Willem Otto van Arkel
Geboren 1385 – overleden Gorinchem, 1 december 1417. Hij was de laatste telg uit het Huis van Arkel en één van de mogelijke opvolgers van Reinoud IV van Gelre, als Hertog van Gelre (Zie Hertogen van Gelre).
Hij was een zoon van Jan V van Arkel (Zie Heren van Arkel nr. 21) en Johanna van Gulik (Zie Hertogen van Gulik nr. 14). Zijn zuster Maria van Arkel (Zie Heren van Arkel nr. 22) huwde met Jan II van Egmont (Zie Heren van Egmont nr 18). Willem wordt in 1406 gevraagd door het bestuur van de stad Gorinchem om het leiderschap van zijn vader op zich te nemen. Dit doet hij kort, maar omdat hij van alle kanten gemanipuleerd wordt, schaart hij zich weer achter zijn vader. Na het beëindigen van de Arkelse Oorlogen, kwam de stad Gorinchem weer in handen van Willem VI van Holland. Willem van Arkel was intussen naar Brabant gevlucht en kreeg burcht en land van Born met de steden Sittard en Susteren in leen.
Hij dacht rond 1417 genoeg manschappen achter zich te hebben verkregen om een poging te doen Gorinchem te belegeren. Willem wist met zijn Kabeljauwse medestanders de stad binnen te dringen, maar in de kleine straatjes, ter hoogte van de Revetsteeg, werd Willem tijdens de gevechten dodelijk getroffen en stierf in het harnas.
Volgens een sage zou net nadat Willem neergestoken was, Jacoba van Beieren naar hem toegesneld zijn. Mogelijk om hem te zien sterven, maar mogelijk ook om een verbond te sluiten.
Jacoba was naar verluidt namelijk geenszins ongenegen Arkel haar hand te schenken. Als mogelijke erfgenaam van de hertog van Gelre zou Willem van Arkel zeker niet beneden haar stand geweest zijn.
Ook de Hoekse veldheer Walraven I van Brederode sneuvelde in de Strijd om Gorinchem.
Willem had geen nazaten, afgezien van vier bastaarddochters.
Zijn zuster Maria (Zie Heren van Arkel nr. 22), werd erfgenaam van de Hertog van Gelre.
Bronnen:
Willem van Arkel – Wikipedia
Zie ook: