1. Egbert Billung (geboren ca 865 – overleden 932)
Hij was een zoon van Wichman II (…. – 880). Wichman II was gehuwd met een kleindochter van Egbert van Saksen en Ida van Herzfeld. (Zie Graven van Saksen nr. 3)
Aangenomen wordt dat Wichman II in 880 sneuvelde tijdens een bloedige slag van Saksische graven tegen de Denen in het beneden-Elbegebied.
Egbert Billung graaf in Wetigouw kreeg in 892 van koning Arnulf 66 koninklijke hoeven in de graafschappen tussen de Leine en de boven-Wezer en in Bardengouw, aan de Elbe, een kerngebied van de latere Billungers. Egbert kreeg deze gift omdat hij Arnulf had geholpen in diens strijd tegen de Moraven.
Egbert Billung is de vader van:
- Wichman de oude
- Herman Billung (Volgt 2)
2. Herman Billung (ook wel Herman van Saksen) (geboren tussen 900/912 – overleden Quedlinburg, 27 maart 973) Hij is een zoon van Egbert Billung. Hij was een van de belangrijkste vazallen van Otto I de Grote.
In 936 werd hij wegens zijn verdiensten in de onderwerping van de Redariërs door Otto aangesteld tot markgraaf van de Redariërs, Abodriten, Wagriërs en Denen. In die functie onderwierp hij de Slaven aan de Oder. In 940 was hij graaf van de Wetigau. In 953 benoemde Otto hem tot zijn plaatsvervanger in Saksen, waardoor hij de rol van hertog kreeg, maar niet de titel had. In die hoedanigheid onderdrukte hij een opstand van zijn neven Wichman II en Egbert Eénoog, die zich verbonden hadden met Otto’s opstandige zoon Liudolf van Zwaben en de Slaven. Otto gaf hem in 955 de graafschappen Tilithigau en Marstengau, en in 956 werd hij tot markgraaf benoemd.
Op 19 oktober 955 versloeg hij de Abodriten waar zijn neven onderdak hadden gevonden in de slag bij de Recknitz: de legers waren gescheiden door de rivier en konden elkaar niet aanvallen totdat het leger van Herman verderop een oversteekplaats vond en zo de Abodriten kon verrassen. In 961 en 965 werd hij opnieuw tot plaatsvervanger (procurator) van Otto in Saksen benoemd, tijdens Italiaanse reizen van Otto. Nu kwam hij in conflict met de graven van Werl en Stade, en versloeg in 962 de Polen. In 968 werd Herman door de aartsbisschop van Maagdenburg ontvangen met de eerbewijzen die alleen de koning toekwamen, waarna de bisschop door Otto werd bestraft.
Billung had eigen bezittingen rond Lüneburg. Hij was stichter en voogd van het Sint Michaelsklooster te Lüneburg, hier werd hij ook begraven. De begrafenis had nogal wat voeten in de aarde omdat Herman bij zijn dood blijkbaar nog geëxcommuniceerd was en de bisschop van Verden hem daarom niet in de kerk wilde begraven.
Herman was gehuwd met Oda en met Hildesuith en de vader van:
- Bernhard I van Saksen (-1011) (Volgt 3)
- Liudger (- 26 februari 1011), gehuwd met de H. Emma van Lesum, graaf in Saksen en begraven in het Sint Michaelsklooster te Lüneburg.
- Mathilde van Saksen (942-1008), in 961 gehuwd met graaf Boudewijn III van Vlaanderen (940-962) (Zie Graven van Vlaanderen nr.4) en in 963 met graaf Godfried van Verdun (930-1002).
- Suanehilde (- 26 november 1014), gehuwd met markgraaf Thietmar I van Meißen (-979) en met markgraaf Ekhard I van Meißen (-1002).
- Imma, abdis in Herford.
3. Bernhard I van Saksen (geboren rond 940 – Corvey, 9 februari 1011) was een zoon van hertog Herman Billung. In 973 volgde hij zijn vader op als hertog van Saksen. Hij sloeg in 974, 983 en 994 Deense aanvallen op Saksen af. Zijn steun voor Otto III was beslissend voor diens koningskeuze in 983. Bernard was maarschalk van de rijksdag in Quedlinburg van 986. Hij nam deel aan de veldtochten van 991 en 995 tegen de Slaven. Bernard vergrootte zijn eigen bezittingen, vooral rond de Wezer. In 1001 was hij bij de koning in Ravenna. In 1002 huldigde hij namens de Saksische stam koning Hendrik II, nadat die de rechten van de Saksen had bevestigd. Bernard had conflicten met de graven van Stade en de aartsbisschoppen van Bremen. Hij had de grafelijke rechten in het grootste deel van Saksen en bezat vele voogdijen.
