EERSTE GENERATIE
1. Jan van den Doortoghe
⚔️ Ridder van Sint Jacob, stichter van Ter Duyn en voorvader van een levende traditie
Jan van den Doortoghe werd geboren rond 1260 als zoon van Floris van Brederode, een invloedrijke leenman van de graaf van Holland. Floris bezat:
- het huis te Doortoghe met 33 morgen land, gelegen in Monsterambacht bij Naaldwijk
- de ambachten Zegwaard (bij Zoetermeer) en Zevenhuizen
Deze bezittingen vormden een strategisch netwerk van landgoederen in het westen en midden van het graafschap Holland. Ze verbonden de familie met vruchtbare veen- en kleigronden, cruciale waterwegen en bestuurlijke knooppunten. Floris’ positie als leenman plaatste hem in het hart van de grafelijke macht, en zijn zoon Jan erfde niet alleen land, maar ook een dynastische roeping.
Via zijn grootvader Dirk van Teylingen, drossaard en eerste heer van Brederode, was Jan verbonden met een van de oudste adellijke geslachten van Holland. Zijn afkomst gaf hem toegang tot ridderlijke netwerken, bestuurlijke invloed en militaire verantwoordelijkheid.
🏰 Stichter van het huis Ter Duyn
Jan wordt beschouwd als de stichter van het huis Ter Duyn onder Zevenhuizen — een hofstede dat diende als zetel van zijn familie in het veenrijke gebied bij de Rotte. De naam “Ter Duyn” suggereert een verhoging in het landschap, een veilige plek in een moerassige omgeving, en een symbolische verwijzing naar verheffing — zowel geografisch als sociaal.
Zijn stichting van Ter Duyn markeert het begin van een lokale dynastie die zich zou verankeren in Zevenhuizen.
✝️ Ridder in de Orde van Sint Jacob

Orde van Sint Jacob
Jan was ridder in de Orde van Sint Jacob, een typisch Hollandse ridderorde die werd gesticht door Graaf Floris V van Holland, rond 1279 en 1290. De orde was gewijd aan Sint Jacobus en had als doel de bescherming van pelgrims, het bevorderen van ridderlijke idealen en het versterken van de grafelijke invloed binnen het gewest Holland.
Jan’s lidmaatschap van deze orde plaatst hem in een select gezelschap van edelen die niet alleen militair actief waren, maar ook religieus en politiek verbonden met het grafelijk hof.
Deze symboliek leeft voort in de benoeming van John Ooms tot ridder in dezelfde orde — een zeldzame en betekenisvolle echo van een eeuwenoude verbintenis.
⚔️ Strijd en overlijden
Jan sneuvelde op 27 maart 1297 bij Vronen, in de strijd tegen de West-Friezen. Deze veldslag was onderdeel van de pogingen van de graven van Holland om het Friese gebied te onderwerpen. Zijn dood op het slagveld bevestigt zijn rol als militair leider en zijn trouw aan het grafelijk gezag.
Vronen, gelegen in Kennemerland, werd het toneel van een bloedige confrontatie waarin vele Hollandse ridders het leven lieten. Jan’s overlijden daar plaatst hem in de annalen van de Hollandse militaire geschiedenis.
💍 Huwelijk en nageslacht
Jan huwde Gertrudis van Voorne, afkomstig uit een invloedrijke familie die het eiland Voorne bestuurde en nauwe banden had met het grafelijk hof. Hun verbintenis bracht twee zonen voort:
- Floris van den Doortoghe. Hij kwam minder prominent voor in de bronnen.
- Willem van der Duyn Schout van Zevenhuizen (Volgt 2), gehuwd met Ida van Egmont.
Hun huwelijk bracht drie kinderen voort en bevestigde de bestuurlijke rol van de familie in het dorp.
De naam “van der Duyn” verwijst direct naar het huis Ter Duyn en markeert een nieuwe tak in de dynastie.
