 1300), voor 1276 getrouwd met graaf Lodewijk van Arnsberg
  • Blancheflor (ca. 1255 – na 1330), voor 1277 getrouwd met graaf Hendrik I van Sponheim-Starkenburg
  • Mechtild (ca. 1255 – na 1287)

 

Uit: Wikipedia – Willem IV van Gulik

10. Gerard V van Gulik
Overleden in 1328. Hij was de jongste zoon van graaf Willem IV van Gulik. In 1297 volgde hij zijn broer Walram op als graaf van Gulik.

Hij was een bondgenoot van Adolf van Nassau in de slag van Göllheim in 1298, maar toonde zich nadien een trouw onderdaan van Albrecht I en behield al zijn lenen. In 1300 steunde hij Albrecht in diens strijd tegen de Rijnse keurvorsten en verwierf daarbij Kaiserswerth, Mönchengladbach, Kessel-Grevenbroich, Rheydt, Münstereifel, Bergheim en Müllenark. Bij de troonstrijd van 1313 koos hij partij voor keizer Lodewijk de Beier.

Eerst was Gerard gehuwd met een dochter van graaf Willem van Kessel (Zie Graven Kessel nr. 5). Uit het huwelijk werd een zoon geboren:

  • Willem VI (1300-1361), graaf, markgraaf en hertog van Gulik (Volgt 11a)

In 1304 huwde hij met zijn tweede echtgenote Elisabeth (overleden in 1350), dochter van Godfried van Brabant, de heer van Aarschot. Ze kregen volgende kinderen:

  • Lodewijk (overleden na 1311)
  • Godfried (overleden in 1335), heer van Bergheim (Volgt 11b)
  • Walram (1304-1349), aartsbisschop van Keulen
  • Johan (overleden na 1327), kanunnik van de Sint-Janskerk van Luik
  • Maria (overleden in 1353), huwde eerst met graaf Hendrik II van Virneburg, daarna met graaf Diederik IX van Kleef en vervolgens met heer Koenraad van Saffenberg
  • Elisabeth, huwde eerst met graaf Johan II van Sayn en daarna met heer Godfried V van Hatzfeld
  • Richardis (1314-1360), huwde in 1330 met hertog Otto IV van Neder-Beieren
  • Hendrik (1319-1334), proost van Keulen
Uit: Wikipedia – Gerard V van Gulik

11a. Willem VI van Gulik
Geboren circa 1299, overleden op 26 februari 1361. Hij was van 1328 tot 1336 graaf, van 1336 tot 1356 markgraaf en van 1356 tot aan zijn dood hertog van Gulik, als Willem I van Gulik. Hij behoorde tot het huis Gulik-Heimbach-Berge.
Zoon van Gerard V van Gulik en N.N. van Kessel. In 1328 volgde hij zijn vader op als graaf van Gulik.

Willem was in zijn tijd een politiek sleutelfiguur, aangezien hij de schoonbroer was van zowel koning Eduard III van Engeland als keizer Lodewijk de Beier. Hij spendeerde enorme sommen geld om zijn jongere broer Walram in 1332 benoemd te krijgen tot aartsbisschop van Keulen, om zo de vijandigheden tussen Keulen en Gulik te beëindigen. In 1337 speelde hij een cruciale rol in het tot stand brengen van de Engels-Duitse alliantie die zou leiden tot het begin van de Honderdjarige Oorlog.

Willem was een belangrijke bondgenoot van keizer Lodewijk de Beier en hij steunde in de Successieoorlog in het hertogdom Karinthië tijdelijk het huis Habsburg tegen het huis Luxemburg. Nadat de Engels-Duitse alliantie ineenstortte en keizer Lodewijk de Beier was overleden, ging Willem een alliantie aan met keizer Karel IV uit het huis Luxemburg. In 1352 voerde hij in Heinsberg-Valkenburg/Monschau een erfbelasting in.

