Wieldrecht is een voormalige heerlijkheid en buurtschap in de gemeente Dordrecht, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Het ligt in het westen van de gemeente aan de Dordtse Kil op het Eiland van Dordrecht.
In 1276 wordt Wieldrecht voor het eerst genoemd als gelegen in de Tiesselingswaard ten zuiden van Dordrecht. Het dorp had een kerk die onder het bisdom Luik viel en gelieerd was aan het decanaat van Hilvarenbeek. Het patronaatrecht viel toe aan de heer van Breda, onder anderen Jan III van Polanen en Engelbrecht I van Nassau-Dillenburg. Het kerkdorp maakte diverse stormvloeden mee waarvan de Sint-Elisabethsvloed van 1421 door nabestaande omschrijven wordt als; dat het zo hevig stormde dat de dijk bij Wieldrecht met een grote dreun doorbrak en alles en iedereen meesleurde, de Dortse Waard in. Nabestaanden gaven vermoedelijk de opdracht tot het maken van het schilderij (paneel) over de Sint Elisabethsvloed. Op het schilderij is te zien de dijkdoorbraak bij Wieldrecht.
Door de jaren heen zijn wel vermoedens uitgesproken waar dit 13e-eeuwse dorp zou hebben gelegen, maar tot op heden zijn er nog geen concrete sporen gevonden. De 19e- en 20e-eeuwse wijken Wieldrecht en Wielwijk zijn naar dit dorp vernoemd.
Wieldrecht was een van de achttien dorpen in de Groote of Hollandsche Waard op het moment dat die door de Sint-Elisabethsvloed (1421) verdronk. In de late zestiende eeuw begonnen de erfpachters van het ambacht Dubbeldam hun bezit weer in te polderen; Wieldrecht verscheen als een van die polders en hoorde bij Dubbeldam, tot het in 1659 een onafhankelijk ambacht werd. Het ambacht strekte zich overigens tot in de huidige Hoekse waard uit. Het dorpje groeide echter, anders dan Dubbeldam, niet noemenswaardig. Wieldrecht stond bekend om haar veer naar s’Gravendeel dat tussen 1700 en begin 1900 een dagelijkse dienst had.
In 1816 werd de gemeente Wieldrecht gevormd, die in 1857 (net als De Mijl) werd verdeeld onder ‘s-Gravendeel (westelijk deel) en Dubbeldam (dorp en oostelijk deel).
Bij de Duitse inval in 1940 werd het dorp door oorlogshandelingen vrijwel geheel verwoest.
Bij de Wederopbouw werd Wieldrecht een deel van de stadsbebouwing van Dordrecht, ten noorden grenzend aan industrieterreinen. Sinds een grenscorrectie van 1960 (tien jaar voor de totale annexatie van de gemeente Dubbeldam) hoort het bij Dordrecht. In 1977 verloor dit voormalige dorp zijn belangrijkste functie toen de Kiltunnel werd geopend en het veer over de Kil naar ‘s-Gravendeel werd opgeheven.
Het wapen van Wieldrecht werd op 24 december 1817 door de Hoge Raad van Adel aan de Zuid-Hollandse gemeente Wieldrecht in gebruik bevestigd. Deze gemeente was op 1 januari 1817 ontstaan na afsplitsing van Dubbeldam. Op 15 april 1857 werden de gemeenten weer samengevoegd, waardoor het wapen van Wieldrecht kwam te vervallen. Op 1 juli 1970 ging de gemeente Dubbeldam op in Dordrecht. Uit het wapen zijn geen elementen overgenomen in het gemeentewapen van Dordrecht.
De blazoenering van het wapen luidde als volgt:
“Van lazuur beladen met 3 sautoirs van zilver, geplaatst 2 en 1.”
De heraldische kleuren zijn azuur (blauw) en zilver (wit).
Bron: Wikipedia – Wieldrecht
Voorvader:
- Daniel VII Danielsz van der Merwede
Zoon van Daniel VI Danielsz van der Merwede en N.N.. Heer ter Merwede en Wieldrecht. Daniël is gesneuveld in de slag bij Stavoren op 27 september in 1345.
Hij was gehuwd met Johanna Both van der Eem.