Bernhard was gehuwd met Hildegard van Stade (ca. 965 – 3 oktober 1011), dochter van graaf Hendrik I de Kale (Zie Hertogen van Saksen nr. 6), en Hildegard van Rheinhausen. Zij kregen de volgende kinderen:
- Herman, jong overleden
- Bernhard II van Saksen (-1059) (Volgt 4)
- Thietmar (- Pöhlde, 1 oktober 1048), deed een schenking aan Petrus en Paulusklooster (Abdinghof) te Paderborn en plunderde de bezittingen van bisschop Meinwerk daar. Hij overleed tijdens een duel aan het hof. Zijn zoon Thietmar werd in 1053 vogelvrij verklaard.
- Godesti (- 30 juni na 1040), abdis in Metelen, vanaf 1002 abdis van Sticht Herford en stichtte in 1011 een abdij in Herford.
- mogelijk Mathilde (- Gernrode, 28 april 1014), non in Gernrode
Bernhard en Hildegard stierven tijdens dezelfde epidemie en zijn allebei begraven in de Sint-Michaeliskerk te Lüneburg (stad).
Voor zijn huwelijk met Hildegard heeft Bernard nog een dochter gekregen bij een onbekende vrouw:
- Imma, non in Herford
5. Bernhard II van Saksen (geboren ca. 990 – overleden 29 juni 1059) was hertog van Saksen. Hij was de zoon van hertog Bernhard I van Saksen en Hildegarde van Stade.
In 1011 volgde hij zijn vader op als hertog en erfde dienst functies als voogd van Lüneburg, Werden, Möllenbeck, Minden, Herford, Kemnade en Fischbeck. In 1018 bemiddelde Bernhard de vrede van Bautzen (stad) tussen Duitsland en Polen. Hij streed vooral tegen de Wenden en de Friezen. Bernhard stond op gespannen voet met keizer Hendrik III vanwege diens pogingen om het bestuur te centraliseren. Bernhard wist juist de autonomie van Saksen op het gebied van wetgeving te herstellen. In 1045 bouwde hij een kasteel in Hamburg. Bernhard werd begraven in de Sint Michaeliskerk te Lüneburg.
Bernhard II kreeg de voodij over een minderjarige zoon van zijn neef Wichman III, die was vermoord in 1016. Wichman III is een zoon van Egbert Eenoog.
Bernhard was gehuwd met Eilika van Schweinfurt (ca. 1005 – 10 december na 1055), dochter van markgraaf Hendrik van Schweinfurt en Gerberga van Gleiberg (ca. 970 – na 1036).
Zij kregen de volgende kinderen:
- Ordulf van Saksen 1022-1072 (Volgt 6a)
- Herman ….-1086
- Geertruida 1033 – 1113 (Volgt 6b)
- Hadwig, gehuwd met graaf Engelbert I van Spanheim …. -1096
- Ida …. – 1102 (Volgt 6c)
6a. Ordulf van Saksen
Geboren in 1022, overleden in 1072. Zoon van van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Hij was gehuwd met Wulfhild van Noorwegen , dochter van koning Olaf II van Noorwegen.Ordulf volgde zijn vader op als hertog van Saksen in 1059 en zijn regeerperiode werd beheerst door de strijd tegen de Wenden. Ordulf was hierbij bondgenoot van Denemarken en trouwde met Wulfhild, de halfzuster van koning Magnus I van Noorwegen en Denemarken. Het lukte Ordulf niet om beslissende successen te boeken tegen de Wenden en tegelijk leidde alle aandacht voor de Wenden ertoe dat zijn positie binnen het hertogdom zwakker werd. Ordulf is begraven in de Sint-Michaeliskerk te Lüneburg.
Kinderen:
- Magnus van Saksen ± 1045 – 1106 (Volgt 7)
- Othildis ± 1065 – 1120, volgens sommige bronnen gehuwd met Dirk V van Holland (Zie Graven van Holland nr. 6)
6b. Geertruida van Saksen
Geboren in 1033, overleden op 3 augustus 1113. Dochter van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Ze trouwde rond het jaar 1050 met Floris I van Holland. Kinderen waren:
- Dirk V van Holland (1052-1091), graaf van Holland (1061-1091) (Volgt Graven van Holland nr. 6)
- Floris, jong overleden te Luik, waar hij mogelijk heen was gestuurd voor zijn opvoeding
- Bertha van Holland (ca. 1058-1094) (Volgt Graven van Holland III nr.6), gehuwd van 1072 tot 1092 met koning van Frankrijk, Filips I van Frankrijk. Zij waren de ouders van de Franse koning Lodewijk VI (Zie De Capetingers nr. 11).