Via de invloed van zijn broer Walram, de aartsbisschop van Keulen, kreeg Willem VI verschillende belangrijke posities en in de Honderdjarige Oorlog diende hij tijdelijk als veldheer in Vlaanderen. Zijn zoons vochten tegen hem in een opstand van een deel van de ridders in Gulik die zich verzetten tegen inclusie in de groeiende territoriale staat. In 1349 werd Willem gevangengezet, maar in 1351 werd hij wegens de hoge publieke druk terug vrijgelaten.

In 1336 werd het graafschap Gulik door keizer Lodewijk de Beier verheven tot een markgraafschap. In 1356 verhief keizer Karel IV Gulik vervolgens tot hertogdom. Ook voerde hij een slimme huwelijkspolitiek door zijn zoon Gerard uit te huwelijken met Margaretha van Ravensberg, de erfgename van de graafschappen Berg en Ravensberg, wat ervoor zorgde dat Willem territorium kon toevoegen aan het huis Gulik. Bovendien was hij van 1340 tot aan zijn dood graaf van Cambridge.

Willem stierf in 1361, waarna zijn tweede zoon Willem II hem opvolgde als hertog van Gulik. Hij werd begraven in Nideggen.

Op 26 februari 1324 huwde hij in Keulen met Johanna van Holland (1315-1374). Zij was een dochter van graaf Willem III van Holland (Zie Graven van Holland nr. 14a) en Johanna van Valois (Zie Capetingers nr. 19).
Kinderen:

  • Gerard (1325-1360), graaf van Berg en Ravensberg
  • Willem II (1327-1393), hertog van Gulik (Volgt 12)
  • Richardis (overleden in 1381), huwde voor 1355 met graaf Engelbert III van der Mark
  • Philippa (overleden in 1390), huwde in 1357 met graaf Godfried III van Loon
  • Reinoud, jong gestorven
  • Johanna (overleden voor 1367), huwde in 1352 met Willem I van Isenburg, graaf van Wied
  • Elisabeth (1330-1411), huwde in 1348 met graaf Jan van Kent en daarna met heer Eustaas van Aubrechicourt
Uit: Wikipedia – Willem VI van Gulik

 

11b. Godfried van Gulik, heer van Bergheim.
Overleden in 1335. Zoon van Zoon van Gerard V van Gulik en Elisabeth van Brabant-Aarschot.
Hij was gehuwd met Elisabeth van Kleef-Hulchrath. Geboren 1310, overleden 1347. Dochter van Dirk Loef van Kleef en Machteld van Voorne.
Dochter:

  • Jolanda van Gulik-Bergheim (Volgt 12b)

 

12a. Willem II van Gulik
Geboren circa 1326, overleden op 13 december 1393. Hij was van 1361 tot 1393 de tweede hertog van Gulik en de zevende Willem uit het huis Gulik. Hij was de tweede zoon van graaf, vanaf 1356 hertog, Willem I/VI van Gulik (1299-1361) en van Johanna van Henegouwen-Holland (ca. 1315-1374).

Sinds 1343 was Willem mederegent van zijn vader. Hij lag echter vaak overhoop met zijn vader en sloot deze zelfs op in gevangenschap tussen 1349-1351. Willem eiste vele jaren de graafschappen Holland en Zeeland op, maar faalde in deze strijd tegenover het huis Wittelsbach. Willem volgde zijn vader in 1361 op, zijn oudere broer Gerard was in 1360 tussentijds overleden. Willem participeerde in de Gelderse Broederstrijd (1351-1360) tussen zijn zwagers Reinoud en Eduard voor de controle over het hertogdom Gelre, hierbij steunde hij Eduard. Hij nam deel aan de Slag bij Baesweiler in 1371, waar zijn zwager Eduard dodelijk gewond raakte en hij Wenceslaus I van Luxemburg gevangen nam. Zijn andere zwager Reinoud III overleed ook hetzelfde jaar zonder erfgenamen, waarna de Eerste Gelderse Successieoorlog ontstond tussen Willem met zijn vrouw Maria (zij was de jongste halfzus van Reinoud III en Eduard) en Maria’s zuster Mechteld van Gelre, vrouw van Jan II van Blois. Bij de belening van zijn minderjarige zoon in 1372 als hertog van Gelre en graaf van Zutphen werd hij benoemd als voogd. Hij zou dat blijven tot de herbelening in 1377 van de inmiddels meerderjarige, veertienjarige, Willem I/III.