🧬 Een levende lijn: van Jan tot John
Wat deze stamreeks uitzonderlijk maakt, is de ononderbroken verbinding tussen plaats, functie en symboliek:
- Jan: stichter van Ter Duyn, ridder van Sint Jacob, gesneuveld in dienst van Holland
- Willem: schout van Zevenhuizen, bestuurder en verbinder
- John Ooms: geboren en getogen in Zevenhuizen, ridder in de Orde van Sint Jacob, en hoeder van het lokale en genealogische erfgoed
Deze lijn is geen toeval, maar een levende traditie — een brug tussen middeleeuwse idealen en hedendaagse betrokkenheid.
_________________________________________________________________________________________________
TWEEDE GENERATIE
2. Willem van der Duyn
🏛 Schout van Zevenhuizen, heemraad van Schieland

Afbeelding gegenereerd door ChatGPT
Willem van der Duyn werd geboren rond 1285 als zoon van Jan van den Doortoghe, ridder in de Orde van Sint Jacob en stichter van het huis Ter Duyn onder Zevenhuizen, en Gertrudis van Voorne, telg uit een invloedrijke Hollandse familie.
Willem had 10 morgen land in leen van de heer van Brederode.
Zijn geboorte markeerde de tweede generatie van een dynastie die zich verankerde in het veenrijke gebied tussen de Rotte en de Gouwe.
Zijn vader sneuvelde in 1297 bij Vronen in de strijd tegen de West-Friezen, en Willem groeide op in een tijd van herstel, consolidatie en bestuurlijke opbouw. Als erfgenaam van Ter Duyn en zoon van een ridderlijke stichter, was hij voorbestemd om een leidende rol te spelen in het lokale bestuur.
🏰 Bestuurlijke functies
Willem trad in 1320 aan als schout van Zevenhuizen, een functie waarin hij verantwoordelijk was voor rechtspraak, ordehandhaving en het vertegenwoordigen van het dorp in grafelijke en regionale aangelegenheden. In 1347 werd hij benoemd tot heemraad van Schieland, het waterschap dat toezicht hield op dijken, watergangen en polderbeheer in het gebied tussen Rotterdam, Gouda en Delft.
Zijn dubbele rol als schout en heemraad toont aan dat hij niet alleen het land bestuurde, maar ook het water — een cruciale combinatie in het Hollandse landschap van de 14e eeuw.
🎁 Schenking aan de Heilige Geest
Op paasmaandag 1348 schonk Willem van der Duyn als schout van Zevenhuizen een jaarrente van dertig schellingen aan de “Heilige Geest” van Zevenhuizen (dat wil zeggen de armen). Deze schenking getuigt van zijn betrokkenheid bij het geestelijk leven van het dorp en zijn wens om de gemeenschap te ondersteunen.
De datum van deze schenking — 22 april 1348 — is het laatste bekende moment waarop Willem in de bronnen verschijnt. Het markeert zijn nalatenschap als bestuurder én weldoener.
💍 Huwelijk en nageslacht
Willem huwde Ida van Egmont, dochter van Wouter II van Egmont, een lid van een van de machtigste adellijke geslachten van Holland. Hun verbintenis bracht drie kinderen voort:
- Jan van der Duyn (ca. 1310 – 1369) (Volgt 3)
- 1e huwelijk met N.N. Jansdr. van Egmond → 6 kinderen
- 2e huwelijk met Aechte van Hoylede
- Machteld van der Duyn (overleden 1362) Gehuwd met Dirk van Swieten, een telg uit een invloedrijke familie in Rijnland. Haar huwelijk bracht de Van der Duyns in verbinding met het gebied rond Leiden en Voorschoten.
- Floris van der Duyn (overleden 1366) Gehuwd met Gheertrude, mogelijk actief in het beheer van landerijen of als vertegenwoordiger van de familie in lokale zaken.
🕰 Historische context
Willem leefde in een periode van bestuurlijke opbouw, religieuze betrokkenheid en toenemende grafelijke centralisatie. De ambachten Zevenhuizen en Zegwaard, ooit in leen bij zijn grootvader Floris van Brederode, vormden nu het toneel van bestuurlijke continuïteit.
