1. Jan die Blonde
Geboren 1275, overleden 1309.
Hij was gehuwd met Elisabeth van Waalwijk. Geboren rond 1280, overleden in 1306.
Zoon:

  • Jan die Blonde

 

2. Jan die Blonde
Overleden na 1366. Knaap, Raadslid van Holland 1345-1348, 1355 Leenman van Putten 1331-1359 en van Arkel 1357-1366. Zoon van Jan die Blonde en Elisabeth van Waalwijk.
Hij was gehuwd met een onbekende vrouw.
Kinderen:

  • Jan die Blonde, zegelde als schepen van Gorinchem in 1392
  • Christina Jansdr die Blonde

 

3. Christina Jansdr die Blonde
Overleden circa 1414. Dochter van Jan die Blonde.
Zij was gehuwd met  Loukin Florisz van Dalem. Geboren circa 1326. Zoon van Floris Laurensz van Dalem (Zie Heren van Heukelum nr. 4) en N.N. Hendriks Ydosdr Wittens (Zie Genealogie Wittens nr. 4).
Dochter:

 

Terug naar:

Welgeborenen

  facebook       

© 3 november 2019

 

 

Een naam zoeken?
Klik dan op Ctrl F en rechts bovenaan verschijnt een zoekschermpje.

De groep Welgeborenen is een pre-feodale sociale laag van welgestelde boeren of afgezakte adel die het zich konden permitteren een paard en wapenuitrusting te kopen. Zij werden door hun omgeving tot de ridderschap gerekend en droegen militaire steun bij aan de hogere heren.

De welgeborenen zijn vooral geconcentreerd rond die plaatsen die reeds voor het jaar 1000 bestonden en stammen uit de Frankische tijd. Het grootste deel van het tegenwoordige Duitsland, Nederland en België wordt tot dit gebied gerekend. Welgeborenen waren de bewapende welgestelde inwoners van de Frankische koninklijke domeinen voordat de autonome territoriale graafschappen ontstonden, zoals bijvoorbeeld Holland en Gelre. Ze waren er al vele eeuwen voor het ontstaan van de ridderstand. Waarschijnlijk waren het vazallen op de domeinen.
Veelal bezaten deze geslachten een kleine leen, ontvangen van een heer, waarna ze zitting kregen in de vierschaar. Men betaalde eenmalig een heergewade en kon hier een leven lang zonder huur te betalen gebruik van maken. Daarnaast was men schotvrij. Later kon men soms alleen aan hun functies zien dat men met dergelijke geslachten te maken had. Wie van de welgeborenen vanaf het ontstaan van de feodale verhoudingen (8e eeuw) tot de ridderschap wilde worden gerekend en die goed had geboerd, kocht een paard en wapenuitrusting en werd als ridder gezien. Degene die door de omgeving tot de ridderschap werd gerekend was overigens niet automatisch van adel. De term welgeborenen heeft naast wehrbauer (in Duitsland Hausmann) betrekking op ridderboortigen (familie van ridders maar) exclusief ridders of knapen. Ze zijn in enge zin edel, maar leiden geen adellijk leven. Vanaf de zeventiende eeuw gaan de welgeborenen in de Republiek op in de zich dan vormende gegoede burgerij. Formeel is de stand van welgeborenen nimmer opgeheven, in Nedersaksen en Oost-Friesland is zij nog steeds herkenbaar.
Bepalend of iemand tot de groep der welgeborenen behoort zijn bepaalde functies binnen dorpsbesturen.
De functies:

  • schout
  • schepen
  • schotvanger
  • aalmoesmeester
  • morgengeldgaarder
  • heemraadschapman
  • waterschapsman
  • weesmeester
  • armenvoogd
  • ijkmeester
  • gildemeester
  • kerkmeester. Deze waren vaak tot in de 19de eeuw als zodanig herkenbaar. Veelal was tot die periode één op de drie personen binnen het kerkbestuur welgeboren.
Welgeborenen:
Advokaat
Abraham Cornelisz Advokaat
Geboren 1610. Zoon van Cornelis Ariens Advokaat.
Schepen van Gelkenes.
Amerongen3Van Amerongen
Noyde Meeusz van Amerongen
Geboren circa 1380. Zoon van Meeus Noydensz van Amerongen.
Schepen van Dordrecht 1421-1432, Burgemeester van Dordrecht 1435.
Van Ammers
Gerard Plonisz van Ammers
Geboren voor 1423 te Ammerstol. Leenman van huizing, boomgaard en hofstede met toebehoren te Ammers en schout.
Arkel wapen

Van Arckel

Van Arckel
Jan Gijsbertsz van Arckel,
Geboren circa 1480, overleden voor 1558. Zoon van Ghijsbert van Arckel.
Woonde in Bergambacht, leenman van ‘s-Heeraartsberg, beleend 1509, vermeld in de 10e penning 1543,
1553 en 1556, heemraad 1517.

 

Beaumont
Met als oudst bekende voorvader Godefroy van Beaumont.
Geboren rond 1340.

 

 

 

Besemer I
Jan Ockersz Besemer
Geboren omstreeks 1365 te Dordrecht, overleden rond 1422 te Oud Alblas. Zoon van Ocker Johannsz Besemer.
Jan Ockersz. Besemer is leenman van de Hofstad Arkel te Giessen.

Besemer II
Tijs Jans Besemer
Geboren circa 1505. Zoon van Jan Jans Besemer.
Schout 1543-1567.  Wonende te Ouderkerk aan den IJssel.
Die Blonde
Jan die Blonde
Geboren rond 1300 te Sandelinge Ambacht, overleden na 1366. Knaap, Raadslid van Holland 1345-1348, 1355 Leenman van Putten 1331-1359 en van Arkel 1357-1366. Schepen van Gorinchem.
Boot
Ghisebrecht Bothen
Overleden in 1123 te Utrecht. Heer van Laar.
Getrouwd met Gerprich (Gerping), dochter van Gerard Gijsbrechtsz.
Borre van Laersum
Claes Borre van Laersum
Schepen van Rotterdam tussen 1504 en 1522, brouwer te Rotterdam, overleden vóór 28 maart 1522.
Zoon van Aernt Borre van Laersum en NN Dircksdr Nachtegael.
Bosch
Laurens Wouters Bosch
Geboren circa 1540, overleden na 2 august 1603. Zoon van Wouter Bosch.
Schout van Tienhoven en Breukelerveen. Woont 1588 te Tienhoven.
Both
Adriaen Cornelisz Both
Geboren te Noordeloos rond 1531, overleden na 5 augustus 1610. Schepen van Noordeloos (1588, 1610).
Zoon van Cornelis Both. 
Braat8Braat

Gabriël Claesz. Braet
Geboren 1655,  gedoopt te Hekelingen op 27-6-1655. Hij is schepen van Oud-Beijerland en overleden op 27-3-1719.
Zoon van Claes Gabriëls Braet en Catalijntje Jacques Verhulp.

 

 

van-den-broec

Van den Broec

      Van den Broeck
Engelbrecht van den Broec
Ridder, parochiaan van Overschie, 1266. Zoon van Alinus van Rodenrijs.

 

Van der Codde
Sijmon Gijsberts van der Codde
Geboren rond 1530 in Rijnsburg, overleden op 4 februari 1600 in Rijnsburg. Zoon van Gijsbert Cornelisz van der Codde.
Schepen van Rijnsburg, landbouwer en kerkmeester.

Colverschoten
Willem van Colverschoten
Geboren in 1378 te Utrecht, overleden in 1435. Lid van de hoogste rechtbank en raad van de bisschop van Utrecht.
Beleend met de tienden van Wijgelaar. 

 

Couwenhoven
Yewijn Heijen
Overleden tussen 1324 en 1331. Stamvader van het geslacht Couwenhoven; leenman van de hofstad van der Wateringe (1320). Gehuwd voor 1324 met Lizebette Jacob Willemsdr. Overleden na 1 april 1331, dochter van Jacob Willemszn.

 

Cranendonck
Roelof Jansz Cranendonck
Geboren in 1410 in Ridderkerk,  overleden in 1484 aldaar. Landpoorter van Dordrecht. Heemraad en schout van Ridderkerk (1454-1460).

 

Cruijer
Gerrit Willemsz Cruijer
Geboren rond 1550 in Spangen, overleden op 15 november 1630 in Overschie. Zoon van Willem Adriaensz Cruijer.
Van beroep bouwman. Kerkmeester te Overschie. Landeigenaar in de Spaanse Polder. Schepen te Hoogenban.

De Cuijper
Cornelis Pietersz de Cuijper
Geboren omstreeks 1590, overleden 1635. Zoon van Pieter de Cuijper.
Rentmeester van de Baronie van Liesveld.

Van Dijck
Jacob Dircxz van Dijck
Geboren rond 1450. Zoon van Dirck van Dijk.
Welgeboren man, wonende in 1470/1471 in Ruiven, in 1473 op de Schie, leenman van Lek en Polanen.

Van Dorp
Bartholomeus Hendriksz van Dorp
Geboren rond 1440, overleden op 16 mei 1520 te Den Haag. Zoon van Hendrik Bertelmeesz van Dorp.
Kerkmeester te Naaldwijk 1475, rentmeester van de Abdij van Egmond, schepen van ´s Gravenhage 1510, 1515, 1517, leenman van Hontshol.

van DrielVan Driel
Beijen Doens van Driel
Geboren 1410 te Poortugaal, overleden 18 januari 1484 Poortugaal. Zoon van  Doedijn Beijensz van Driel en Margriet Heyndricksdr Droogendijk.
Hij was Leenman van Putten in de periode 1455 tot en met 1485. Schepen van Poortugaal tussen 1458 en 1462.

Van Driel
Cornelis Claesz van Driel
Geboren ca. 1500 te Zwijndrecht,  overleden 14 januari 1555 Te Dordrecht.  Zoon van Claes (Nicolaes) Cornelisz van Driel en Reimborch.
Schepen van Dordrecht & Dijkgraaf van Barendrecht. Korenhandelaar te Dordrecht.

Van Driel
Claes Hendrickx van Driel.
Geboren 1510, overleden 1565. Schepen van Strijen.
Zoon van Lijsbeth Pietersdr van Driel en Pieter Dirksz (van den Hordijk).

Van Eijndhoven
Johannes van Endhoven
Geboren omstreeks 1275. Ridder, Schepen van den Bosch (1319).
Hij was gehuwd met een onbekende vrouw.

Esseboom2Esseboom
Jacob Cornelisz. Esseboom
Geboren rond 1580 in Mookhoek. Hij is overleden op 6 april 1654 in Strijen. Zoon van Cornelis Gerritsz Esseboom en Janneke Jacobsdr.
Landbouwer in de Mookhoek in de polder Nieuw-Bonaventura onder Strijen, schepen van Strijen 1641-1643, dijkgraaf van de Oude- en Nieuwe Noordkavel van de Brouck o.a. 1652.

Gaesbeeck2

Van Gaesbeeck

Van Gaesbeeck
Burgher van Gaesbeeck

Geboren 1410. Bastaardzoon van Jacob van Gaasbeek, heer (baron) van Gaasbeek, Abcoude, Putten, Strijen en Coelhorst,stadhouder van Holland, erfmaarschalk van Henegouwen, raadsheer van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland, en een van de rijkste edelen van de vroege 15e eeuw in Holland en Brabant.

Van Gameren
Baernt Gerritsz van Gameren
Geboren circa 1500. Zoon van Gerrit van Gameren.
Secretaris (1543) en gezworen.
Klerk van Lekkerkerk (1561), hoogheemraad Krimpenerwaard in 1565.

 

De Gelder
Theunis Janszn Gelder

Geboren circa 1602. Beroep: Herbergier, Schepen, Diaken. Zoon van Jan Dircksz Gelder en Teuntje.
Hij was getrouwd  met Anneke Woutersdr.

Grauwert Oudenridder
Herman Oudenridder
Ook genoemd als Heer Herman Oude Ridder (Olderidder), schepen te Utrecht 1227, 1230

 

De Groote

De Groote

De Groote
Borchgaert Dirksz de Groote
Hij is geboren rond 1340,  overleden na 20 januari 1421. Zoon van Dirk de Groote.
Hij voerde als wapen: 3 palen van vair, vergezeld van een gaande leeuw in een Schildhoofd.
Hij koopt een huis in Dordrecht op 12 januari 1400.
Hij was raad van Dordrecht in 1406 en 1420, schepen van Dordrecht in 1396, 1409, 1414 en 1415.
Hij krijgt op 24 december 1410 de stadssleutel.

 

De Jode

De Jode
Willem Jodekin

Geboren rond 1260. Bastaardzoon van Rudolf I de Cock en Barbara de Jode.
Hij was gehuwd met een onbekende vrouw.

 

Haengrave
Dirck van Haengrave
Geboren rond 1230.
Hij was gehuwd met een onbekende vrouw.

 

Hanegraaf
Wouter Michiels Hanegraaff
Geboren rond 1480,  overleden vóór 1539 te Woudrichem. Hij woont te Woudrichem waar hij beleend wordt met een Hollandse leen van 8 morgen nabij het Crayveld in 1522. Zoon van Lutgard Reijniersdr Haengrave en Michiel Anthonis Wouters van Eijndhoven.

 

Van der Hee

Van der Hee

Van der Hee
Jacob van der Hee

Geboren rond 1280.
Eigenaar van land te Bodegraven op 20 april 1315 vermeld 1315. Jacob van der Hee en zijn zoon Ingebrecht dragen uit hun vrij eigen goed een woning en 16 gaarden land te Bodegraven bij de kerk op aan de graaf van Holland.

 

Van Herlaer
Floris van Herlaer
Geboren omstreeks 1470

 

 

Van den Heuvel
Jacob Adriaens van den Heuvel
Geboren omstreeks 1585 te Werkendam, overleden in 1647 aldaar.  Schepen van Werkendam (1623-’28 en ’35-’39), Ouderling (1630-’32, ’43).
Zoon van Hendereske Adriaansdr van den Heuvel en Adriaen. Hij was gehuwd met Toentje Corsten. Overleden op 19 april 1657 te Werkendam.

Hoflandt
Claes Hofland
Geboren circa 1430.  Bode van de dijkgraaf van Schieland
Afkomstig van een oud-adelijk geslacht uit Holland dat van oorsprong uit Kennemerland komt.

 

hooghwapen

De Hoghe

De Hoghe
Gerrit De Hoghe
Geboren rond 1375. Zoon van Goedeken de Bastaard van Arkel.
Woonde in Gorinchem, behoort tot de vrienden van Jan van Arkel in diens strijd tegen de Graaf van Holland in 1406.
Hoogdijkheemraad van de Alblasserwaard 1422, schepen en heemraad 1433 en 1435.
Het geslacht de Hoghe voert een van Arkel afgeleid wapen, namelijk met twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken met een bastaard schuinstreep.

 

Holl
Met als stamvader Floris Holle.
Geboren rond 1375. Hij behoorde tot de vrienden van Jan V van Arkel in diens strijd tegen de Graaf van Holland in 1406. Schepen van Gorinchem.

Honcoop
Frederik Cornelis Honcoop
Hij is geboren op 24 februari 1636 in Hoenkoop. Zoon van Cornelis Cors Honkoop en Annetgen Pietersdr.
Schepen van Goudriaan van 1676-1680.

Hoogwerf
Gerrit Wouters Hoogwerf
Geboren rond 1640 in Kijfhoek, overleden op 30 maart 1703 in Kijfhoek.
Boer te Kijfhoek. Schout en heemraad.

Hoorewech
Maerten Symons
Geboren rond 1546 in Hogenban, overleden in 1606 in Overschie.
Schepen van Overschie en Hogenban.

 

Van der Lee
Goesewijn Jansz Saij van der Lede
Geboren circa 1320, overleden circa 1421. In 1334 had hij samen met zijn oom Heynric een deel van het grafelijk domein aan de Schie in pacht, oftewel hij was “beleend” te Schiedam. Dat belenen gaf hem de naam “van der Lede” of “van der Lee”.

Meer

Van der Meer

Van der Meer
Vranck Lambrechts van der Meer.
Schepen van Delft in 1434, 1436 en 1437, geboren circa 1374 te Haarlem, overleden na 1438, begraven te Delft. Schepen van Delft in 1434, 1436 en 1437. Zoon Lambert Gerritsz van der Meer (alias van Tol) en Aleid Jansdr van Hodenpijl .

 

 

Van Mekeren
Udo van Mekeren
Geboren rond 1280. Rentmeester van Reynout, Hertog van Gelre. Als Knaap vermeld van eerder genoemde Reynout en als zodanig het laatst in 1355.

 

Muijlwijck

Van Muijlwijck

Van Muijlwijck
Rutgher Gerrits van Muijlwijck
Geboren rond 1363 in Dordrecht. Zoon van Gerrit Jans van Muijlwijck en  Ida Borchardsdr de Groote Heeren.
Leenman van Altena, Schout.

 

 

Schepenzegel van Dirc Hughesz Nachtegael

Nachtegael
Dirc Hugensz Nachtegael
Geboren omstreeks 1390 te Rotterdam, overleden op 9 september 1434. Schepen aldaar in 1419, 1420 en 1421, zegelde met het afgebeelde wapen. Burgemeester van Rotterdam tussen 1425 en 1430.
Zoon van Hughe Dirc Nachtegael en N. van Couwenhoven.

 

 

Van Naerssen
Hendrick Jansz Van Naerssen
Geboren rond 1340 te Dordrecht,  overleden op 7 juni 1401 aldaar. Burgemeester van Dordrecht 1377, schepen van Dordrecht 1381, 1390, gasthuismeester te Dordrecht 1389, thesaurier van Dordrecht 1391-1394. Zoon van Jan van Naerssen en Belij.

 

 

 

Van Neynsel
Met als stamvader van dit geslacht Arnt Rover van Anscot van Neynsel
Geboren circa 1197. Zoon van Roelof Rover, Heer van Rode

 

 

Oem wapen

Oem

Oem I
Claes Oem, regeerder der stad Dordrecht omstreeks 1230.
Hij was gehuwd met Catharina Duijck, dochter van Gijs Duijck en N.N. van der Marck.

