Stamreeks Karel de Grote (VI)

Karel de Grote 6

Karel de Grote

Hoofdpagina: Karel de Grote

Via Lotharius I (nr.3).

Van Karel de Grote tot Ooms

1. Karel de Grote, geboren bij Aix-la-Chapelle 2 april 748, overleden  Aken, 28 januari 814.
Hij komt uit het geslacht der Karolingen.
Hij was vanaf 9 oktober 768 koning der Franken en vanaf 25 december 800 keizer van het Westen. 
 Karel was de oudste zoon van de latere koning Pepijn de Korte en Bertrada van Laon.

 

 

 

lodewijk de vrome

Lodewijk de Vrome

2. Lodewijk de Vrome (geboren Chasseneuil bij Poitiers, 11 april 778 – overleden Ingelheim am Rhein, 20 juni 840), ook wel de Eerlijke en de Joviale, was de koning van Aquitanië vanaf 781. Hij was ook koning der Franken en medekeizer (als Lodewijk I) met zijn vader, vanaf 813.
Hij was een zoon van Karel de Grote en Hildegard de Vinzgau.

 

 

 

Lotharius I

Lotharius I

3. Lotharius I (geboren Aquitanië, 795 – overleden Prüm, 29 september 855) was de oudste zoon van Lodewijk de Vrome en Ermengarde van Haspengouw, en Rooms-keizer van 817 tot 855. Tot 840 regeerde hij samen met zijn vader. Hij was ook hertog van Beieren van 814 tot 829, koning van Italië van 818 tot 855 en koning van Midden-Francië van 840 tot 855. Hij probeerde om als keizer het oppergezag over het gehele Frankische Rijk te behouden maar moest na de dood van zijn vader uiteindelijk instemmen in een deling met zijn broers. De regio Lotharingen is naar hem genoemd.

Lotharius was 15 november 821 in de palts van Thionville getrouwd met Irmgard (circa 800-851), de dochter van zijn trouwe medestander Hugo van Tours. Zij kregen de volgende kinderen:

Naast zijn huwelijk had hij ten minste een bijvrouw, Doda. Lotharius en Doda hadden een zoon Karloman (geb. 853). Na de dood van Irmgard weigerde Lotharius opnieuw te trouwen.

Lodewijk II van Italië

Lodewijk II van Italië

4. Lodewijk II van Italië (geboren  825 – overleden Ghedi, 12 augustus 875) was keizer van het Roomse Rijk (toen nog niet “Heilig” genoemd) en koning van Noord-Italië.
Lodewijk was de oudste zoon van keizer Lotharius I en werd in 839 door hem aangewezen als toekomstige koning van Italië. Hij was verloofd met een dochter van keizer Theophilos van Byzantium maar verbrak de verloving in 842, na de dood van Theophilos. Op 15 juni 844 werd hij gekroond tot koning van Italië en trok daarna met een leger naar Rome om de stad te beschermen tegen de Saracenen die de stad kort daarvoor hadden geplunderd. In 847 leidde hij een vergeefse expeditie om Saraceense kapers te verdrijven uit hun bases in Zuid-Italië. Hij werd als medekeizer gekroond door paus Leo IV in 850. In 851 trok hij opnieuw naar het zuiden op verzoek van de kloosters van Monte Cassino en San Vincenzo, die door de Saracenen waren aangevallen. Hij greep ook in in de interne strijd in het hertogdom Benevento. Door het hertogdom te verdelen tussen de twee strijdende fracties wist Lodewijk een vrede te bemiddelen. Toen beide partijen hun Saraceense huurlingen niet meer nodig hadden, verraadden ze die aan Lodewijk – die ze liet ombrengen. Datzelfde jaar hield hij een landdag in Pavia.

Na het overlijden van zijn vader werd Lodewijk gekroond tot keizer. Hij was echter ontevreden over de verdeling van de erfenis omdat hij buiten het koninkrijk Italië geen aanvullende gebieden kreeg.

In het noorden werd de politiek van Lodewijk bepaald door zijn broers die geen wettige erfgenamen hadden, en waar Lodewijk dus moest proberen om hun erfenis te verwerven. In 857 sloot hij een bondgenootschap met Lodewijk de Duitser, tegen zijn broer Lotharius II (die Lotharingen en delen van Bourgondië en Zwitserland had gekregen) en Karel de Kale. Maar een jaar later verzoende hij zich met Lotharius en steunde zijn pogingen om van zijn onvruchtbare echtgenote te scheiden. Als dank werd Lodewijk goed bedeeld toen hij in 863 met Lotharius het koninkrijk van hun broer Karel van Provence verdeelde: Lodewijk kreeg al het gebied tot aan de Rhône, behalve Lyon en Vienne. Het volgende jaar steunde hij nogmaals de positie van zijn broer in de scheidingskwestie en trok zelfs met een leger naar Rome om de paus onder druk te zetten. Doordat Lodewijk ziek werd, was hij echter genoodzaakt om van militaire actie af te zien en sloot een compromis met de paus. Ondanks de inspanningen van Lodewijk lukte het Lotharius niet om te scheiden en vervolgens zijn buitenechtelijke kinderen te echten. Toen Lotharius in 869 zonder wettige erfgenamen stierf was Lodewijk gebonden door de belegering van Bari. Zijn ooms Karel en Lodewijk konden daardoor bij het verdrag van Meerssen het koninkrijk van Lotharius verdelen – protesten van Lodewijk en de paus konden daar niets meer aan veranderen. In zijn laatste jaren zocht Lodewijk toenadering tot Lodewijk de Duitser en benoemde diens zoon Karloman van Beieren tot opvolger, omdat hij zelf alleen dochters had.

Lodewijk was getrouwd met Engelberga van Parma. Ze kregen twee dochters:

5. Ermengarde der Franken (geboren ca. 855 – overleden 896, voor 2 juni) was een dochter van Lodewijk II en van Engelberga van Parma. Zij huwde in 876 met Bosso van Bourgondië en schonk hem volgende kinderen:

Wanneer Paus Johannes VIII op de vlucht is voor de Saracenen, komt hij zich verschuilen bij Ermengarde en haar echtgenoot in Arles. Nadat Bosso zich in 879 tot koning had uitgeroepen nam zij deel aan de verdediging tegen de aanvallen van de Karolingische koningen. Hij stichtte dus het koninkrijk Bourgondië en werd zo de eerste koning binnen het vroegere Frankische Rijk die niet van Karel de Grote afstamde. Einde 880 verdedigde zij met succes Vienne, maar in 882 kon Karel de Dikke Vienne innemen, dat geplunderd werd. Haar schoonbroer Richard I van Bourgondië zette haar gevangen in Autun, terwijl Bosso zelf naar de de Provence vluchtte. Na de dood van haar echtgenoot in 887 werd zij regentes over Provence en begeleidde haar zoon Lodewijk naar Karel de Dikke om hem door hem te laten adopteren. In 889 onderwierp zij zich aan Arnulf van Karinthië.

Ermengarde is begraven in de kathedraal van Vienne.

6. Willa van Arles (geboren ca. 865 – overleden vóór 924).
Zij was een dochter van Bosso van Bourgondië  en Ermengarde der Franken.
Zij was gehuwd (888) met Rudolf I van Bourgondië (geboren ca. 855 – overleden 25 oktober 912) was koning van Opper-Bourgondië. Hij was een zoon van Koenraad II van Auxerre, graaf van Auxerre, uit de familie der Welfen.

Door de erfenis van zijn vader, Koenraad II van Auxerre, was Rudolf graaf van Bourgondië en Auxerre, en lekenabt van Saint-Maurice. Daarmee was hij de machtigste man van Opper-Bourgondië (West-Zwitserland en Franche-Comté). Nadat Karel de Dikke was afgezet, verkoos de adel van Opper-Bourgondië Rudolf in 888 tot koning. Rudolf probeerde in de onduidelijke politieke situatie om opnieuw een onafhankelijk koninkrijk Lotharingen tot stand te brengen, zoals dat tot 869 had bestaan onder Lotharius II. Hij bezette grote delen van de Elzas en Lotharingen, en liet zich in juni 888 tot koning van Lotharingen kronen in Toul. Hij stootte daarbij evenwel op Arnulf van Karinthië en diende in oktober 888 op de rijksdag van Regensburg, Lotharingen op te geven in ruil voor zijn erkenning als koning van Bourgondië.

Rudolf stelde bisschop Theoderic van Besançon aan als zijn kanselier en sloot een bondgenootschap met Guido van Spoleto, een tegenstander van Arnulf in Italië. In 894 wisten ze samen nog te voorkomen dat Arnulf tot keizer zou worden gekroond. Daarop hield Arnulf een expeditie tegen Rudolf maar die liet het niet op een oorlog aankomen maar trok zich met zijn leger terug in de bergen. Ook een poging van Arnulfs zoon Zwentibold (koning van Lotharingen) om Rudolf te onderwerpen was zonder succes. Na de dood van Lodewijk IV het Kind maakte Rudolf weer gebruik van de politieke onzekerheid en veroverde Besançon en Basel.

Rudolf en Willa kregen de volgende kinderen:

  • Rudolf II
  • Lodewijk (- na 929), graaf van de Thurgau (een gebied dat aanmerkelijk groter was dan het huidige kanton), trouwde vermoedelijk met een dochter van Edward Imaar het is niet zeker of dit Eadgifu of Aelgifu was.
  • Willa (- na 936)(Volgt 7), die huwde met Boso III van Arles maar door hem in 936 werd verstoten
  • Waldrada, getrouwd met Bonifatius, markgraaf van Bologna en hertog van Spoleto

7. Willa van Bourgondië (overleden na 936).
Zij was een dochter van Rudolf I van Bourgondië en Willa van Arles.
Zij huwde met Boso III van Arles. (geboren ca. 885 – overleden 936) was achtereenvolgens markgraaf van Arles en Toscane. Boso werd in 911 graaf van Avignon en Vaisin. In 907 probeerde hij samen met zijn broer Hugo om Italië te veroveren maar deze expeditie mislukte en de broers moesten van koning Berengar terugkeren en zweren nooit meer terug te komen. In 926 lukte het Hugo om alsnog koning van Italië te worden, ten koste van Rudolf II van Bourgondië. Boso nam toen de functie van markgraaf van Arles van Hugo over.

Zijn halfbroer Lambert was door Hugo tot markgraaf van Toscane benoemd maar in 931 verdacht Hugo Lambert van een poging tot een staatsgreep en liet Lambert de ogen uitsteken. Boso volgde Lambert op als markgraaf van Toscane. In 936 kwam Boso in opstand tegen de paranoïde Hugo, aangezet door zijn vrouw Willa (zuster van Rudolf). De opstand mislukte, Boso verstootte zijn vrouw en zond haar terug naar Bourgondië en werd zelf afgezet en vermoord.

Boso was zoon van Theobald van Arles en van Bertha van Lotharingen. Hij was gehuwd met Willa, dochter van Rudolf I van Bourgondië en Willa (ca. 865 – voor 924) – die hertrouwde met Boso’s broer Hugo, en werd de vader van:

8. Willa van Arles (geboren 912 – overleden 970), ook wel genoemd Willa III van Toscane.
Zij was een dochter van Boso III van Arles en Willa van Bourgondië. Zij huwde met Berengarius II van Italië, ook Berengar II, (ca. 900- Bamberg, 6 augustus 966) was van 950 tot 952 koning van Italië maar moest zich daarna onderwerpen aan Otto I de Grote. Hij bleef proberen om een onafhankelijke politiek te voeren en werd uiteindelijk in 960 verbannen naar Bamberg. Na het overlijden van zijn vader Adalbert van Ivrea in 923/924, werd Berengar een van de machtigste edelen in het noorden van Italië. Hij was graaf van Milaan en markgraaf van Ivrea, Piëmont en Lombardije. Hij was een belangrijke vazal van koning Hugo van Arles en trouwde met diens nicht Willa (912 – na 966). In 926 vocht hij voor Hugo tegen Rudolf II van Bourgondië toen die tevergeefs probeerde om voor de tweede keer koning van Italië te worden. Tot 945 bleef het relatief rustig in Italië. In dat jaar vertrouwde Hugo (die tegen die tijd overal samenzweringen vreesde) de machtspositie van Berengar en zijn broer Anskar (hertog van Spoleto) niet meer. Hugo liet Anskar vermoorden en nodigde Berengar uit aan het hof, met het doel om hem de ogen uit te steken. Hugo’s zoon Lotharius waarschuwde Berengar die naar Duitsland kon vluchten. Met toestemming van Otto I verzamelde hij een leger in Zwaben. Daarmee keerde Berengar terug naar Italië en versloeg Hugo. Lotharius werd tot koning gekroond maar Berengar werd de sterke man achter de troon.

In 950 overleed Lotharius en Berengar liet zichzelf op 15 december te Pavia tot koning kronen, zijn zoon Adalbert werd tot medekoning gekroond. Berengar en Willa wilden dat Lotharius’ weduwe Adelheid (heilige) met Adalbert zou trouwen maar zij weigerde dat, en werd gevangengezet in Garda. Zij wist te ontsnappen en vroeg koning Otto I om hulp, en trouwde uiteindelijk met hem. Dit was de aanleiding voor Otto I om Italië binnen te vallen en zich de Italiaanse troon toe te eigenen, zonder de gebruikelijke koningsverkiezing. Berengar vluchtte naar San Marino maar ging later in op onderhandelingen. Op 7 augustus 952 erkende Berengar te Augsburg het gezag van Otto, en nam genoegen met de positie van onderkoning van Italië. Friuli en het strategische markgraafschap Verona bleven echter onder Duitse controle.

Toen Otto’s oudste zoon Liudolf van Zwaben tegen zijn vader in opstand kwam, gaf dit Berengar de gelegenheid om Verona en Friuli weer te bezetten. In 957 verzoenden Liudolf en Otto zich weer en Liudolf trok naar Italië om orde op zaken te stellen. Berengar werd gevangengenomen maar omdat Liudolf korte tijd later overleed, werd Berengar weer vrijgelaten en kon hij zijn positie hernemen. Toen Berengars zoon Wido in 959 Spoleto veroverde voelde de paus zich zo in het nauw gebracht dat hij, samen met enkele edelen, Otto vroeg om in te grijpen. In 961 trok Otto naar Italië en kon Berengar eenvoudig verdrijven omdat die door zijn troepen in de steek werd gelaten. Berengar en Willa zochten hun toevlucht in de vesting San Leone, bij Urbino, in de Kerkelijke Staat. Otto liet deze situatie voortduren tot 963 en toen zette hij de paus af en nam Berengar en Willa gevangen. Berengar werd verbannen naar Bamberg en werd na zijn overlijden met koninklijke eer begraven in Regensburg.

Berengar was een zoon van Adalbert van Ivrea en Gisela van Friuli, dochter van Berengarius I van Friuli. Hij trouwde met Willa III van Toscane, dochter van Boso III van Arles en Willa van Bourgondië. Berengar en Willa hadden de volgende kinderen:

  • Adalbert
  • Wido (ovl. 25 juni 965), 957 markgraaf van Ivrea, veroverde in 959 Spoleto en Camerino. Trok zich na de inval van Otto, samen met Adalbert terug op enkele kastelen in de Alpen en sneuvelde tijdens een veldslag aan de Po.
  • Koenraad (ovl. ca. 1000), 957 graaf van Milaan. Erkende in 965 het gezag van Otto en werd benoemd tot markgraaf van Ivrea.
  • Gisela, gehuwd met Rambold, een ambassadeur van Otto in 944. Wordt in 965 vermeld als non.
  • Gerberga getrouwd met Aleramo van Monferrato
  • Suzanna van Italië (Volgt 9)
  • Bertha, in 952 abdis van San Sisto, Piacenza

Volgens middeleeuwse kronieken was Willa een kwaadaardige en gevaarlijke vrouw. Omdat Hugo haar ouders had gedood had Willa in ieder geval goede reden om hem te haten. Toen Berengar naar Duitsland vluchtte, heeft zij, hoogzwanger, die tocht apart van hem ook gemaakt. Zij zou Adelheid in haar gevangenschap hebben mishandeld. Ook zou ze een kapelaan die haar dochter opvoedde, als minnaar hebben genomen waarop Berengar hem heeft laten castreren. Ook zij werd in 963 naar Bamberg verbannen. Ze trad na het overlijden van Berengar in een klooster.

9. Suzanna van Italië of, Rosala van Ivrea, (geboren ca. 950 – overleden26 januari 1003) was een dochter van Berengarius II van Italië en van Willa van Toscane. In haar jeugd was ze hofdame geweest van keizerin Adelheid (heilige). In 968 huwde zij met Arnulf II van Vlaanderen en werd de moeder van:

Na het overlijden van Arnulf hertrouwde zij in 988 met Robert de Vrome die zeker twintig jaar jonger was dan zij, tegen de zin van Robert maar overeenkomstig de wil van zijn vader Hugo Capet. Zij bracht een mooie bruidsschat mee: Montreuil-sur-Mer en Ponthieu. Na de dood van zijn vader verstootte Robert Suzanna echter spoedig onder het voorwendsel dat ze te oud was om nog kinderen te krijgen, om te trouwen met Bertha van Bourgondië. Suzanna trok zich terug in Vlaanderen en er ontstond een conflict tussen Vlaanderen en de koning omdat die weigerde om Montreuil terug te geven, zijn enige “eigen” zeehaven. Na een periode waarin Vlaanderen de tegenstanders van de koning had gesteund, werd een compensatie overeengekomen. Suzanna/Rosala had een belangrijk aandeel in het bestuur van Vlaanderen en overleed in 1003. Ze werd begraven te Gent.

 

Bronvermeldingen Stamreeks Karel de Grote:
Keizers, Koningen en Hertogen – JohnOoms.nl
Graven en Gravinnen – JohnOoms.nl
Heren en Vrouwen van… – JohnOoms.nl
Genealogieën – JohnOoms.nl
Achtergronden, Naslagwerken en Overzichten
Genealogische Bronnen – JohnOoms.nl

 

Terug naar:

Van Karel de Grote tot Ooms

facebook

© 7 juni 2015,     laatst bijgewerkt op 9 april 2023