Als schout, heemraad en schenker vertegenwoordigde Willem een klasse van lokale regenten — mannen die het land bestuurden, het water beheerden en de gemeenschap ondersteunden. Zijn nalatenschap leeft voort in archieven, landerijen en de naam Ter Duyn.
________________________________________________________________________________________________
DERDE GENERATIE
3. Jan van der Duyn
🏛 Hoogheemraad van Schieland, leenman van Brederode
Jan werd geboren rond 1310 als zoon van Willem van der Duyn, schout van Zevenhuizen en heemraad van Schieland, en Ida van Egmont, dochter van Wouter II van Egmont. Zijn geboorte markeerde de derde generatie van de familie Van der Duyn, die zich sinds de late 13e eeuw had verankerd in het veenrijke gebied rond Zevenhuizen.
Op 22 april 1348 werd Jan door zijn vader beleend met het leen van Brederode, bestaande uit het huis Ter Duyn en 10 morgen land te Zevenhuizen. Deze overdracht bevestigde niet alleen zijn positie als erfgenaam, maar ook de voortzetting van een dynastie die haar wortels had in het leenstelsel van het graafschap Holland. Het huis Ter Duyn, ooit gesticht door zijn grootvader Jan van den Doortoghe, bleef daarmee het centrale erfgoed van de familie.
⚖️ Hoogheemraad van Schieland
Jan bekleedde de functie van hoogheemraad van Schieland, een van de oudste en invloedrijkste waterschappen van Holland. Als hoogheemraad was hij verantwoordelijk voor het toezicht op dijken, watergangen, polderbeheer en geschillenbeslechting in het gebied tussen Rotterdam, Gouda en Delft. Zijn rol getuigt van bestuurlijke betrouwbaarheid, lokale invloed en expertise in het beheer van het Hollandse landschap.
💍 Huwelijken en nageslacht
Jan was 1e gehuwd omstreeks 1335 met N.N. Jansdr. van Egmond. Dochter van Jan van Egmond, vermeld te Haarlem in 1312, en een onbekende moeder. Haar naam leeft voort in het wapenbord van haar zoon Daem van der Duyn, heer van Sprang — een tastbare herinnering aan haar positie binnen de Hollandse adel.
Uit dit huwelijk werden zes zonen geboren:
- Jan van der Duyn (ca. 1340 – 1400) Mogelijk actief als landheer of bestuurder in de regio.
- Jacob van der Duyn (geb. vóór 1385 – …) Zijn naam duikt op in latere generaties, mogelijk als pachter of militair.
- Daem van der Duyn (overleden 1417) (Volgt 4)
- 1e huwelijk met Alijt Jacob Bredendochter → 2 kinderen
- 2e huwelijk met Christine van Wielesteyn Foeckendochter → 1 zoon
- Floris van der Duyn Zijn naam suggereert een eerbetoon aan de Brederode-lijn.
- Louwe van der Duyn Mogelijk actief in het beheer van landerijen of als getuige in lokale akten.
- Willem van der Duyn Zijn naam leeft voort in de bestuurlijke lijn van de familie.
Jan was 2e gehuwd met Aechte van Hoylede.
Zij wordt beschouwd als de stiefmoeder van Jans kinderen .
🕰 Historische context
Jan leefde in een periode van grafelijke consolidatie, opkomende steden en toenemende bestuurlijke professionalisering. Als hoogheemraad vertegenwoordigde hij een klasse van landbezitters met bestuurlijke macht, die het Hollandse landschap vormgaven door dijken te bouwen, polders te beheren en gemeenschappen te leiden.
Zijn belening in 1348, zijn functie als hoogheemraad en zijn nageslacht in Sprang maken hem tot een spilfiguur in de overgang van lokale ambachtsheerlijkheden naar regionale invloed.