- Adelheid (1045-1085), gehuwd met Boudewijn I van Guînes (Zie graven van Guînes nr. 8)
Geertruida werd in 1061 weduwe. Korte tijd na het overlijden van Floris, nam bisschop Willem van Cuijck van Utrecht, het Rijnland en Kennemerland in bezit. Dit werd door de keizerin, Agnes van Poitou (1024-1077), bevestigd, de minderjarige Dirk had toen alleen nog de monding van de grote rivieren en een paar eilanden in het noorden in bezit.
Geertruida besefte dat ze een sterke bondgenoot nodig had en ze trouwde in 1063 met Robrecht I van Vlaanderen, de broer van de graaf Boudewijn VI van Vlaanderen. Robrecht gaf zijn aanspraken op het graafschap Vlaanderen op (ten gunste van zijn neef Arnulf) en wijdde zich aan zijn Friese belangen, daaraan ontleent hij in Vlaanderen zijn bijnaam “de Fries”. Dirk ontving Vlaanderen ten oosten van de Schelde en de eilanden ten westen van de Schelde (o.a. Walcheren), als apanage.
Robrecht en en zijn broer Boudewijn wisten het Rijnland en Kennemerland weer terug te veroveren, maar keizer Hendrik IV gaf hertog Godfried III van Lotharingen van Neder-Lotharingen opdracht om de bisschop te verdedigen. Godfried werd op 26 februari 1076 vermoord in Delft. Toen bisschop Willem een paar maanden later ook overleed, verzamelde Dirk een Vlaams leger en probeerde opnieuw zijn graafschap te heroveren. De nieuwe bisschop Koenraad verschanste zich in het kasteel van IJsselmonde. Toen Dirk het kasteel wist te veroveren was de strijd beslist: Koenraad sloot vrede en gaf daarbij het Rijnland en Kennemerland terug aan Dirk.
Geertruida trad in 1089 nog op als regentes van Vlaanderen terwijl Robrecht Jeruzalem bezocht. Ze overleed op 3 augustus 1113 te Veurne en is aldaar in de St.-Walburgakerk begraven.
Geertruida en Robrecht kregen de volgende kinderen:
- Adela van Vlaanderen (1064-1115), gehuwd met Knoet IV van Denemarken, en de ouders van graaf van Vlaanderen Karel van Vlaanderen de Goede (1119-1127)
- Robrecht II van Vlaanderen (1065-1111), graaf van Vlaanderen (1093-1111), vader van graaf Boudewijn VII van Vlaanderen (1111-1119)
- Filips van Lo, vader van Willem van Ieper (Volgt Karel de Grote XVI nr. 13).
- mogelijk Ogiva, abdis van Mesen
- mogelijk Boudewijn
- Gertrudis van Vlaanderen (1080-1117) (Volgt Graven van Vlaanderen nr. 9), in haar tweede huwelijk getrouwd met Diederik van Opper-Lotharingen, en de ouders van graaf van Vlaanderen, Diederik van de Elzas (1128-1168)(Volgt Graven van Vlaanderen nr 10.)
6c. Ida van Saksen
Geboren omstreeks 1035, overleden op 31 juli 1107. Dochter van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Ida van Saksen trouwde omstreeks 1055 met Frederik van Luxemburg (1003 † 1065,) met het graafschap La Roche als bruidsschat. Dit huwelijk bleef kinderloos. Als weduwe hertrouwde ze in 1065 met graaf Albert III van Namen. Geboren omstreeks 1035, overleden op 22 juni 1102).
Hij was graaf van Namen, een zoon van Albert II van Namen (Zie Graven van Namen nr. 4) en Regelindis van Lotharingen.
Albert werd na de dood van zijn neef, hertog Godfried met de Bult, (1076) aangesteld tot voogd van de abdij van Stavelot-Malmédy. In Neder-Lotharingen werd hij tot vice-hertog benoemd als waarnemer voor – de dan pas tweejarige – Koenraad, zoontje van keizer Hendrik IV. Bij die gelegenheid ontving hij de villa Echt (Limburg). Albert werd door de Duitse koning beleend als graaf van Verdun en behartigde de belangen van Mathilde van Toscane, de weduwe van Godfried met de Bult.
