Zwijndrecht is een dorp en gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland.
De gemeente telt 44.392 inwoners (30 april 2017, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 22,77 km² (waarvan 2,35 km² water). Sinds 2003 maakt ook de voormalige gemeente Heerjansdam deel uit van de gemeente Zwijndrecht. Zwijndrecht werkt samen met enkele buurgemeenten in het regioverband Drechtsteden.
Zwijndrecht ligt in de Zwijndrechtse Waard (een deel van het eiland IJsselmonde) en grenst aan de gemeenten Barendrecht, Ridderkerk en Hendrik-Ido-Ambacht en aan de rivieren Noord en Oude Maas. Het bekende ‘Drierivierenpunt’, het drukst bevaren punt in Nederland, ligt bij Zwijndrecht. De rivieren Noord, Oude Maas en Beneden-Merwede komen hier samen.
De gelijknamige Vlaamse gemeente Zwijndrecht heeft dezelfde ligging ten opzichte van Antwerpen.
De benaming Zwijndrecht gold eerst voor de hele Zwijndrechtse Waard, die werd begrensd door de rivieren de Pelster, de Noord, de Oude Maas en het Waaltje, tussen Heerjansdam en Oostendam. Bewoners van dat gebied moeten al in de hoge middeleeuwen (900 – 1300) hun land (beperkt) hebben bedijkt, als bescherming tegen veelvuldige overstromingen.
In 1322 vond een zware vloed plaats waarbij velen het leven verloren. Dat was voor graaf Willem III van Holland aanleiding om bedijkingsplannen te ontwikkelen. In een oorkonde van 14 januari 1331 bepaalde hij dat ‘degenen die delen van de Zwijndrechtse Waard bedijkten, ambachtsheer werden van dat deel van de Waard’. Door die oorkonde ontstonden de ambachtsheerlijkheden, genoemd naar hun bedijkers. Schobbelands Ambacht, Heer Oudelands Ambacht, Groote en Kleine-Lindt, Heerjansdam, Kijfhoek, Meerdervoort, Sandelingenambacht en Alewijns Ambacht.
In de periode na de bedijkingswerkzaamheden, bouwde Willem van Duivenvoorde zijn kasteel Develstein en werden in de diverse ambachten woongemeenschappen (na 1337) gesticht. Inwoners van Rijsoord bouwden als eerste een kerk, rond 1395 volgden kerken in Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Kijfhoek en Heer Oudelands Ambacht. Nog later kwam daar de kerk van Schobbelands Ambacht bij. In Kleine Lindt stond geen kerk.
Op 1 november 1872 werd spoorverbinding Rotterdam – Dordrecht en het eerste spoorwegstation in Zwijndrecht geopend. Voorheen was al het vervoer behalve voor een paar lokale wegen op het eiland Hoeksche Waard via het water. Op 1 oktober 1904 bereikte de RTM stoomtram Zwijndrecht met een zijlijn vanaf de Middeldijk. Deze tram reed langs de Rotterdamseweg en gaf aan het Veerplein aansluiting op de veerboot naar Dordrecht. Vanaf 1929 reden er motortrams. De tramlijn werd in 1957 opgeheven.[1]
Door de eeuwen heen creëerden de bewoners van de Zwijndrechtse Waard allerlei bestaansbronnen. Leefden ze in de periode voor de bedijking vooral van de visserij, na de bedijkingswerkzaamheden ontwikkelden de inwoners van Zwijndrecht en omgeving eerst land- en later tuinbouwactiviteiten. Vanaf 1850 boden tuinders hun spullen aan op markten, begin 20e eeuw verkochten ze hun producten op een veiling. Rond dezelfde tijd begon de export van groenten richting Duitsland en Engeland, per trein (vanaf 1872) en boot.
Inwoners van de Zwijndrechtse Waard verdienden daarnaast lange tijd een inkomen met zoutbereiding. In 1590 verleende de Dijkgraaf der Hoogheemraden een eerste vergunning voor het oprichten van een zoutziederij, in de 17e en 18e eeuw telde Zwijndrecht ruim veertig zoutketen. Na zoutvondsten in Boekelo, liep de productie in Zwijndrecht langzaam terug. In 1958 werd de laatste Zwijndrechtse keet gesloopt.
Halverwege de 19e eeuw vestigden de eerste industrieën zich in Zwijndrecht; een vensterglasfirma, glasblazerij, brouwerij en chocoladefabriek. Rond 1900 kwamen grotere productiebedrijven als rijstpellerij Euryza en chemische fabrieken als Ashland (voormalig Hercules), Van de Bergh en Jurgens (het tegenwoordige Unimills) naar de gemeente. In de 20e eeuw industrialiseerde Zwijndrecht gestaag en startte de Zwijndrechtse ondernemer Piet van Leeuwen, in 1924, Van Leeuwen Buizen.