Oem II
Jan Gilles Oem
Geboren ca. 1265.  Poorter van Dordrecht. In 1321 Bailliu van Zuid-Holland. Van 1320-1333 Raad en Rentmeester Generaal van Zuid-Holland. Hij koopt in 1321 Oost-Barendrecht. (De gemeente Barendrecht voert nu nog het wapen van het geslacht Oem).

Oem III
Adriaen Willemsz (Oem)
Geboren in 1559 te Molenaarsgraaf, overleden na 1628 aldaar. Zoon van Willem Claesz Oem. Hij is zich Adriaen Swartbol gaan noemen, naar de achternaam van zijn vrouw. Heemraad in Molenaarsgraaf.

Ooms wapen nieuwOoms
Adriaen Adriaenszoon Oom.
Hij is geboren omstreeks 1550 en leeft nog in 1622. Zoon van Adriaen Adriaenszoon Oom.
Hij huwt Nelletgen Adriaensdochter, dochter van Adriaen Pieterszoon, schout van Groot-Ammers. Hij wordt in 1590 vermeld als pachter van de wijnen- en bierexcijs van de Baronie van Liesveld en wordt daarin Oomge genoemd. In akten te Ammers-Graveland wordt hij ook wel Oomkens en Noomkens genoemd. Vanaf 1596 is hij schout van Groot-Ammers en substituutschout van Ammers-Graveland. In 1601 wordt hij genoemd als Heiligegeestmeester. Hij is in 1611 schepen in Gelkenes en gaarmeester van de Baronie van Liesveld in 1615.
Ook zijn zoon Adam Adriaenszoon Oom en kleinzoon Jan Adamszoon Oom waren schout.
Van Oorschot
Bastiaan Wouterse van Oorschot
Hij is gedoopt op 10 december 1673 in Werkendam in de Nederlands Gereformeerde Kerk. Overleden in november 1760. Zoon van Wouter Theunissen de Gelder en Judith Bastiaense. Bastiaan was Diaken van 1709-1710, Schepen van Werkendam 1710-1718 en van 1722-1724.
Als enige kind van Wouter Theunissen nam hij de naam van Oorschot aan.
Hij was getrouwd  met Anna Bastiaans Hanegraaf. 
 
van oostrum wapen

Van Oostrum


Van Oostrum
Pieter Arijenz van Oostrum
Geboren in 1677 in Jaarsveld, overleden op 30 september 1747 in Jaarsveld. Zoon van Arien Eerstz van Oostrum en Grietje Marrigjen Claesdr Blom. Hij was schepen van Jaarsveld

 

 

Outshoorn
Lambrecht Aerntz Outshoorn

Geboren rond 1450. Zoon van Aernt Gerritsz Outshoorn.
Bouwman. Heilige Geest meester te Rijnsburg.

Post
Joris Jansz Post
Geboren circa 1516 in Kethel, overleden circa 1558. Schepen te Kethel.

Putkamer
Adriaan Stoffels Putkamer

Geboren circa 1585. Zoon van Stoffel Putkamer.
Rentmeester van St. Sebastiaensgasthuys of Heylich Cruisgasthuis.

de Raat

De Raat

De Raat
Pieter Jansz de Raet.

Geboren circa 1500, overleden vóór 1561. Schepen van Rhoon en bouwman. Zoon van Jan Jacobsz de Raet.

 

 

 

drie klimmende leeuwen

Van Rijswijck

Van Rijswijck
Hendrick Jan Amelgersz van Rijswijck
Geboren circa 1450, overleden voor 10 mei 1515. Zoon van Jan Amelger Hendrickszn van Rijswijck.
Schepen van Oudewater. Na overlijden van zijn vader beleend met Willeskop bij Montfoort 1487.

 

 

 

Roobol

Roobol

Roobol
Cornelis Jansz Roobol

Geboren circa 1495 in Rhoon. Hij is overleden op 26 juli 1538 in Rhoon. Schout van Rhoon. Zoon van Jan Roobol.

 

Sasbout
Dirck Dircksz Sasbout
Geboren in 1419 overleden op 31 augustus 1480 te Zoetermeer. Knape. Ambachtsbewaarder van Zegwaart (1464). Zoon van Dirck Sasbout.
Hij is getrouwd met Sophia Segwaert.

 

 

Schaert
 Pieter Dircx Schaert
Overleden in 1412. Houtkoper. Schepen van Dordrecht in 1397 en 1404.
Getrouwd met Maria Boot.

 

Schoneveld
Evert van Schoneveld
Geboren rond 1350, overleden op 20 mei 1407.
In 1398 is Evert van Schoenevelt richter (schout van Houten en ’t Goy). Hij zegelt met hetzelfde wapen als het, Bentheimse ministeerialengeslacht ”Van Schonevelde”, dat al veel eerder voor komt. In 1382 was ”Schoneveld” een bischoppelijke leen met een omvang van 24 morgen, dat in leen werd gehouden door deze Evert van Scoenevelt.
Tussen Houten en ’t Goy ligt aan de Leedijk de hofstede Schoneveld.

 

Schilder
Aart Gerritsz Schilder  

Geboren in 1608 te Poortugaal, gedoopt op 27 april 1608 te Poortugaal. Overleden op 2 augustus 1677 in Poortugaal. Zoon van Gerrit Aartsz Schilder en Maritje Hendrik.
Gerechtsbode (Armmeester).

Van der Sluijs
Jacob Meesz van der Sluys
Geboren circa 1510, schepen van Valkenburg (Holland), gebruikte 3 morgen land op ter Wadding in 1544. Ter Wadding was het gebied van de Hoge Rijndijk tussen de mond van de Vliet en de Haagsche Schouw in Voorschoten. In 1556 woonde hij te Valkenburg aan de Hoge Rijndijk bij de sluis in de Wassenaarse Wetering. Naar deze sluis zal de familie van der Sluys ongetwijfeld genoemd zijn.
Zijn nazaten gingen zich Valkenburg noemen.

 

Sneep
Jan Ariens Sneep 
Geboren rond 1550 in Barendrecht. Hij is overleden rond 1628 in ‘s-Gravendeel. Schepen van ‘s-Gravendeel en landbouwer. Heemraad van West-Barendrecht en Carnisse in, kerkmeester van ‘s-Gravendeel

 


Spruijt
Michiel Adriaansz Spruijt
Geboren circa 1440, overleden te  Strijen na 1513. Zoon van Adriaen Jans Spruijtsz.
Hij was pachter van visgronden, koper van korentienden. Schepen 1485-1485 in Strijen en lid van de Hoge Vierschaar van het Baljuwschap Strijen.

 

Spulle
Gielis Willems Snellaerts van Spulle
Geboren rond 1420 te Oirschot, overleden circa 1475. Schepen van Oirschot. Zoon van Willem Snellaerts van Spulle en Lisbeth Gielis van der Schueren.

Van der Staal
Met als oudst bekende voorvader Gijsbrecht Hendriksz “Van Hem”.
Geboren rond 1360, overleden 1421.

 

 

 

Stoep van Hillegersberg
Frank Stoep van Hillegersberg
Overleden na 1269
Frank houdt het huis Hillegersberg en Santwerf met het land, het ambacht en verdere goederen van de graaf.

Van Strijen
Claas Adriaansz van Strijen
Geboren in het jaar 1574 in Delft, overleden maart 1650 in Westmaas. Zoon van Adriaan Quirijnsz van Strijen en Marie Robrechts van der Mast.
Schout van Westmaas, Dijkgraaf van Westmaas en het Munnikenland.

Swartbol
Adriaen Willemsz 
Geboren in 1559 te Molenaarsgraaf, overleden na 1628 aldaar. Zoon van Willem Claesz Oem. Hij is zich Adriaen Swartbol gaan noemen, naar de achternaam van zijn vrouw. Heemraad in Molenaarsgraaf.

Taets
Herman Wouters
Geboren rond 1520. Schepen, Burgemeester van Oudewater

Teeuwen
Cornelis Thijsz Teeuwen
Geboren rond 1500 in Bovenkerk/Stolwijk, overleden voor 3 april 1581. Zoon van Thijs Teeuwen.
Ridder.

TerlouwTerlouw
Anthonis Woutersz. Terlouw
Geboren omstreeks 1615. Zoon van Wouter Terlouw.
Jongeman van Goudriaan, woonde te  Goudriaan, verkocht en kocht land in 1632, schepen/heemraad 1640, 1651, 1652-1668, waarsman 1671.

 

SouburghThoen van Souburgh
Dirck Govertsz Thoen
Geboren rond 1405. Dirck Govertsz is overleden na 1451. Zoon van Govert Thoen.
Schepen van Gouda.

 

 

verduijnVerduijn
Wouter Cornelisz Verduijn.

Geboren ca. 1490. Schepen van Charlois. Zoon van Cornelis Verduijn.

 

 

Verhuysen
Maerten Huybrechts Verhuysen
Geboren circa 1545. Zoon van Huybrecht Verhuysen.
Schepen van Gelkenes in 1614 en 1615, sinds 09-09-1602 leenman van de hofstede Culemborg te Gelkenes en gelegen in de Baronie van Liesveld.

wapen vermaatVermaat
Luijtgen Wouters van der Mathe (geboren ca.1435, overleden vóór 1493), zoon van Wouter Luytgens van der Mathe (Schade) en N.N.
Schout van Schonauwen (onder Houten) 1484. In 1465 Landgenoot in ’t Goy, in 1469 in Bunnik. In 1470 Ingeland onder Houten, Weteringe Vuylcop en Bunnik, met het land dat in bezit van zijn vader was.

 

 

 

VermeerVermeer
Cornelis Pouwelsz Vermeer

Geboren circa 1592 te Bleiswijk. Zoon van Pouwel Franszn Vermeer (van der Meer) en Maritgen Cornelisdr.
Welgeboren man van Delfland, wonende te Klapwijk, later te Catwijk onder Pijnacker, ambachtsbewaarder, gezworene en achtman van Pijnacker, bezit land in de Overbuurt van Bleiswijk.

 

Verrij
Jan Dircksz van Rij
Geboren rond 1560 te Piershil, overleden voor 1630. Zoon van Willempje Jans van Rije en Dirck Gosensz Wagenmaker.
Wagenmaker van beroep. Dijkgraaf van Piershil.

verschoor

Verschoor

Verschoor
Dirck van der Schoer.

Hij is geboren in 1350. Heemraad in het ‘Ambocht van der Eem’.

 

Verschoor
Hermen Melissen Verschoor 
Geboren omstreeks 1585 te Sleeuwijk, overleden voor 1655. Hoogheemraad van Sleeuwijk, ouderling, lid van afgevaardigden naar de Staten van Holland en West-Friesland in den Haag.

 

Verstoup
Lambrecht Jansz Verstoup
Geboren in 1496 te Poortugaal, overleden op 10 mei 1552 in Poortugaal. Schout te  ’s Gravenambacht (1543).

 

Van der Vliet

Van der Vliet

Van der Vliet
Kerstant Jacobs van der Vliet
Geboren in 1470 te Naaldwijk, overleden op 11 oktober 1524 te Naaldwijk. Zoon van Jacob Kerstantsz (Corssen) en Machteld Dircks van der Woerdt. Woonde op de hofstede ‘Hoge Werf’  rond 1495-1513. Hij was Kerkmeester te Naaldwijk  in 1497 en 1498 en Heilige Geestmeester te Naaldwijk  in 1497.

 

 

Vossius

Vossius

Vossius
Gerardus van Buchout.
Geboren rond 1370 in Diepenbeek (Vlaanderen), overleden rond 1430 in Diepenbeek.
Leenman van het goed van Buchout.
Zijn nazaten gingen zich Vossius noemen

 

WenssenWenssen
Jonge Heijn Heijnsz Wenssen.
Geboren 1420 – overleden in 1473. Zoon van Heijn Wensen.
Hij was gehuwd met een dochter van Roelof Jansz Cranendonck  en Ronilda Loijnck Claesdr Giessen.

 

de-witteDe Witte
Met als  stamvader Philippe Lablanche uit Normandië. Geboren in 1140.
De achterkleinzoon zoon van Philippe Lablanche, Jan Simon Cornelius de Witte, wordt gerekend als de stamvader van het Hollandse regentengeslacht de Witt.

 

Wittens
Hendrik Ydo Wittens
Geboren circa 1285. Zoon van Witten Hendrik Yens.
Ambachtsheer in de Zwijndrechtse Waard, vermeld samen met zijn broer Schiltman op 15 September 1311. Zij waren de naamgevers van Hendrik Ido Ambacht en Schiltmanskinderenambacht.

WoutVan ’t Wout
Pieter Jan Woutersz
Geboren rond 1550 in Stolwijk,  overleden in het jaar 1618 in Stolwijk. Hij was een zoon van Jan Woutersz  en Lijsgen.
Hij was rond 1575 tot 1618 bouwman. In 1589 was hij Heilige Geestmeester en van 1611 tot 1612 was hij ouderling.

 

 

Zaijen
Vrank Dirc Zaijensz
Geboren in 1320, overleden in 1384. Schout van Kethel.
Zoon van Dirc Zaijen en Haestgens.
Hij is getrouwd in 1370 met Lijsbeth Dirc van Matenesse .

 

Van Zeeland
Gerard van Zeeland
Geboren omstreeks 1230 in Sint-Truiden. Gerard is overleden omstreeks 1300.
Hij werd ook wel Zelandre genoemd. Rentmeester van de abdij van Sint Truiden. In de periode 1259-1263 verschijnt hij voor de rechtbank in zijn functie als vertrouweling voor de abdij van Sint Truiden, waarbij hij de rechten van de abdij beschermt in Babilonienbroek/Dussen.

 

Zie ook:

Heren en Vrouwen van…

 

Genealogische Bronnen

 

Er wordt met heel veel zorg, tijd en met veel passie besteed aan de genealogische pagina’s op deze website.
Mocht u vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u mij bereiken via het contactformulier.

 

 

   facebook      

© 2016-2023

Asperen

Asperen

1. Otto I,  heer van Asperen van Heukelom (geboren 1254 – overleden 1283).
Zoon van Herbaren II van der Lede, heer van Arkel (Zie Heren van Arkel nr. 15 b) en Alveradis van Heusden, dochter van Jan III van Heusden (Zie heren van Heusden nr. 14) en Aleida van Cuijck).
Hij was gehuwd met Mechteld Jansdr van Heusden. Geboren in 1245, overleden in 1283. Dochter van Jan VII van Heusden en Adelheid van Wittgenstein.
Kinderen:

2a. Bertha van Heukelom
Overleden  25 februari 1322. Dochter van Otto I van Arkel, heer van Heukelom (1254-1283), en van een vrouw uit het geslacht Van Heusden.
Zij was gehuwd met Gijsbrecht van IJsselstein . Uit dit huwelijk werden 5 zoons en 2 dochters geboren.
Bertha van Heukelom is bekend geworden als aanvoerder van de verdediging van kasteel IJsselstein in de strijd tussen de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht.
Haar geschiedenis werd opgetekend door Melis Stoke in diens Rijmkroniek.
Kinderen:

 

2b. Otto II van Heukelom
Heer van Asperen en Hagestein. Zoon van Otto I van Heukelom.
Overleden 26 september 1345 (gesneuveld bij Staveren).
Hij was gehuwd met Agatha Gijsbertsdr van der Leck. Geboren in 1285. Dochter van Gijsbert van der Lecke en Jutta van Cuijck.
Zonen:

  • Otto, heer van Asperen en Hagestein, trouwt Aleid van Avesnes
  • Gerrit, heer van Tull en ’t Waal
  • Jan II, heer van Heukelom (Volgt 3a)
  • Herbaren van Asperen, heer van Vuren (Volgt Heren van Asperen nr. 3b)

Bastaardkinderen:

  • Pieter van Grijpensteijn
  • Olivier
  • Hesse
Otto II van Arkel (± 1275-1344) » Genealogie Online

 

2c. Herbaren van Heukelom
Geboren 1280, overleden 1340.
Zoon van Otto I,  heer van Asperen van Heukelom.
Hij was gehuwd met Agnes van Mirlaer.
Zoon uit een buitenechtelijke relatie:

  • Laurens Herbarensz van Heukelom(Volgt 3)

 

Heukelom

3a. Jan II van Heukelom
Geboren rond 1325, overleden in 1373. Heer van Heukelom. Zoon van Otto II van Heukelom en Agatha Gijsbertsdr van der Leck.
Hij was 1e gehuwd met Clasina van Houweningen. Geboren rond 1340, overleden in 1420. Dochter van Dirk heer van Houweningen en Agnes Van Ysselstein.
Kinderen:

  • Dirk van Heukelom  ± 1350 – 1424
  • Heijlwich van Heukelom  ± 1360 – ….
  • Sophia van Heukelom  ± 1360 – …. (Volgt 4a)
  • Johanna van Heukelom  ± 1370 – ± 1400

Hij was 2e gehuwd met Elisabeth Van Horne. Geboren rond  1330, overleden circa 1357.
Kinderen:

  • Otto II Heer van Heukelom  ± 1354 – 1408
  • Elisabeth van Arkel van Heukelom  1355 – ….
Jan II Heer Van Arkel Van Heukelom (± 1325-1373) » Genealogie Online
– 
3b. Laurens Herbarensz van Heukelom  (geboren  vóór 1306 – overleden 1339)
Bastaardzoon van Herbaren van Heukelom.
Vermeld 1329 en 1339, gegoed te Roemde bij Acquoy, leenman van Voorne, liet het ambacht Kijfhoek bedijken.
Hij trouwde met N.N.
Zoon:
  • Floris Laurensz van Dalem (Volgt 4b)

 

4a. Sophia van Heukelom
Geboren rond 1360. Dochter van Jan II van Heukelom en Clasina van Houweningen.
Zij was gehuwd met Gerrit van der Woert. Geboren rond 1360.
Dochter:

  • Henrica van der Woert (Volgt 5a)
4b. Floris Laurensz van Dalem
Ridder, heer van Brouwershaven. Geboren  circa 1311, overleden circa 1355. Zoon van Laurens Herbarensz van Heukelom.
Gehuwd met N.N. Hendriks Ydosdr Wittens. Dochter van Hendrik Ido Wittenszn (Zie Genealogie Wittens nr. 3a), ambachtsheer in de Zwijndrechtse Waard.
Zoon:
  • Loukin Florisz van Dalem (Volgt 5b)
5a. Henrica van der Woert
Geboren rond 1380, overleden na 1430. Dochter van Gerrit van der Woert, heer van Liesvelt, en Sophia van Heukelom.
Zij huwde circa 1408 met Dirck van Egmont. Geboren rond 1360, overleden na 1430. Heer van de Doortoghe. Zoon van Gerrit van Egmond (Zie Heren van Egmont nr. 16b) en Johanna van Raephorst  (Zie Heren van Raephorst nr. 6a).
In 1408 werd hij beleend met de hofstede de Doortoghe te Monster.
Kinderen:

  • Johanna van Egmont  ± 1410 – ± 1450
  • Hendrica Fije van Egmont – vermeld 1430 in het testament van haar vader
  • (Mogelijk) Joost van Egmond      ± 1420 – ….  (Volgt Geslacht van Egmond nr. 1)
5b. Loukin Florisz van Dalem (geboren ca. 1326).
Zoon van Floris Laurensz van Dalem en N.N. Hendriks Ydosdr Wittens.
Gehuwd met Christina Jansdr die Blonde, dochter van Jan die Blonde (Zie Geslacht Die Blonde nr. 2).
Dochter:
  • Yda Loukin Florijsdr van Dalem (Volgt 6)
6. Yda Loukin Florijsdr van Dalem
Overleden na 1414. Dochter van Loukin Florisz van Dalem en Christina Jansdr die Blonde.
Zij was gehuwd met Lodewijck Aertz van Ghiessen (geboren 1369 – overleden na 1414).
Kinderen:

 

 

Terug naar:

Heren en Vrouwen van…

 
facebook   

© 8 mei 2015,     laatst bijgewerkt op 6 juli 2023

Elke dag het nieuws van vroeger

 Elke dag het Nieuws van Vroeger volgen?                      Klik op Facebook, op Instagram of op Threads.

