Koningen van Noorwegen

1. Harald I van Noorwegen
Harald Veelhaar of Schoonhaar (Oudnoors: Haraldur hinn hárfagri, Noors: Harald Hårfagre).  Overleden in 933. Zijn volledige naam vertaald in het Nederlands luidt: Harald I zoon van Halfdan. Hij kwam uit het geslacht Ynglinge, een machtig geslacht dat als volgens de legende nakomelingen van de godin Freya werd beschouwd.
Freya was de dochter van de zeegod Njord en de zus van Freyr. Zij is de godin van de liefde, vruchtbaarheid en de schoonheid. De dag vrijdag is naar deze godin vernoemd.

Harald wordt gezien als de eerste koning die over geheel Noorwegen heerste. Toen de vader van Harald, de legendarische Halfdan Zwarte Gudrødsson overleed in 860 volgde hij hem op als koning van enkele kleine en ietwat verspreide rijkjes (voornamelijk in het zuidoosten van het huidige Noorwegen). Deze waren in Halfdans handen gekomen door erfenissen en overwinningen.

Hoewel er niet aan wordt getwijfeld dat Harald heeft bestaan en de rol die hij heeft gespeeld in de vereniging van Noorwegen, heeft veel van de informatie over zijn leven een legendarisch karakter.

Er is onzekerheid omtrent hoe groot “geheel Noorwegen” in zijn tijd was. De onzekerheid geldt vooral omtrent een groot gebied in het noorden van Noorwegen; volgens sommigen werd dit door koningen geregeerd die geen band met Harald hadden. Wat wel zeker is, is dat hij veel kleine koninkrijken onder zijn heerschappij bracht en Noorwegen als grotere eenheid deed ontstaan.

In een van Snorri’s sagen wordt verteld dat een vrouw, Gyda (de dochter van koning Eirik van Hordaland), Harald aanzette tot het verenigen van Noorwegen. Hij had zijn mannen naar de boerderij in Valdres gestuurd, waar zij opgevoed werd, om haar een aanzoek te doen. Zij wees hem echter af, omdat zij hem niet machtig genoeg vond en vroeg hem waarom hij niet over geheel Noorwegen regeerde. Harald liet zich niet beledigen of ontmoedigen, maar nam de uitdaging aan en beloofde dat er geen kam, schaar of mes aan zijn haar zou komen eer Noorwegen één rijk was.

De eerste stap zette hij door in 866 Dovre te veroveren en een alliantie met de graaf Haakon Grjotgardsson aan te gaan. Vervolgens stootte hij door naar het westen en het oosten. Zijn streven ontmoette veel tegenstand, in het bijzonder in het westen van Noorwegen. De grote tegenstand eindigde in 872 met de beslissende veldslag te Hafrsfjord bij Stavanger. Hierdoor kreeg Harald de macht over grote delen van het westen en zuiden van Noorwegen. Een voordeel van deze overwinning was dat de kust veilig werd voor handelaren, tot het huidige Finnmark en wellicht ook nog verder tot Rusland.

In de loop van deze jaren had Harald de bijnaam Luva gekregen, vandaag zouden we het rasta noemen (de Franse vertaling hiervan is “tête de choc”). Toen hij Noorwegen onder zijn heerschappij had bijeengebracht, liet hij Gyda komen – en ze trouwden. Hierna trok Harald naar Jarl Ragnvald te Møre, daar werd zijn haar voor het eerst sinds 10 jaar geknipt en Jarl Ragnvald gaf hem de bijnaam Hárfagri.

Ook al had Harald nu Noorwegen bedwongen, het rijk bleef bedreigd. Ditmaal vanuit het buitenland. Zijn tegenstanders waren vooral verjaagde rijke stamhoofden van aanzien die een bedreiging voor Harald I vormden. Harald trachtte ze met onderdrukking aan zich te onderwerpen en dwong een groot aantal van hen aldus om Noorwegen te verlaten. Zij schuilden zowel op het recent ontdekte IJsland als op de Orkney-eilanden, de Shetland-eilanden, de Hebriden en de Faeröer als in Schotland. Vanuit deze veilige havens kwamen ze terug om ’s winters in Noorwegen en de rest van noordelijk Europa op rooftocht te gaan. Ze namen in getale toe toen ontevredenen uit Noorwegen zich bij hen aansloten. Het ging daarbij vooral om de knellende belastingen die Harald hen oplegde. Tenslotte moest Harald met zijn mannen de genoemde eilanden en Schotland schonen van deze Vikingen. Terwijl de Schotse eilanden onder Noorse heerschappij kwamen, werd IJsland een eigen staat waar veel van de gezochte Vikingen heen trokken.

