Jan II van Arkel
Geboren omsteeks 1255, gesneuveld in de slag bij Vronen op 27 maart 1297.
Hij was heer van Arkel vanaf 1272 tot zijn dood. Hij was een zoon van Jan I van Arkel en Bertha van Ochten.
Jan komt in meerdere akten voor. In 1273 kocht hij de havenplaats Gorinchem van de graaf van Bentheim (of geërfd?).
Tijdens de instelling van de Orde van Sint Jacob werd hij tot ridder geslagen door graaf Floris V van Holland.
In 1288 nam hij aan Brabantse zijde deel aan de Slag bij Woeringen. In 1290 erkende hij Floris als zijn leenheer voor zijn kasteel in Gorinchem en kreeg daarvoor in ruil het recht om er tol te heffen. Jan was een van de ondertekenaars van een brief van de Hollandse adel aan koning Eduard I van Engeland.
Floris V leende in 1292 12.000 Hollandse ponden van Jan van Arkel, Richoud van Noordeloos (ongetwijfeld een achterneef van Jan) en Lambrecht de Vriese.
Toen Floris V in 1296 werd vermoord, nam Jan samen met de heren van Wassenaar en van Borsselen het bestuur van Holland tijdelijk op zich.
In 1297 kwam hij om het leven bij de Slag van Vronen (thans Sint Pancras). Hij werd begraven in Gorinchem.
Jan huwde met Bertrouda van Sterkenborg, dochter van Gerard van Sterkenburg (Zie Heren van Sterkenburg nr. 4).
Kinderen:
- Jan III (1280-1324) (Volgt Heren van Arkel nr. 18a)
- Mabilia (1284-1317)(Volgt Heren van Arkel nr. 18b), trouwde met Zweder II van Zuylen van Abcoude (1307-1347), heer van Abcoude en Wijk bij Duurstede.
- Herbaren, heer van Slingeland (…. – ca. 1325) (Volgt Heren van Arkel nr. 18c)
- Johanna van Arkel van Bockhoven. (Volgt Heren van Arkel nr. 18d)
- Nicolaas Oem van Arkel (1280/85-1345), heer van Emmikhoven.
Hij was rentmeester van Jan van Arkel, bisschop van Utrecht, zijn neef. Hij was regent van Arkel, nadat zijn broer Jan III van Arkel in 1324 was overleden, totdat diens zoon Jan IV van Arkel oud genoeg was om Heer van Arkel te zijn. Naar alle waarschijnlijkheid zal daar zijn bijnaam Oom van Arkel aan ontleend zijn.
Hij sneuvelde in 1345 bij de Slag bij Warns. Hij was gehuwd met Lijsbeth van Emmikhoven (1275-1320). (Zie Oem van Arkel).