Jan is overleden in 1369. Zijn nalatenschap leeft voort in archieven, wapenschilden en de naam Van der Duyn…
________________________________________________________________________________________________
VIERDE GENERATIE
4. Daem van der Duyn
⚔️ Ridder, hoogheemraad van Schieland en verbannen partijganger in de Hoekse en Kabeljauwse twisten
Daem van der Duyn werd geboren rond 1335 als zoon van Jan van der Duyn, hoogheemraad van Schieland en leenman van het huis Ter Duyn te Zevenhuizen, en N.N. Jansdr van Egmont, dochter uit het machtige geslacht van Egmont. Zijn geboorte markeerde de vierde generatie van een dynastie die zich sinds de 13e eeuw had verankerd in het Hollandse veenland, met bestuurlijke functies en ridderlijke status.
Daem bewoonde een huis te Rotterdam, wat duidt op zijn verplaatsing van het landelijke Ter Duyn naar het stedelijke centrum van macht en handel. Zijn aanwezigheid in Rotterdam weerspiegelt de opkomst van de stad als bestuurlijk en politiek knooppunt in het graafschap Holland.
⚖️ Hoogheemraad en ridder
Daem bekleedde de functie van hoogheemraad van Schieland, waarmee hij verantwoordelijk was voor het toezicht op dijken, watergangen en polderbeheer in het gebied tussen Rotterdam, Gouda en Delft. Zijn rol als ridder bevestigt zijn status binnen de ridderschap van Holland, en zijn betrokkenheid bij militaire en politieke aangelegenheden.
⚔️ Verbanning en vergiffenis
Op 28 mei 1379 wordt Daem genoemd als behorend tot de partij van Willem van Oostervant (de latere Graaf Willem VI), in het conflict dat volgde op de moord op Aleid van Poelgeest en Willem Cuser — vertrouwelingen van Hertog Aelbrecht van Beieren. Deze moord vormde een keerpunt in de Hoekse en Kabeljauwse twisten, waarbij de Hoekse partij (waar Daem toe behoorde) in opstand kwam tegen het grafelijk gezag.
Als gevolg van deze betrokkenheid werd Daem verbannen door Hertog Aelbrecht, samen met zijn zoon Jacob van der Duyn. Beiden kregen echter vergiffenis in 1396, wat duidt op politieke verzoening en herstel van hun positie. Deze episode toont Daem als een man van overtuiging, maar ook als iemand die zijn plaats wist te herwinnen in het bestuurlijke leven.
💍 Huwelijken en nageslacht
Daem huwde 1e metk met Alijt Jacob Bredendochter
Uit dit huwelijk:
- N.N. van der Duyn Mogelijk een dochter, vermeld in verband met familiebanden.
- Jan van der Duyn (vermeld in 1379) (Volgt 5)
Gehuwd met Sophie van den Wale → 4 kinderen Jan was actief in dezelfde politieke conflicten als zijn vader, en zijn huwelijk met Sophie verbond de familie met stedelijke elites in Rotterdam of Delft.
Hij huwde 2e met Christine van Wielesteyn Foeckendochter
Dochter van Foecken Foeckensz, heer van Waalwijk, Baardwijk en Sprang — een machtige landheer in het gebied tussen Maas en Waal. Dit huwelijk bracht de Van der Duyns in verbinding met het zuiden van Holland en het Land van Heusden en Altena.
Uit dit huwelijk:
- Jacob van der Duyn (ca. 1372 – 1439) Gehuwd met Aleijd van der Mije → 2 kinderen.
Jacob herstelde de familienaam na de verbanning en zette de lijn voort in Sprang en omgeving.
Bastaarddochter:
- Aleyse Daemsdr van der Duyn
Haar naam leeft voort als teken van Daems persoonlijke leven buiten de officiële huwelijken.
🕰 Historische context
Daem leefde in een tijd van politieke spanningen, stedelijke opkomst en grafelijke consolidatie. De Hoekse en Kabeljauwse twisten verdeelden het graafschap Holland, en Daem bevond zich in het hart van deze conflicten — als ridder, bestuurder en partijganger.
Zijn verbanning en latere vergiffenis tonen de kwetsbaarheid én veerkracht van adellijke families in deze periode.
