Geffen

Geffen in 1865, door J. Kuyper

Geffen (Brabants: Geffe) is een dorp in de gemeente Oss in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het dorp behoort tot het Kwartier van Maasland van de Meierij van ‘s-Hertogenbosch. Tot 1993 was het een zelfstandige gemeente van 1.407 ha. Geffen had per 1 januari 2021 4.995 inwoners.

De naam Geffen werd in vroegere geschriften gespeld als “Ghiffen” of “Gheneffen”. Gheneffen is waarschijnlijk afgeleid van “gen” + “effa”, wat betekent “aan de waterkant”.

Archeologische vondsten hebben bewezen dat het gebied rond Geffen al sinds de late steentijd is bewoond (2000 v. Chr.).

De exacte stichtingsdatum van Geffen is onbekend. Waarschijnlijk is het dorp ontstaan uit een groepje nabijgelegen boerderijen. Op 1 oktober 1246 werd Geffen voor het eerst genoemd in officiële documenten. In dat jaar had een zekere Bosschenaar, Gozewijn Kok, land te leen “te Geffene”. In 1298 werd Geffen voor het eerst officieel als plaatsnaam genoemd. Hertog Jan II van Brabant verleende in dat jaar gemeenterechten aan de bewoners van Geffen. In 1303 werden de gronden zelfs aan de bewoners verkocht. Een document van 24 februari 1356 gaf richtlijnen omtrent de bestuurlijke organisatie. Vanaf de 15e eeuw vormde Geffen een heerlijkheid. In 1445 was er sprake van een officiële schepenbank. De Heer van Geffen resideerde na omstreeks 1500 in het kasteel dat dicht bij Nuland was gelegen. Dit kasteel is geheel verwoest tijdens de Franse inval aan het einde van de 18e eeuw. Tegenwoordig bestaat alleen de slotgracht nog. De hoeve ter plaatse heet nog steeds van Vladeracken, naar het geslacht dat daar enige tijd heerste.

Op 26 januari 1512 werd Geffen platgebrand door de Geldersen.

De oudst bekende vermelding van een kerk in Geffen is van 1290. Deze zou aan Sint-Trudo zijn gewijd, maar later werd Maria Magdalena de patroonheilige.

Omstreeks 1450 is de toren gebouwd van de imposante gotische Maria Magdalenakerk. Het schip kwam enige decennia later gereed. Vele branden en overstromingen hebben dit kerkgebouw in de loop der tijden geteisterd. Toen de troepen van Karel van Gelre in 1487 een deel van Geffen in brand staken werd ook het kerkgebouw grotendeels verwoest. Maar ook in 1512 werden door de Geldersen verwoestingen aangericht. De herbouw vond plaats na 1531 en daarbij werden veel materialen van de oudere kerk gebruikt. Tussen 1590 en 1605 vonden opnieuw krijgshandelingen plaats tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Hierna ging men verder met het herstel, en het jaartal 1607 in een van de balken toont dat aan. Het tot dan toe bestaande strodak werd toen door een pannendak vervangen.

Na de Vrede van Münster in 1648 werd het katholieke geloof verboden en ging de kerk over in protestantse handen. In het begin van de 19e eeuw werd het gebouw teruggegeven aan de katholieken. Architect Caspar Franssen breidde de kerk in 1893 uit. Hierbij werd het koor verhoogd en het middenschip verbouwd. De houten kapconstructie bleef hierbij voor het grootste deel gespaard. In oktober 1944 liep de kerk echter grote schade op vanwege artilleriebeschietingen, maar ze werd hersteld.

In 1813 vond in de gemeente een gevecht plaats tussen Pruisische troepen en het Franse garnizoen van Grave, waarbij enkele soldaten sneuvelden. Een doorbraak van de dijk die het water, dat vanwege de Beerse Overlaat ten zuiden van de Maas stroomde, moest tegenhouden, zorgde er in december 1833 voor dat de gehele gemeente onder water kwam te staan.