Het laatste deel van zijn regeerperiode werd gekenmerkt door vijandigheden tussen zijn vele zonen. Harald had ze allemaal een koninklijke titel met bijbehorend land gegeven dat ze in zijn naam mochten besturen maar dit bracht helaas geen vrede. Toen hij oud werd, gaf hij zijn favoriete zoon Erik Bloedbijl de absolute macht. Harald overleed in 933 en werd bijgezet in een grafheuvel te Haug bij het Karmsund (vlak bij de stad Haugesund). Twaalf van zijn zoons zouden koning worden, waarvan twee die Noorwegen als één geheel zouden besturen: Erik Bloedbijl en Haakon de Goede.

Waar hij en zijn familie (Noors:ætt) woonden is onzeker. Drie gebieden worden in het algemeen aangegeven als mogelijke plaatsen: Vestfold, Hadeland en Ringerike. Het is wel bekend dat hij te Avaldsnes (Karmøy) verbleef. Zijn familie was rijk, machtig en bezat grote gebieden. Verder was Harald bekend vanwege zijn harde manier van regeren.

Harald was vader van veel kinderen, met verschillende moeders. Het is niet bekend van hoeveel kinderen hij de echte vader was, of hoeveel vrouwen hij exact heeft had; verschillende bronnen geven verschillende getallen aan. Na zijn dood was het qua politieke carrière zeer interessant om van hem af te stammen; men kreeg hierdoor erfrecht op de troon en ook een veel betere machtspositie dan als afstammeling van een van de lokale koningen. Hierdoor is het te verwachten dat veel van de stambomen, waar latere koningen naar verwezen, aangepast kunnen zijn. Houd dit in gedachte bij het zien van het volgende overzicht:

Moeder:
Gyda Eiriksdotter
Moeder:
Åsa Håkonsdotter
Moeder:
Åshild Ringsdotter
Moeder:
Snøfrid Svåsedotter
Ålov Årbot Guttorm Haraldsson Dag Ringsson Sigurd Haraldsson Rise
Rørek Haraldsson Halvdan Svarte Haraldsson Dag Haraldsson Halvdan Hålegg
Sigtrygg Haraldsson Halvdan Kvite Haraldsson Gudrød Skirja Gudrød Ljome
Frode Haraldsson Sigrød Haraldsson Ingegjerd Haraldsdotter Ragnvald Rettilbeine
Torgils Haraldsson
Moeder:
Svanhild Øysteinsdotter
Moeder:
Ragnhild Eiriksdotter
Moeder:
Tora Mosterstong
Bjørn Farmann (Volgt 2) Erik Bloedbijl Haakon de Goede
Olav Haraldson
Ragnar Rykkel
Bronvermelding: Wikipedia – Harald I van Noorwegen

2. Bjørn Farmann
Geboren rond 880, overleden circa 927. Ook de Koopman genoemd, was een onderkoning van Vestfold onder zijn vader.
Bjørn was zoon van Harald Mooihaar en Svanhild Øysteinsdotter.