De diverse woongemeenschappen, die onder bestuur stonden van ambachtsheren en erfgenamen, kregen in 1833 de officiële gemeentelijke status. In de tweede helft van de negentiende eeuw verenigden een vijftal ambachten zich tot het Zwijndrecht zoals dat tot eind 2002 bekend was. Zo werd in 1855 Meerdervoort bij Zwijndrecht gevoegd, en werd Groote Lindt – dat zelf in 1857 al Heer Oudelands Ambacht en Kijfhoek had ingelijfd – in 1881 bij Zwijndrecht ondergebracht. Sinds 1 januari 2003behoort ook de kern Heerjansdam tot de gemeente.
- Noord
- Walburg
- Centrum
- Heer Oudelands Ambacht (ook wel Oudeland)
- Nederhoven
- Kort Ambacht
De gemeente Zwijndrecht telt, naast de gelijknamige plaats, nog drie kernen: Heerjansdam, Groote Lindt en Kleine-Lindt.
De kern Heerjansdam maakt sinds 1 januari 2003 deel uit van de gemeente Zwijndrecht. De naam Heerjansdam komt voor het eerst voor in 1323, in een document waarmee een Amersfoortse abdij haar grond in de Zwijndrechtse Waard verkocht aan graaf Willem III. Die kreeg daarmee de hele Waard in bezit, behalve Heren Heyenland (het latere Heerjansdam), dat eigendom was van Hendrik van Brederode. In 1325 sloten graaf Willem III en Hendrik van Brederode een verdrag om de Zwijndrechtse Waard samen te bedijken. Daardoor vormden zich na 1331 ambachtsheerlijkheden Schobbelands Ambacht, Heer Oudelands Ambacht, Groote en Kleine Lindt, Kijfhoek, Meerdervoort, Sandelingenambacht, Alewijns Ambacht en Heerjansdam.
Het wapen van Zwijndrecht is op 24 juli 1816 bij Koninklijk Besluit aan de gemeente Zwijndrecht toegekend. Het is sindsdien bij gemeentelijke herindelingen ongewijzigd gebleven. Na de toevoeging van Heerjansdam aan de gemeente in 2003 heeft de gemeenteraad in 2005 besloten het bestaande wapen te handhaven. Hoewel de Hoge Raad van Adel heeft aangegeven dat de gemeente het recht had een vijfbladige kroon op het wapen aan te vragen, heeft de gemeenteraad hiervan afgezien. De raadsvergadering heeft tevens besloten het wapen van Heerjansdam de status van dorpswapen te geven.
De heraldische kleuren in het schild zijn: goud (geel) en sabel (zwart).
Voorouders:
-
Jan Jansz van DrielGeboren ca. 1390, overleden na 1447. Zoon van Jan Jansz van Driel ‘de Jonge’ en Adriana Jans.
Woonachtig in Zwijndrecht, landpoorter Anno 1446. Hij was gehuwd met Machteld. -
Claes (Nicolaes) Cornelisz van Driel
Geboren ca. 1460, overleden ca. 1522 te Zwijndrecht. Zoon van Cornelis Jansz van Driel.
Gehuwd met Reimborch. - Cornelis Claesz van Driel
Geboren ca. 1500 te Zwijndrecht, overleden 14 januari 1555 Te Dordrecht. Zoon van Claes (Nicolaes) Cornelisz van Driel en Reimborch.
Beleend met een leen van de Lek en Polanen onder Sandelingenambacht (1521), beleend met het grafelijk leen “het Huys Leeuwenburg, gezeyd Mijns-Heeren-Herberg” te Dordrecht (1539). Schepen van Dordrecht & Dijkgraaf van Barendrecht. Korenhandelaar te Dordrecht.
Hij was gehuwd met Margaretha Jacobsdr Wenssen.
- Aert Hendriksz Wenssen
Geboren 1460 – overleden rond 1534. Zoon van Jonge Heijn Heijnsz (Hendrik) Wensen en N.N. Cranendonck.
Hij was gehuwd met Anthonia Jacobsdr Weijns [Anthonia van Zwijndrecht] (geboren rond 1465 – overleden op 11 november 1551). - Jacob Aert Hendriksz Wenssen
Geboren ccirca 1490, wonende ‘over de oude Mannen Steijgert’ (=Manhuissteiger) te Dordrecht, overleden vóór 5 juni 1527), ‘werde op Swijndrecht deursteken, in flore aetatis’ (in de bloei van zijn leven). Zoon van Aert Hendriksz Wenssen en Anthonia Jacobsdr Weijns [Anthonia van Zwijndrecht].
Hij trouwde ca. 1515 met Cornelia Jansdr van Slingeland.
John Ooms had van 1996 tot en met 1999
een C1000 Supermarkt in Zwijndrecht.
Terug naar: