Hertogen van Gelre

 

Vervolg van de Graven van Gelre nr. 10

Gelre3

11. Reinoud II van Gelre
Geboren circa 1295 – overleden te Arnhem op 12 oktober 1343, bijgenaamd de Rode of de Zwarte, was graaf van Gelre van 1326 tot 1339 en hertog van Gelre van 1339 tot 1343. Hij was de zoon van graaf Reinoud I van Gelre (Zie Graven van Gelre nr. 10) en Margaretha van Dampierre, dochter van Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen (Zie Heren van Dampierre nr. 7).

In 1316 kreeg hij onenigheid met zijn vader. Hij vond zijn vader niet langer in staat de belangen van het territorium te behartigen en nam zelf het bestuur over. Na een arbitrale uitspraak van 3 september 1318 door graaf Willem III van Holland regeerde hij als soen des graven van Gelre over het graafschap Gelre en Zutphen. Zijn vader werd gevangengezet op kasteel Montfort.

Reinald verleende land- en dijkrechten, en maakte bepalingen en regelingen ter verbetering van het keren van buitenwater en het lozen van binnenwater en grondwater. Deze wetgeving bestond deels uit de optekening van publiekrechtelijk en privaatrechtelijk gewoonterecht, en deels uit nieuw recht ten aanzien van het schouwen van dijken, weteringen en kaden, en de rechterlijke organisatie. Voor het Land van Maas en Waal in 1321 en 1328, voor de Bommmeler- en de Tielerwaard in 1325, 1327 en 1335, voor de Over- en Nederbetuwe in 1327, voor het Overkwartier in 1328, voor het nieuw ontgonnen ‘Nijbroek’ eveneens in 1328. Deze wetgeving is van belang geweest voor de bevordering van de rechtszekerheid en de bodemexploitatie binnen het Gelderse territorium.

In 1326 overleed zijn vader en Reinoud benoemde zichzelf tot graaf van Gelre en graaf van Zutphen als Reinoud II.

Hij begon een samenwerkingsverband met de Engelse koning en zwager Edward III van Engeland tegen Frankrijk. Hij waarschuwde de Engelsen in 1338 over een Franse vloot die het Zwin naderde. Hij bleef één van Edwards trouwste bondgenoten onder de Duitse prinsen tijdens de eerste fase van de Honderdjarige Oorlog.

Op 11 januari 1311 werden te Roermond huwelijksvoorwaarden opgesteld van het huwelijk van Reinout met Sophia Berthout († 6 mei 1329) uit het geslacht Berthout, erfgename van de heerlijkheid Mechelen, dochter van Floris Berthout († 1332), heer van Mechelen, en Mathilde (van der Mark) van Mechelen, kleindochter van Engelbert I van der Mark. Het huwelijk werd in 1318 voltrokken. Sophia was een nicht van de Utrechtse bisschop Willem II (1296-1301). Het huwelijk kwam vermoedelijk tot stand door bemiddeling van Gwijde van Avesnes bisschop van Utrecht (1301-1317) en graaf Willem III van Holland(1304-1337). Sophia en Reinald waren in de vierde graad verwant waardoor voor hun huwelijk pauselijke dispensatie nodig was, wat op 13 mei 1311 te Avignon verleend werd door Paus Clemens V. Zij werd begraven in het Klooster Gravendaal.

Sophia schonk hem de volgende kinderen:

Wapen van Reinoud II van Gelre

Wapen van Reinoud II van Gelre

  • Mechteld (ca. 1325-1384) in 1336 gehuwd met graaf Godfried van Loon en Chiny (?-1342), in 1348 met graaf Jan I van Kleef (1292/93-1368) en in 1372 met Jan van Chatillon graaf van Blois (†1381)
  • Elisabeth (-1376), abdis van het klooster Gravendal tussen Kessel en Asperden in Duitsland
  • Maria (Volgt 12)

Nadat in 1331 uitgebreide huwelijkse voorwaarden waren opgesteld huwde Reinoud op 20 oktober 1331 in Nijmegen met Eleonora (1318-1355), dochter van Eduard II van Engeland. Van de huwelijksvoltrekking werd op 24 oktober 1331 een notariële verklaring opgemaakt is.
Ze hadden samen:

  • Reinoud III (1333-1371), 1e opvolger Gelre
  • Eduard (1336-1371), 2e opvolger Gelre

Reinoud voerde vier jaar lang een strijd om Bredevoort (1322-1326) die hij uiteindelijk won. In 1326 verleende Reinoud II stadsrechten aan Erkelens en in 1343 aan Venlo.

 

Uit: Wikipedia – Reinoud II van Gelre

12. Maria van Gelre
Overleden november 1397. Dochter van Reinoud II van Gelre en Sophia Berthout, vrouwe van Mechelen.
Zij was een van de twee troonpretendenten voor het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphentijdens de Eerste Gelderse Successieoorlog tussen 1371 en 1379. Ze streed echter voor deze titel namens haar zoon Willem III van Gulik. De oorlog begon na de dood van haar halfbroers Reinoud III van Gelre en Eduard van Gelre. Edward overleed aan zijn verwondingen na de Slag bij Baesweiler en Reinoud, die ook wel de bijnaam de Vette had, overleed enkele maanden daarna. Deze opvolgingskwestie werd ook geclaimd door Maria’s zusterMechteld van Gelre en zij werd gesteund door de van ‘Heeckerens’ onder Frederik van Heeckeren van der Eze (1320-1386). De volgers van Maria waren de van ‘Bronckhorsten’ onder Gijsbert V van Bronckhorst (1328-1356). Na de overwinning van haar partij ging de titel van Hertog naar haar zoon Willem III.

In december 1362 huwde ze met Willem II/VII van Gulik (1327-1393) Zoon van Willem I/VI van Gulik (Zie Hertogen van Gulik nr. 12) en Johanna van Holland-Henegouwen (Zie Graven van Holland I nr. 15). Ze kregen drie kinderen:

  • Willem (1364-1402)
  • Reinoud (1365-1423)
  • Johanna ( -1394) (Volgt 13)
Uit: Wikipedia – Maria van Gelre 

Wapen van Gelre na 1402

Wapen van Gelre na 1402

13. Johanna van Gulik
Overleden in 1415  te IJsselstein. Zij was de jongste dochter van hertog Willem II van Gulik en Maria van Gelre.
In 1376 huwde zij met Jan V van Arkel (1362-1428) en werd de moeder van:

Doordat haar broers en haar ooms en tantes langs moederzijde overleden waren, werd zij de erfgename van Gelre.
Haar kleinzoon Arnold van Egmont volgde haar broer Reinoud op als hertog van Gelre.
Uit: Wikipedia -Jan V van Arkel
Vermeldingen Hertogen van Gelre:
Wikipedia – Huis Gelre
Literatuur:
Hertogen van Gelre – Gerben Graddesz Hellinga
Link:
Gelders Archief – Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen

Terug naar:

Keizers, Koningen en Hertogen

  facebook       

© 22 juli 2016,    laatst bijgewerkt op 10 juni 2022