Kralingen

 

Gemeente Kralingen in 1867, door J. Kuyper. 5120 inwoners

Kralingen is een voormalig dorp in de Nederlandse provincie Zuid-Holland en thans wijk in Rotterdam. Kralingen werd in 1895 bij Rotterdam gevoegd en maakt nu deel uit van het stadsdeel Kralingen-Crooswijk. Aan de rand van Kralingen ligt de Kralingse Plas, omringd door het Kralingse Bos. Kralingen is een wijk met 4 buurten met namen als Kralingen-West, Kralingen-Oost, Struisenburg en De Esch. Kralingen telt 23.830 inwoners (CBS, 2017).

Kralingen is een zeer contrastrijke buurt. Een gedeelte van Kralingen, Kralingen-Oost, behoort tot de rijkste stukjes van Nederland. Het andere gedeelte van Kralingen is, net als de naburige wijk Crooswijk, een volksbuurt met goedkope sociale woningbouw met een cumulatie van problemen zoals werkloosheid, drugsgebruik, schooluitval en dergelijke. Scholen en andere voorzieningen in Kralingen zijn strikt gesegregeerd naar sociale klasse, hoewel sommige wijkbewoners initiatieven nemen om daar verandering in te brengen. Op de Nieuwe Park Rozenburgschool en bij voetbalclub Excelsior zijn daar anno 2013 voorbeelden van te zien

.

Aan de oostelijke rand van Kralingen, bij de Kralingse Zoom, bevinden zich gebouwencomplexen van het Brainpark aan de A16, de Hogeschool Rotterdam en de campus Woudestein van de Erasmus Universiteit. Vanuit deze hoogbouw kijkt men uit over de voetbalvelden van voetbalclub Excelsior. Sinds 1899 is er Victoria voor hockey, squash en tennis. Het is een van de vier oudste hockeyclubs van Nederland. De Rotterdamse Manège, opgericht in 1837 voor de paardensport, verhuisde in 1937 naar de Kralingseweg en beschikt daar over twee binnenbanen en een buitenbaan naast het terrein van het internationaal bekende Concours Hippique International Officiel(CHIO). De naastgelegen Openbare Golfbaan Kralingen, thuislocatie van Golf Club Kralingen is de laagst gelegen golfbaan van Europa. De baan ligt op zeven meter beneden NAP. In juni 2013 maakte het gemeentebestuur bekend dat 2,5 miljoen euro besteed zal worden voor de aanleg van een schaatsbaan in Kralingen. Hij wordt gebouwd op het sportpark van hockeyclub Leonidas.Een deel van Kralingen is een beschermd stadsgezicht. De wijk kent een groot aantal rijksmonumenten, waaronder het Libanon Lyceum, de molens De Lelie en de Ster. de begraafplaats Oud Kralingen, de Sint-Lambertuskerk, de Hoflaankerk, het Oostelijk Zwembad, de ophaalbrug van het landgoed Ypenhof, de Watertoren en de hofjes Uit liefde en voorzorg en Kuyl’s Fundatie.
Bron: Wikipedia – Kralingen

De geschreven geschiedenis van Kralingen gaat terug tot 1244, waar sprake is van een zekere Hugo van Cralingen. Latere kronieken melden dat een van zijn voorvaderen, mogelijk Heer Gilles van Voorschoten, de heerlijkheid Cralinghe verwierf als beloning voor bewezen diensten aan de bisschop van Utrecht. De oudst bekende ambachtsheer is Ogier van Cralingen. Aan het eind van de 14e eeuw viel de heerlijkheid toe aan de familie Van de Lecke, en in 1657 aan de minderjarige Johan Willem du Faget. Zijn voogd verkocht het gebied in 1668 aan de stad Rotterdam voor 88.000 karolus guldens. Inbegrepen waren het Slot Honingen (de ruïne die restte na de Tachtigjarige Oorlog) en de Kapel van Kralingen met grafstede in de Sint-Laurenskerk. De polder zelf lag in de huidige wijk Prinsenland.

Slot Honingen

Slot Honingen is een voormalig slot in Kralingen op de plaats van wat tegenwoordig het Park Honingen genoemd wordt.
De naam Honingen komt in 1297 voor het eerst voor, maar het is niet zeker of er toen al een kasteel stond. In 1318 bestond het al wel; toen droeg Ogier van Cralingen het huis ten Honingen op aan het Kapittel van Brielle en ontving het in leen terug.
In 1426 is het slot op last van de stad Rotterdam gesloopt, opdat de Hoekse troepen zich er niet konden verschansen.

Het oude dorp Kralingen lag aan de Veenweg, die liep van de begraafplaats Oud Kralingen tot aan de Kralingse Plas. Het veen in de omgeving van Kralingen werd in eerste instantie als landbouwgrond gebruikt. Toen de vraag naar turf als brandstof in de 17e eeuw begon toe te nemen nam het turfsteken in Kralingen een hoge vlucht. Het veen werd tot ver onder de waterspiegel weggebaggerd waardoor een groot aantal veenplassen tussen Kralingen en Nieuwerkerk aan den IJssel ontstonden.

Door de turfwinning kwam Kralingen op een smalle strook land tussen de plassen te liggen. In de 18e eeuw verplaatste het zwaartepunt van het dorp zich naar het kruispunt van de Oudedijk, de ‘s-Gravenweg, de Kortekade en de Hoflaan. Het oorspronkelijke dorp raakte ontvolkt. Halverwege de 19de eeuw werden de plassen (behalve de Kralingse Plas) weer drooggelegd en ontstond de Prins Alexanderpolder. De oude Veenweg verdween toen volledig.

In 1795 werden Schout en Schepenen van de ambachtsheerlijkheid als gemeentebestuur aangesteld. Vele welgestelde Rotterdammers hadden in die tijd een buitenplaats in Kralingen. Bekende voorbeelden waren het eerder genoemde Honingen, Rozenburg, Jericho en Woudestein. Het wapen van Kralingen zoals de gemeente voerde, een opvallende achtpuntige rode ster op gouden schild, is ontleend aan de heraldische tekens van de familie Van Cralingen.

De oudste bestaande kerk van Kralingen is de hervormde Hoflaankerk uit 1841, een Waterstaatskerk van de hand van bouwmeester A. Roodenburg op de hoek van de Oudedijk. Aan het eind van de Hoflaan bij de Oostzeedijk staat de Rooms-katholieke Sint Lambertuskerk uit 1877, een ontwerp van Evert Margry. Bezienswaardig is ook de Kuyl’s Fundatie, in 1814 door Pieter Pické gebouwd aan de Schiekade in Rotterdam Centrum en in 1969 verplaatst naar de nieuwe locatie ’s Gravenweg 71. Het Arboretum Trompenburg, in de 19e eeuw aangelegd op de buitenplaats ‘Zomerlust’, is internationaal vermaard onder plantenkenners, en wordt dagelijks bezocht door wandelaars, die rust zoeken in de wereldstad Rotterdam. Het Park Rozenburg werd vanaf circa 1900 ingericht rond een treurwilg die eeuwenlang over een vijver hing, maar vlak in 2002 of 2003 is bezweken. Thans vindt men in bijvoorbeeld de Lusthofstraat, de Jericholaan en de stationshal van metrostation Voorschoterlaan nog enkele voorbeelden van jugendstil en latere art deco, maar vooral de grote platanen, berken, iepen en andere bomen vallen op.
Kralingen heeft een oude geschiedenis en verbinding met veel andere plaatsen in Zuid-Holland.

De ‘s-Gravenweg rond 1900.

Zo oud als de weg naar Kralingen is een Rotterdams gezegde om aan te duiden dat iets wel heel erg oud is. De in het spreekwoord bedoelde weg is de ‘s-Gravenweg, de oude weg van Gouda naar Kralingen. Waar deze weg overgaat in de Oudedijk, op de hoek met de Hoflaan, staat (een replica van) het oudste ANWB verkeersbord van Nederland: een wegwijzer richting Rotterdam 4 kilometer naar het Westen. Het blad Mathematische Wetenschappen, Natuurwetenschappen en Geneeskunde uit 1888 geeft voor het Rotterdamse gezegde de volgende verklaring: “Engelberts ( Aloude Staat der Ned. ) meent, dat deze spreekwijze afkomstig is van de oude heerweg der Romeinen, waarvan bij Kralingen nog overblijfselen werden gevonden. Deze weg werd in de middeleeuwen nog gebruikt en zoo sprak men van den Kralingschen weg als een voorbeeld van hoogen ouderdom.” Halverwege de 19e eeuw werd een spoorwegverbinding naar Utrecht aangelegd. De Marinewerf aan de Oostzeedijk verdween en in 1856 werd de Ooster Oude Hoofdpoort gesloopt voor de bouw van een treinstation. In 1857 begon het opspuiten van land voor wat nu de Maasboulevard is. Het Maasstation heeft echter een letterlijk bewogen geschiedenis. In mei 1940 werd het gebouw grotendeels verwoest en in 1953 vertrok de laatste trein. De Nieuwe Rotterdamsche Gasfabriek werd aan de Oostzeedijk gebouwd in 1852, ter aanvulling op de Gasfabriek Feijenoord. Later volgde een elektriciteitscentrale. De fabriek sloot in 1926. Sinds de jaren ’70 is een grondige sanering van de bodemgaande. Er resten een deel van de muur en een poortwachtershuis aan de Oudedijk.