Bjørn was anders dan zijn strijdlustige broers. Hij stichtte de stad Tønsberg als zijn residentie en maakte het tot een centrum van overzeese handel. Bjørn werd gedood door zijn halfbroer Erik Bloedbijl. Erik bezocht zijn broer op de terugweg van een expeditie in de Oostzee en eiste dat Bjørn hem de belastingen voor zijn vader mee zou geven. Bjørn weigerde dat en vervolgens eiste Erik dat Bjørn hem voorraden, tenten en drank voor zijn leger zou geven. Bjørn weigerde dat ook. De broers gingen in ruzie uiteen en de volgende nacht overviel Erik het hof van Bjørn, waarbij die werd gedood. Bjørn zou zijn begraven in de Farmannhaugen, buiten Tønsberg.
Bjørn was vader van:

  • Gudrød Bjørnsson ± 915 – ± 965 (Volgt 3)
Bronvermelding: Wikipedia – Bjørn Farmann

3. Gudrød Bjørnsson
Geboren omstreeks 915, overleden omstreeks 965. Zoon van Bjørn Faarmann.
Gudrød leefde na de dood van zijn vader bij verschillende (half)broers van zijn vader. Nadat Haakon de Goede met Engelse steun Erik Bloedbijl had verslagen, werd Gudrød heer van Vestfold. Toen Harald Grijsmantel Haakon had verslagen begon die systematisch al zijn tegenstanders uit de weg te ruimen, en daarbij werd ook Gudrød vermoord. Gudrød was getrouwd met Cecilia.
Zoon:

  • Harald Grenske ± 947 – ± 995  (Volgt 4)
Bronvermelding: Wikipedia – Gudrød Bjørnsson

4. Harald Grenske
Geboren circa 947, overleden omstreeks 995. Zoon Gudrød Bjørnsson en Cecilia.
Hij was onderkoning van Vestfold, Agder en Viken (het gebied rond Oslo). Zijn bijnaam verwijst naar de regio Grenland in Telemark.

Harald was een kleinzoon van Bjørn Farmann. Nadat zijn vader Gudrød was vermoord door Harald II van Noorwegen vluchtte Harald naar Zweden. Na de val van Harald II, keerde Harald terug naar Noorwegen en steunde een Deense invasie. Als dank werd hij beloond met zijn onderkoningschap.

Harald was getrouwd met Åsta Gudbrandsdatter. Hij verstootte haar om te kunnen trouwen met Sigrid de Hoogmoedige. Zij was niet gediend van zijn aanzoek en liet hem vermoorden om andere huwelijkskandidaten af te schrikken.
Åsta keerde terug naar haar vader en beviel na Haralds dood van hun zoon Olaf II van Noorwegen. Åsta hertrouwde met Sigurd Syr, onderkoning van Ringerike en werd moeder van nog vijf kinderen, waaronder Harald III van Noorwegen.
Postume zoon van Harald:

  • Olaf II van Noorwegen  (Volgt 5)
Bronvermelding: Wikipedia – Harald Grenske

Olaf II “de Heilige” van Noorwegen

5. Olaf II Haraldsson
Geboren omstreeks 995, overleden te Stiklestad op 29 juli 1030.
Hij was koning van Noorwegen. Tijdens zijn leven had hij de bijnaam De Dikke, maar na zijn heiligverklaring, niet lang na zijn dood, geldt hij als Olaf de Heilige. Hij was de postume zoon van een lagere Deense koning, Harald Grenske, die regeerde over de in het zuiden van Noorwegen gelegen streek Vestfold. Harald Grenske was een nazaat van koning Harald I Schoonhaar. Olafs moeder heette Åsta Gudbrandsdatter.

Olaf werd postuum geboren en werd opgevoed aan het hof van Sigurd Syr, onderkoning van Ringerike – de tweede echtgenoot van zijn moeder. In zijn jonge jaren was hij actief met de gebruikelijke strooptochten en activiteiten als huurling. In 1012 was hij een van de aanvoerders van de aanval op Engeland die voor 48.000 pond werd afgekocht. Olaf reisde door heel Scandinavië en het Noordzee-gebied. Hij werkte daarna als huurling in Spanje en Frankrijk. Olaf ontmoette de gevluchte Ethelred II van Engeland in Normandië en hielp hem tegen de Denen in Engeland. In deze periode liet Olaf zich dopen in Rouen.

Toen koning Knoet de Grote van Denemarken zijn Noorse schepen opriep voor een nieuwe oorlog tegen Engeland, maakte Olaf van hun afwezigheid gebruik om de macht te grijpen in Noorwegen. Hij zeilde met 260 man, en veel geld, in twee handelsschepen (geen langschepen) naar Noorwegen. Deze kleine expeditie suggereert dat Olaf eigenlijk met goedvinden van Knoet het bestuur in Noorwegen op zich nam, en dat toen Knoet jarenlang verwikkeld was in Engeland en Groenland, Olaf de gelegenheid gebruikte om zich als onafhankelijke koning op te stellen.

