Zaltbommel

 

Zaltbommel (dialect: Bommel) is een vestingstad in de gelijknamige gemeente in de Bommelerwaard in de Nederlandse provincie Gelderland. Tot 1 januari 1999 vormde Zaltbommel een eigen gemeente, waarvan het de enige kern was. Op die datum werden Zaltbommel, Kerkwijk en Brakel samengevoegd tot de nieuwe gemeente Zaltbommel, met het gemeentehuis in Zaltbommel.

De stad telt 12.764 inwoners (per 1 januari 2020). Zaltbommel ligt net ten zuiden van de Waal.

Zaltbommel in 1649 door Joan Blaeu

Oorspronkelijk heette de stad Bommel, en tot heden wordt de stad door de bewoners zo genoemd. De oudste vorm van de naam is Bomela of Bomelo (in 850) en is een samenvoeging van Boom (in de tegenwoordige betekenis) en lo, waarbij lo verwijst naar een loofbos op een verhoging in een moerassig gebied. In dit gebied bestaat die verhoging uit de oeverwal langs de rivier de Waal. Namen met de uitgang ‘lo’ hangen vaak samen met ontginningen van oeverwallen, waardoor er open plekken ontstonden in het bos waar een nederzetting kon ontstaan. In een latere fase (eerste vermelding in 1297) krijgt de nederzetting het voorvoegsel ‘Salt’ of ‘Saut’ om het te kunnen onderscheiden van het andere Bommel (Maasbommel). Deze toevoeging slaat op de handel in zout die hier belangrijk was. Zout werd per schip vervoerd en waarschijnlijk in Zaltbommel verhandeld en was zeer belangrijk vooral voor het inzouten van vis.

Zaltbommel is meer dan duizend jaar oud. De eerste vermelding van de stad als Bomala stamt uit het jaar 850. In de 13e eeuw groeide Zaltbommel uit tot een belangrijke handelsstad en in de 15e eeuw tot een Hanzestad van betekenis. 13 december 1315 kreeg het van graaf Reinald I van Gelre dezelfde stadsrechten als Zutphen en werden de vestingwerken aangelegd, die er nu nog zijn. In de 13e eeuw hadden Zaltbommel en de landen van de Bommeler- en Tielerwaard reeds landrechten verkregen. Dit landrecht is het oudste overgeleverde landrecht en wordt aangeduid met eening. De originele oorkonde is niet bewaard gebleven. Een jaar nadat Zaltbommel stadsrechten verkreeg, werd op 19 oktober 1316 door Reinald I een nieuwe oorkonde uitgevaardigd. Daarin werd de oude regeling bevestigd. Er werd een onderscheid gemaakt tussen de bewoners van de stad Zaltbommel en de bewoners van het platteland. Stadsbewoners werden berecht door de schepenbank van Zaltbommel, plattelandsbewoners waren bij zware misdrijven zoals moord en brandstichting overgeleverd aan de genade van de graaf.

In 1325 en 1327 werd het landrecht van de Bommelerwaard door de graaf hernieuwd waardoor het onderscheid tussen de stad Zaltbommel en het platteland nog scherper werd.

In de stad staat het Maarten van RossumhuisHet zestiende-eeuws monumentale huis is omstreeks 1535 gebouwd in opdracht van de bekende Gelderse legeraanvoerder Maarten van Rossum. Het gebouw is uitbundig versierd met voor Nederland bijzonder renaissance-beeldhouwwerk. Door het uiterlijk met torentjes en kantelen wordt het ook wel een stadskasteel genoemd, wat terugkomt in Stadskasteel Zaltbommel, de naam die in 2008 gegeven werd aan het in het gebouw gevestigde museum (voorheen het Maarten van Rossummuseum).

Op 31 juli 1572 werd Zaltbommel ingenomen door watergeuzen onder leiding van Dirck van Haeften. Daarop belegerden de Spanjaarden de stad in de daarop volgende jaren onsuccesvol, waaronder de blokkade van 1574. Samen met Buren sloot het zich in juni 1575 aan bij de Unie van Dordrecht tussen Holland en Zeeland, waarmee beide steden zich in feite afscheidden van Gelre; dit werd pas in 1602 ongedaan gemaakt.

Op aandringen van Maurits van Nassau werd de stad verder versterkt. Voordat deze modernisering voltooid was, belegerden de Spanjaarden onder leiding van Francesco de Mendoza de stad weer, tijdens het beleg in 1599. Dit beleg kon wederom succesvol door de Staatse troepen worden afgeslagen.

In 1869 wordt Zaltbommel met het spoorwegnet verbonden. Tussen 1910 en 1923 rijdt de Gemeentetram Zaltbommel tussen het centrum en station Zaltbommel.

 

Op 20 juli 1816 werd Zaltbommel bevestigd met het stadswapen. De beschrijving daarvan luidt:

“Van lazuur beladen met een zilveren degen, de greep van goud, staande en pal, verzeld ter wederzijde van een roos van zilver, gehart van goud, het schild gedekt met een kroon van goud en 5 fleurons van hetzelfde en vastgehouden door twee leeuwen in hunne natuurlijke kleur.”

De beschrijving maakt geen melding van de arabesk waarop het wapen geplaatst is en het aantal bladen voor de rozen. Op de tekening zijn dat er vier.

Op 1 januari 1999 werden de voormalige gemeenten Brakel, Kerkwijk en Zaltbommel samengevoegd tot de nieuwe gemeente Zaltbommel. Er moest een nieuw wapen worden ontworpen. Het zwaard en de mispelbloemen werden overgenomen naar het nieuwe wapen, elementen van wapens van Brakel en Kerkwijk werden niet gebruikt, daarvoor zijn twee burchten op het schild geplaatst. Het schild is gedekt met een markiezenkroon. Op 18 april 2001 werd bij Koninklijk Besluit het wapen aan de gemeente Zaltbommel verleend.

Bronnen:

Voorouder:
Jan Jansz Keppel
Geboren rond 1595 te Zaltbommel. Zoon van Jan Hendriksz Keppel en Machteld.
Hij was gehuwd met Neelken Vught. Geboren rond 1598, overleden rond 1674.

Terug naar:

Dorpen en Steden

  facebook       

© 26 mei 2018, laatst bijgewerkt op 7 juni 2020