Op 14 mei 1940 is een groot deel van Kralingen verwoest door het Bombardement op Rotterdam. De wijk lag in de aanvliegroute van de bommenwerpers. Een deel van de formatie “vloog rechtstreeks op de stad aan om de rechterzijde van de driehoek voor zijn rekening te nemen. Die liep vanaf het oostelijke stadsdeel Kralingen naar het centrum.” [2] Er stond bovendien een westenwind. Wie nu de wegwijzer volgt, komt na vierhonderd meter bij de Steen van de miljoenen tranen aan de Willem Ruyslaan, zoals vele straten vanaf dit punt vernoemd naar een in de oorlog door de bezetter vermoorde verzetsheld, de reder Willem Ruys. Op de hoek met de Robert Baeldestraat opende Prins Bernhard in 1968 de nieuwe sociëteit Hermes van het Rotterdamsch Studenten Corps. Het stratenpatroon en de architectuur zijn hier volkomen naoorlogs, maar de route van de Honingerdijk via de Boven of Beneden Oostzeedijk over het Oostplein naar de Hoogstraat in het centrum is minstens zo oud als Schielands Hoge Zeedijk.Voor de komst van deelgemeenten werden in de 20e eeuw de stadswijken genummerd, hieraan herinneren op veel gevels nog de bordjes wijk 16. Er staan op het grondgebied van Kralingen 52 rijksmonumenten. De ambtswoning van de burgemeester werd verkocht ten tijde van burgemeester Peper, maar stond en staat in Kralingen.
Bron: Wikipedia – Geschiedenis van Kralingen

Wapen van Kralingen

Het wapen van Kralingen werd gevoerd door de Heren van Kralingen en later door de gemeente Kralingen ten oosten van Rotterdam, geannexeerd in 1895.

Omschrijving:“Een achtpuntige rode ster op gouden veld.”De summiere beschrijving maakt geen melding dat het wapen gedekt is met een markiezenkroon. De Heren van Kralingen noch de gemeente hebben voor zover bekend ooit een wapenspreuk gevoerd. Het wapen van Kralingen is ook te zien in de zijgevel van het pand in de Aegidiusstraat net om de hoek van de Lusthofstraat. Daar tegenover in de straat boven de vroegere winkel van de RMI staat het wapen van Rotterdam.
De heerlijkheid zou in de 14e eeuw in het feodale leenstelsel zijn beleend door de bisschop van Utrecht aan Heer Gillis van Voorschoten of aan zijn zoon Ogier, de eerste die zich Van Cralingen zou noemen. In hun wapen stond een ster. De kronieken melden dat het Slot Starrenburg in 1316 werd gebouwd aan de Schie door Heer Dirc, de broer van Ogier, om te wedijveren met het Slot Honingen en het Hof van Wena, maar het zou reeds voor of in 1403 zijn verwoest. 
Bron: Wikipedia – Wapen van Kralingen
Voorouders van mij uit Kralingen:

  • Ogier van Cralingen
    Geboren omstreeks 1275, overleden in 1323. Heer van Kralingen. Zoon van Ogier II van Voorschoten en Rikarde.
    Gehuwd met Hildegarde de Visscher. Dochter van Diederic die Visscher uten Scouden.
  • Hildegarde van Cralingen
    Geboren 1317. Dochter van Ogier van Voorschoten van Cralingen.
    Zij was gehuwd met Dieric die Visscher. Zoon van Florens die Visscher
  •  Jacob Joestzn Verpost
    Hij is overleden in  december 1652 in Kethel, begraven op 21 december 1652. Zoon van Joest Jorisz Post.
    Jacob was bouwman en schout van Kralingen.
  • Pieter Jacobszn Post
    Geboren rond 1605 in Kethel, overleden rond 1662. Zoon van Jacob Joestzn Verpost en Leentgen Jacobsdr.
    Pieter was bouwman en schout van Kralingen. Hij is getrouwd met Leentgen Jacobsdr
  • Jacob Pieterszn Post
    Geboren rond 1635 te Kralingen, overleden op 18 mei 1671.  Zoon van Pieter Jacobsz Post en Trijntje Cornelisdr.
    Hij is getrouwd op 23 maart 1653 te Kralingen met Maertje Ariens Floren.
  • Gerardus Braat
    Geboren te Haarlemmermeer op 16 september 1880, overleden aan de Voorschoterlaan 26a te Rotterdam-Kralingen op 4 maart 1967. Begraven op 8 maart 1967 op de N.H. Begraafplaats “Oud-Kralingen” te Rotterdam.
Terug naar Dorpen en Steden
facebook

© 14 januari 2018, laatst bijgewerkt op  13 april 2022