In 1016 versloeg hij zijn laatste tegenstanders bij Nesjar (bij de ingang van het Oslofjord) en riep zich uit tot koning van Noorwegen. Hij stichtte de stad Sarpsborg, die een tijd zijn hoofdstad zou zijn. Olaf probeerde een staatsorganisatie naar Normandisch en Engels voorbeeld op te zetten en bracht de buitengewesten (IJsland, Faeröer en de Schotse eilanden) onder het gezag van de kroon. Hij kreeg hulp van de bisschoppen van Hamburg en Bremen om een kerkorganisatie vorm te geven. Vooral aan de kust was een groot deel van de bevolking al christelijk en Olaf dwong de rest van de bevolking ook tot bekering, vaak met grof geweld. Hij stichtte het bisdom van Trondheim.

Onder de Noorse edelen ontstond steeds meer verzet tegen de politiek van Olaf waardoor ze een deel van hun traditionele vrijheden moesten opgeven. Knoet zocht hun steun voor een oorlog tegen Olaf maar in 1026 nam Olaf het initiatief en viel Denemarken aan. De beslissende slag werd in 1028 uitgevochten in de monding van de Helgeå in Zweden. Olaf en zijn Zweedse bondgenoten zouden de rivier hebben afgedamd en de dam hebben doorstoken toen de vloot van Knoet naderde. De vloedgolf zou grote schade hebben toegebracht aan Knoets vloot maar die had nog steeds de overmacht en wist de slag te winnen. Olaf moest vluchten naar zijn zwager Jaroslav de Wijze in Novgorod. In 1029 stierf de nieuwe onderkoning van Noorwegen en Olaf probeerde opnieuw om de macht te grijpen in Noorwegen. Met een groep van 400 Zweedse huurlingen trok hij naar Trondheim maar even buiten die stad werd hij in de Slag bij Stiklestad door een lokaal leger verslagen en gedood. Olaf werd op het slagveld begraven en later herbegraven in de Nidaros-domkerk in Trondheim.

In de elfde eeuw was er nog geen formele regeling rond heiligverklaringen, een verering van heiligen ontstond op lokaal niveau. Bisschop Grimkell, benoemd door Olaf, zou de eerste zijn die op 3 augustus 1031 tijdens het herbegraven van Olaf hem als een heilige had betiteld. De kerk had van Olaf nog maar net een eerste formele structuur gekregen en was daardoor kwetsbaar, verering van Olaf als heilige was voor de kerk dan ook van groot belang om de eigen positie te versterken. Hetzelfde gold voor Olafs buitenechtelijke zoon Magnus I van Noorwegen die in 1035 koning werd van Noorwegen en in 1042 ook van Denemarken. De heiligheid van zijn vader was van groot belang voor zijn prestige en hij heeft een groot aantal Olaf-kerken in Noorwegen en Denemarken gesticht. Door deze actieve promotie door de Noorse kerk en door Magnus werd Olaf snel een geliefde heilige in Scandinavië en Engeland. Er was ook een Olaf-kerk in Constantinopel die werd gebruikt door Viking-huurlingen in het Byzantijnse Rijk. In 1164 werd Olaf ook door paus Alexander III heilig verklaard. Zijn feestdag is op 29 juli en hij is de patroon van Noorwegen en van de beeldhouwers en wordt aangeroepen bij moeilijke huwelijken. Te zijner eer stichtte koning Oscar I van koning van Zweden en Noorwegen in 1847 een Orde van Sint-Olaf
Olaf was getrouwd (1019) met Astrid, dochter van Olof II van Zweden (Zie Koningen van Zweden nr. 8).
Olaf en Astrid kregen een dochter:

  • Wulfhild …. -1071  (Volgt 6)

Olaf had een bijvrouw met de naam Elfhildis, vermoedelijk een Engelse slavin – zij kregen een zoon:

  • Magnus, die later koning van Noorwegen én Denemarken zou worden.
Bronvermelding: Wikipedia – Olaf II van Noorwegen

 

6. Wulfhild van Noorwegen
Overleden op 24 mei 1071. Dochter van Olaf II, koning van Noorwegen en Astrid van Zweden.
Zij was gehuwd met Ordulf van Saksen . Geboren in 1022, overleden op 28 maart 1072. Hij was een lid van het Huis Billung als zoon van hertog Bernhard II van Saksen (Zie Hertogen van Saksen nr. 5) en Eilika van Schweinfurt.
Ordulf volgde zijn vader op als hertog van Saksen in 1059 en zijn regeerperiode werd beheerst door de strijd tegen de Wenden. Ordulf was hierbij bondgenoot van Denemarken en trouwde met Wulfhild, de halfzuster van koning Magnus I van Noorwegen en Denemarken. Het lukte Ordulf niet om beslissende successen te boeken tegen de Wenden en tegelijk leidde alle aandacht voor de Wenden ertoe dat zijn positie binnen het hertogdom zwakker werd. Ordulf is begraven in de Sint-Michaeliskerk te Lüneburg.
Een zuster van hem was Geertruid van Saksen, in 1050 gehuwd met graaf Floris IGraaf van Holland (-1061) en in 1063 met Robrecht de Fries (-1093), Graaf van Vlaanderen.
Kinderen:

  • Magnus van Saksen ± 1045 – 1106  (Volgt 7)
  • Othildis  ± 1065 – 1120,  volgens sommige bronnen gehuwd met Dirk V van Holland (Zie Graven van Holland nr. 6)
Bronvermelding: Wikipedia – Ordulf van Saksen

 

7. Magnus van Saksen
Geboren omstreeks 1045, overleden op 23 augustus 1106. Hij was van 1072 tot 1106 hertog van Saksen. Hij was de laatste heerser uit de Billung-dynastie. Hij was de zoon van Ordulf, hertog van Saksen, en prinses Wulfhilde van Noorwegen.

In 1070 steunde Magnus Otto van Northeim, hertog van Beieren, in zijn rebellie tegen keizer Hendrik IV van het Heilig Roomse Rijk. Hendrik beschuldigde Otto ervan dat hij van plan was om hem te vermoorden en er werd beslist om een ontmoeting te organiseren om het conflict uit te praten. Otto wilde de garantie om beschermd te worden op weg naar de plaats van ontmoeting, maar nadat dit geweigerd werd besloot Otto om niet te komen en trok zich terug in Beieren. Uit wraak liet keizer Hendrik de Saksische bezittingen van Otto plunderen.

In 1071 sloeg keizer Hendrik de rebellie neer en Magnus werd gevangengenomen en opgesloten in het kasteel van Harzburg. Nadat het leger uit het hertogdom Zwaben zich uiteindelijk overgaf, werd hij terug vrijgelaten. In 1072 volgde hij zijn overleden vader op als hertog van Saksen.

In 1073 vernielde het Saksische leger het kasteel van Harzburg. Keizer Hendrik IV was hier zeer boos om en begon opnieuw een conflict met het hertogdom Saksen. Bij de Slag bij Langensalza werd Magnus opnieuw gevangengenomen. Na vrijgelaten te zijn koos hij de kant van Rudolf van Rheinfelden, in 1077 verkozen tot tegenkoning van Duitsland, en in 1078 was hij aanwezig bij de Slag bij Mellrichstadt, waarbij hij kon voorkomen dat Rudolf sneuvelde. Saksen steunde Rudolf echter nooit volledig en in 1080 verzoende hij zich met keizer Hendrik IV.

In zijn latere regeerperiode had Magnus vaak conflicten met bisschop van Bremen en voerde vaak plunderingen uit in het bisdom. In 1106 overleed hij zonder mannelijke nakomelingen na te laten, hetzelfde jaar dat keizer Hendrik IV stierf. Het hertogdom van Saksen ging daarna naar Lotharius van Supplinburg.

