Van 20 maart t/m 27 maart 2023
hadden wij vakantie op Curaçao…
De reis naar Curaçao…
Curaçao (Papiaments: Kòrsou), officieel: Land Curaçao, is een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Het grondgebied en de zee van het Land Curaçao bestaan uit de eilanden Curaçao en Klein Curaçao en de daarbij behorende territoriale zee.
Het is gelegen in de zuidelijke Caraïbische Zee, net voor de kust van Venezuela. De hoofdstad en grootste plaats van Curaçao is Willemstad.
Tot 10 oktober 2010 was Curaçao een eilandgebied (een soort gemeente) van de Nederlandse Antillen, een voormalig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
De eerste Europeaan die Curaçao bezocht was op 26 juli 1499 de Spanjaard Alonso de Ojeda die er kort aan wal ging tijdens een expeditie. Op dat moment woonden er ongeveer 2000 Caquetio op het eiland. Dit leidde ertoe dat andere Spaanse invallen volgden en het eiland werd bezet. In 1515 werden vrijwel alle Caquetio als slaven weggevoerd naar Hispaniola om te werken in de mijnen. De Spanjaarden vestigden zich op het eiland in 1527.
In augustus 1634 vielen de Nederlanders, dat wil zeggen de West-Indische Compagnie (WIC), Curaçao aan. De op het eiland aanwezige Spanjaarden (een dertigtal) gaven zich bij San Juan over. Alle Spanjaarden en een groot deel van de Caquetio werden door de Nederlanders naar Venezuela gebracht en daar aan wal gezet. Ongeveer dertig inheemse gezinnen mochten op het eiland blijven wonen.
De belangrijkste reden voor de inval en verovering was dat de WIC op zoek was naar een uitvalsbasis voor handel en kaapvaart. Curaçao lag gunstig ten opzichte van de Spaanse koloniën op het vasteland. Ook had het de beste natuurlijke haven tot dan toe bekend in het Caraïbisch gebied. Daarnaast zocht de WIC naar een goede bron van zout. Zowel op de kust van Venezuela als op Bonaire waren goede zoutpannen te vinden. Op Curaçao zelf was campêchehout, een grondstof voor een natuurlijke verf, vee, kalk en brandstof te vinden.
Na de verovering consolideerde de WIC zijn aanspraken door fortificaties te bouwen. Omdat drinkwater van levensbelang was werd in 1634-35 een fort gebouwd bij de waterbron aan de noordoostkant van de Sint Annabaai. Dit fort bestond uit aarden wallen met een palissade en enkele stukken geschut. Rond het fort werden voetangels gestrooid. In 1635-36 werd begonnen met de bouw van Fort Amsterdam op Punda. De eerste bouwfase werd onder leiding van admiraal Johan van Walbeek aangelegd in de vorm van een vijfpuntige ster en bestond uit een kern van aarde en koraal. Hiertegen werd een schil opgetrokken van met klei gemetseld koraal. Later werd deze schil opgetrokken uit metselwerk.
Hotel op Curaçao
Achter het hotel meerden de cruiseschepen aan. Op één dag meer dan 10.000 bezoekers in Willemstad.
Rondtour op Willemstad
Willemstad is de hoofdstad van Curaçao en de voormalige hoofdstad van de Nederlandse Antillen. De stad telt ongeveer 100.000 inwoners en daarmee is het de grootste stad van de Kleine Antillen. Wegens de “Hollandse” architectuur wordt Willemstad soms wel het “Amsterdam van het westelijk halfrond” genoemd. De architectuur van veel kenmerkende bouwwerken in Willemstad is echter niet alleen van Nederlandse maar ook van Portugese en Spaanse oorsprong.
Een deel van de historische binnenstad staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
De stad ligt aan de zuidoostkant van Curaçao, aan een natuurlijke haven, Schottegat genaamd, die via de Sint Annabaai met de Caraïbische Zee in verbinding staat. Aan weerszijden van de Sint Annabaai liggen de stadsdelen Otrobanda en Punda, die sinds 1886 verbonden worden door de Koningin Emmabrug (in de volksmond pontjesbrug genoemd). Tegenwoordig gaat het meeste verkeer over de Koningin Julianabrug.
De kern van Willemstads monumentale centrum wordt gevormd door de wijken Punda en Otrobanda, gelegen aan de Annabaai. Na de verovering van Curaçao in 1634 begonnen de Nederlanders met de bouw van Fort Amsterdam, tot op de dag van vandaag zetel van de (nu Curaçaose) regering. Onder de bescherming van dit fort ontstond op de uitspringende punt tussen zee en Annabaai geleidelijk de ommuurde nederzetting Punda (punt). Aanvankelijk grepen de Hollanders bij de bouw van pakhuizen (met woonruimte op de verdiepingen) terug op de Nederlandse traditie. De eeuwig schijnende zon noopte tot aanpassingen en zo kregen de huizen in de 18e eeuw houten of bakstenen galerijen als zonwering. Om ruimte te creëren werden de galerijen later soms weer dichtgemaakt. Wat bleef is de Caribische toevoeging aan een Hollandse bouwstijl.
Een ander typisch Curaçaos element in de architectuur is de pleisterlaag. Daarmee werden de muren van grove koraalsteen geëgaliseerd waarmee de Hollanders bouwden. In het fijnere boogwerk verwerkten ze gele IJsselsteentjes die als ballast met de koopvaardijschepen uit Nederland meekwamen (Op de terugweg ging zout mee als ballast naar Nederland). De pastelkleuren waar Curaçao zo beroemd om is, zijn van later datum. In 1817 werd de kleur wit namelijk bij wet verboden, omdat de weerkaatsing van de zon op het wit slecht voor de ogen zou zijn. Okergeel, rozerood, blauw en later groen bepalen het stadsbeeld.
Om die pleisterlaag goed te onderhouden, wordt er elk jaar gepleisterd. Onze gids liet ook zien hoe de gebouwen er uit zien die niet goed onderhouden zijn. Daar zijn de IJsselsteentjes weer zichtbaar…
Muurschilderingen van Jhomar Loaiza
Meer kunst en kleur in Willemstad