Zijn nageslacht in Sprang, Rotterdam en Zevenhuizen bevestigt de geografische spreiding en dynastische continuïteit van de Van der Duyns.
________________________________________________________________________________________________
VIJFDE GENERATIE
5. Jan van der Duyn
⚖️ Leenman, visserijhouder en landbezitter tussen de Merwede, Oude Maas en Capelle
Jan was zoon van Daem van der Duyn, ridder en hoogheemraad van Schieland, en Alijt Jacob Bredendochter. Hij werd rond 1379 aangewezen als leenvolger in het Egmondse leen, een erfelijke bezitting die hij op 2 september 1429 met ledige hand verzocht — een formele handeling waarbij een leen opnieuw werd aangevraagd of bevestigd, vaak bij afwezigheid van directe opvolging.
Zijn afkomst plaatste hem in een dynastie die zich sinds de 13e eeuw had verankerd in Zevenhuizen, Rotterdam en Sprang, met bestuurlijke functies, ridderlijke status en visserijrechten die zich uitstrekten over het rivierengebied.
💍 Huwelijk en schoonfamilie
Jan huwde Sophie van den Wale, dochter van Wouter van den Wale, ridder, burgemeester van Dordrecht en ambachtsheer van den Wale — het latere Heinenoord. Haar moeder was Elisabeth van Rossum, uit het geslacht van de Heren van Rossum, waarmee Jan zich verbond aan twee invloedrijke families.
Op 13 september 1402 kende zijn schoonvader hem een jaarlijkse rente van 50 Willems Hollandse gulden uit diens staal- en zegenworp visserij in de Wale — de latere Oude Maas — langs zijn ambacht, dat hij zelf van Altena in leen hield. Deze schenking bevestigt Jan’s positie als erfgenaam en participant in de visserijrechten van de regio.
🐟 Visserij en landbezit
Jan was actief als visserijhouder en landbezitter in meerdere gebieden:
- In 1429 nam hij van het klooster Eemsteyn de helft van een visserij te Over-Sliedrecht, afkomstig van de abdij Heisterbach in de Merwede. Hij wordt als zodanig vermeld op 8 januari 1432.
- Op 8 februari 1414 bezat hij land in Berchpolre, ten noorden van Blommersdijk — een gebied in de polder tussen de Maas en de Merwede.
- In 1444 wordt hij opnieuw vermeld als eigenaar van dit land.
- Rond 1443 verschijnt Jan in Capelle aan den IJssel als eigenaar van een weerland in Hoochdorp — een verwijzing naar een verhoogd perceel, mogelijk geschikt voor veeteelt of hooiland.
Deze geografische spreiding toont Jan als een man met bezit en invloed in de delta van Holland, van Dordrecht tot Capelle, van de Merwede tot de IJssel.
👨👩👧👦 Kinderen en opvolging
Jan en Sophie kregen vier kinderen:
- Wouter van der Duyn In 1451 beleend met het ambacht Werkendam, inclusief het gemaal, bieraccijns, de gift van de kerk, 12 morgen land, de middelwaard met bijbehorende visserij.
Wouter vertegenwoordigde de bestuurlijke en economische consolidatie van de familie in het Land van Heusden. - Adam van der Duyn (Volgt 6)
Na het kinderloos overlijden van zijn broer Wouter werd hij beleend met Werkendam. Hij kreeg twee zonen, waarmee de dynastie werd voortgezet. - Aleyt van der Duyn Haar naam leeft voort in de vrouwelijke lijn, mogelijk via huwelijk met een lokale ambachtsheer of pachter.
- Catharina van der Duyn Eveneens mogelijk verbonden aan bestuurlijke of kerkelijke netwerken in de regio.
🕰 Historische context
Jan leefde in een tijd van grafelijke consolidatie, kloosterlijke invloed en stedelijke opkomst. Zijn bezit in visserijrechten, landerijen en ambachten toont een overgang van ridderlijke dynastie naar regionale regentenklasse — mannen die het land bewerkten, het water beheerden en hun familie verankerden in het Hollandse landschap.
________________________________________________________________________________________________
ZESDE GENERATIE
6. Adam van der Duyn
🏛 Leenman van Werkendam en patriarch van de lijn Van der Duyn van Vuren
Adam van der Duyn werd geboren rond 1415 als zoon van Jan van der Duyn, visserijhouder en landbezitter in Capelle aan den IJssel, Over-Sliedrecht en Berchpolre, en Sophie van den Wale, dochter van Wouter van den Wale, ridder en ambachtsheer van het latere Heinenoord. Zijn geboorte markeerde de vijfde generatie in de dynastie van Ter Duyn, die zich inmiddels had verspreid over Holland, het Land van Heusden en Altena, en de Merwedestreek.
Op 16 augustus 1464 werd Adam beleend met het ambacht Werkendam, na het kinderloos overlijden van zijn broer Wouter van der Duyn. Deze belening omvatte het ambacht Werkendam inclusief het gemaal, bieraccijns, de gift van de kerk, 12 morgen land, de middelwaard met bijbehorende visserij.
Werkendam, gelegen aan de Merwede, was een strategisch ambacht met economische en bestuurlijke betekenis. Adam’s belening bevestigde zijn rol als erfgenaam en patriarch van een nieuwe tak binnen de familie.
💍 Huwelijk en nageslacht
Adam huwde met een vrouw van wie de naam niet is overgeleverd. Samen kregen zij twee zonen, die elk hun eigen rol speelden in het voortzetten van de dynastie:
- Cornelis van der Duyn de Oude (ca. 1450 – 1510) (Volgt 7)
Zijn 1e huwelijk met Elizabeth van Asperen van Vuren. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren.
Zijn 2e huwelijk met Adriana Dircsdochter. Uit dit huwelijk werd één zoon geboren. - Cornelis van der Duyn de Jonge
🕰 Historische context
Adam leefde in een tijd van grafelijke centralisatie, opkomende steden en kloosterlijke invloed. De Merwedestreek was een gebied van strategisch belang, waar ambachten, visserijrechten en kerkelijke giften samenkwamen.
Als leenman van Werkendam vertegenwoordigde Adam een klasse van regionale regenten, die het Hollandse landschap bestuurden en hun familie verankerden in bestuurlijke structuren.
________________________________________________________________________________________________
ZEVENDE GENERATIE
7. Cornelis van der Duyn
🏛 Heer van Werkendam, verbinder van Vuren en Gorinchem, stamvader van de Verduijns

Van der Duyn
Cornelis van der Duyn werd rond 1450 geboren als zoon van Adam van der Duyn, leenman van Werkendam, en kleinzoon van Jan van der Duyn, visserijhouder en landbezitter in Capelle aan den IJssel en Over-Sliedrecht. Na het overlijden van zijn vader werd Cornelis in 1484 beleend als Heer van Werkendam, een ambacht met strategisch belang aan de Merwede, inclusief:
Werkendam vormde daarmee het bestuurlijke en economische hart van zijn bezit, en Cornelis trad op als patriarch van een dynastie die zich zou uitbreiden richting Vuren, Gorinchem en Charlois.
💍 Huwelijken en nageslacht
Cornelis huwde 1e met Elizabeth van Asperen van Vuren, dochter van Otto Herbarensz van Asperen van Vuren en Arnolda de Cock van Opijnen — een verbintenis die hem verbond met twee invloedrijke geslachten uit het rivierengebied. Elizabeth bracht het huis te Vuren in de familie, en hun kinderen vormden de overgang van Van der Duyn naar Verduijn.
Kinderen uit dit huwelijk:
- Adam van der Duyn (overleden ca. 1542) Heer van Werkendam, gehuwd met Anna Jan Grutersdr
Adam erfde het huis te Vuren van zijn oom Johan, heer van Vuren.