In 1865 had Geffen ongeveer 1200 inwoners. Het was weinig ontwikkeld en de meeste mensen bedreven de landbouw. Dit gebeurde voornamelijk op de uitgestrekte polder ten noorden van Geffen, toentertijd gekenmerkt door strookverkaveling. De bebouwing beperkte zich tot huizen en boerderijen langs lange onverharde wegen. Voorzieningen waren uiteraard ook beperkt tot de basisbehoeften. Zo was er een bakker, een dorpspomp, een café en natuurlijk een brouwerij. De “infrastructuur” bestond voornamelijk uit onverharde wegen. Wel liep er ten zuiden van Geffen een oude verharde, napoleontische weg van ‘s-Hertogenbosch naar Nijmegen. Op die weg werd door de Geffenaren ook tol geheven. De naam van het wegrestaurant langs de A59, “De Geffense Barrière” herinnert nog aan deze bezigheid. Ook strekte zich in die tijd een strook woeste grond uit van Geffen tot Heesch.

Omstreeks 1870 werd de windmolen De Vlijt uit Boxtel overgeplaatst naar Geffen. Na aanvankelijk aan de Rijksweg te hebben gestaan, werd de molen overgeplaatst naar de Molenstraat. In 1977 werd ze grondig gerestaureerd en herbouwd aan de Groenstraat.

In 1895 was het dorp niet zo veel veranderd ten opzichte van voorgaande eeuwen. Wel was de dorpskern meer geconcentreerd en iets uitgebreid. Daarnaast was er meer verscheidenheid aan werkgelegenheid. Zo is er een marechausseekazerne gebouwd aan de rand van het dorp. Daarbij gingen veel voormalige boeren en landarbeiders nu naar Oss om in de margarinefabrieken te gaan werken. Oss was in de tussentijd gegroeid door de margarineproductie en -handel. Die was daar ontstaan door toedoen van de Geffenaar Simon van den Bergh, die hiermee een van de grondleggers van Unilever was. Ook liep er inmiddels een spoorlijn langs de noordkant van Geffen. Er kwam een spoorwegstation en een verharde weg door het dorp die leidde naar de rijksstraatweg tussen ‘s-Hertogenbosch en Nijmegen. De landbouw is weinig veranderd; nog steeds de typische strookverkaveling. Recreatie bestond nog niet en de woeste gronden waren nog grotendeels intact.

Geffen heeft relatief weinig te lijden gehad van de oorlogshandelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Doordat de Geffense kerktoren als Brits uitkijkpunt zou kunnen fungeren deden de Duitsers enkele pogingen om deze neer te halen. In de nacht van 4 oktober probeerden ze de kerktoren met explosieven op te blazen. Dit lukte deels; de traptoren werd weggevaagd. In de nacht van 10 op 11 oktober vielen de Duitsers wederom aan, ditmaal massaal. Tijdens deze nachtelijke aanval (door de Britse troepen de ‘Hel van Geffen’ genoemd[bron?]) vonden ten minste dertien Duitse- en één Britse soldaat de dood. De aanval mislukte en Geffen bleef in Britse handen.

De bevolking werd ’s ochtends geëvacueerd met het oog op een herhaling. Gelukkig bleef dit uit. Op 22 oktober lanceerden de geallieerden, vanuit Geffen, een grote aanval op Den Bosch. Hierna kon de bevolking terugkeren. Ze trof een half verwoest kerkgebouw aan. Aanvankelijk werd het dak van de rechterzijbeuk met stro gedicht. Ook het orgel was totaal vernield. Tijdens de kerstdagen van 1944 luidde wederom de grote klok. Deze was door de Duitsers in januari 1943 gevorderd, en was nu met hulp van Canadese troepen uit Tilburg teruggehaald. Met Pasen 1948 was de kerk weer hersteld, alleen het gewelf van de vernielde zijbeuk was provisorisch gerepareerd.

In totaal kwamen 16 Geffenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven, waaronder zes leden van de Joodse familie Van Dijk. Zij werden in 1943 in het vernietigingskamp Sobibór omgebracht. Op 1 december 2016 werden zes Stolpersteine geplaatst ter nagedachtenis. Kunstenaar Gunter Demnig kwam hier speciaal voor naar Geffen.

In het boek ‘Zoiets dè vergitte nie’ (2012) worden de gebeurtenissen van het dorp Geffen in de Tweede Wereldoorlog uitvoerig beschreven.

Omstreeks 1956 werden de eerste stappen gemaakt om planmatige nieuwbouwwijken te bouwen. Richting het zuiden werd een reeks huizen in typische jaren vijftig-stijl gebouwd. Bovendien gingen steeds meer mensen langs de doorgaande wegen in het gebiedje wonen. Vooral de weg tussen ‘s-Hertogenbosch en Nijmegen was populair. Ook waren nu alle wegen in het dorp verhard. Alleen verlaten polderwegen bleven nog onverhard. Station Geffen, reeds gesloten in 1938, werd in 1971 gesloopt. In het noordoosten breidde Oss zich uit. In deze stad kwamen ook veel voorzieningen waar de bewoners van Geffen op georiënteerd waren en zijn.