 

2023 – Voetbalclub PEC Zwolle stelt promotie naar de Eredivisie veilig door een gelijkspel tegen Almere City FC en keert daarmee na 1 seizoen weer terug op het hoogste niveau.

2019 – Mathieu van der Poel wint de 54ste editie van Nederlands enige wielerklassieker, de Amstel Gold Race.

2019 – Bij een reeks bomaanslagen op onder meer drie katholieke kerken en drie luxe hotels in Sri Lanka vallen meer dan driehonderd doden waaronder drie Nederlanders en honderden gewonden.

2019 – De komiek Volodymyr Zelensky wordt gekozen als nieuwe president van Oekraïne.
Hij volgt Petro Porosjenko op.

2017 – De Nederlandse Sanne van Dijke grijpt de titel bij de EK judo in de klasse tot zeventig kilogram.

2017 –  Joris Bengevoord wordt geïnstalleerd als burgemeester van Winterswijk en is daarmee op 32-jarige leeftijd de jongste burgemeester van Nederland.

2017 – Meer dan 140 Afghaanse militairen worden gedood bij een aanval van de Taliban op een basis van het regeringsleger in de noordelijke provincie Balkh.

2016 – Prince (57) overleden.
Prince Rogers Nelson, beter bekend onder zijn artiestennaam Prince
Hij was een Amerikaans popartiest en muzikant. Prince was een artiest in de funktraditie en gitarist in de rocktraditie, een componist, pianist, toetsenist, bassist en danser. Daarnaast ook platenproducer, en tijdelijk ook filmregisseur en acteur. Zijn muziek is een mengeling van blanke en zwarte muzikale invloeden.

2012 – Tussen station Amsterdam Centraal en Sloterdijk botsen twee treinen frontaal op elkaar.
Er vallen zeker 136 gewonden en één dode.

2012 – In Nederland mislukken onderhandelingen over een nieuwe bezuinigingsronde, het zogenaamde Catshuisoverleg 2012.
Het CDA, VVD en de PVV worden het niet eens over miljardenbezuinigingen. Naar aanleiding van dit mislukken geeft Geert Wilders aan dat de PVV geen gedoogpartner meer zal zijn van het kabinet.

2006 – De omroep Talpa zendt de laatste aflevering van Barend en Van Dorp uit.

1986 – De Amerikaanse televisiejournalist Geraldo Rivera opent live op tv voor de ogen van een miljoenenpubliek de “geheime” kluis van Al Capone.

1983 – De Wageningse band Toontje Lager ontvangt een Gouden Harp.

1980 – Een zware noordwesterstorm richt voor miljoenen guldens schade aan op de Nederlandse kust.

1976 – Eerste televisie-uitzending van Veronica, onder andere met Starsky and Hutch.
In de serie reden Starsky en Hutch rond in een Ford Torino uit 1974. De hoofdfiguren waren twee politieagenten uit Zuid-Californië; de donkerharige David Starsky (Paul Michael Glaser) was een door het straatleven geharde detective met een enorm kinderlijke nieuwsgierigheid, en de blonde Kenneth ‘Hutch’ Hutchinson (David Soul) was meer een gereserveerde intellectueel.

1971 – Dictator van Haïti François Duvalier, ‘Papa Doc’, wordt na zijn overlijden op 21 april 1971 opgevolgd door zijn zoon Jean Claude Duvalier, ‘Baby Doc’.

1967 – Staatsgreep door militairen onder leiding van kolonel George Papadopoulos in Griekenland.
Koning Constantijn II gaat in Italië in ballingschap. Het begin van het kolonelsregime.

1961 – De Nederlander Dirk Stikker wordt de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO.

1961 – Mislukte Amerikaanse invasie in de Varkensbaai van Cuba, ter verdrijving van Fidel Castro.

1960 – Brasilia wordt officieel de hoofdstad van Brazilië.

1944 – Vrouwen in Frankrijk krijgen stemrecht.

1926 – Elizabeth II geboren.
Zij is sinds 1952 koningin van het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Zij is tevens staatshoofd van twaalf Commonwealth realms die sinds haar aantreden onafhankelijk werden; namelijk Jamaica, Barbados, de Bahama’s, Grenada, Papoea-Nieuw-Guinea, deSalomonseilanden, Tuvalu, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Antigua en Barbuda, Belize en Saint Kitts en Nevis. Ze is de vierde monarch van de Windsor-dynastie.

1918 – De Duitse jachtdriedekker van Manfred von Richthofen wordt neergeschoten, waarbij hij om het leven komt.
Hij was een Duits gevechtspiloot. In de Eerste Wereldoorlog heeft Von Richthofen tachtig vijandelijke vliegtuigen neergeschoten, waardoor hij de beroemdste gevechtspiloot van zijn tijd werd.
Zijn persoonlijke Albatros D.III was geheel rood geschilderd, wat hem de bijnaam ‘Rode Baron’ opleverde. Op 20 april 1918 maakte hij zijn tachtigste en laatste slachtoffer; een Sopwith Camel van de Royal Air Force. Een dag later vond Von Richthofen zelf de dood boven het slagveld toen hij de Canadees Wilfrid May laagvliegend achtervolgde.
Er zijn aanwijzingen dat hij door één kogel in het hart werd getroffen, waarschijnlijk afkomstig van een mitrailleur op de grond. Een aantal soldaten beweerden hem neergeschoten te hebben.

1836 – De Republiek Texas boekt een overwinning op Mexico in de Slag bij San Jacinto,  waar Antonio López de Santa Anna wordt gevangengenomen.
Hij was een Mexicaanse generaal en dictator.
Tijdens de Mexicaanse onafhankelijkheidsoorlog steunde hij eerst de Spanjaarden, maar liep daarna over naar Augustín de Iturbide, die voor de Mexicaanse onafhankelijkheid was. Maar in 1823 wierp hij zelf de regering van Iturbide omver. Hij werd populair toen hij in 1829 een Spaans leger versloeg, dat Mexico wilde heroveren. In 1833 werd hij voor de eerste keer president. Tijdens de Texaanse Revolutie versloeg Santa Anna de Texaanse troepen bij de legendarische slag om de Alamo. Daar liet hij alle Texanen, die het fort Alamo hadden verdedigd, doodschieten. Kort daarna werd hij in de slag bij San Jacinto verslagen en gevangengenomen. Hij keerde in 1837 terug naar Mexico.

1619 – Jan van Riebeeck geboren.
Hij was een Nederlands chirurgijn en koopman in dienst van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). In 1652 stichtte hij de eerste Europese handelspost in Zuid-Afrika in een toen nog onontgonnen gebied. De nederzetting met Fort de Goede Hoop bij Kaap de Goede Hoop zou uitgroeien tot de Kaapkolonie en uiteindelijk tot de huidige Republiek Zuid-Afrika. In vele steden en dorpen in Zuid-Afrika zijn nog altijd straten naar hem vernoemd.
Hij overleed op 18 januari 1677.

753 v.Chr. – De dag waarop Rome gesticht werd door Romulus en Remus.
Zij zouden de nakomelingen zijn van de Trojaan Aeneas. Aeneas ontsnapte met zijn vader Anchises en zijn zoon Ascanius uit het brandende Troje en belandde na veel omzwervingen aan de rivier de Tiber in Italië.  Romulus en Remus werden in een rieten mand in de Tiber geworpen, waarna ze werden gevonden en gezoogd door een wolvin, de Lupa Capitolina.
Volgens de legende vermoordde Romulus zijn tweelingbroer Remus na een ruzie over de vraag wie van beiden over de nieuw gestichte stad zou gaan heersen en er zijn naam aan mocht geven. Aldus werd Romulus de eerste koning van Rome. Hij zou de naamgever zijn van de stad Rome die werd gebouwd op de Mons Palatinus (hoewel het waarschijnlijker is dat het omgekeerd was).

 

Bronnen: o.a. Wikipedia
EXTRA:
Statistieken van deze dag en meer over deze wereld
Bevolkingsteller van Nederland
Geschiedenis & Genealogie / Achtergronden, bronnen, naslagwerken en overzichten

facebook

© 21 april 2024

Elke dag het nieuws van vroeger

Elke dag het Nieuws van Vroeger volgen?                          Klik hier bij Facebook. Klik hier bij Instagram.

 

2022 – Even tot hier, het programma van cabaretiers Niels van der Laan en Jeroen Woe, wint de Gouden Televizier-Ring 2022.

2021 – Bij de Europese Kampioenschappen baanwielrennen in het Zwitserse Grenchen pakt Jeffrey Hoogland het goud en zijn derde Europese titel op de tijdrit.
Het zilver is voor Sam Ligtlee.

2020 – Eddie van Halen (65) overleden.
Geboren te Amsterdam op 26 januari 1955, overleden te Santa Monica (Californië) op 6 oktober 2020).
Hij was een Nederlands-Amerikaans gitarist, bekend geworden als medeoprichter en gitarist van de hardrockband Van Halen. Hoewel hij wordt gezien als de man die de two-hand-tappingtechniek populariseerde, was hij niet de uitvinder van deze techniek. Hij was niet alleen een innovator op het gebied van rockmuziek, maar ook een vernieuwer op technisch vlak, waaronder gitaarontwerp, gitaarversterking en gitaareffecten…

2019 – Burgemeester Pauline Krikke van Den Haag treedt per direct af.
Dit na een vernietigende rapportage over de vreugdevuren in de nieuwjaarsnacht op het strand van Scheveningen begin dit jaar.

2018 – D66-voorman Alexander Pechtold kondigt aan te vertrekken als voorzitter van de fractie in de Tweede Kamer.
Dat heeft de politicus bekendgemaakt op het partijcongres in Den Bosch.

2018 – Montserrat Caballé (85) overleden.
Zij was een Spaanse sopraan en operazangeres. Haar samenwerking in de jaren tachtig met rockzanger Freddie Mercury – met wie zij de hit Barcelona scoorde – resulteerde in het opnemen van een album en het verwerven van veel nieuwe fans. Dit nummer is als melodie gebruikt voor de Olympische Spelen van 1992 in Barcelona.

2017 – In Rwanda wordt Diane Rwigara, een prominente critica van president Paul Kagame, voor de rechter gebracht op beschuldiging van het aanzetten tot een opstand tegen de staat.

2012 – Honderden stakende mijnwerkers komen in de Zuid-Afrikaanse stad Rustenburg bijeen om te protesteren tegen een massaontslag bij de mijngigant Anglo American Platinum (Amplats).
Het bedrijf ontsloeg 12.000 arbeiders die aan een wilde staking hadden meegedaan.

2011 – Meta de Vries (70) overleden.
Zij was een Nederlandse radio-dj en jazzzangeres. Ze begon als omroepster voor Hilversum 2. In oktober 1965 startte de popzender Hilversum 3. Daar werd zij de eerste vrouwelijke diskjockey bij de publieke omroep en presenteerde programma’s als Blues, Ballads & Beat, Muziek met Meta en Juist op zondag.

2010 – Antonie Kamerling (44) overleden.
Hij was een Nederlands acteur en zanger. In 1990 werd Kamerling uitgekozen om de rol van Peter Kelder te gaan spelen in de soapserie Goede tijden, slechte tijden. In 1993 speelde hij zijn eerste filmrol in de De kleine blonde dood van regisseur Jean van de Velde. Voor de rol van Valentijn Boecke werd hij genomineerd voor een Gouden Kalf als beste acteur. De al langer aan een bipolaire stoornis lijdende Kamerling maakte op 6 oktober 2010 een einde aan zijn leven.

2006 – Vanwege een gigantische chemische brand in de Amerikaanse staat North Carolina moeten meer dan 16.000 personen worden geëvacueerd.

2002 – Prins Claus (76) overleden, prins-gemaal van koningin Beatrix der Nederlanden.
Prins der Nederlanden en Jonkheer van Amsberg, geboren als Claus Georg Wilhelm Otto Friedrich Gerd von Amsberg. Hij was de vader van Willem-Alexander, de huidige koning der Nederlanden.

1995 – Eerste aflevering van Baantjer wordt op televisie (RTL 4) vertoond (De Cock en de motorclub-moord).

1990 – Lancering van Ulysses, het eerste ruimtetuig dat de polen van de zon onderzoekt.
Om uit het zwaartekrachtvlak van de ecliptica te geraken, gebruikt Ulysses het enorme zwaartekrachtveld van Jupiter.

1981 – De Egyptisch president Anwar Sadat wordt vermoord.

1981 – Vliegtuigongeval Moerdijk: een Fokker F28-4000 van de NLM stort neer in zwaar onweer bij Moerdijk.

1973 – Begin van de Jom Kipoeroorlog.

1966 – Lsd wordt illegaal verklaard in de VS.

1955 – De Franse autofabrikant Citroën introduceert de Citroën DS (Snoek).

1940 – De Duitse Jodenvervolging in Nederland begint met de ariërverklaringen van ambtenaren.

1928 – Chiang Kai-shek wordt president van Kwomintang-China.

1927 – De eerste sprekende film The Jazz Singer in première.

1889 – Opening van het cabaret de Moulin Rouge in Parijs.

1836 – Johannes Jelgerhuis (66) overleden.
Hij was een Nederlands kunstschilder, illustrator en acteur. Hij was een zoon van de schilder Rienk Jelgerhuis. Jelgerhuis maakte portretten, kerkinterieurs, landschappen, genrestukken en stadsgezichten met veel oog voor alledaagse details.

1799 – Slag bij Castricum,  tijdens de Tweede Coalitieoorlog tegen revolutionair Frankrijk.

1689 – Kardinaal Pietro Ottoboni wordt gekozen tot Paus Alexander VIII.

891 – Formosus wordt Paus.

877 – Karel de Kale (54) overleden.
Hij was keizer van het Roomse Rijk (875-877) als Karel II, met de grenzen van zijn land vastgesteld door het Verdrag van Verdun in 843. Hij was de jongste zoon van keizer Lodewijk de Vrome en zijn tweede vrouw Judith van Beieren. Karel de Kale was een kleinzoon van Karel de Grote.

105 v.Chr. – Slag bij Arausio: In Gallië vernietigen de Cimbren en de Teutonen het Romeinse leger aan de Rhône.

 

 

Bronnen: Wikipedia
Extra:
Statistieken van deze dag en meer over deze wereld
Bevolkingsteller van Nederland
Geschiedenis & Genealogie / Achtergronden, bronnen, naslagwerken en overzichten

facebook

© 6 oktober 2023

 

Doc Holliday (1851 – 1887)

John Henry (Doc) Holliday
Geboren te Griffin (Georgia) op 14 augustus 1851, overleden te Glenwood Springs (Colorado) op 8 november 1887.
Hij was een Amerikaanse tandarts, gokker en pistoolvechter in het Wilde Westen. Hij is het meest bekend door zijn samenwerking met Wyatt Earp en het vuurgevecht bij de O.K. Corral (26 oktober 1881). Dit laatste is vele malen verfilmd en ook verwerkt in een avontuur van de stripheld Lucky Luke.

Hij werd geboren als zoon van Henry Burroughs Holliday en Alice Jane Holliday (geboortenaam: McKey). Zijn familie werd gerespecteerd en zijn vader had in zowel de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog als in de Amerikaanse Burgeroorlog gevochten. Docs moeder stierf toen hij 15 was, op 16 september 1866, aan tuberculose.
Drie maanden later hertrouwde zijn vader met Rachel Martin. Kort na het huwelijk verhuisde de familie naar Valdosta, Georgia, waar Holliday naar het Valdosta Institute ging.
Daar kreeg hij een sterke, klassieke, secundaire opleiding in retorica, grammatica, wiskunde, geschiedenis en talen, voornamelijk Latijn, maar ook Frans en Oudgrieks.

In 1870 verliet de negentien jaar oude Holliday het ouderlijk huis om te gaan studeren aan de tandartsenschool in Philadelphia. Op 1 maart 1872, kreeg hij het diploma van tandarts van het Pennsylvania College of Dental Surgery (nu the University of Pennsylvania School of Dental Medicine). Later dat jaar opende hij met Arthur C. Ford een tandartsenpraktijk in Atlanta.