In 1525 verkocht hij het huis aan Dirck van Haeften tot Gameren, waarmee de familie zich verplaatste richting Gameren en Werkendam - Anneke Verduyn Gehuwd met Jacob Adriaensz, mogelijk actief in Gorinchem of omgeving
- Dirck Verduyn Zijn naam leeft voort in de mannelijke lijn, mogelijk als pachter of bestuurder
- Cornelis Cornelisz Verduyn (Volgt 8)
Erfgenaam van zijn halfbroer Adriaen voor het gerecht te Gorinchem.
Gehuwd met Trijntje den Hertog → 1 zoon Deze lijn zou zich later verankeren in Charlois en omgeving
Cornelis huwde in tweede instantie Adriana Dircsdochter, van wie de afkomst minder bekend is, maar die mogelijk uit een lokale familie stamde. Uit dit huwelijk:
- Adriaen Verduyn Corneliszn Zijn naam markeert de overgang van Van der Duyn naar Verduyn, en zijn erfopvolging via Gorinchem bevestigt de juridische en bestuurlijke continuïteit van de familie.
🕰 Historische context
Cornelis leefde in een tijd van overgang: de Bourgondische centralisatie, de opkomst van steden als Gorinchem en Dordrecht, en de consolidatie van ambachten en heerlijkheden. Als Heer van Werkendam en patriarch van de lijn Verduyn vertegenwoordigde hij een klasse van regionale regenten — mannen die het land bestuurden, visserijrechten bezaten en hun familie verankerden in het Hollandse rivierenland.
Zijn huwelijken met Elizabeth van Asperen van Vuren en Adriana Dircsdochter vormden de brug tussen adellijke afkomst en lokale invloed.
Zijn kinderen en kleinkinderen zouden zich verspreiden over Werkendam, Vuren, Gorinchem en Charlois…
________________________________________________________________________________________________
ACHTSTE GENERATIE
8. Cornelis Cornelisz Verduyn
🏛 Afkomst en overgang van naam
Cornelis Cornelisz Verduyn werd rond 1470 geboren als zoon van Cornelis van der Duyn, heer van Werkendam, en Elisabeth van Asperen van Vuren, dochter van Otto Herbarensz van Asperen van Vuren en Arnolda de Cock van Opijnen. Zijn geboorte markeert een cruciale overgang in de dynastie: van de adellijke naam Van der Duyn naar de burgerlijke en bestuurlijke naam Verduyn, die in de 16e eeuw steeds vaker in akten en gerechtelijke stukken verschijnt.
Cornelis was erfgenaam van zijn halfbroer Adriaen voor het gerecht te Gorinchem, een stad die in deze periode uitgroeide tot een belangrijk juridisch en bestuurlijk centrum in het rivierengebied.
Zijn erfopvolging bevestigt zijn positie als patriarch van een nieuwe tak binnen de familie — een tak die zich zou verankeren in Charlois, Rotterdam en omliggende polders.
💍 Huwelijk en gezin
Cornelis huwde Trijntje den Hertog, van wie de naam duidt op een familie met bestuurlijke of landbezittende achtergrond. Samen kregen zij één zoon:
- Wouter Cornelisz Verduijn (ca. 1500 – 1542) (Volgt 9)
Wouter werd schepen van Charlois en gebruiker van gorsgronden in ’s-Gravenambacht. Hij kreeg vier kinderen, waarmee hij de naam Verduijn definitief verankerde in het dorpsbestuur en agrarisch leven van Charlois.
🕰 Historische context
Cornelis overleed vóór 30 mei 1542 en leefde in een tijd van overgang: de Bourgondische centralisatie was voorbij, en de Habsburgse heerschappij bracht nieuwe vormen van bestuur.
