Kamerik

 

Kamerik in 1866, door J. Kuyper. 1375 inwoners

Kamerik is een dorp in de gemeente Woerden in de Nederlandse provincie Utrecht. Het dorp heeft, inclusief het dorpje Kanis, 3.870 inwoners (1 januari 2019).

Van 1811 tot 1989 was Kamerik een zelfstandige gemeente. Het ontstond uit de Heerlijkheid Kamerik en de Houtdijken en ging op in de gemeente Woerden. Het dorp ligt ongeveer 1,5 km ten noorden van Woerden aan de Kamerikse Wetering. Het had oorspronkelijk lintbebouwing aan weerszijden van de Wetering. Deze oorspronkelijke bebouwing is inmiddels beschermd dorpsgezicht. Een groot aantal panden valt onder monumentenzorg.

Het meest opvallende bouwwerk in het dorp is de Nederlands-Hervormde kerk. Deze werd rond 1855 gebouwd, in plaats van de oorspronkelijke vijftiende-eeuwse kerk, die bouwvallig was geworden. Alleen de toren van deze aan Sint Hippolytus gewijde kerk bleef bestaan.

De eerste bekende bewoning van het hooggelegen gedeelte van het veengebied waarin Kamerik zich bevindt, dateert uit de tiende eeuw. In die tijd liet de bisschop van Utrecht de veengronden ontginnen. Sommige geografische namen dateren uit deze tijd. De naam Kamerik komt wellicht van het Franse bisdom Kamerijk, het tegenwoordige Cambrai. De bisschoppen van Utrecht vernoemden in die tijd sommige van de nieuwe nederzettingen naar bestaande gebieden. Een andere verklaring wijst op een relatie tussen de naam Kamerik en het Friese Hemrik, dat “versterkt huis” zou hebben betekend.Het gebied van Kamerik wordt doorsneden door de acht kilometer lange Kamerikse Wetering, die vrijwel exact in noord-zuidelijke richting is gegraven. Op de plaats van de huidige hervormde kerk heeft waarschijnlijk in de 10e eeuw al een kerk gestaan. De vondst van een aantal tufstenen doodkisten wijst daarop. In de 15e eeuw werd hier een aan Sint-Hippolytus gewijde kerk gebouwd. Deze is na de reformatie bij de protestanten in gebruik gekomen. In 1855 werd een nieuwe Sint-Hippolytuskerk gebouwd verderop langs de Wetering. Rond deze kerk ontstond geleidelijk een nieuwe woonkern: Kanis.

 

Het dorp Kamerik kende een behoorlijke bevolkingstoename vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw. De eerste nieuwe huizen werden vooral ten oosten van de Wetering gebouwd. Hier ontstonden de naar burgemeesters en bomen genoemde straten. In 1955 werd in deze dorpsuitbreiding ook een nieuw gemeentehuis van Kamerik gebouwd. Vanaf het einde van de jaren zestig werd uitbreiding ten westen van de oude dorpskern gerealiseerd. De namen van deze nieuwe straten passen in het thema platteland en boerderij. Enkele voorbeelden zijn: de Hild, de Deel, Overstek en Voorhuis. In de jaren tachtig wilde het toenmalige gemeentebestuur haast maken met verdere groei. In verband met de naderende samenvoeging van de gemeente met Woerden werd verwacht dat er minder gebouwd zou worden. Zo ontstond de nieuwe wijk Mijzijde, waarvan de straatnamen aan de waterschapswereld zijn ontleend, zoals Keur, Boezem, Verlaat en Molentocht.

De gemeente Kamerik ontstond in 1811, in de Franse tijd, uit de voormalige ambachtsheerlijkheden Kamerik en de Houtdijken, Kamerik-Mijzijde en ‘s-Gravesloot. Deze gemeente bleef bestaan na het herstel van de Nederlandse onafhankelijkheid in 1813. In 1817 werd deze echter weer gesplitst in Kamerik-Houtdijken, Kamerik-Mijzijde en ‘s-Gravesloot. De drie gemeenten deelden vaak een burgemeester en secretaris. Ook verzorgden zij gezamenlijk het onderwijs betaalden zij gedrieën het salaris van de koster. In 1857 werden de drie gemeenten Kamerik-Houtdijken, Kamerik-Mijzijde, ‘s-Gravesloot, samen met Teckop tot de nieuwe gemeente Kamerik samengevoegd. Het wapen van de gemeente Kamerik was eerder het wapen van de heerlijkheid Kamerik en de Houtdijken. De treinramp bij Harmelen op 8 januari 1962 vond plaats op het grondgebied van de toenmalige gemeente Kamerik. De ter plaatse overleden slachtoffers zijn ingeschreven in de burgerlijke stand van Kamerik. De gemeente is in opgeheven 1989 en opgegaan in Woerden.

Het wapen van Kamerik werd twee keer bevestigd door de Hoge Raad van Adel bevestigd. De eerste keer was op 11 september 1816 aan de Utrechtse gemeente Kamerik. Deze ontstond in 1812 uit de voormalige ambachtsheerlijkheden Kamerik en de Houtdijken, Kamerik-Mijzijde en ‘s-Gravesloot. Per 1818 werd zij opgeheven en gesplitst in drie gemeenten om op 8 september 1857 weer tot de nieuwe gemeente Kamerik samengevoegd te worden inclusief de gemeente Teckop. Op 17 augustus 1858 werd het wapen weer bevestigd als gemeentewapen. Per 1989 ging Kamerik op in de gemeente Woerden. Het wapen van Kamerik is daardoor definitief komen te vervallen als gemeentewapen.
De blazoenering van het wapen luidde als volgt:
“Zijnde een schild van goud, met drie andrieskruisen van keel.
De heraldische kleuren zijn goud (goud of geel) en keel (rood).
Het wapen van Kamerik is afkomstig van de heerlijkheid Kamerik en de Houtdijken. Deze heeft het op haar beurt afgeleid van het wapen van het geslacht Van Strijen. De eerste aanvraag voor het wapen van Kamerik werd gedaan door de laatste ambachtsheer van Kamerik, Diederik Gregorius van Teijlingen. Hij voerde als argument aan dat het wapen al eeuwenlang aanwezig was. Dit is historisch gezien juist. In de 14e eeuw trouwde Gijsbrecht van Abcoude, heer van Duurstede met Johanna van Horne, vrouwe van Gaasbeek, Putten en Strijen. Zij was de dochter van Willem IV van Horne  en Oda van Putten en Strijen en ze was vrouwe van Gaasbeek. De Heren  van Strijen voerde toen al de drie andrieskruizen in het wapen. Door het huwelijk werd het wapen van Putten en Strijen naar Kamerik gebracht. In Noord-Brabant zijn veel wapens te vinden met drie andreaskruizen. Dit is te danken dat de invloedrijke Heren van Breda afstamden van het geslacht Van Strijen. Zij voerden wel het wapen in omgekeerde kleuren.
Bron: Wikipedia – Kamerik
Voorouders:
  • Maurin van Croiselles
    Geboren te Kamerik  in 1250.  Raadsheer.
    Hij trouwde met Florentina van Mijnden. Dochter van Amelis van Mijnden.
  •  Peter Lenaerts Keppel
    Geboren op 1 maart 1668 te Herwijnen. Overleden op 10 januari 1723 te Leerdam. Watermolenaar aan de Lingedijk te Oosterwijk. Zoon van Lenaert Keppel en Dirckje Hol.
    Hij was op 30 maart 1690 te Kamerik gehuwd met Deliaentje van den Ende.
  • Lijsbet Mooy
    Geboren in 1729, gedoopt op 12 juni 1729 te Nieuwkoop. Zij is overleden op 8 januari 1795 te Kamerik. Dochter van Cornelis Gerrits Mooij en Hilletje Ariens de Korten. Zij trouwde op 30 januari 1763 met:
  • Pieter Arie Hogenboom
    Overleden 8 februari 1777 te Kamerik. Zoon van Arie Pieters Hogenboom.
  • Neeltje Hogenboom
    Geboren op 18 augustus 1765 te Kamerik, overleden op 28 augustus 1807. Dochter van Pieter Arie Hogenboom en Lijsbet Mooy. Ze was gehuwd met Arie Wingelaar.
  • Pieter Wingelaar
    Geboren 1 juni 1793 te Kamerik.  Overleden 28 augustus 1857 te Hillegom.
    Zoon van Arie Wingelaar en Neeltje Hogeboom. Gehuwd met Dina de Booij.
  • Neeltje Hogenboom
    Geboren op 18 augustus 1765 in Kamerik, overleden in 1807. Dochter van Pieter Arie Hogeboom en Lijsbet Mooy .
  • Pieter Wingelaar
    Geboren op 1 juni 1793 te Kamerik.  Overleden 28 augustus 1857 te Hillegom. Zoon van Arie Wingelaar en Neeltje Hogeboom. Hij was gehuwd met Dina de Booij.

Terug naar:

Dorpen en Steden

  facebook       

© 2 maart 2018, laatst bijgewerkt op 15 mei 2018