In 1070 of 1071 huwde hij met Sophia van Hongarije. Dochter van Bela, koning van Hongarije (Zie Koningen van Hongarije nr. 6c) en Richezza van Polen (Zie Koningen van Polen nr. 9a.) De twee kregen twee dochters:

  • Wulfhilde  van Saksen ± 1072 – 1126 (Volgt 8)
  • Eilika van Saksen   ± 1081 – 1144, huwde met Otto van Ballenstedt, die in 1112 korte tijd hertog van Saksen was.
Bronvermelding: Wikipedia – Magnus van Saksen

 

8. Wulfhilde van Saksen
Geboren circa 1072, overleden in 1126. Dochter van Magnus van Saksen en Sophia van Hongarije.
Zij huwde met Hendrik IX “de Zwarte” van Beieren. Geboren omstreeks 1075, overleden te Ravensburg, op 13 december 1126. Hij was hertog van Beieren. Hendrik was de tweede zoon van Welf IV en Judith van Vlaanderen. Zijn oudere broer Welf II werd hertog van Beieren en Hendrik bestuurde de Italiaanse bezittingen van zijn familie. Hij trouwde met Wulfhilde van Saksen en erfde na de dood van zijn schoonvader Magnus van Saksen (1106) grote bezittingen in Saksen, met name in de omgeving van Lüneburg. In de periode 1115-1119 nam Hendrik deel aan de Italiaanse campagnes van keizer Hendrik V en in 1120 erfde hij het hertogdom Beieren van zijn broer, die kinderloos overleed. Namens Hendrik V was Hendrik een van de onderhandelaars van het concordaat van Worms. Na de dood van Hendrik V steunde Hendrik de koningskandidatuur van zijn schoonzoon Frederik II van Zwaben. Lotharius III van Supplinburg wist hem echter aan zijn kant te krijgen door de afspraak dat Lotharius’ erfdochter Gertrude van Saksen met een zoon van Hendrik zou trouwen. Hierdoor werd Lotharius tot koning gekozen. Gertrude trouwde inderdaad met Hendrik de Trotse. In de oorlog die volgde op de verkiezing van Lotharius eiste die dat Hendrik hem zou helpen tegen Frederik. Hendrik was daar niet toe bereid en trad in de abdij Weingarten om die verplichting te ontlopen. Hendrik is begraven in de abdij Weingarten.
Hendrik en Wulfhilde kregen de volgende kinderen:

  • Hendrik de Trotse
  • Koenraad …. – 1126, cisterciënzermonnik
  • Sophia
  • Judith
  • Mathilde  …. – 1183 (Volgt 9)
  • Welf VI
  • Wulfhilde, gehuwd met Rudolf van Pullendorf, graaf van Bregenz
Bronvermeldingen: Wikipedia – Wulfhilde van Saksen, Wikipedia – Hendrik de Zwarte

 

9. Mathilde van Beieren
Overleden in 1183. Dochter van Hendrik IX “de Zwarte” van Beieren en Wulfhilde van Saksen.
Zij was 1e gehuwd met markgraaf Diephold IV van Vohburg, overleden in 1130.
Zij was 2e gehuwd met graaf Gebhard III van Sulzbach. Geboren in 1115, overleden op 6 november 1188. Zoon van Berenger II van Sulzbach en Adelheid van Wolfratshausen.
Kinderen

  • Elisabeth van Sulzbach   …. – 1206
  • Sophia van Sulzbach       …. – 1230
  • Adelheid van Sulzbach   1140  – 1189 (Volgt 10)
Bronvermelding: Wikipedia – Berengarius II van Sulzbach

 

10. Adelheid van Sulzbach
Geboren rond 1140, overleden op 10 september 1189. Dochter van Gerhard II, graaf van Sulzbach en Mathilde van Beieren.
Zij was gehuwd met Diederik III van Kleef (Diederik IV volgens een andere telling).  Geboren rond 1130. Zoon van Arnoud I van Kleef (Zie Graven van Kleef nr. 5a) en Ida van Leuven.
Diederik was een aanhanger van de Hohenstaufen en kon zo zijn macht verder uitbouwen.
Zij kregen de volgende kinderen:

  • Margaretha, die huwde met landgraaf Lodewijk III van Thüringen (-1190). Ze kreeg een dochter maar werd door Lodewijk verstoten toen hij wilde hertrouwen met Sophia van Minsk.
  • Diederik IV, opvolger van zijn vader  (Volgt Graven van Kleef nr. 7a)
  • Adelheid, die in 1187 huwde met graaf Dirk VII, graaf van Holland
  • Arnoud (ca. 1155 – 1201), heer van Valkenburg (Volgt 11)
Bronvermelding: Wikipedia – Diederik van Kleef

 

11. Arnoud van Valkenburg
Geboren omstreeks 1155, overleden in 1201. Heer van Valkenburg door zijn huwelijk. Zoon van Diederik III van Kleef en Adelheid van Sulzbach.
Hij was gehuwd met Aleidis van Heinsberg. Geboren omstreeks 1175. Overleden te  Kleef in 1217, begraven te Heinsberg. Dochter van Godfried van Heinsberg en Sophia van Loon. Zij was erfdochter van Heinsberg en erfde na het kinderloze overleden Gosewijn IV ook Valkenburg.
Ouders van:

  • Dirk I van Valkenburg (Volgt Heren van Valkenburg nr. 4)
  • Arnold  …. 1218
  • Agnes …. < 1212  non
  • Mechtild ± 1200 – ± 1254 (Volgt 12)
Bronvermelding: Wikipedia – Diederik van Kleef

 

12. Mechteld van Valkenburg
Geboren rond 1200, overleden in 1255. Dochter van Arnold van Kleef, heer van Valkenburg en Adelheid van Heinsberg (Zie Graven van Kleef nr. 7 en Heren van Valkenburg nr. 4). Zij was gehuwd met Arnold II, Heer van Heusden en Sluis (Zie Heren van Heusden nr. 16a).
Zoon van Jan III van Heusden en Aleida van Cuijck.
Uit het huwelijk van Arnold en Mechteld:

Bronvermelding: Genealogie Heren van Heusden

 

Halfdan Zwarte Gudrødsson is mijn 45e voorvader

1. John Ooms
2. Willem Pieter Ooms
Mijn vader
3. Catharinus Ooms
zijn vader
4. Dina van Driel
zijn moeder
5. Neeltje Wingelaar
haar moeder
6. Dina de Booij
haar moeder
7. Mattheus Arentsz de Booij
haar vader
8. Maartje Arijsdr Kolen in ’t Veld
zijn moeder
9. Magdaleentje Simonsdr van der Hoogt
haar moeder
10. Simon Maartensz van der Hoogt
haar vader
11. Maarten Abrahamsz van der Hooght
zijn vader
12. Neeltje Simonsdr Hooreweg
zijn moeder
13. Neeltje Gerritsdr Cruijer
haar moeder
14. Gerrit Willemsz Cruijer
haar vader
15. Willem Adriaans Cruijer
zijn vader
16. Neeltje Teunisdr Bastiaensz Cruyer
zijn moeder
17. Theunis Koosensz Cruyer
haar vader
18. Jacobus Dirkxz van Riede
zijn vader
19. Dirck Gherijt Kozen van Riede
zijn vader
20. Gherijt Cozen Aerntsz van Riede
zijn vader
30. Arnt Arntz van Riede
zijn vader
31. Machtild van Drongelen
zijn moeder
32. Jan van Drongelen van Heusden
haar vader
33. Jan IV van Heusden
zijn vader
34. Mechteld van Valkenburg
zijn moeder
35. Arnold van Valkenburg
zijn vader
36. Adelheid von Sulzbach
zijn moeder
37. Mathilde von Bayern
haar moeder
38. Wulfhilda van Saksen
haar moeder
39. Magnus Ordulfson Billung
haar vader
40. Ulvhild Olavsdotter
zijn moeder
41. Olaf II, koning van Noorwegen
haar vader
42. Harald Grenske
zijn vader
43. Kong Gudrød Bjørnsson
zijn vader
44.  Bjørn Farmand Haraldson
zijn vader
45. Harald I “Fairhair”, koning van Noorwegen
zijn vader
46. Halfdan Zwarte Gudrødsson
zijn vader

 

Keizers, Koningen en Hertogen

  facebook       

© 20 september 2019