De steden groeiden in invloed, en families als de Verduijns verplaatsten zich van adellijke heerlijkheden naar lokale ambachten en dorpsbesturen…
________________________________________________________________________________________________
NEGENDE GENERATIE
Wouter Cornelisz Verduijn

Afbeelding gegenereerd door ChatGPT
Afkomst en dynastische wortels
Wouter Cornelisz Verduijn werd geboren rond 1500 als zoon van Cornelis Cornelisz Verduyn en Trijntje den Hertog, en kleinzoon van Elizabeth van Asperen van Vuren en Cornelis van der Duyn, heer van Werkendam. Zijn afkomst verbond hem met adellijke lijnen uit het rivierengebied — Vuren, Opijnen, Werkendam — maar zijn levenspad leidde hem naar Charlois, een dorp aan de zuidrand van Rotterdam dat in de 16e eeuw uitgroeide tot een centrum van agrarische welstand en lokaal bestuur.
De familie Verduijn was in Charlois een welgeboren geslacht — geen ridderschap, maar wel aanzienlijke boeren met bestuurlijke invloed. Ze bezaten land, pachten gorsgronden en namen deel aan het dorpsbestuur. Wouter groeide op in een wereld waarin afkomst, bezit en betrouwbaarheid de sleutel waren tot invloed.
Schepen van Charlois
Wouter werd benoemd tot schepen van Charlois, een functie die hem verantwoordelijk maakte voor rechtspraak, toezicht op lokale ordonnanties en het vertegenwoordigen van het dorp in regionale aangelegenheden. Als schepen was hij een brug tussen de boerenstand en het stedelijke gezag van Rotterdam.
In 1542 wordt hij genoemd in stukken als gebruiker van een deel “gorssinge” in ’s-Gravenambacht — een verwijzing naar buitendijkse gronden die werden gebruikt voor veeweide en hooiwinning. Dit toont aan dat Wouter niet alleen bestuurder was, maar ook actief in het beheer van land en agrarische productie.
Huwelijk en gezin
Rond 1525 huwde Wouter met een vrouw van wie de naam niet is overgeleverd. Samen kregen zij vier zonen, die elk hun eigen rol speelden in het voortzetten van de familie:
- Adriaen Woutersz. Mogelijk actief als pachter in Charlois of omgeving.
- Cornelis Wouters van Duin. Zijn naam suggereert een verbintenis met de Van der Duyn-lijn, mogelijk als eerbetoon aan zijn grootvader.
- Hendrick Woutersz Verduijn (Volg verder het Verhaal van Verduijn nr. 3).
Vader van vijf kinderen, waarmee hij de familielijn stevig verankerde in de volgende generatie. - Sebastiaen Woutersz. Minder bekend in de bronnen.
Historische context
Wouter leefde in een tijd van religieuze omwenteling en economische bloei. De Reformatie begon zich te roeren, en de Habsburgse centralisatie bracht nieuwe vormen van bestuur. Charlois lag op een kruispunt van belangen: tussen het stedelijke gezag van Rotterdam, het agrarische achterland en de opkomende burgerlijke elite.
Als schepen en landgebruiker vertegenwoordigde Wouter een nieuwe klasse: de welgestelde boer met bestuurlijke invloed. Zijn leven weerspiegelt de overgang van feodale adellijke lijnen naar lokale macht en agrarische stabiliteit.
Overlijden en nalatenschap
Wouter overleed na 1542, vermoedelijk in Charlois. Zijn naam leeft voort in archieven, landerijen en de dynastie van de Verduijns.
Zijn kinderen en kleinkinderen zetten de familielijn voort, en zijn rol als schepen markeert hem als een sleutelfiguur in de overgang van ridderschap naar burgerlijke invloed…
Zie verder:

Het Verhaal Verduijn vanaf nr. 3
Bronvermeldingen:
Jaarboek CBG jaargang 1994, deel 48: Het riddermatige geslacht Van der Duyn uit Zevenhuizen, door C.Hoek. Blz 47 t/m 87.
Heren van de Doortoghe – JohnOoms.nl
Heren Van der Duyn – JohnOoms.nl
Geslacht Verduijn – JohnOoms.nl
_____________________________________________________________________________________________________
Verhalen zijn gegenereerd door Gemini.Google (gecontroleerd op waarheidgehalte, bijgewerkt en herschreven).
De afbeeldingen die door ChatGPT gegenereerd zijn, zijn uitsluitend bedoeld als impressie.
Terug naar: