Woudrichem

Woudrichem (Workum) 1649 Blaeu

Woudrichem door Joan Blaeu in 1649

Woudrichem (uitspraak: Wou-drie-chèm, met een è als in ‘elf’) (Brabants: Woerkem of Woerkum) (Vroeger ook: 1536 Worcum / Worcom)  is een oude vestingstad aan de Merwede in de provincie Noord-Brabant in het Land van Heusden en Altena, in de gemeente Altena. Woudrichem telt ongeveer 4.645 inwoners.

Woudrichem ligt tussen Sleeuwijk en Rijswijk.
Nabijgelegen kernen zijn Sleeuwijk, Gorinchem (voetveer), Rijswijk en Almkerk. De dichtstbijzijnde grote plaats is Gorinchem.
Er zijn meerdere verklaringen voor de oorsprong van de plaatsnaam Woudrichem. De eerste en meest waarschijnlijke uitleg stelt dat de plaatsnaam afkomstig is van wald en heim, en duidt op een bosrijke omgeving. Een tweede uitleg is dat ene Heer Waldrik een huis oprichtte aan de oever van de Waal. Door de tijd heen werd Woudrichem verschillend uitgesproken en geschreven. Een aantal varianten is aangebracht op de gevel van een pand aan de Kerkstraat in Woudrichem.Woudrichem is ontstaan in de negende eeuw. Op een oeverwal, waar zich nu de Hoogstraat en de Molenstraat bevinden, ontstond een marktplaats. Rond het jaar 1000 verschenen, merendeels ten noorden van de Alm, een aantal nederzettingen die op Woudrichem waren gericht. De Maas stroomde aanvankelijk niet langs Woudrichem. De hoofdstroom van deze rivier stroomde eerst ongeveer door de bedding van de huidige Bergsche Maas, later was de Alm de hoofdstroom, en nog later de huidige Afgedamde Maas, tot in 1904 de Bergsche Maas werd gegraven.Woudrichem lag strategisch aan de samenvloeiing van Maas en Waal in de invloedssfeer van zowel het Hertogdom Brabant, Gelre en het Graafschap Holland. In 1322 werd het Land van Altena bij het Graafschap Holland gevoegd om pas in 1815 bij de nieuw gevormde provincie Noord-Brabant te worden ingedeeld.In de veertiende eeuw was de stad zo uitgegroeid, dat de Heer van Altena, Willem VII van Horne, in 1356 stadsrechten verleende aan Woudrichem. De graaf van Holland verplaatste in hetzelfde jaar de grafelijke riviertol van Niemandsvriend, gelegen in Sliedrecht, naar Woudrichem. Hierdoor en door andere voorrechten, zoals het visrecht uit 1362 – verleend door Dirk Loef van Horne, bouwer van Slot Loevestein – kwam de plaats tot bloei.In deze tijd werd ook de Martinuskerk gebouwd . In 1386 begon men met de bouw van de stadsmuur. Het was in dit jaar dat de Graaf van Holland het Land van Altena naar zich toetrok. Onderhandelingen tussen Jan IV van Brabant en Jan VI van Beierenleidden tot de Zoen van Woudrichem (1419). Hierna begon de economie te tanen, toen in 1420 de tol naar Gorinchem werd overgebracht en in 1421 de Sint-Elisabethvloed huishield. De situatie verslechterde verder, mede door militaire activiteiten.Door de strategische ligging werd Woudrichem regelmatig belegerd. Zo werd de stad in 1405 door de Arkelsen overvallen en door de Geldersen in 1511. In 1572 koos Woudrichem de zijde van Willem van Oranje. In 1573 vonden de Geuzen dat de stad onverdedigbaar was en staken deze in brand. Van 1583 – 1588 werd de stad met een vestinggordel omgeven, die echter een kleiner oppervlak omsloot dan de voormalige stadsmuur. De vesting werd ontworpen door Adriaen Antonisz. van Alkmaar. Met hulp van omliggende steden vond wederopbouw van het stadje plaats. Niettemin bleef de economische situatie slecht en in 1700 kreeg Woudrichem daarom vrijstelling van belastingen.In 1814 werd Woudrichem opgenomen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In de omgeving van de stad mocht voortaan niet meer gebouwd worden en in 1815 werd in de dijk een sluis gebouwd waardoor het omliggende land zou kunnen worden geïnundeerd. Pas in 1926 werden de bepalingen versoepeld en eerst in 1955 werd de vesting opgeheven. Dit schiep de mogelijkheid om woonwijken buiten de vestingwallen aan te leggen. Vanaf 1971 is de historische stadskern gerestaureerd. Dit centrum is geklasseerd als beschermd stadsgezicht.In 2006 vierde Woudrichem 650 jaar stadsrechten. In de vesting werden onder meer in een weekend in augustus door bewoners die verkleed gingen allerlei taferelen uit de afgelopen eeuwen uitgevoerd.