Bij zijn geboorte leed Holliday aan schisis. Toen hij twee maanden oud was werd hij hieraan geopereerd door zijn oom J.S. Holliday, M.D. en een neef van de familie, de bekende arts Crawford Long. Als jonge volwassene was Holliday 1m78 groot en woog hij 70 kilogram.

Kort na het afstuderen als tandarts in Pennsylvania en de opening van een praktijk in Atlanta werd ook bij Holliday tuberculose geconstateerd (het is mogelijk dat Holliday deze ziekte van zijn moeder overgekregen heeft, dit werd pas jaren later duidelijk, want in de tijd van Holliday wist men niet dat de ziekte besmettelijk was). Er werden hem maar enkele maanden meer gegeven, maar door zijn verhuizing naar het westen (met een warmer en droger klimaat) heeft hij de ziekte waarschijnlijk kunnen afremmen.

In 1887, Holliday was toen vroegtijdig grijs en leed veel pijn, ging hij naar een hotel (the Hotel Glenwood) bij de warmtebron van Glenwood Springs (Colorado), hopend om beter te worden van het befaamde, genezende, krachtige water. Maar waarschijnlijk heeft de zwaveldamp van de bron hem meer kwaad dan goed gedaan. Na twee maanden bedlegerig te zijn geweest, stierf Doc Holliday op 36-jarige leeftijd in zijn hotelkamer.

In een artikel in 1896 zei Wyatt Earp over Holliday: “Doc was een tandarts die door de noodzaak een gokker geworden was; een heer die door een ziekte een landloper geworden was; een filosoof die door het leven een bijtende humorist geworden was; een lange, schrale, asblonde kerel, bijna dood door tuberculose en tegelijkertijd ook de meest getalenteerde gokker en de zenuwachtigste, snelste, dodelijkste man met een pistool die ik ooit gekend heb.”

In een krantenartikel was Holliday ooit gevraagd of de moorden ooit zijn geweten hadden bezwaard, hij antwoordde (over zijn geweten): “Ik hoestte dat jaren geleden uit samen met mijn longen.”

Big Nose Kate, zijn wettelijk vrouw, daarentegen zei dat ze zich de woorden nog herinnerde die hij sprak nadat hij terugkwam van de O.K. Corral: “Hij kwam terug naar zijn kamer, zat op het bed en zei: “Dat was afschuwelijk – afschuwelijk“”

Virgil Earp zei dit op 30 mei 1882 (twee maanden nadat hij Tombstone had verlaten na de dood van Morgan Earp) in The Arizone Daily Star over Holliday: “Er was iets vreemd aan Doc. Hij was een heer, een goede tandarts, een vriendelijk man en toch, buiten ons (de drie broers Earp), denk ik niet dat hij een vriend had in het gebied. Er werden verhalen verteld dat hij mannen had vermoord in verschillende delen van het land; dat hij had geroofd en allerlei misdaden had gepleegd, en toch, als deze personen gevraagd werd hoe ze dit wisten, konden ze enkel zeggen dat ze dit hadden van horen zeggen en dat niks van dit alles kon toegewezen worden aan Doc. Hij was een tengere, ziekelijke kerel, maar wanneer er geplunderd werd of een strijd werd gestreden en hulp nodig was, was Doc een van de eersten om zijn paard te zadelen en zich te melden voor dienst.”

 

Uit: Wikipedia – Doc Holliday

 

Terug naar:

Het Wilde Westen

facebook

© 12 juli 2020,    laatst bijgewerkt op  4 februari 2023

 Begrippen, termen, titels en wetenswaardigheden over geschiedenis en genealogie

Naar een onderwerp zoeken? Klik op Ctrl F en rechts bovenaan verschijnt een zoekscherm.

 

  • Aardrijkskunde
    Zie geografie.
  • Aartsbisdom
    Is een bisdom dat wordt bestuurd door een aartsbisschop. Een bisdom kan een aartsbisdom zijn door zijn grootte of (historisch) belang of een combinatie daarvan. Een aartsbisdom is meestal tevens het hoofdbisdom in een kerkprovincie.
  • Aartsbisschop
    Is een hoge functie in de Rooms-Katholieke Kerk, de Oud-Katholieke Kerk en de Anglicaanse Kerk. In de hiërarchie van kerken met apostolische successie is het een bisschop die aan het hoofd staat van een aartsbisdom.
  • Abdij
    Een abdij is een mannen- of vrouwenklooster van een contemplatieve (beschouwende) kloosterorde, aan het hoofd staat een abt of abdis. Hiermee verschilt ze van een gewoon klooster, dat een overste kent.
  • Achternaam
    Of Familienaam van een persoon, is het gedeelte van de naam van deze persoon, dat hij of zij ontvangen heeft van de voorgaande generatie. In de Nederlandse wetgeving wordt voornamelijk de term geslachtsnaam gehanteerd. In de westerse cultuur en veel andere culturen gaat voornamelijk de vadersnaam over op het kind. In dit systeem wordt alleen de familienaam van de vader aan de kinderen doorgegeven. Met een achternaam wordt een familiale verwantschap van personen aangeduid. De in wetten vastgelegde regels voor naamgeving verschillen van land tot land. Op 18 augustus 1811 werd iedereen in de Nederlanden door de regering van Napoleon Bonaparte opgeroepen om zich met een achternaam te laten registreren bij het gemeentehuis. Dit was nieuw in Nederland. Want hoewel de meeste mensen in Nederland al wel een achternaam hadden, zorgde de Franse Keizer ervoor dat het in Nederland voor iedereen verplicht werd om een vaste achternaam te hebben.
    De meest voorkomende achternaam in Nederland is “De Jong”. Daarna volgt “De Vries” en pas op de derde plaats met bijna evenveel naamdragers staat “Jansen”. Als je de namen “Jansen” en “Janssen” als één naam rekent, staat deze wel op de eerste plek.

  • Adel
    Een sociaal of juridisch afgebakende groep mensen (edelen) die van oorsprong een bevoorrechte positie innam. Adeldom en adellijke titels kunnen persoonlijk of erfelijk zijn en kunnen onder meer ontleend zijn aan bepaalde hoge ambten, grootgrondbezit of verlening door een soeverein vorst.
    De adel kan op vele manieren worden ingedeeld. Zo is er bijvoorbeeld oeradel, oude adel en nieuwe adel, briefadel, ambtsadel en landadelEmpireadel, hoge adel en lage adel.
    Leden van de Nederlandse adel voeren een adellijke titel of adellijk predicaat.
    In Nederland bestaat naast de ongetitelde adel, die het predicaat jonkheer mag voeren, de getitelde adel. Deze kunnen, van laag naar hoog, de volgende titels voeren: ridder, baron, burggraaf, graaf, markies, hertog, prins. Er vindt geen verheffing in de adelstand meer plaats, met uitzondering van (voormalige) leden van het Koninklijk huis. In de middeleeuwen behoorde de adel tot de tweede stand.  Ook zij hadden veel voorrechten. De adel hoefde ook geen belastingen te betalen en hoefde geen arbeid te verrichten. Zij hadden ook het vruchtgebruik wanneer ze leenden bij een leenman. De adel stond in hoog aanzien en had veel luxe. De rechtspraak, bestuur en oorlogsvoering lag in handen van de adel. Zij konden geen handel drijven of gewoon werk aannemen. De taak van de adel was de bescherming van clerus en derde stand.
  • Een adelproef is het bewijs dat men tot de adel behoort.  De zuiverheid van deze adel moet naar genoegen van een ridderorde of een stift worden bewezen. Daarbij vraagt men om de kwartierstaat.
  • Adresnaam
    Naam die een specifieke plaats aangeeft, zoals: Van den Bergvan den Blaeck, van den AkkerBarreveldBuijtenwechHoeksewegCleijweghVan DamVan DijckDonkerslootDuindamOpschoor
  • Aflaat
    Is de kwijtschelding voor God van tijdelijke straffen voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden. Volgens de Katholieke leer moet elke zondaar namelijk een straf ondergaan voor zijn zonden, om de ziel te zuiveren en de morele orde en de eer van God te herstellen. Door het geloof in de verbondenheid van de gelovigen in Jezus, wordt het door de kerk ook mogelijk geacht dat een ander deze straf voldoet. De aflaat houdt in dat de kerk de goede daden van Jezus en de heiligen deze straf laat opheffen.
  • Allodium
    Was tijdens het ancien régime een onroerend goed dat geen leengoed was en waarover bij erven geen belasting hoefde te worden betaald. Een andere benaming is zonneleen of eigengoed.
    Het duidt op een uitzonderlijke vorm van grondbezit, waarover het bezitsrecht absoluut is. In de meest beknopte definitie zei men in oude wetteksten dat boven een allodium alleen nog God en de zon stonden, vandaar de naam zonneleen. Iedere vorm van vruchtgebruik of rechtspleging binnen het betrokken grondstuk behoorde toe aan de bezitter. Vele allodia, allodiale goederen, vinden hun oorsprong in een rijks- of koningsgoed, dat door de vorst wegens bewezen diensten aan een trouwe vazal werd geschonken en waarbij het statuut van allodium ten eeuwigen dag werd gewaarborgd. Ook het stichtingsgoed van de meeste middeleeuwse abdijen en kerken was doorgaans allodiaal, om de immuniteit van de stichting te waarborgen. Een allodium mag niet verward worden met een leengoed.
  • Ambacht
    Zie Gilde.
  • Ambachtsheer
    Een ambachtsheer was een heer (en een ambachtsvrouwe was een vrouw met dezelfde rechten) die de middelbare en lage ambachtsheerlijkheid bezat. Hij/zij was een soort burgemeester bekleed met overheidsgezag, was bevoegd tot rechtspraak over de plaatselijke bevolking, en hij/zij had daarnaast andere rechten zoals het innen van belastingen en het benoemen van ambten.Het ambt verdween na de Franse tijd in Nederland en werd vervangen door dat van burgemeester.
  • Ambachtsheerlijkheid of kortweg ambacht was de kleinste bestuurseenheid op het platteland. Deze middelbare of lage heerlijkheden van een ambachtsheer of ambachtsvrouwe werden in leen uitgegeven door leenheren als graven, bisschoppen en hertogen. De ambachtsheerlijkheid onderscheidde zich van de vrije of hoge heerlijkheid doordat de heer geen jurisdictie in halszaken bezat.

  • Ambtsadel (Frans: noblesse de robe) is de aanduiding voor personen die hun adeldom ontlenen aan een hoog bestuurlijk ambt in het Frankrijk van het Ancien Régime. De naam noblesse de robe is ontleend aan de toga die zij droegen op grond van hun universitaire opleiding. Ook in de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden kwam ambtsadel voor, meestal afkomstig uit de Franche Comté.
  • Ancien régime

    Met de term ‘ancien régime’ wordt daarnaast ook de periode uit de Europese geschiedenis aangeduid die begint aan het einde van de middeleeuwen en eindigt met de Franse Revolutie. Als dusdanig is het een substituut voor ‘vroegmoderne tijd’, een periode in de Europese geschiedenis die loopt van ca. 1450 tot ca. 1800. In Nederland en België wordt met ancien régime doorgaans de institutionele organisatie bedoeld die onmiddellijk na de Franse invasie van 1794-1795 en de uitroeping van de Bataafse Republiek werd opgeheven.

  • Apanage
    Apanage (middeleeuws Lat. appanagium = een schenking ad panem = tot brood, wat wil zeggen tot levensonderhoud) was oorspronkelijk tijdens het leenstelsel in de middeleeuwen een systeem waarbij een deel van het kroondomein als leen aan niet-regerende leden van een vorstenhuis werd toegekend.
    Aangezien de oudste nakomeling volgens het eerstgeboorterecht het koninkrijk erft, krijgt een jongere een apanage, telkens met de clausule dat bij het ontbreken van wettige nakomelingen het domein weer aan de Kroon zou komen. Dat gebeurde in het bijzonder in Frankrijk vanaf de dertiende eeuw, zoals bijvoorbeeld bij de hertogen van Orléans en van Nemours het geval was.
  • Aristocraten
    Rijke en voorname personen met een zeer hoge maatschappelijke positie. Zij ontlenen die status in de eerste plaats aan hun familieachtergrond. Doorgaans geldt dit dat het erfelijk is.
  • Aristocratie is een regeringsvorm waarbij de heerschappij in handen is van de aanzienlijksten in de samenleving, de zogenaamde “aristocraten”.Doorgaans geldt binnen een aristocratie dat het lidmaatschap erfelijk is. De Griekse oorsprong van het woord suggereert de betekenis: geregeerd door de besten.
  • Baanderheer
    Bannerheer, banierheer of baenrots was een feodaal heer die een hogere rang in de ridderlijke hiërarchie bezat. Hij beschikte zelf over een aantal leenmannen die aan hèm trouw en (militaire) bijstand verschuldigd waren en had het recht in oorlogstijd een eigen wapen te voeren.
    De term is ontleend aan de banier of vlag die een dergelijke machtige edelman voerde. Van oorsprong was de baanderheer de drager van de banier van de vorst. Later werden de baanderheren op het slagveld aanvoerders van een zelfstandige afdeling, die hun eigen banier voerden.
    In de 16e eeuw werden de baanderheren als eerste edelen in de ridderschap opgeroepen. De oudere aanduiding van baanderheer gaat dan samenvallen met de titel van baron.
  • Baljuw
    Een persoon belast met bestuursfunctie, op zijn beurt afgeleid van bajulare = torsen, dragen, was de benaming voor de ambtenaar die tijdens het ancien régime de vorst vertegenwoordigde in landelijke gebieden en in sommige gevallen in steden. Zijn ontstaan zou teruggaan op de 12e-eeuwse Franse koning Filips II die hen voor het eerst aanstelde. De benaming werd hoofdzakelijk in Noord-Frankrijk, Vlaanderen, Henegouwen, Holland en Zeeland gebruikt.
  • Baron
    Een adellijke titel. Het vrouwelijke equivalent is barones. In rangorde van de Belgische en Nederlandse adel staat de baronnentitel boven erfridder en onder die van burggraaf.
  • Basiliek is een bouwvorm uit de klassieke oudheid en in de romaanse en gotische kerkarchitectuur. In de Rooms-Katholieke Kerk is basiliek een eretitel die los staat van de architectonische vorm. Deze eretitel is toegekend aan 28 kerken in België, 26 in Nederland en 1 in Suriname.

  • Bataafse Republiek
    Was een land op het huidige grondgebied van Nederland dat heeft bestaan van 1795 tot 1801. Op papier was het land onafhankelijk, maar in werkelijkheid stond het onder invloed van Frankrijk. Nederland kreeg in deze tijd voor het eerst een Grondwet, een vorm van democratie en werd een eenheidsstaat in plaats van 7 losse staatjes. De Bataafse Republiek moest wel veel belasting betalen aan Frankrijk, veel Franse soldaten kleren geven en het raakte bijna al haar koloniën kwijt aan Engeland.
  • Bedelorden
    Of mendicanten zijn religieuze ordes die afhankelijk zijn van het bedelen of van liefdadigheid voor hun levensonderhoud. In principe hebben ze geen eigendom, noch individueel, noch gezamenlijk, en leggen ze de gelofte van armoede af, met de bedoeling al hun tijd en energie te besteden aan hun religieuze werk.
  • Beroepsnaam
    Naam die een beroep, dagbesteding of een veel ruimere bezigheid beschrijft, zoals: Boer, BurgerBakkerCapiteijnCruijerDe CuijperDekkerLandmeter
  • Bisdom
    Of diocees is een kerkrechtelijk afgebakend gebied dat onder het bestuur van een lokale bisschop staat. Deze territoriale indeling wordt gebruikt in meerdere christelijke groeperingen, waaronder de Rooms-katholieke, Orthodoxe, Oudkatholieke, Anglicaanse en Lutherse Kerk.
  • Bisschop
    Is een geestelijke in de hiërarchie van de Rooms-Katholieke Kerk, de Oosters-Orthodoxe Kerk, de Anglicaanse Gemeenschap, de Vrij-Katholieke Kerk, de Oudkatholieke Kerk, Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen of de Lutherse Kerk, die veelal aan het hoofd staat van een bisdom. Een aantal bisdommen vormt samen een kerkprovincie, waarbij een metropoliet aan het hoofd staat.
  • Blazoen
    Zie wapen
  • Boer is iemand die leeft van landbouw of veeteelt. Een boer die een man is, woont vaak met zijn vrouw, de ‘boerin’, op een boerderij op of bij zijn land.
    Gedurende de middeleeuwen verloren veel boeren hun vrijheid door het feodale stelsel. Enkele boeren wisten zich te handhaven en behielden hun vrijheid en hun erf. Deze werden weerboeren (wehrbauer) genoemd. In de late middeleeuwen gingen deze vrije boeren over tot het pachten van grond van adellijke grondbezitters. De onvrije boeren volgden later. Hierdoor ontstond in Noord-Nederland en Noord-Duitsland een groot verschil in aanzien en invloed tussen herenboeren, keuterboeren en landarbeiders. In de negentiende eeuw leidde dit verschil tot sociale spanningen in met name Friesland, Drenthe en Groningen. In de middeleeuwen behoorden de geestelijken tot de eerste stand. In de middeleeuwen behoorden de boeren tot de derde stand.
  • Boerenstand bestaat uit een aantal sociale lagen in de agrarische wereld die voortkomen uit de economische waarde van het bedrijf.
  • Boerderij of hoeve of hofstede is de woning annex bedrijfsruimte van een agrarisch bedrijf. Vaak wordt met een boerderij ook het complete bedrijf van een boer bedoeld, inclusief woonhuis, erf, weiland, bouwland, stallen en schuren.
  • Borg
    Ook börg, is de Groningse variant van een burcht, oftewel een versterkt kasteel.. Een huis zonder adellijke rechten wordt soms ook een borg genoemd, als deze een fraaie uitstraling heeft. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn de veenborgen in de veenkoloniën, maar hiernaast zijn er vele gebouwen in de provincie Groningen die, soms ook als spotnaam, de toevoeging ‘borg’ dragen.
  • Brabantse Revolutie
    Of Brabantse Omwenteling was een opstand van de Zuidelijke Nederlanden in 1789 en 1790 tegen het Oostenrijkse gezag van keizer Jozef II. Hij begon in het gewest Brabant met de Slag bij Turnhout, maar breidde zich al heel snel uit over Vlaanderen, en nadien ook in mindere mate in Henegouwen, Namen en het oude Limburg. Deze opstand leidde tot het kortstondig bestaan van een republiek, de Verenigde Nederlandse Staten, onder leiding van Hendrik van der Noot.