Tijdens diverse gevechten verloor hij onder meer Kaiserswerth en Zülpich, maar won Monschau (Montjoie), Randerath en Linnich. Hij verkocht in 1358 Zichem aan Reinoud I van Schoonvorst voor 70.000 goudmunten.

Op Willem II is een ererede opgenomen in de reeks van het wapenboek Gelre. Ereredes zijn korte gedichten waarin de heraut een overzicht geeft van de eervolle wapenfeiten van tijdens het leven van een ridder met afbeelding van zijn wapen.

Willem huwde in december 1362 met Maria van Gelre (1328 – november 1397), een dochter van Reinoud II van Gelre (Zie Hertogen van Gelre nr. 11).
Zij hadden drie kinderen:

  • Willem (1364-1402), als Willem I hertog van Gelre en vanaf 1393 als Willem III hertog van Gulik. Hij overlijdt kinderloos.
  • Reinoud (1365-1423), opvolger van zijn broer. Ook hij overlijdt kinderloos.
  • Johanna ( -1415) (Volgt 14)
Uit: Wikipedia – Willem II van Gulik

 

12b. Jolanda van Gulik-Bergheim
Geboren in 1330, overleden in 1387. Dochter van Godfried van Gulik, heer van Bergheim en Elisabeth van Kleef-Hulchrath (Zie Graven van Kleef nr. 12b).
Zij was getrouwd met Frederik VII Graaf van Leiningen-Dagsburg. Geboren in 1320, overleden op 31 oktober 1387.
Zoon van Frederik VI van Leiningen-Dagsburg (Zie Graven van Leiningen II nr. 5) en Jutta van Isenburg-Limburg.
Kinderen:

  • Judith van Leiningen-Dagsburg  1350-1395
  • Jolanda van Leiningen-Dagsburg  1352-1434  (Volgt  Graven van Leiningen II nr. 7a)
  • Elisabeth van Leiningen-Dagsburg  1355-1410
  • Anna van Leiningen-Dagsburg  1360-1400 (Volgt Graven van Leiningen II  nr. 7b)
  • Frederik VIII Graaf van Leiningen-Dagsburg  1360-1435

13. Johanna van Gulik
Overleden in 1415  te IJsselstein. Zij was de jongste dochter van hertog Willem II van Gulik en Maria van Gelre.
In 1376 huwde zij met Jan V van Arkel (1362-1428) en werd de moeder van:

  • Willem van Arkel († Gorinchem, 1417), kreeg burcht en land van Born met de steden Sittard en Susteren in leen.
  • Maria van Arkel († IJsselstein, 1415) (Volgt Heren van Arkel nr. 22) , die huwde met Jan II van Egmont (Volgt Heren van Egmont nr. 18)

Doordat haar broers en haar ooms en tantes langs moederzijde overleden waren, werd zij de erfgename van Gelre.
Haar kleinzoon Arnold van Egmont volgde haar broer Reinoud op als hertog van Gelre.

Uit: Wikipedia -Jan V van Arkel

 

Links:
Wikipedia – Het Land van Gulik
Wikipedia – Gulikgouw
Wikipedia – Graafschap Gulik
Wikipedia – Hertogdom Gulik

Terug naar:

Graven en Gravinnen

facebook

 

© 21 juli 2016,    laatst bijgewerkt op 12 januari 2023