Albert raakte evenwel met andere Lotharingse krijgsheren in een jarenlange strijd verwikkeld. Met Godfried van Bouillon, erfgenaam van Godfried III, twistte Albert van Namen om zekere erfrechten van zijn moeder Regelindis. Hij wist Godfried niet te verdrijven uit Stenay van waaruit deze het gebied van Verdun telkens bedreigde. Albert staakte uiteindelijk de vijandelijkheden en sloot zich aan bij de Godsvrede van Luik (1082).
Na in 1085 de keizerlijke veldheer, paltsgraaf Herman II van Lotharingen, te hebben gedood tijdens een dispuut omtrent het oprichten van een burcht te Dalhem, viel Albert in ongenade bij de Duitse keizer Hendrik IV. Weldra werd hij ontheven uit zijn hertogelijke functies ten gunste van Godfried van Bouillon. Hij verwierf later nog het graafschap Château- Porcien bij het huwelijk van zijn zoon Godfried in 1087. Een andere zoon van hem, Frederik van Luik, werd bisschop van Luik.
Kinderen:
- Godfried, graaf van Namen van 1102 tot 1139 (Volgt Graven van Namen nr. 6a)
- Hendrik, graaf van La Roche-en-Ardenne (Volgt Graven van Namen nr. 6b), getrouwd met Mathilde van Limburg, dochter van Hendrik I van Limburg
- Frederik, was onder andere proost van het kapittel van Sint-Lambertus en enkele jaren prins-bisschop van Luik.
- Albert (ovl. voor 1122), graaf van Jaffa door zijn huwelijk met Mabelia van Roucy, de weduwe van Hugo I van Jaffa
- Adelheid, tweede echtgenote van Otto II van Chiny (Volgt Graven van Chiny nr. 5)
Bronvermeldingen: Wikipedia – Ida van Saksen, Wikipedia – Albert III van Namen.
7. Magnus van Saksen
Geboren omstreeks 1045, overleden op 23 augustus 1106. Hij was van 1072 tot 1106 hertog van Saksen. Hij was de laatste heerser uit de Billung-dynastie. Hij was de zoon van Ordulf, hertog van Saksen, en prinses Wulfhilde van Noorwegen.
In 1070 steunde Magnus Otto van Northeim, hertog van Beieren, in zijn rebellie tegen keizer Hendrik IV van het Heilig Roomse Rijk. Hendrik beschuldigde Otto ervan dat hij van plan was om hem te vermoorden en er werd beslist om een ontmoeting te organiseren om het conflict uit te praten. Otto wilde de garantie om beschermd te worden op weg naar de plaats van ontmoeting, maar nadat dit geweigerd werd besloot Otto om niet te komen en trok zich terug in Beieren. Uit wraak liet keizer Hendrik de Saksische bezittingen van Otto plunderen.
In 1071 sloeg keizer Hendrik de rebellie neer en Magnus werd gevangengenomen en opgesloten in het kasteel van Harzburg. Nadat het leger uit het hertogdom Zwaben zich uiteindelijk overgaf, werd hij terug vrijgelaten. In 1072 volgde hij zijn overleden vader op als hertog van Saksen.
In 1073 vernielde het Saksische leger het kasteel van Harzburg. Keizer Hendrik IV was hier zeer boos om en begon opnieuw een conflict met het hertogdom Saksen. Bij de Slag bij Langensalza werd Magnus opnieuw gevangengenomen. Na vrijgelaten te zijn koos hij de kant van Rudolf van Rheinfelden, in 1077 verkozen tot tegenkoning van Duitsland, en in 1078 was hij aanwezig bij de Slag bij Mellrichstadt, waarbij hij kon voorkomen dat Rudolf sneuvelde. Saksen steunde Rudolf echter nooit volledig en in 1080 verzoende hij zich met keizer Hendrik IV.
In zijn latere regeerperiode had Magnus vaak conflicten met bisschop van Bremen en voerde vaak plunderingen uit in het bisdom. In 1106 overleed hij zonder mannelijke nakomelingen na te laten, hetzelfde jaar dat keizer Hendrik IV stierf. Het hertogdom van Saksen ging daarna naar Lotharius van Supplinburg.
In 1070 of 1071 huwde hij met Sophia van Hongarije. Dochter van Bela, koning van Hongarije (Zie Koningen van Hongarije nr. 6c) en Richezza van Polen (Zie Koningen van Polen nr. 9a.) De twee kregen twee dochters:
- Wulfhilde van Saksen ± 1072 – 1126 (Volgt 8)
- Eilika van Saksen ± 1081 – 1144, huwde met Otto van Ballenstedt, die in 1112 korte tijd hertog van Saksen was.
Bronvermelding: Wikipedia – Magnus van Saksen
8. Wulfhilde van Saksen
Geboren circa 1072, overleden in 1126. Dochter van Magnus van Saksen en Sophia van Hongarije.
Zij huwde met Hendrik IX “de Zwarte” van Beieren. Geboren omstreeks 1075, overleden te Ravensburg, op 13 december 1126. Hij was hertog van Beieren. Hendrik was de tweede zoon van Welf IV en Judith van Vlaanderen. Zijn oudere broer Welf II werd hertog van Beieren en Hendrik bestuurde de Italiaanse bezittingen van zijn familie. Hij trouwde met Wulfhilde van Saksen en erfde na de dood van zijn schoonvader Magnus van Saksen (1106) grote bezittingen in Saksen, met name in de omgeving van Lüneburg. In de periode 1115-1119 nam Hendrik deel aan de Italiaanse campagnes van keizer Hendrik V en in 1120 erfde hij het hertogdom Beieren van zijn broer, die kinderloos overleed. Namens Hendrik V was Hendrik een van de onderhandelaars van het concordaat van Worms. Na de dood van Hendrik V steunde Hendrik de koningskandidatuur van zijn schoonzoon Frederik II van Zwaben. Lotharius III van Supplinburg wist hem echter aan zijn kant te krijgen door de afspraak dat Lotharius’ erfdochter Gertrude van Saksen met een zoon van Hendrik zou trouwen. Hierdoor werd Lotharius tot koning gekozen. Gertrude trouwde inderdaad met Hendrik de Trotse. In de oorlog die volgde op de verkiezing van Lotharius eiste die dat Hendrik hem zou helpen tegen Frederik. Hendrik was daar niet toe bereid en trad in de abdij Weingarten om die verplichting te ontlopen. Hendrik is begraven in de abdij Weingarten.
Hendrik en Wulfhilde kregen de volgende kinderen:
- Hendrik de Trotse
- Koenraad …. – 1126, cisterciënzermonnik
- Sophia
- Judith
- Mathilde …. – 1183 (Volgt 9)
- Welf VI
- Wulfhilde, gehuwd met Rudolf van Pullendorf, graaf van Bregenz
Bronvermeldingen: Wikipedia – Wulfhilde van Saksen, Wikipedia – Hendrik de Zwarte
9. Mathilde van Beieren
Overleden in 1183. Dochter van Hendrik IX “de Zwarte” van Beieren en Wulfhilde van Saksen.
Zij was 1e gehuwd met markgraaf Diephold IV van Vohburg, overleden in 1130.
Zij was 2e gehuwd met graaf Gebhard III van Sulzbach. Geboren in 1115, overleden op 6 november 1188. Zoon van Berenger II van Sulzbach en Adelheid van Wolfratshausen.
Kinderen
- Elisabeth van Sulzbach …. – 1206
- Sophia van Sulzbach …. – 1230
- Adelheid van Sulzbach 1140 – 1189 (Volgt 10)
Bronvermelding: Wikipedia – Berengarius II van Sulzbach
10. Adelheid van Sulzbach
Geboren rond 1140, overleden op 10 september 1189. Dochter van Gerhard II, graaf van Sulzbach en Mathilde van Beieren.
Zij was gehuwd met Diederik III van Kleef (Diederik IV volgens een andere telling). Geboren rond 1130. Zoon van Arnoud I van Kleef (Zie Graven van Kleef nr. 5a) en Ida van Leuven.
Diederik was een aanhanger van de Hohenstaufen en kon zo zijn macht verder uitbouwen.
Zij kregen de volgende kinderen:
- Margaretha, die huwde met landgraaf Lodewijk III van Thüringen (-1190). Ze kreeg een dochter maar werd door Lodewijk verstoten toen hij wilde hertrouwen met Sophia van Minsk.
- Diederik IV, opvolger van zijn vader (Volgt Graven van Kleef nr. 7a)
- Adelheid, die in 1187 huwde met graaf Dirk VII, graaf van Holland
- Arnoud (ca. 1155 – 1201), door huwelijk, heer van Valkenburg (Volgt Heren van Valkenburg nr. 4)
Bronvermelding: Wikipedia – Diederik van Kleef