Puttershoek

Puttershoek in 1866, door J. Kuyper. 1750 inwonors

Puttershoek is een dorp en voormalig gemeente aan de Oude Maas, in de gemeente Hoeksche Waard, provincie Zuid-Holland, Nederland. Het dorp (de op één na grootste kern van de gemeente) telt 7.020 inwoners (peildatum 4 oktober 2019). De bijnaam voor inwoners van Puttershoek is Brokken.

Al vóór de Sint-Elisabethsvloed van 1421 lag op de plaats van het huidige Puttershoek een dorpje, Hoecke geheten. Deze naam was waarschijnlijk afgeleid van de vrij scherpe bocht (“de hoek”) die de dijk rond de Groote of Hollandsche Waard hier maakte. Na de Sint-Elisabethsvloed kwam het land in de handen van de heren van Putten, die het in leen gaven aan een ambachtsheer.

Tot in de 19e eeuw was Puttershoek een klein en afgelegen dorp, waar de voornaamste bron van inkomsten het biezensnijden was. In 1912 werd echter een grote suikerfabriek in het dorp gebouwd, waardoor door het dorp iedere herfst een kenmerkende zoete geur dreef. Deze geur was afkomstig uit de pulpdrogerij en was bij krachtige wind tot op vele tientallen kilometers te ruiken. Vanwege het seizoenswerk van de suikerfabriek kwamen ook arbeiders uit Noord-Brabant en Zeeland naar Puttershoek. Het behoudend Nederlands-hervormde dorp kreeg door de komst van de Brabanders voor het eerst sinds het begin van de Tachtigjarige Oorlog, toen onder leiding van Lumey de Geuzen na de inname van Den Briel ook een einde aan het katholicisme in de Hoeksche Waard maakten, weer een kleine katholieke gemeenschap. Deze katholieke arbeiders woonden tijdens de bietencampagne op het terrein van de Suikerfabriek en mochten jarenlang hun mis houden in een stenen werkplaats op het fabrieksterrein. Nadat een toenemend aantal Noord-Brabantse arbeidersgezinnen in Puttershoek en omgeving was komen wonen, werd in de jaren 1960 een stenen kerk elders in het dorp gebouwd, een van de twee katholieke kerken die de Hoeksche Waard rijk is. Eind 2004 is de suikerfabriek gesloten. De suikerproductie is overgeplaatst naar de fabrieken in Hoogkerk bij Groningen en Dinteloord.

In april 1940, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd het hoofdkwartier van de zogenaamde Groep Kil, een Nederlandse legereenheid ter grootte van een brigade, in Puttershoek gevestigd. Groepscommandant reservekolonel Van Andel en zijn chef-staf kapitein Michael Rudolph Hendrik Calmeyer – de latere staatssecretaris van Defensie – commandeerden de Groep Kil. Deze eenheid was verantwoordelijk voor de verdediging van het zuidfront Vesting Holland in de Hoeksche Waard en het Eiland van Dordrecht, waaronder de verdediging van de Moerdijkbruggen viel. Ruim vier dagen hield de Groep Kil ondanks vele tegenslagen die verdediging vol, tot de groep zich 13 mei 1940 naar het westen terugtrok.

Na de watersnood van 1953 werden vrijwel alle huizen op het direct aan de Oude Maas gelegen Weverseinde afgebroken om die dijk op deltahoogte te kunnen brengen. Alleen de 16e-eeuwsehaven (de kleinste open haven van Nederland), het Schouteneinde en het stukje oude dorpskern rond de Arent van Lierstraat/Kerkstoep zijn bewaard gebleven. Hier staan onder andere het oude gemeentehuis van Puttershoek, waarop het wapen (drie zwarte Franse lelies op een schild van zilver) nog te zien is, en het oude postkantoor “Springende Peert” (met trapgevel en gevelsteen), dat herinnert aan de tijd dat Puttershoek een pleisterplaats was op de postweg van Rotterdam naar Antwerpen. Ook bezienswaardig is korenmolen De Lelie aan de Molendijk en de oude dokterswoning op Schouteneinde 28.

De bekendste Puttershoeker is Kees Verkerk, die in 1968 goud won bij het schaatsen op de Olympische Spelen. Verkerk is tegen beter weten wel geboren in het nabijgelegen dorp Maasdam, maar opgegroeid in Puttershoek. Hij exploiteert tegenwoordig Hamresanden Camping nabij Kristiansand, Noorwegen, maar in het huis waar hij is opgegroeid is nog steeds het café ‘t Veerhuys gevestigd.

Het wapen van Puttershoek werd op 24 juli 1816 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Puttershoek toegekend. Sinds 1 januari 1984 valt Puttershoek onder de nieuw opgerichte gemeente Binnenmaas. Het wapen van Puttershoek is daardoor komen te vervallen. In het wapen van Binnenmaas is een afgeknotte lelie uit dat van Puttershoek overgenomen.[1]

De blazoenering van het wapen luidde als volgt:
“Van zilver beladen met drie leliën van sabel.”
De heraldische kleuren zijn zilver (wit) en sabel (zwart).
Het wapen is afgeleid van het familiewapen van Van Lier, dat vroeger ten minste voor de helft eigenaar was van de heerlijkheid. Zowel de familie van Lier als de voormalige ambachtsheerlijkheid Puttershoek voerde geknotte lelies in het wapen. In het wapen van Binnenmaas is daarom een geknotte lelie teruggekomen.
Uit: Wikiwand – Puttershoek
Voorouders uit Puttershoek:

  • Dirck van Slingeland Ottenz.
    Geboren naar schatting rond 1390, schepen (1426/27), burgemeester ‘van de gemeente’ (1437, 1440-41, 1447-50, 1453) en tresorier van Dordrecht (1439, 1444, 1447, 1450-52), hoogheemraad van Mijnsheerenland (1441), ambachtsheer van het halve ambacht van Puttershoek (1441-1453).
  • Cornelis Cornelisz den Bogter.
    Geboren rond 1620. Hij trouwde rond 1640 te Puttershoek met Marrigje Cornelisdr Bosman.
  • Jacob Sanders van van Driel
    Geboren op 18 februari 1646 te Oud-Beijerland. Overleden vóór 1695. Zoon van Sander Jacobsz van Driel (1.552) en Maertge Hendricks Graauw. Hij huwde op 6 mei 1674 te Puttershoek met:
  • Neeltje Cornelis den Bogter
    Geboren in 1648 te Puttershoek, overleden op 24 maart 1697 in Mijnsheerenland.
    Dochter van Cornelis Cornelisz den Bogter en Marrigje Cornelisd Bosman.

 

Dorpen en Steden

 

  facebook       

© 18 maart 2018, laatst bijgewerkt op 7 juni 2020