Hugo de Grote

 

Hugo de Grote

Hugo de Grote

Hugo de Grote
Fontaines-en-Sologne, 897 – Dourdan, 16 juni 956. Hugo was de zoon van Robert I van Frankrijk en Beatrix van Vermandois.
Hij was in zijn tijd de machtigste edelman in Frankrijk. Hij weigerde tot driemaal toe om koning te worden maar gaf er de voorkeur aan om zwakkere koningen op de troon te plaatsen en direct zijn eigen belangen te kunnen behartigen.

Na het overlijden van zijn vader in de Slag bij Soissons in 923, werd hem de kroon aangeboden. Hij weigerde echter, en zijn zwager Rudolf I van Frankrijk werd toen tot koning gekozen. Hugo was toen markgraaf van Bretagne, graaf van Parijs, Troyes, Orléans, en lekenabt van Saint-Denis, Saint-Germain-des-Prés, Marmoutier, Saint-Martin te Tours, Carmery, Villeloin. In de volgende jaren werd hij hertog van Neustrië en verwierf hij ook nog de graafschappen Autun ,Auxerre, Nevers, Sens, Chalon en Mâcon. Na het kinderloos overlijden van Rudolf in 936 weigerde Hugo opnieuw de kroon maar vroeg Lodewijk IV van Frankrijk, die als kind door zijn moeder in Engeland in veiligheid was gebracht, om koning te worden. Hugo bedong voor zichzelf natuurlijk een positie van uitzonderlijke macht en invloed, onder de nieuwe koning. In 938 werd hij benoemd tot mede-hertog van Bourgondië.

Daarna kwam Hugo in conflict met Lodewijk, die probeerde een zelfstandige positie als koning te verwerven. Hugo sloot in 940 met Herbert II van Vermandois en met Willem I van Normandië een bondgenootschap tegen Lodewijk IV. Ze belegerden Reims en versloegen de koning toen die probeerde om de stad te ontzetten. In plaats van Lodewijk erkenden ze Otto I de Grote als koning. Uiteindelijk werd er in 942 te Wezet een vrede bemiddeld door Otto en zijn zuster Gerberga van Saksen, die met Lodewijk was getrouwd. Toen de Normandiërs Lodewijk in 945 gevangennamen, droegen ze hem over aan Hugo. En die liet Lodewijk pas in 946 vrij toen die de stad Laon aan hem had afgestaan. In dat jaar gebruikte Hugo de dood van Herbert II van Vermandois om diens erfenis te versnipperen over diens kinderen, zodat geen van hen nog zo machtig zou kunnen worden als hun vader. De Universele Synode van Ingelheim dreigde Hugo in 948 met excommunicatie als hij Lodewijk niet zou compenseren. De excommunicatie is ook een korte tijd daadwerkelijk uitgesproken maar Lodewijk kreeg Laon terug en geleidelijk verzoenden Hugo en Lodewijk zich met elkaar. Na het overlijden van Lodewijk in 954 weigerde Hugo opnieuw de kroon maar steunde het regentschap van Gerberga. In ruil daarvoor werd Hugo tot hertog van Bourgondië en Aquitanië benoemd. Een expeditie naar Aquitanië om zijn gezag als hertog te vestigen mislukte, maar Bourgondië erkende hem wel als hertog.

Hij werd begraven in de Kathedraal van Saint-Denis.
Huwelijken en kinderen

Hugo was in zijn eerste huwelijk getrouwd met Judith, dochter van Rogier van Maine. In zijn tweede huwelijk was hij getrouwd met Eadhild, een zuster van koning Athelstan van Engeland. Als derde vrouw trouwde hij 14 september 937 met Hedwig van Saksen, dochter van de Duitse koning Hendrik de Vogelaar (Duitse Koningen en Keizers nr. 6) en zuster van Otto I van Duitsland.
Uit het laatste huwelijk de volgende kinderen:

  • Beatrix, geboren rond 938, huwde met Frederik I van Lotharingen
  • Hugo, geboren rond 940, die later onder de naam Hugo Capet Koning van Frankrijk zal worden (Zie De Capetingers nr. 8).
  • Emma (ovl. na 968), getrouwd met Richard I van Normandië (Zie De Noormannen nr. 3).
  • Otto, geboren in 945, wordt hertog van Bourgondië en graaf van Auxerre.
  • Odo, geboren in 948, noemt zich ook wel Hendrik

Bij een minnares kreeg hij nog een zoon Herbert, die werd benoemd tot bisschop van Auxerre.

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

 

Terug naar:

De Groten

 

handtekening 2016