Ook in Geffen is een aantal woonwijken gebouwd, voornamelijk in zuidelijke richting. Ook werden er bedrijventerreinen aangelegd. Het grootste aan de zuidkant, in de richting van de in de tussentijd aangelegde A50, en een kleiner in de richting van Oss.

Wapen van Geffen 1817

Het wapen van Geffen werd op 16 juli 1817 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de toenmalige Noord-Brabantse gemeente Geffen bevestigd. Op 25 maart 1985 werd een nieuw wapen verleend, dat beter op historische gegevens aansloot. Op 1 januari 1993 ging Geffen samen met Nuland op in de nieuw opgerichte gemeente Maasdonk, waarmee het wapen kwam te vervallen. In het wapen van Maasdonk werden geen elementen uit het wapen van Geffen opgenomen. Sinds 1 januari 2015 valt Geffen onder de gemeente Oss.

De blazoenering bij het eerste wapen uit 1817 luidt als volgt:
Van lazuur beladen met het beeld van een heilige, houdend in zijn handen een kerk en staande onder een met 6 kandelaars versierde kerkboog, ter weerszijden vergezeld van een schildje, alles van goud, het rechter schildje beladen met 3 St.Andries-kruisen, staande 2 en 1, het linker met 2 aanziende hoofden en een vrijkwartier beladen met een vogel, alles van lazuur.

In het wapenregister is geen beschrijving opgenomen, maar slechts een tekening. De heraldische kleuren zijn goud op blauw. Dit zijn de rijkskleuren. Links en rechts zijn in de heraldiek vanaf de achterzijde van het schild bezien; voor de toeschouwer zijn deze verwisseld.

Wapen van Geffen 1985

De blazoenering bij het tweede wapen uit 1985 luidt als volgt:

Gedeeld; I doorsneden; a in goud drie rozen van keel; b in zilver drie molenijzers van keel; II in azuur het beeld van de heilige Maria Magdalena van goud. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee parels.

 

Het eerste wapen was afgeleid van een achttiende-eeuws schependomzegel, dat waarschijnlijk versleten was, waardoor enkele symbolen foutief in het wapen zijn gekomen. Het zegel vertoont een onbekende heilige in een kerkboog met kandelaars. De heilige houdt een kapel in zijn rechterhand. Mogelijk gaat het om de abt Trudo, maar dat is niet zeker. Aan weerszijden van de heilige bevinden zich twee wapens. Het rechter wapen is het wapen van de familie Van Vladeracken, die tussen 1470 en 1628 de heren en vrouwen van Geffen leverde. Dit schildje is beladen met drie molenijzers, foutief als kruisjes weergegeven in het eerste wapen van de gemeente. Het andere schildje met de vogel en de hoofden is dat van de familie Van Best. De eerste bekende bezitster van Geffen was Margriet van Nuweland, die gehuwd was met Peter van Best. Waarschijnlijk werden bij de aanvraag geen kleuren gespecificeerd, waardoor het wapen is verleend in de rijkskleuren.

Het tweede wapen werd op verzoek van de gemeente verleend. Het bevat herkenbare elementen: de drie rozen komen uit het wapen van Margriet van Nuweland. In plaats van de drie Andrieskruisjes kwamen de oorspronkelijke drie molenijzers uit het wapen van Van Vladeracken, en in plaats van de onduidelijke heilige met de kapel werd de patroonheilige van de parochiekerk, de H. Maria Magdalena afgebeeld. Dit wapen is in 1985 verleend.

Uit:
Wikipedia – Geffen
Wikipedia – Wapen van Geffen

Voorouders in Geffen:

  • Arent Geerlichsz de Booij
    Hij is geboren circa 1663 te Geffen, overleden op 16 november 1703 te Poortugaal.
    Hij was getrouwd met Neeltje Jansdr Struijck. Geboren rond 1670 in Poortugaal, overleden op 7 juni 1737 in Geervliet.

Terug naar:

Dorpen en Steden – JohnOoms.nl

  facebook       

© 2 mei 2022