Tot januari 2019 was het de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente.

De belangrijkste monumenten zijn:

  • Gotische Martinuskerk in het oude centrum, waarvan de rijk gebeeldhouwde vierkante toren de bijnaam Mosterdpot draagt.
  • Johannes Nepomukkerk, een waterstaatskerk uit 1838, aan de Vissersdijk.
  • Gevangenpoort, uit omstreeks 1580.
  • Stellingmolen Nooit Gedagt, in gebruik als korenmolen, herbouwd in 1990-1996.
  • Vestingwerken volgens het Oud-Nederlands vestingstelsel, uit 1580 en later.
  • Diverse 19e-eeuwse militaire magazijnen en twee arsenalen uit 1851.
  • Het Oude Raadhuis, een gebouw met zadeldak tussen trapgevels, aan Hoogstraat 47. De voorgevel draagt het jaartal 1592. Het gebouw werd gerestaureerd in 1957.
  • Diverse woonhuizen, waaronder een aantal woningen met een Dordtse gevel zoals In de Salamander (1609), In den gulden Engel(1593), In ’t Hert (1601) en In den vergulden Helm (1601). Huis Jacoba van Beieren in de Molenstraat 6-8. Ook een gevelsteen met het rijm: Die tidt is cort, Die doot is snel, Wacht u van sonden, So doet ghy wel. De meeste van deze huizen bevinden zich aan de Hoogstraat en de Kerkstraat.
  • Hardstenen dorpspomp aan de Hoogstraat.

Woudrichem wapen 1817.svgHet wapen van Woudrichem werd op 16 juli 1817 aan de Noord-Brabantse plaats Woudrichem toegekend.

Het eerste wapen had geen blazoenering, maar alleen een officiële tekening, als er een tekst bij zou zijn geweest dan had deze als volgt kunnen luiden:
“Van goud beladen met 2 afgewende zalmen van keel, geplaatst en pal. Het schild hangende aan een lint van zilver aan een dorre boom.”

Het wapen is goud van kleur met daarop twee rode zalmen. De zalmen staan (en pal) met de ruggen naar elkaar gekeerd. Het schild hangt aan een wit, of zilveren, lint aan een dorre boom. De boom is van natuurlijke kleur. De tak/dorre boom is mogelijk een verwijzing naar de vroegere naam Waldrikheim, waarin wald een verwijzing zou zijn naar woud. De boom als schildhouder kan zowel van het wapen van Haarlem als van dat ‘s-Hertogenbosch komen, Woudrichem heeft van beide steden het poortrecht gekregen. Haarlem heeft een dorre boom boven het schild uitsteken en ‘s-Hertogenbosch heeft een boom op het schild staan.

Vanwege een gemeentelijke fusie in 1973 kreeg de gemeente Woudrichem in 1974 een nieuw wapen.

Uit:

 

Voorouders:

  • Wouter Michiels Hanegraaff
    Geboren rond 1480,  overleden vóór 1539 te Woudrichem. Hij woont te Woudrichem waar hij beleend wordt met een Hollandse leen van 8 morgen nabij het Crayveld in 1522. Zoon van Lutgard Reijniersdr Haengrave en Michiel Anthonis Wouters van Eijndhoven.
    Hij was gehuwd met Jenneke.
  • Wouter Wouters Hanegraaff
    Geboren 1535 te Woudrichem. Schrijnmaecker, poorter van ‘s-Hertogenbosch 10 oktober 1575, timmergezel 1556.
    Zoon van Wouter Michiels Hanegraaff en Jenneke.
    Hij was getrouwd met Catharina Peteri Goijaerts Waderle. Geboren rond 1540 in ‘s-Hertogenbosch, overleden rond 1575. Dochter van Peter Goijaertszn van Waderle.

 

  facebook       

© 1 juni 2020