  • Briefadel wordt Duitse adel bedoeld die van burgerlijke (of van buitenlandse) komaf is en door een soeverein met verlening van een adelsbrief en wapen in de adelstand worden verheven.
  • Buitenlui
    Term van een groep mensen die in de middeleeuwen niet hoorden bij boeren en burgers (stedelingen). Een gedachteloos uitgesproken Nederlandse riedel als boeren, burgers en buitenlui lijkt dergelijke verschillen te erkennen.
  • Burcht
    Zie kasteel.
  • Burger
    Inwoner van een stad of van een land.
  • Burgemeester
    Is een bestuursfunctionaris op gemeentelijk niveau. 
    Burgemeester komt reeds voor in de Nederlandse steden in de middeleeuwen. Zo komen de eerste burgemeesters van Groningen en van Dordrecht voor in de 13e eeuw en de eerste burgemeesters van Amsterdam in de 14e eeuw. Eeuwenlang was het mogelijk dat steden tot vier burgemeesters gelijktijdig hadden. Vanaf 1824 was in Nederland het “Reglement voor het Bestuur in de Steden”  van kracht, dat bepaalde dat er voortaan sprake zou zijn van niet meer dan één burgemeester. De Gemeentewet van 1851 heeft die beleidslijn voortgezet, welke opnieuw werd bevestigd door de herziene Gemeentewet van 1994.
  • Burgerij
    Is een laag van de maatschappij. Het is een sociale klasse van mensen in de middenklasse en bovenklasse die hun macht of status ontlenen aan hun vermogen.
  • Burggraaf
    Een adellijke titel (vroeger een functie), die gewoonlijk hoger is dan baron maar een graad lager dan graaf. Het vrouwelijke equivalent is burggravin. De drager van deze titel vervulde vanaf de vroege middeleeuwen een militaire bestuursfunctie voor een leenheer en was in rang grofweg vergelijkbaar met een hooggeplaatste bevelhebber van een garnizoen. Hij of zij zetelde op een burcht of ander soort vesting, waarvan de naam werd afgeleid.
  • Buurschap
    Of boerschap, maalschapledschapgilde, en in Latijnse bronnen burscapiummarcavillalegiocollegium en concivium is de benaming voor zowel de in de middeleeuwen ontstane bestuursvorm in nederzettingen op het platteland in het oosten van Nederland, als voor die nederzettingen zelf. Men zegt ook wel: een goede buurschap onderhouden, wanneer men het heeft over de betrekkingen tussen buren, ofwel als goede buren met elkaar omgaan, of “het gebuurlijk houden” In deze zin is buurschap een meer algemene term voor relaties tussen buren, en minder een bestuursvorm. Het begrip de middeleeuwse buurschap verschilt hemelsbreed van het huidige buurtschap. Het woord “buurschap” verwijst naar een samenwerking van buren.

  • Buurtschap
    Is in Nederland een kleine bewoonde plaats met een eigen naam maar vaak zonder officieel middelpunt zoals een kerk of marktplein. Net als gehuchten worden buurtschappen meestal op landkaarten aangegeven, maar zij zijn in tegenstelling tot gehuchten niet in de officiële staatkundige annalen of postcodeplaatsen als zelfstandige buurt of dorp opgenomen. Vaak is dat omdat straatnamen en nummers hiervoor omschrijvend genoeg zouden zijn. De term wordt in Vlaanderen vrijwel niet gebruikt en betekent er veeleer buurtcomité of -vereniging. Het begrip de middeleeuwse buurschap verschilt hemelsbreed van het huidige buurtschap.

  • Clerus
    Zie Geestelijkheid
  • Code Civil
    Werd door Napoleon 1810 in Nederland ingevoerd. Deze verzameling wetten was in Frankrijk al sinds 1804 van kracht. De Code Civil was een gevolg van het invoeren van de Burgerlijke Stand. Deze bestond in Frankrijk al vanaf 1796. In Nederland werd de Burgerlijke Stand in 1811 geïntroduceerd. Hierbij hoorde een bevolkingsregister waarin de nieuw geborenen, de sterfgevallen en de huwelijken moesten worden gemeld.
  • College van burgemeester en wethouders
    Dikwijls het college van B en W of nog korter B en W genoemd, vormt het dagelijks bestuur van een Nederlandse gemeente.
  • Cultuurgeschiedenis
    Is de geschiedenis van de levensstijl van een samenleving en houdt zich bezig met onderzoek naar het culturele leven in vroeger tijd. Als academische discipline bestrijkt cultuurgeschiedenis diverse maatschappelijke domeinen zoals kunst, vrijetijdsbesteding, religie en wetenschap, politiek, zorg, en het dagelijks leven.
  • Dienstadel
    Zie ministerialiteit
  • Ding
    In de geschiedenis van de rechtswetenschappen is een ding in de Germaanse tijd een volksvergadering die recht kon spreken (en dus als rechtbank fungeerde).
  • Dijkgraaf
    Is de benaming voor de voorzitter van een waterschap, in Vlaanderen polder genoemd. Een dijkgraaf is vergelijkbaar met de functie van burgemeester. Een dijkgraaf maakt geen deel uit van het algemeen bestuur en heeft daarin ook geen stemrecht. In het dagelijks bestuur van een waterschap heeft hij wel zitting en stemrecht.

  • Dorp: Zicht op Zevenhuizen 1943

    Dorp
    Is een kleine nederzetting: een plaats of kern waar meerdere mensen bij elkaar wonen. Dorpen worden aangetroffen in landelijk gebied en waren tot de industriële revolutie en de daarmee gepaard gaande verstedelijking de meest voorkomende woonplaatsen.

  • Dom
    Zie Kathedraal
  • Drost
    Een drost, landdrost of drossaard was een Nederlands bestuursambtenaar die een bepaald gebied bestuurde.
  • Dwangburcht

    Of dwangkasteel is een versterkt bouwwerk waarvanuit de bewoners van de plaats of de omliggende regio of streek onder bedwang worden of werden gehouden. Dwangburchten werden in Europa met name tijdens de Hoge en  gebouwd en gebruikt. Dwangburchten werden vooral neergezet om de opstandige bevolking onder bedwang te houden. Vanuit deze burchten of kastelen kon de overheerser diens autoriteit over het volk uitbreiden. In de Lage Landen zijn er veel dwangburchten geweest. Mede door de afwisselde gebieden van wildernis, moerassen, meren, landerijen en terpen was het soms moeilijk om na verovering van het gebied het gewone volk onder controle te houden en opstanden te onderdrukken. Dwangburchten waren hierbij vaak een goed hulpmiddel.

  • Edelen
    Zie adel.
  • Eerstgeboorterecht
    Het eerstgeboorterecht of primogenituur is het, bij verschillende volkeren en tradities voorkomende, recht van het oudste kind (meestal zoon) op de gehele erfenis of een groter deel van de erfenis dan jongere kinderen. Het is vooral van belang bij een troonopvolging waarin het oudste kind de eerste in lijn van opvolging is.
    Het recht heeft als voordeel ten opzichte van een proportionele verdeling van de erfenis dat het versplintering van landbouwgronden en andere eigendommen tegengaat. Dit heeft ook een nadeel: er is geen proces van geleidelijke herverdeling. In de middeleeuwen was het voortdurende adellijke monopolie op landbouwgrond de belangrijkste reden van het stagneren van de rurale economie, en dus van de ontstellende armoede onder horigen.
  • Eigenerfde
    Of eigengeërfde was tijdens de middeleeuwen en het ancien régime iemand die vrij-eigen of allodiaal grondbezit van enige omvang had. Theoretisch zouden de edelen behoren tot de eigenerfden. In de praktijk werd de term slechts gebruikt voor niet-adellijke grondbezitters.
  • Eigenschapsnaam
    Naam die een eigenschap beschrijft, zowel fysiek als psychisch, zoals: De LangeDe WildeLiefhebber, De Vreugd , De Wittedie Blonde.
  • Empireadel of noblesse d’empire, werd verleend door keizer Napoleon I vanaf 1804 maar vooral tijdens de periode 1808-1814. Bonaparte, die onder het ancien régime zelf tot de kleine Corsicaanse adel behoorde, wilde een nieuwe aristocratie, weldra een nieuwe adel tot stand brengen, die de elites van zijn keizerrijk groepeerde. Tijdens de korte periode van het Koninkrijk Holland, onder koning Lodewijk Napoleon, werden een paar adellijke gunsten verleend. Tijdens de daaropvolgende periode van aanhechting bij het Franse keizerrijk werd aan 36 personen een keizerlijke titel verleend. Deze empiretitels werden na 1814 in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden niet erkend.
  • Eretitel is een titel die de drager eer aandoet en voor of na de naam gevoerd kan worden. Er zijn talloze voorbeelden waarvan in Nederland en België die van een Minister van Staat het bekendste is. Een eretitel moet worden onderscheiden van een adellijke titel, een predicaat, het verwante ereburgerschap, en een erefunctie. Het is een onderscheiding, al is de eretitel niet tast- en draagbaar.

  • Erfpacht
    Is een zakelijk recht, een vorm van pacht waarbij de pacht niet eindigt als de verpachter sterft (of de pacht opzegt).
    De erfpachter heeft in economische zin een positie die nagenoeg gelijk is aan de positie van de eigenaar. Hij mag de grond in erfpacht voorzien van een opstal en de erfpachter heeft het recht het erfpachtrecht, inclusief de opstal, te verkopen.

  • Familienaam
    Zie achternaam
  • Feodalisme
    Of de feodaliteit (van het Latijnse feudum of “leen”) is in politieke zin het leenstelsel dat van de val van het West-Romeinse Rijk (ca. 500) tot in de nieuwe tijd in Europa bestond. Grond werd in dit stelsel door leenheren toebedeeld aan hun leenmannen, in ruil voor een verplichting van persoonlijke trouw, militaire bijstand en belastinginkomsten.
  • Gaarmeester
    Beambte belast met de inning van gelden, inzonderheid van de omslagen van landen en polders. Thans alleen nog in gebruik als historische term.
  • Geestelijke

    Is iemand die, vaak door een bepaalde religieuze wijding, de bevoegdheid heeft gekregen om godsdienstonderricht te geven en/of bepaalde gewijde handelingen te verrichten en/of religieuze bestuursfuncties uit te oefenen.

  • Geestelijkheid
    Of clerus is het geheel van geestelijken van een bepaalde geestelijke groepering of een land. De katholieke geestelijken worden ook clerici genoemd (enkelvoud: clericus) en de geestelijkheid clerus.  In de middeleeuwen behoorden de geestelijken tot de eerste stand.
    De eerste stand had veel voorrechten. Zo mocht ze onder meer belastingen heffen, hoefden ze geen belastingen te betalen, geen krijgsdienst te verrichten en had ze een eigen rechtbank. Het waren ook grootgrondbezitters en omdat ze de enigen waren die konden lezen en schrijven, hielpen ze de koning in het bestuur. De clerus had maar één plicht: bidden voor het zielenheil van het volk, zodat ze in de hemel terecht zouden komen.
    Er waren hoge en lage geestelijken. De hoge geestelijken waren de kardinalen en bisschoppen, de lage geestelijken waren de monniken, priesters en nonnen. In conflicten tussen standen was de geestelijkheid soms ook verdeeld: de hoge geestelijkheid, meestal afkomstig uit de aristocratie, was vaak op de hand van de adel, de lage geestelijkheid die dicht bij het ‘gewone volk’ stond koos vaak voor de derde stand.

  • Gehucht
    Is een woonplaats die kleiner is dan een dorp. Deze plaats beschikt vaak maar niet noodzakelijk over een kerk of kapel. In Nederland spreekt men ook wel van een “buurtschap“; een duidelijk onderscheid tussen een gehucht en een buurtschap valt niet te maken.
  • Gemeente

    Is een groep van woonkernen (dorpen, steden) met het bijbehorende gebied die samen worden bestuurd door een politiek apparaat. De gemeente is in de meeste landen de onderste laag uit het politieke bestuursstructuur. De lagen boven de gemeente zijn in Nederland achtereenvolgens de provincie en de rijksoverheid.

  • Gemeenteraad
    Is een groep van gekozen volksvertegenwoordigers binnen een gemeente. Dit orgaan controleert het dagelijks bestuur (in Nederland: het college van burgemeester en wethouders; in België: het college van burgemeester en schepenen). Een lid van de gemeenteraad wordt gemeenteraadslid genoemd.
  • Gemeenteraadslid
    Ook wel afgekort tot ‘raadslid’ in de spreektaal, is een gekozen volksvertegenwoordiger binnen een gemeente. Alle gemeenteraadsleden van één gemeente vormen samen de gemeenteraad van de betreffende gemeente.
  • Genealogie
    Of stamboomonderzoek is een discipline van de geschiedkunde die zich bezighoudt met voorouderlijk onderzoek en de afstamming van een familie. De genealogie mag niet met de gezinsgeschiedenis worden verward.
  • Genealogische Bronnen
    Veel gegevens heb ik van mijn directe families uit ons Familiedossier Ooms-Braat, maar voor de verdere voorouders heb ik ook gegevens via archieven, boeken en via pagina’s op internet.
  • Geografie
    Of Aardrijkskunde. Geografie (Oudgrieks: γῆ, aarde en γράφειν, (be)schrijven) is een wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met het bestuderen van het aardoppervlak, het in kaart brengen van vormen van bijvoorbeeld cultuur, het plantenleven en de dierenwereld, gebruik van het milieu en verkeer en het beschrijven van het landschap overal op de wereld.
  • Geschiedenis

    Verwijst in de eerste plaats naar de vakdiscipline die zich bezighoudt met de studie van chronologische ordening van gebeurtenissen, zich daarbij baserend op een kritisch onderzoek van bronnen. De bedoeling is inzicht te verkrijgen in culturen en volken uit het verleden. Geschiedenis in de ruime betekenis verwijst ook naar alles wat in het verleden heeft plaatsgevonden.

  • Geslachtsnaam
    Zie achternaam

  • Gewest
    Was tot aan de Franse tijd een benaming voor een landsheerlijk gebied in de Lage Landen en als zodanig een voorloper van de huidige provincie. Onder keizer Karel V bestonden de Habsburgse Nederlanden medio 16e eeuw uit zeventien gewesten, die ook wel de Zeventien Provinciën werden genoemd.

  • Gilde

    Was in de tijd van het Ancien Régime een belangenorganisatie van personen met hetzelfde beroep. In sommige delen van de Nederlanden sprak men van ambachten. Gilden en ambachten hebben vanaf de middeleeuwen tot eind 18e eeuw bestaan. In een gilde werd kennis en ervaring uitgewisseld. Nieuwe gildeleden werden opgeleid in het vak. Na een gedegen opleiding kon een leerling erkend worden als vakman met de titel gezel en uiteindelijk de titel “meester” verkrijgen na het doen van de gilde- of meesterproef.

  • Gouw
    Is een territoriaal en institutioneel onderdeel van een Gallo-Romeins, Germaans of Slavisch stamgebied. Er waren Germaanse gouwen in het huidige Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, België, Nederland, Luxemburg, Noord- en Oost-Frankrijk en Noord-Italië. Gouwen hadden meestal natuurlijke grenzen, zoals rivieren, kusten, heuvelruggen of bergketens of dichte wouden. Ze werden bestuurd door een Gouwgraaf.

  • Gouwgraaf
    Was het hoofd van een gouw in het Frankische Rijk. Hij had een bestuurlijke, militaire en juridische functie. Gouwgraven werden eerst uit de directe omgeving van de vorst geworven, later uit de lokale adel. Zij vormden samen met de bisschoppen en abten de Frankische aristocratie. De gouwgraaf was verantwoordelijk voor zijn eigen gouw en moest verantwoording afleggen aan de vorst. Dit maakte het voor de Frankische koningen, later hofmeiers en keizers, gemakkelijker om het grote rijk te kunnen besturen. Het ambt was niet erfelijk. Benoemingen waren in principe voor het leven, maar in geval van wanbestuur of verval in ongunst kon de vorst de gouwgraaf ontslaan en een vervanger benoemen. Toen het Frankische Rijk in de 9e eeuw echter uiteenviel door troonstrijd en het centrale gezag wegviel, werd het grafelijk ambt erfelijk en ontstonden geleidelijk steeds meer grafelijke dynastieën in West-Europa.
  • Graaf
    Een adellijke titel. Het vrouwelijke equivalent is gravin. In rangorde van de Belgische en Nederlandse adel staat de graventitel boven die van burggraaf en onder die van markies (markgraaf). De graaf (letterlijk “schrijver”) deed zijn intrede in het Frankische Rijk toen dat te groot werd om vanuit één punt te besturen. Hij was de officiële vertegenwoordiger van de vorst in het hem toegewezen gebied (gouw). Meestal werden de gouwgraven benoemd uit leden van aanzienlijke families en namen zij met de bisschoppen en abten deel aan de grote rijksvergaderingen.

  • Graafschap
    Graafschap (gebied), een gebied bestuurd door een graaf.
  • Groothertog is een vorstelijke titel die lager is dan die van koning, maar hoger dan die van (soeverein) hertog of prins. Het vrouwelijke equivalent is Groothertogin. Momenteel is er nog slechts één land in de wereld dat door een groothertog wordt geregeerd, namelijk het groothertogdom Luxemburg.
  • Habsburgse Nederlanden was een benaming voor de Nederlanden gedurende de tijd dat ze geregeerd werden door vorsten uit het huis Habsburg. Deze periode begon in 1482 en eindigde voor de Noordelijke Nederlanden in 1581 en voor de Zuidelijke in 1795.
  • Handmerk
    Was een persoonsgebonden merkteken dat door analfabeten in de middeleeuwen werd gebruikt om akten te “ondertekenen”. Het handmerk is voortgekomen uit het huismerk.
  • Havezate
    Of havezathe of havesate is een versterkt huis (burcht), hofstede, hof of hoeve. Oorspronkelijk was het een benaming voor een grote boerderij met land. In de 17e eeuw was de havezate een riddermatig goed. Het bezit hiervan was een voorwaarde voor lidmaatschap van een ridderschap. Havezaten kwamen voor in het graafschap Zutphen (in de 13e eeuw circa 40), in Overijssel (circa 122) en Drenthe (circa 18).

  • Heilige Geestmeester, ook wel dismeester genoemd, was verbonden aan de Tafel van de Heilige Geest, het armbestuur zoals dat was ontstaan in de Nederlanden in de Middeleeuwen. De Heilige Geest werd toen gezien als de Vader der Armen. Anders dan de naam doet vermoeden was de Heilige Geestmeester geen kerkelijke, maar een wereldlijke functionaris. De Heilige Geestmeesters hadden tot taak het beheren van de bezittingen van de Tafel van de Heilige Geest (ook wel ‘Armendis’ of ‘Armentafel’ genoemd), zoals huizen en voorraden graan, en het houden van toezicht op de uitdelingen van bijvoorbeeld brood aan de armen.

  • Heilige Roomse Rijk (Duits: Heiliges Römisches Reich, Italiaans: Sacro Romano Impero, Latijn: Sacrum Romanum Imperium) was een rijk in Centraal-Europa en omringende gebieden. Het ontstond in de middeleeuwen en werd in 1806 opgeheven. Het was geen staat in de moderne betekenis van het woord, maar een politiek verband van wereldlijke en kerkelijke gebieden die direct of indirect onderworpen waren aan de soevereiniteit van de Rooms-Duitse keizer of koning.
  • Heemraad

    Is in Nederland een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap. Een heemraad heeft een vergelijkbare functie als een wethouder bij een gemeente. Vroeger was de heemraad ook het college van raadslieden dat de dijkgraaf adviseerde. Een heemraad wordt door het algemeen bestuur van een waterschap gekozen in het dagelijks bestuur van een waterschap. Dit dagelijks bestuur van een waterschap wordt ook wel college van dijkgraaf en heemraden genoemd. De eerste heemraden in de Nederlanden ontstonden in de Middeleeuwen, toen ook de eerste waterschappen werden opgericht. De boeren die zich hierbij aansloten kozen uit hun midden een vertegenwoordiger.

  • Wapen Heer van Arkel

    Heer
    De heer of vrijheer, soms ook wel vrouwe of vrijvrouwe, was in het ancien régime de heerser van een heerlijkheid. Hij was doorgaans een leenman van het landsheerlijke gezag boven hem.

  • Heerlijke rechten
    Het bezit van een heerlijkheid is iets anders dan het bezit van grond. Het bezit van een heerlijkheid gaf de eigenaar slechts bepaalde rechten. Het kon zelfs voorkomen dat de heer geen grondbezit in zijn heerlijkheid had. Met ‘heerlijkheid’ werd dan het gebied aangeduid waar die rechten betrekking op hadden. Binnen de heerlijkheid was de heer gerechtigd om lokale overheidsdienaren en gezagsdragers (zoals een meier, baljuw of schout) te benoemen. Met name het benoemen van deze ambtenaar (een soort burgemeester, politiecommissaris en kantonrechter in één persoon verenigd) gold als een belangrijk recht, aangezien dit inkomsten (uit rechtspleging en boetes) met zich meebracht. Op zich had de heer het recht zelf als meier of schout op te treden, maar veelal lieten de heren zich vertegenwoordigen door een door hen benoemde schout. Door de controle over het schoutsambt en de lokale rechtspraak, kon de heer zich in ‘zijn’ heerlijkheid als een kleine potentaat gedragen. Er bestonden nochtans tal van beperkingen. Veelal beschikte de heer slechts over de lagere of middele jurisdictie. De zware geldboeten en lijfstraffen vielen onder de hogere jurisdictie die door grafelijke of hertogelijke ambtenaren werd waargenomen (hoofdschout, hoofdmeier, drossaard, amman). Bovendien diende de heer zich steeds te gedragen naar het plaatselijke gewoonterecht.
  • Heerlijkheid
    Een heerlijkheid is een bezitting van een heer (of vrijheer, in het geval van een van een zogenaamde hoge of vrije heerlijkheid) waaraan bepaalde heerlijke rechten zijn verbonden. Als bestuursvorm kwamen heerlijkheden voort uit een feodale onderverdeling van het overheidsgezag in de middeleeuwen. Met de term heerlijkheid wordt dan aangeduid het territorium of leen van een landsheer, die in dit gebied de volle heerlijke rechten uitoefende. Grotere heerlijkheden konden wel land worden genoemd. Bij een landsheerlijkheid was de heer soeverein, dat wil zeggen aan geen hoger landrechtelijk gezag onderworpen.
  • Heervaart
    Dat was een soort dienstplicht in de middeleeuwen en hield in dat in tijden van oorlog de graaf of landsheer een aantal mannen per ambacht verplichtte om voor korte duur krijgsdienst te verrichten.
  • Wapen heren van Foreest

    Heraldiek verwijst onder meer naar de gewoonte die in Europa is ontstaan in de loop van de twaalfde eeuw, om wapenuitrustingen van ridders te versieren met symbolische voorstellingen, zogenoemde emblemen waaruit later de wapens zijn ontstaan. Heraldische wapens onderscheiden zich van preheraldische versierselen doordat ze permanent en erfelijk van karakter zijn.
    Onder heraldiek verstaat men ook de duiding van het geheel van conventies en regels die de samenstelling en het gebruik van de heraldische wapens regelt. Aansluitend daarop ontstond een regionaal gekleurd wapenrecht.

  • Herenboer
    Of scholteboer is een term om een boer aan te duiden die voldoende kapitaal heeft om niet zelf zijn land te bewerken maar hiervoor personeel in dienst heeft.
  • Herendienst
    Is een dienst die een bepaalde groep personen aan een vorst of edele moet leveren. In de Middeleeuwen waren de horigen verplicht om herendiensten aan hun heer te verlenen. Deze bestonden uit een aantal bij contract afgesproken werkdagen.
  • Herkomstnamen
    Namen die de plaats aangeven waar de eerste naamdrager vandaan kwam, met name steden, dorpen en landen, zoals: Van Alphen, Den AmersfoorderVan Brandwijk, BroeckhuysenVan GamerenGoudswaardHonkoopVan KleefKoolwijkNoorloosVan OostrumVan Wageningen
  • Hertog
    Is een hoge adellijke titel, maar kan soms ook een (lagere) vorstelijke titel zijn, maar niet noodzakelijk met groot territoriaal belang.
    Het vrouwelijke equivalent is hertogin. Oorspronkelijk was een hertog een Germaanse legeraanvoerder (van heir, Oudgermaans harja = ‘leger’ + tugan = ’trekken’) die (tijdelijk) werd aangeduid om de koninklijke heervaart aan te voeren. Ook in de Frankische tijd komen we deze titel tegen. Een hertog is van dan af de militaire bestuurder, die als taak heeft de beveiliging en de integriteit van een bepaald gebied te verzorgen. Geleidelijk aan werden deze territoriale hertogdommen een ambtsleen (beneficium), waarbij koninklijke hoedanigheden werden gedelegeerd aan de titeldrager. Vanaf de 10e eeuw begint de titel erfelijkheidskenmerken te vertonen, onder meer doordat het ambt vaak binnen één stamgeslacht verankerd bleef. Het eindbeslissingsrecht bij de toekenning berustte steeds bij de Duitse koning.
  • Hertogdom
    Was het gebied dat bestuurd werd door een hertog. De titel kwam oorspronkelijk vooral in het Frankische Rijk voor. De hertog (dux) oefende een provinciaal bestuur uit, direct onder de koning. Een hertogdom bestond oorspronkelijk uit een aantal graafschappen. In de Nieuwe Tijd werd de titel hertogdom verbonden aan een heerlijkheid met hoge rang, zonder soevereiniteit.

  • Hiërarchie

    Is een manier om personen, objecten of gegevens te ordenen volgens asymmetrische relaties daartussen, waarbij meerderen met minderen worden verbonden. Deze activiteit wordt ook wel classificatie genoemd. Elk element in een hiërarchie kan vanaf een ander element bereikt worden door een relatie in een bepaalde richting te volgen, maar het is niet mogelijk om bij een bepaald element terug te komen door de relaties altijd in een bepaalde richting te volgen.

  • Hoeve
    Zie Boerderij
  • Hofadel is een groep families binnen de adelstand die het recht heeft om functies binnen het hof van een vorst te bekleden. In Frankrijk waren in de jaren voor de Franse Revolutie, het zogenaamde “Ancien Régime” families uit de oeradel met uitzonderingen van anderen gerechtigd om de koning te dienen in de hoogste functies. Volgens de strenge etiquette hadden zij rechten, het binnengaan van bepaalde vertrekken, het aannemen van functies en gouverneurschappen, die anderen niet bezaten. De term wordt ook gebruikt om de adel aan het hof te onderscheiden van de landadel die op het eigen kasteel bleef wonen.

  • Hofmeier was oorspronkelijk de titel van het hoofd van de huishouding aan het hof van de Germaanse koninkrijken in de vroege middeleeuwen en zou vooral in de Frankische koninkrijken van de 7e en 8e eeuw aan het hof van de Merovingen aan belang winnen. De hofmeier was aanvankelijk degene die de hofhouding van de Merovingische vorsten beheerde. Door het stijgend aantal zwakke en jeugdige vorsten op de troon aan het einde van de Merovingische periode, zagen de hofmeiers kans hun macht te vergroten. Ze namen deze geleidelijk over, waardoor er verschillende conflicten ontstonden. Het was uiteindelijk een familie van hofmeiers van Pepiniden of Pippiniden (de latere Karolingen) die de macht van de Merovingen of Merovingers overnam. Karel Martel was zo’n machtige hofmeier. Daarop volgde de definitieve machtsovername van Pepijn de Korte in 751 met goedkeuring van de paus.
  • Hofstede
    Zie Boerderij
  • Hoge adel onderscheidt zich in de bronnen doordat zij werden aangesproken
    als ‘hoghe ende moghende heeren,’ terwijl lagergeplaatste edelen het
    moesten doen met ‘edele ende weerde heeren.’ Verder behoorden tot de hoge
    adel ongetwijfeld ook die personen en families die de titel van baanrots, baron, burggraaf, graaf of hertog bezaten.
  • Hoge Middeleeuwen
    Of volle middeleeuwen wordt door westerse historici gewoonlijk die periode in de geschiedenis van Europa bedoeld die duurde van ca. 1000 tot ca. 1250. In de periode ervoor werd Europa geteisterd door invallen van Vikingen, Moren, Magyaren en roversbendes. In de hoge middeleeuwen kwam er meer stabiliteit in de Europese politieke verhoudingen, de economie, handel en bevolking groeide weer en het geestelijke en culturele leven maakte een heropleving door zoals blijkt in de stroming van de gotiek en de zogenaamde renaissance van de twaalfde eeuw.
  • Hoogheemraad
    Zie Heemraad.
  • Hoogheemraadschap
    Zie Heemraadschap
  • Horigen waren in de Middeleeuwen de armste mensen. Ze waren het laagste in de maatschappij. Het waren arme boeren en werklieden die een stukje land van een rijke adellijke kasteelheer pachten. Dat gebied mochten zij bewonen, in ruil voor een deel van hun oogst dat zij aan hun landheer afstonden ieder jaar.
  • Horigheid beschrijft een maatschappelijke toestand. In de middeleeuwen, en ook daarvoor en daarna, waren horigen boeren of ‘cijnsboeren’ die aan hun land verbonden waren, zonder dit te bezitten, en met bepaalde verplichtingen aan de landbezitter.
  • Hospitaalridder
    Is tegenwoordig een graad in sommige ridderlijke orden. De hospitaalridders zijn de medisch geschoolde ridders die zich daadwerkelijk met de verzorging van zieken bezighouden.
  • Huisman
    Huesman of meier (Lat. Villicus, maiorum, Husmann, Hausmann) is de Middeleeuwse naam voor een vrije boer die zijn eigen boerderij bezit. Vanaf de 7e eeuw ontstaat in Noord-Europa een feodaal stelsel van leenheren en leenmannen. Verreweg de meeste boeren maken zichzelf afhankelijk van een leenheer door het grondbezit aan de leenheer te schenken in ruil voor bescherming. Een aantal boeren blijven zichzelf verdedigen, houden hun eigen grond en gaan over tot het pachten van de grond van de leenheer. Deze boeren worden vrije of weerboeren genoemd. De officiële benaming voor deze boeren werd Huesmann (Husmann, Hausmann).
    Vanaf de 13e eeuw krijgen veel Huesmannen de gepachte grond in erfpacht en vormt dit met hun eigen grond de erfhoeve (Erbhof).

  • Huismerk
    Is een eenvoudig gelijnd hoekig teken waarmee een persoon of een boerderij en het daarbij behorende bezit worden aangeduid. Een huismerk wordt door sommige schrijvers beschouwd als een niet-adellijk familiewapen dat erfelijk is.

  • Huurling
    Zie huursoldaat
  • Huursoldaat
    Of huurling is een soldaat die op commerciële grondslag dienst neemt in een leger. Het verschijnsel is zeer oud.
  • Johanniter Orde in Nederland
    Is een Nederlandse ridderlijke orde en protestantse evenknie van de Maltezer Orde. Ze werd in haar huidige vorm in 1946 opgericht door koningin Wilhelmina, als opvolger van de in 1909 door haar opgerichte Commenderij Nederland van de Balije Brandenburg der Johanniter Orde.
  • Jonkheer
    Is een adellijk predicaat in Nederland en een adellijke titel in België. Het vrouwelijke equivalent is jonkvrouw. Dit predicaat wordt gevoerd door de meeste leden van adellijke families. Het duidt aan dat men wel tot de adel behoort, maar geen titel heeft.
  • Kanselier (Latijn: cancellarius) was het hoofd van een kanselarij (Latijn: cancellaria), het bureau waar de oorkondes en andere documenten van een bepaalde vorst of andere bestuurlijke instelling werden opgesteld, bezegeld en uitgevaardigd. Vaak was de kanselier tegelijk een hoge adviseur van de vorst en groeide hij in bepaalde landen uit tot een regeringsleider.
  • Kardinaal

    Is een rang (eigenlijk meer: een waardigheid) in de hiërarchie van de Rooms-Katholieke en Anglicaanse Kerk. Het is na de paus de hoogste rang.

  • Kasteel

    Is een zelfstandig versterkt bouwwerk dat onder middeleeuwse omstandigheden te verdedigen was. De benaming kasteel wordt ook wel gebruikt voor jongere bouwwerken die qua vorm aansluiten bij een kasteel.Het kasteel combineerde oorspronkelijk de functies van verdedigbaarheid en bewoonbaarheid aan een beperkte groep mensen, variërend van een adellijke familie tot een militair garnizoen. Een kasteel is als militaire structuur groter dan een toren maar kleiner dan een versterkte stad. Een kasteel kan bestaan ​​in een stad, maar moet daarvan kunnen worden afgesneden door het sluiten van een hek of het ophalen van een ophaalbrug. Een sterk kasteel wordt ook wel aangeduid als burcht of slot.

  • Kathedraal
    Of dom is de kerk waar een bisschop zetelt. De benaming valt te herleiden tot ecclesia cathedralis, kerk van de zetel. Die zetel is letterlijk de zetel van de bisschop, die aan de zijkant van het priesterkoor van de kerk staat opgesteld, in de vroegchristelijke kerk in de exedra of de koorapsis.  Deze zetel heet in het Latijn cathedra.
  • Keizer
    Is de hoogste vorstelijke titel en staat voor de heerser waaraan alle andere vorsten ondergeschikt zijn. Tijdens een groot deel van de Europese geschiedenis kon er vanuit de Romeins-christelijke traditie maar één keizer zijn, wiens gezag aanvankelijk bovendien een sterk religieuze basis had. Deze wereldlijke hoogste heerser had dan ook maar één gelijke, namelijk de hoogste geestelijke heerser: de paus. De titel keizer wordt daarnaast ook gebruikt voor niet-Europese vorsten met een vergelijkbare status. Een keizer staat aan het hoofd van een keizerrijk. Het vrouwelijke equivalent is keizerin, maar in het Byzantijnse Rijk werd de titel keizer ook door vrouwen gevoerd.

    Karel de Grote

    Karel de Grote werd in 800 de eerste keizer van het Frankische Rijk. Nadat Karel de Grote in 800 tot keizer werd gekroond, werd zijn rijk in de 9e eeuw onder zijn kleinzonen verdeeld en was de keizerlijke titel, na de moord op Berengarius I van Friuli in 924, bijna veertig jaar vacant, voordat Otto de Grote op 2 februari 962 tot keizer werd gekroond van wat later het Heilige Roomse Rijk zou worden genoemd.

  • Keizerlijke Nederlanden
    Zie Oostenrijkse Nederlanden
  • Keizerrijk
    Een rijk met een keizer aan het hoofd.
  • Kerkgebouw
    of kerk (uit het Grieks: Κυριακη (οικια); kyriakon = huis des Heren) is een gebouw waar christenen godsdienstoefeningen houden. Een kerk wordt ook wel bedehuisgebedshuisGodshuis of tempel genoemd. Veel kerkgebouwen zijn monumenten en in de meeste westerse steden en dorpen staat de kerk centraal in het centrum.
  •  Keuterboer is een boer met een zodanig klein bedrijf dat hij zijn inkomsten moet aanvullen met loondienst. Al in de middeleeuwen werd er onderscheid gemaakt tussen de eigenerfde die een volledig erf (waardeel) bezat, en eigenaren van keutersteden (Nedersaksisch köter), kleine “onvolledige” goederen (vergelijk kot). Dit woord heeft een gemeenschappelijke stam met het Franse coterie en het Engelse cottage. In tegenstelling tot de eigenerfden hadden ze geen stemrecht in de buurschap marke. Keuterboeren bewerkten een stukje grond en hadden wat (klein)vee maar waren meestal niet in staat daarmee volledig in hun eigen onderhoud te voorzien. Daarom werkten veel keuterboeren als aanvulling op hun inkomen als landarbeider bij herenboeren of in fabrieken.

  • Klooster
    Een klooster (van het Latijnse claustrum, afgesloten ruimte) is een gebouw of een samenstel van gebouwen dat dient tot huisvesting van een groep of gemeenschap van mannen of vrouwen, vaak monniken of monialen genoemd, die zich uit de wereld heeft teruggetrokken om een godsdienstig leven te leiden.
  • Kloosterorde
    Is een orde van religieuzen, mannen of vrouwen, die zich verenigd hebben omtrent een gemeenschappelijke geloofsopvatting en kloosterregel waaraan zij gebonden zijn, en op een permanente wijze samenleven binnen één en dezelfde plaatselijke gemeenschap, een klooster of een tempel. Meerdere kloosters van gelijkgezinde religieuzen vormen samen een kloosterorde.
  • Kluizenaar

    Of heremiet, eremiet, anachoreet is een religieuze man of vrouw die in afzondering leeft in een kluizenarij of hermitage, buiten de bewoonde wereld. De aanduiding komt van het Griekse woord ἔρημος, dat “eenzaam, onbewoond, verlaten” betekent.

  • Koning

    Koning is na keizer de hoogste vorstelijke titel. Met deze titel wordt het (mannelijk) staatshoofd van een koninkrijk aangeduid. Het vrouwelijke equivalent is koningin.

  • Koningsgoed
    is onroerend goed dat ten behoeve van een Frankische koning werd geëxploiteerd. De zeggenschap over een rijks- of koningsgoed viel in het Frankische Rijk rechtstreeks onder de koning. Vele allodiale goederen vinden hun oorsprong in een koningsgoed, dat door de koning wegens bewezen diensten aan een persoon werd gegeven. Dit in tegenstelling tot leengoederen waarbij men slechts het vruchtgebruik over de betrokken goederen verwerft en de “blote eigendom” bij de leenheer blijft. Grond kon door de koning of Keizer in gebruik worden uitgegeven als heerlijk goed of als allodiaal goed. Bij heerlijke goederen kwamen rechtsvormen in aanmerking als leenrecht, dienstrecht, hofrecht. Bij allodiale goederen was er eerder sprake van pacht of erfpacht. Bij allodiale goederen was het bezitsrecht absoluut. Bij de Staatsregeling van 1801 werd in Nederland het leenrecht afgeschaft en alle leenroerige goederen werden als allodiaal beschouwd.
  • Koninkrijk
    Is een monarchie en van origine een regeringsvorm waarbij de macht bij één persoon berust en is een soevereine staat.
  • Kroondomein
    Het kroondomein is het privébezit van een koning, dat wil zeggen de regerende monarch van een monarchie. Uit zijn of haar kroondomein kan de monarch een inkomen betrekken. Het kroondomein bestaat meestal voornamelijk uit landgoederen met paleizen en kastelen die als koninklijke residentie dienen en bossen waarin de monarch kan jagen. Ook kan het kroondomein activa zoals aandelen omvatten.
    In het feodale leenstelsel van de Middeleeuwen was het kroondomein het gebied dat direct onder de monarch viel. De andere delen van het koninkrijk vielen alleen indirect onder de koning omdat ze eigendom waren van edelen die leenplichtig aan de monarch waren.
  • Kruisridder Godfried van Bouillon

    Een kruisridder is de naam die werd gegeven aan de adellijke deelnemers aan de kruistochten. Zij namen “het kruis op” en droegen lange witte mantels met een opgenaaid kruis van rode, groene of zwarte stof. Uit deze mantelkruizen en de verenigingen van kruisridders en hospitaalridders zijn de eerste ridderorden ontstaan.

  • Koninkrijk Holland
    (toenmalige spelling: Koningrijk Holland, 1806 – 1810) was een vazalstaat door Napoleon Bonaparte opgericht voor zijn derde broer, Lodewijk Napoleon Bonaparte.
  • Koninkrijk der Nederlanden
    Is een soevereine staat samengesteld uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
  • Kroondomein
    Is het privébezit van een koning, dat wil zeggen de regerende monarch van een monarchie. Uit zijn of haar kroondomein kan de monarch een inkomen betrekken. Het kroondomein bestaat meestal voornamelijk uit landgoederen met paleizen en kastelen die als koninklijke residentie dienen en bossen waarin de monarch kan jagen. Ook kan het kroondomein activa zoals aandelen omvatten. In het feodale leenstelsel van de Middeleeuwen was het kroondomein het gebied dat direct onder de monarch viel. De andere delen van het koninkrijk vielen alleen indirect onder de koning omdat ze eigendom waren van edelen die leenplichtig aan de monarch waren.

  • Kwartierdrager
    Zie Proband
  • Kwartierherhaling
    Betekent dat dezelfde voorouder meermalen in een kwartierstaat voorkomt. Dat zal al snel optreden als de voorouders in een klein geografisch gebied woonden. Gaat men veel generaties terug, dan is dit verschijnsel onvermijdelijk.
  • Kwartierstaat

    Kwartierstaat
    In de genealogie is een kwartierstaat een opstelling van de kwartierdragers of probanden (degenen van wie men uitgaat) met alle directe voorouders in mannelijke en vrouwelijke lijn. Per generatieverdubbelt het aantal personen. Een kwartierstaat lijkt een beetje op een omgedraaid parenteel. De naam is afgeleid van de vier kwartieren van een wapenschild, waarin men dan de wapens van de vier grootouders plaatste. Wat veel mensen leuk vinden aan kwartierstaatonderzoek, is dat men allerlei familienamen tegenkomt, die uit grote delen van je eigen land of daarbuiten kunnen komen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een stamreeks, die in principe beperkt is tot de eigen familienaam.

  • Kwartierverlies
    Treedt in een kwartierstaat op wanneer een voorouder niet bekend is. Op den duur zal ieder onderzoek stoppen doordat iemands ouders niet bekend zijn.
  • Lage adel (niederadelkleinadel) is de term die wordt gebruikt voor de ministerialiteit of dienstadel om diens positie binnen de adel te determineren.
  • Lage Landen

    Of Nederlanden verwijst naar de laagvlakte in Noordwest-Europa die het stroomgebied vormt van de beneden-Rijn, de beneden-Maas en de Schelde. Aanvankelijk was de benaming slechts een onderscheid van laaggelegen gebieden in de Duitse landen met hogergelegen Bovenlanden. Vanaf de zestiende eeuw werd de Lage Landen een gangbare benaming voor de Nederlandse gewesten, ook wel aangeduid als VlaanderenNederlandenBelgiumPays-Bas en Zuidelijke Nederlanden. Onderling waren deze benamingen min of meer verwisselbaar. Ook voor de Nederlanden gold aanvankelijk dat NederlantNiederland of Niderlant slechts een onderscheid aangaven met hogergelegen gebieden die wel werden aangeduid met Oberlant (‘Opperland’)

  • Lakenkoper
    Ookwel wantsnijders, eertijds kleinhandelaren in wollen stoffen, importeerden de wol en verkochten op hun (gehuurde) standplaats in de lakenhal de zware lakense stoffen per el.
    Er wordt gesteld dat want (vanwaar wantsnijder) laken is, dat daar onderscheiden wordt in linnen, wollen en zijden want.

  • Landadel is de term waarmee de adel in tal van staatkundige en sociologische categorieën tegenover hofadel gesteld wordt.
    Een groot aantal edelen verbleef niet, of zelden, aan het hof. Zij beheerden hun bezittingen en bestuurden de steden en dorpen. Het ontbrak hun aan geld, opvoeding, zin, kwartieren of ambitie om aan het hof te leven.
  • Landgoed
    Is een groot stuk grond van meerdere hectares met landerijen, bossen en tuinen. Op een landgoed kunnen zich gebouwen bevinden zoals een buitenplaats, landhuis, kasteel, grote boerderij of kerk. Activiteiten als bosbouw, landbouw en recreatie kunnen een inkomstenbron voor de eigenaar vormen.
  • Landpoorter
    Was hij die de rechten van een poorter had, zonder stedeling te zijn.
  • Landsheer
    Is een algemene benaming voor een vorst die in een bepaald gebied de territoriale soevereiniteit bezat. De positie van een vorst als landsheer was niet afhankelijk van zijn adellijke titel. Een landsheer kon zowel hertog, graaf, heer zijn. Ook aartsbisschopen, bisschoppen, abten konden landsheerlijke rechten uitoefenen.

  • Landsheerlijkheid is het geheel aan overheidsrechten van een heer, alsmede het territorium waar deze rechten gelden, op grond waarvan deze heer soeverein is, dat wil zeggen aan geen hoger landrechtelijk gezag onderworpen. Landsheerlijkheden speelden in de Nederlanden een rol van de 10e tot de 18e eeuw. Ze ontstonden vanuit het bezit van allodiale en feodale (dat wil zeggen in leen ontvangen) domeinen van de lokale aristocratie, grafelijke rechten in gouwen die vanaf de negende eeuw als leen werden uitgegeven, en die vanaf de tiende eeuw erfelijk werden, door schenking of usurpatie verkregen koninklijke rechten en koninklijke goederen, voogdijgebieden of leke-abbatiaten over geestelijke goederen. De landsheren ontleenden hun titels (bisschopgraafhertogheer) aan hun belangrijkste rechten.

  • Late Middeleeuwen
    Een periode in de geschiedenis van Europa die duurt van ca. 1270 tot 1500. Ze kenmerkt zich door een toenemende verstedelijking in Europa, zware economische crises, een heropleving van de geldhandel, en het afbrokkelen van het feodaal systeem, en daarmee ook van de macht van de adel.

  • Leen was een gift van een leenheer aan een leenman. Aanvankelijk werd dit beneficium genoemd, vanaf de tiende eeuw feodum. Dit kon land zijn, maar ook een ambt of geldelijke inkomsten. In de ruileconomie ten tijde van het Frankische Rijk konden leenmannen echter vrijwel alleen beloond worden door hen gronden en het vruchtgebruik daarvan te geven. Door dit leen bond de heer zijn vazallen aan zich, bezegeld door het manschap. Voor beide partijen vloeiden hier verplichtingen uit. De vazallen waren verplicht de heer bij te staan met manschappen ten tijde van oorlog. De heer moest op zijn beurt hen beschermen en zorgen dat zij in hun levensonderhoud konden voorzien.

  • Leenman
    Zie vazal
  • Leenheer
    Zie heer of leenheer
  • Leenstelsel
    Of leenwezen, ook wel feodaal stelsel of de feodaliteit, is een bestuursvorm waarbij de leenheer zich van de persoonlijke afhankelijkheid van zijn vazallen of leenmannen verzekerde door het uitgeven van lenen.
  • Manschap (Middelnederlands: manscap) of manheid is de term voor het vazal zijn van een leenheer. Van deze hoofdbetekenis zijn verschillende andere betekenissen afgeleid. Zo kan manschap ook de eed van trouw zijn die een vazal zwoer aan zijn leenheer, de jaarlijkse verplichtingen die de vazal aan zijn leenheer moest nakomen of de gezamenlijke vazallen van een leenheer.
  • Marke
    Ook markegenootschap of boermarke genaamd, is een middeleeuws collectief van grotere boeren die gezamenlijk het beheer en gebruik van hun gemeenschappelijke gronden reguleerden. Het woord ‘marke’ (letterlijk grens of scheiding) wordt ook gebruikt om het gebied mee aan te geven dat bij een dorp hoort.
  • Markies
    Of markgraaf is een adellijke titel. In rangorde van de Belgische en Nederlandse adel staat de markiezentitel boven die van graaf en onder die van hertog.
  • Meier was vanaf de vroege middeleeuwen tot aan het einde van het ancien régime een beambte in dienst van een lands- of dorpsheer. De naam komt van het Latijnse adjectief māior (/ˈmɑːjɒr/), dat “grotere” of “oudere” betekent (vgl. E. mayor). De term bleef in het hertogdom Brabant in gebruik voor de hoge bestuurlijke functie van bewindhebber, onder meer in de meierij ‘s-Hertogenbosch. Van 1629 tot 1795 lag dit gebied in Staats-Brabant en werd het als een generaliteitsland bestuurd vanuit Den Haag. De Noordelijke Staten-Generaal stelden in plaats van de meier een hoogschout aan.
  • Meliores werd in de middeleeuwen gebruikt voor de rijkste inwoners van een stad of dorp. In deze periode werd ook de hoogste laag van de boerenstand vooral dankzij grondbezit en een bestuurlijke functie (schout, huisman) tot de meliores gerekend.

  • Metaforische naam
    Een naam die is ontstaan doordat de persoon ergens aan deed denken, vaak dieren, zoals: ElandDe HaanVos,
  • Metroniem
    Naam die aangeeft wie de moeder is, zoals: MariënLuyts
  • Middeleeuwen
    De middeleeuwen (ca. 500 tot ca. 1500) vormen in de geschiedenis van Europa de periode tussen de oudheid en de vroegmoderne tijd. Traditioneel situeert men dit door Italiaanse humanisten geïntroduceerde tijdvak tussen de val van het West-Romeinse Rijk in de vijfde eeuw en de renaissance die vanaf de veertiende eeuw in Italië begon. Afhankelijk van de focus die historici hanteren bestaat er echter nogal wat variatie in de afbakening van deze periode. De middeleeuwse periode wordt zelf weer onderverdeeld in de vroegehoge en late middeleeuwen.
  • Ministerialiteit is voortgekomen uit middeleeuwse feodale verhoudingen en bestaat uit dienst- of leenadel. Het het wegvallen van de macht en rechtsverhoudingen van het Romeinse Rijk (5e eeuw n.C.) ontstaat in Europa een versnippering van macht. Plaatselijke heersers werpen zich op als gewapend beschermer (leenheer) van een territorium. In de loop van de vroege middeleeuwen geeft vrijwel iedereen binnen deze territoria hun vrijheid op als leenman in ruil voor bescherming van de leenheer. Om zijn territorium te besturen geeft de leenheer gebieden uit aan lokale aanzienlijke personen. Deze personen (meliores) weten hun ambt door de vele onderlinge twisten en oorlogen van hun leenheren erfelijk te maken. Sommige leden van de ministerialiteit wisten dit erfelijkheidsrecht opgetekend te krijgen in een liber feodorum. Wanneer de leenheer naast erkenning van de erfelijkheid van het ambt vrijheid verleende (of erkende), stegen zij op in de lagere adel.

  • Moderne Tijd
    of Nieuwste Tijd is de meest recente (grote) periode in de westerse geschiedenis. De Moderne Tijd volgde in Europa op de Vroegmoderne Tijd. Volgens de traditionele indeling wordt de Europese geschiedenis in drie perioden onderverdeeld: Oudheid, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. In dat geval is de Moderne Tijd slechts een onderdeel van de Nieuwe Tijd.
  • Monarch
    Is het hoofd van een staat of deelstaat, aan wie de soevereiniteit over het gebied waarover hij of zij regeert in theorie of praktijk alleen toebehoort, of in enkele gevallen door het soevereine volk is opgedragen. De wijze waarop een monarch deze soevereiniteit uitoefent kan zeer verschillend zijn. In de geschiedenis bestaan voorbeelden van monarchen met absolute macht en van monarchen waarvan de bevoegdheden worden geregeld in een constitutie. Het woord is afgeleid van de samenstelling van de Griekse woorden monos (één) en arkhein (heersen). Een synoniem voor ‘monarch’ is daarom ‘alleenheerser’. In werkelijkheid is de macht van de meeste tegenwoordige monarchen beperkt of zelfs bijna verdwenen. De meeste monarchen worden aangewezen door erfopvolging maar er zijn uitzonderingen. In het verleden bijvoorbeeld de koning van Duitsland, de koning van Polen en de koning van Denemarken. Moderne voorbeelden van gekozen monarchen zijn de paus, de co-vorsten van Andorra en de koning van Maleisië.
  • Monarchie is van origine een regeringsvorm waarbij de macht bij één persoon berust, de monarch. Het woord is een samenstelling van de Griekse woorden monosμόνος, (alleen) en archeinἄρχειν, (heersen). In de Oudheid waren tegenhangers van de monarchie, politeia en aristocratie. Tegenwoordig is de tegenhanger van de monarchie een republiek.
  • Moniale
    Non (van het laat-Latijn nonnus = oud, gebruikt voor eerbiedwaardige personen) of (klooster)zuster is een katholieke of orthodoxe vrouw die de kloostergeloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid heeft afgelegd om een religieus leven te leiden.
  • Monnik
    Het woord monnik komt van het Griekse μοναχος (monachos), dat ‘eenzaam’ betekent, en het woord μονος (monos), dat ‘alleen’ betekent. Met de aanduiding monnik wordt iemand bedoeld die vanuit religieuze overtuiging afziet van het stichten van een gezin en die voor een speciale levensinvulling kiest.  De meeste monniken wonen echter over het algemeen bij elkaar in een klooster of abdij waar ze evenals de solitair levende kluizenaars een op gebed, godsdienstige riten en geestelijke oefeningen gericht leven leiden.
  • Nieuwe Tijd

    Is een periode in de westerse geschiedenis. De term heeft de volgende  betekenissen: de periode na de middeleeuwen tot heden. In dat geval begint de nieuwe tijd rond 1500 – of kort daarvoor – en duurt tot vandaag de dag.als alternatieve naam voor de vroegmoderne tijd. In dat geval begint de nieuwe tijd rond 1500 – of kort daarvoor – en duurt tot het begin van de negentiende eeuw. Vaak wordt ook het begin van de negentiende eeuw nog als ‘vroegmodern’ beschouwd. De hiernavolgende periode wordt dan in de regel nieuwste tijd (moderne tijd) genoemd.

  • Non
    Of (klooster)zuster is een katholieke of orthodoxe vrouw die de kloostergeloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid heeft afgelegd om een religieus leven te leiden.
  • Noordelijke Nederlanden
    Zie Republiek der Verenigde Nederlanden.
  • Oeradel bestaat uit families die geen verheffing in de adelstand is verleend zoals de latere briefadel.
  • Oostenrijkse Nederlanden
    (Latijn: Belgium Austriacum) is de verzamelnaam voor de tien tot elf provinciën die de Zuidelijke Nederlanden vormden toen deze tussen 1715 en 1795 (behalve 1790) bestuurd werden door de Oostenrijkse tak van het Huis Habsburg. Hiermee werden de Zuidelijke Nederlanden een autonoom onderdeel van de Habsburgse monarchie. Soms wordt ook gesproken van de Keizerlijke Nederlanden, om het onderscheid te maken met de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën.
  • Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem (Latijn: Ordo Equestris Sancti Sepulcri Hierosolymitani, ook wel sepulchrijnen genaamd), is een rooms-katholieke ridderorde. De orde stamt uit de tijd van de Kruistochten en legt zich toe op het verspreiden van het katholieke geloof en het ondersteunen van caritatieve werken in het Heilig Land.
  • Palts is een niet verdedigbare koninklijke verblijfplaats in een geheel van residenties dat als een netwerk over het Frankenrijk en -later- het Duitse Rijk verspreid lag. Het woord is afgeleid van het Latijnse palatium (paleis). In de vroege middeleeuwen hadden de koningen geen vaste verblijfplaats, maar reisden ze het land rond, trekkend van palts naar palts. Dat was nodig om het contact met de lokale leiders te onderhouden. Ook was het een vorm van belastingheffing in natura, aangezien de geldeconomie was weggevallen. De koning en zijn gevolg werden gedurende hun verblijf op de palts onderhouden uit de daartoe opgespaarde opbrengsten van de streek.

  • Parenteel is in de genealogie een opstelling van een stamouderpaar of alleen een stamvader of een stammoeder (generatie I) met hun kinderen (generatie II) en al hun verdere afstammelingen, zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn uitgewerkt. Een parenteel lijkt een beetje op een omgedraaide kwartierstaat.
  • Patriciaat, afgeleid van het begrip patriciër, is een verzamelnaam voor de families die vanouds de bestuurders in een samenleving leveren.
    In abstracte zin kon tot aan het eind van de jaren zestig van de 20ste eeuw wel een groep mensen als zodanig worden aangewezen. In die zin dat leden van die groep een grotere kans maakten dan anderen een rol in enig bestuur te verwerven. Hun voorouders waren vaak ‘regenten’ geweest in de steden tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en hadden ook in de 19e eeuw het land en een verscheidenheid aan ondernemingen bestuurd. Traditioneel speelden zij in de polders van de Noordelijke Nederlanden een belangrijkere rol dan de adel die vooral uit landjonkers uit de provincie bestond.
  • Patricieërs
    Is oorspronkelijk de naam voor de leden van enkele Romeinse geslachten.
    Het begrip patriciër herleeft in de Lage Landen tijdens de late middeleeuwen, wanneer in de steden de voornaamste geslachten zich groeperen om de bestuurlijke functies (burgemeester, schepen en dergelijke) in een beurtrol te verdelen. Men werd tot zo’n functie slechts toegelaten indien afstamming van een van de geaccepteerde familiegeslachten aantoonbaar was.
  • Patroniem
    Naam die aangeeft wie de vader is, zoals: JansenPeeters.
  • Paus is het hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk. De benaming paus is afkomstig van het Oudgriekse: πάππας, pappas, later gelatiniseerd tot papa, in de betekenis van vader. Eveneens werd de titel in de middeleeuwen opgevat als een acroniem van het Latijnse Petri apostoli potestatem accipiens (van de apostel Petrus de macht ontvangend). De regeerperiode van een paus wordt pontificaat genoemd. De paus draagt de titel Plaatsbekleder van Jezus Christus op Aarde, de opvolger van de heilige Petrus, de bisschop van Rome, het hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk en is het staatshoofd van Vaticaanstad, het kleinste land ter wereld.

  • Poorter
    Een burger die zich het recht verworven had binnen de poorten van een plaats met stadsrechten te wonen. Men kreeg dit poorterrecht of burgerschap door zich laten registreren bij een magistraat van de stad”.
  • Predicaat (tot 2006 gespeld als: predikaat) is een toevoeging die, net als een academische titel, aan de voornaam voorafgaat, dit in tegenstelling tot adellijke titels die tussen de voornaam en de geslachtsnaam geplaatst worden. Adellijke predicaten worden verleend bij Koninklijk Besluit (KB). Van 1813 tot maart 1815 bij Soeverein Besluit (SB). Sommige predicaten zijn ook aanspreekvormen. Predicaten zijn in Nederland bij wet geregeld. De predicaten zijn niet hetzelfde als de titulatuur, daar onder wordt verstaan de manier waarop we personen aanduiden of aanspreken.

  • Priester
    Een priester is in vele religies zoals het boeddhisme, hindoeïsme en het christendom, een tussenpersoon tussen God en de (gelovige) mensen. Een priester is meestal een man, maar kan ook een vrouw (priesteres) zijn, afhankelijk van de voorschriften van de betreffende godsdienst.
  • primogenituur
    Zie Eerstgeboorterecht.
  • Privilege
    Is een recht dat aan een persoon, een groep personen of een organisatie wordt toegekend om deze meer of andere rechten te geven dan waarop men normaal aanspraak maakt. Men verkrijgt een voorrecht. De term privilege komt uit het Latijn.
    In de middeleeuwen werden privileges vaak in een plechtige oorkonde vastgelegd. Speciaal bij het aantreden van nieuwe vorstenprobeerden bijvoorbeeld leenmannen van hun leenheer en steden van hun landsheer voorrechten te verkrijgen. Dit werd vergemakkelijkt wanneer zij bereid waren voor een privilege goed te betalen. De verstrekking van een privilege was daardoor niet alleen een vorstelijk machtsmiddel, maar ook een instrument om dezelfde vorst financieel afhankelijk te maken.

  • Prins
    Is in sommige landen de hoogste adellijke titel, maar kan ook een vorstelijke titel zijn. Het vrouwelijke equivalent is prinses.
  • Proband
    Of probandus of probanda is bij genealogisch onderzoek de persoon die als uitgangspunt wordt gebruikt. De Latijnse benamingen probandus en probanda worden soms gebruikt bij respectievelijk mannelijke en vrouwelijke personen. Bij een kwartierstaat wordt de proband ook wel de kwartierdrager of kwartierdraagster genoemd.
  • Provincie
    Een provincie is een deelgebied van een land met een eigen regionale regering.
  • Regenten waren de bestuurders van de Nederlandse steden in de 17e eeuw en de 18e eeuw. De macht was daar in handen van regentenfamilies, die vaak elkaar de bal toespeelden. De burgemeesters van Amsterdam bijvoorbeeld, die elkaar benoemden, maar ook de staten en Gedeputeerde Staten van de provincies, die eveneens in handen waren van een klein aantal families. De Nederlandse steden werden reeds sinds de late middeleeuwen bestuurd door de rijkere koopmansfamilies, die langzamerhand een gesloten klasse gingen vormen. Aanvankelijk kon de in schutterijen verenigde lagere burgerstand hier nog een zeker tegenwicht tegen bieden, maar in de loop van de 17e eeuw kreeg het stadsbestuur een steeds meer oligarchisch karakter.
  • Renaissance
    (letterlijk: wedergeboorte) is een periode in de Europese cultuurgeschiedenis die volgde op de middeleeuwen. De term kwam in de 19e eeuw ook in omloop als historisch periodebegrip. De renaissance als laatmiddeleeuwse culturele beweging begon in Italië in de veertiende eeuw (trecento) en verspreidde zich in de volgende eeuwen over de rest van Europa.
  • Republiek
    is een staat waarvan het staatshoofd niet door erfopvolging wordt aangewezen, maar op een of andere manier wordt verkozen. De hoogste macht ligt hierdoor bij één of meer personen, die de macht via het volk (democratie), het parlement of via een staatsgreep of als buitenlandse bezettende macht in handen gekregen hebben. Een republiek kan  zowel een democratie als een aristocratie zijn.
  • Republiek der Verenigde Nederlanden

    Republiek der Verenigde Nederlanden was tussen 1588 en 1795 een confederatie/statenbond met trekken van een defensieverbond en een douane-unie. Ze besloeg grotendeels het grondgebied van het huidige Nederland. Zij verwierf in de 17e eeuw grote politieke en economische macht en speelde geruime tijd een hoofdrol op het wereldtoneel. Het einde kwam met de inval van Frankrijk in 1793-1795, al was de neergang al eerder ingezet. De Republiek bestond uit acht soevereine staten: Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland, Zeeland, en Drenthe. Elke staat bestuurde het eigen gebied. In de volsmondd heette de Republiek “de Noordelijke Nederlanden”.

  • Ridder

    Een adellijke titel. De ridders hebben de laagste titel in de adel; onder hen staat de ongetitelde adel, baronnen staan hoger in rang. In de middeleeuwen was een ridder een bewapende ruiter, de stand der bewapende ruiters werd al snel een gesloten klasse. De titel ridder komt in Nederland en België op twee manieren voor: “op allen” en “met het recht op eerstgeboorte”. In het eerste geval heeft ieder mannelijk lid van de betreffende adellijke familie recht op de titel. In het tweede geval wordt de titel vererfd in Salische lijn. Dat wil zeggen dat de oudste mannelijke afstammeling van de eerste drager van de titel zich ridder mag noemen. De rest is dan dus titelloos.

  • Ridderhofstad Sterkenburg

    Ridderhofstad
    Is in de ruime betekenis de benaming voor de grond waarop zich de woning met bijbehorende gebouwen van een riddermatig man bevindt. Begin 16de eeuw kreeg het begrip ‘ridderhofstad’ in het Utrechtse Nedersticht een beperktere betekenis omdat voor de gebruikelijke belastingvrijstelling voor riddermatigen, hogere eisen werden gesteld. Vanaf 1512 werden nog slechts die adellijke huizen die omgeven waren door een gracht en voorzien van een ophaalbrug, en waarvan de eigenaar verschreven was in de ridderschap, aangemerkt als ridderhofstad, wat voorwaarde was voor belastingvrijstelling.

  • Ridderlijke Duitsche Orde in de protestantse Balije Utrecht
    Is een liefdadige ridderlijke orde die alleen Nederlandse protestantse edellieden toelaat. De orde is in de Reformatie afgesplitst van de katholieke Duitse Orde.
  • Riddermatig goed is een zaak of een vermogensrecht uit het feodalisme, waarbij de zaak of het recht overdraagbaar was. In de middeleeuwen was een dergelijk bezit enkel toegestaan aan de ridderschap. Het ging hierbij om een leengoed dat door een leenheer in leen werd gegeven aan een leenman. Een riddermatig goed kan onder andere zijn: borg, ridderhofstad, havezate en landgoed.

  • Ridderlijke orden in Nederland en in België zijn afdelingen van oude orden.
    In Nederland bestaan vier ridderlijke orden:

    • De protestantse Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht;
    • De katholieke Souvereine Militaire Orde Malta (afdeling Nederland);
    • De protestantse Johanniter Orde in Nederland.
    • De katholieke Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem

    Overeenkomstig de statuten van de Nederlandse afdelingen van de tweede en derde van deze orden kunnen alleen personen worden toegelaten tot de orden die zijn ingeschreven in het filiatieregister van de Hoge Raad van Adel; voor dames geldt dat ook zij die getrouwd zijn met leden van de Nederlandse adel kunnen worden toegelaten. Over ieder lidmaatschap van een van die twee orden wordt derhalve eerst advies ingewonnen bij de Hoge Raad van Adel.

  • Ridderschap was in de Republiek der Verenigde Nederlanden het college waarin de edelen van een gewest verenigd waren. De zeven gewestelijke ridderschappen werden in 1795 (Franse bezetting van de Nederlanden) opgeheven, maar koning Willem I stelde ze in 1814 opnieuw in als openbaar lichaam. Deze werden in 1850 bij het in werking treden van de door Thorbecke opgestelde provinciewet opgeheven. Een aantal ridderschappen is echter als particuliere organisatie blijven bestaan. Een ridderschap moet niet worden verward met een ridderorde.
  • Ridderslag
    Wordt pas in de veertiende eeuw ingevoerd, als de zwaardomgording haar betekenis heeft verloren. De ridderslag staat symbool voor de toetreding tot een andere klasse.
    Ook is de ridderslag een uiting van klassebewustzijn en sociale apartheid van de ridderstand, vanwege de voorwaarde dat nieuwe ridders van adellijke geboorte moeten zijn. Het is een bevestiging van het feit dat zij tot de heersende klasse behoren.
  • Rijksoverheid
    Vaak kortweg het Rijk genoemd, is het onderdeel van de Nederlandse overheid dat wettelijke taken heeft op landelijk niveau: de ‘centrale overheid’. Het Rijk wordt gevormd door alle ministeries, de uitvoeringsorganisaties die onder de verantwoordelijkheid van een ministerie vallen, inspecties en Hoge Colleges van Staat, en houdt zich bezig met de voorbereiding en de uitvoering van plannen van de regering en het parlement.
  • Wapen van Willem II van Holland, Rooms Koning

    Rooms Koning
    Het Duitse koningschap bestond van 911 tot 1806. De koning van Duitsland was een voor het leven gekozen functionaris, die de eenheid van het Oost-Frankische Rijk, bestaande uit Beieren, Franken, Lotharingen, Saksen en Zwaben, moest symboliseren en behartigen. Vanaf 962 lieten de gekozen Duitse koningen zich tevens, doorgaans enige tijd later dan hun verkiezing tot koning, door de paus tot keizer kronen van het Heilige Roomse Rijk, dat beschouwd werd als rechtsopvolger van het oude Romeinse keizerrijk. Zij waren immers de beschermheren van het Italiaanse schiereiland en de pauselijke staat. Het was dus geen erfelijk koningshuis; de Duitse koning werd volgens een ongeschreven grondwet verkozen.

  • Schepen
    Was een lid (ambtenaar) van een college van oordeelvoorstellers (oordeelvinders) die op rechtszittingen van het volksgerecht (ding) hun oordeel uitspraken. Dit oordeelvoorstel werd al dan niet bevestigd door verplicht aanwezige volksgenoten. Het proces van waarheidsvinding was gebaseerd op wat de partij van de klagers en die van de aangeklaagden verklaarden en op wat volgens rechtsgewoonte de norm was. De rechters die uit deze feiten het recht ‘vonden’ (‘vonnis’) schiepen het recht. Uit het oud-saksisch woord ‘skeppian’ ontstond het begrip schepen. Later verviel de verplichte bijwoning (dingplicht) door de volksgenoten bij een rechtszitting en stelde het college van schepenen, de schepenbank, het oordeel vast. Aangezien er geen scheiding der machten was, hadden de schepenen meestal ook bestuurlijke taken. In de Nederlanden en omliggende landen kende men schepenen en schepenbanken in deze vorm tot einde van het ancien régime (ca. 1795).
  • Schepenbank

    Was tijdens de middeleeuwen en het ancien régime de voorloper van de huidige schepencolleges in België en het College van burgemeester en wethouders in Nederland. De taken van de schepenbank gingen echter verder dan de huidige taken van burgemeester en wethouders of schepenen.
    Op de eerste plaats hadden zij een rechterlijke taak wat personen en goederen aanging die binnen hun rechtsgebied, de stad of de heerlijkheid, vielen. Naargelang de graad van de jurisdictie (hogere, middele of lagere jurisdictie) was de schepenbank bevoegd om bepaalde misdrijven tot een zekere kapitaalwaarde te berechten en uitspraak te doen in burgerlijke geschillen. Ook criminele zaken (hogere jurisdictie) konden tot haar bevoegdheid behoren, veelal met uitzondering van deze waarvoor lijfstraffen golden (deze rechtspraak werd waargenomen door landsheerlijke ambtenaren, zoals grootbaljuws, hoofdschouten, drossaards, amman …). De vrijwillige rechtspraak, waartoe overdracht van onroerend goed (goedenissen) en erfverdelingen (lotingen) behoorden, vond eveneens plaats voor de schepenbank, die hierop een registratierecht (pontpenning) mocht heffen.

  • Schout
    Ook schult, schulte, scholtis, gelatiniseerd tot scultetus, was een ambtenaar belast met bestuurlijke en gerechtelijke taken en het handhaven van de openbare orde. Zijn taken varieerden naar tijd en plaats.
    De functie van schout bestond in de Lage Landen vanaf de hoge middeleeuwen. De precieze invulling kon variëren en was bijvoorbeeld in steden anders dan in dorpen. Steden waren min of meer zelfstandig in het aanstellen van bestuurders. In de regel werd een schout aangesteld als hoofd van het justitieel apparaat. Hij was openbaar aanklager, hoofd van het opsporingsapparaat en zat het gerecht voor (de vierschaar).

  • Schutterij “de Nachtwacht”, door Rembrandt (1642)

    Schutterij
    Of het schuttersgilde was een lokale militie opgericht in de middeleeuwen, bestaande uit burgers, om hun stad of dorp te beschermen en verdedigen bij een externe aanval van bijvoorbeeld rondzwervende roversbenden of vreemde legers en intern de orde te handhaven bij oproer, brand of prominent bezoek. De kerntaken van de schutterij waren aldus te vergelijken met die van de hedendaagse orde en hulpdiensten zoals politie, brandweer en het leger: het bewaken en bewaren van orde, rust en veiligheid van de burgers.

  • Seneschalk
    Is de Frankische titel voor een belangrijke functionaris en plaatsvervanger van de graaf, hertog of koning. De seneschalk was belast met financieel beheer. Hierbij ging het voornamelijk om het innen van belastingen. Daarnaast was de seneschalk ook belast met juridische aangelegenheden, zoals de koninklijke rechtspraak.
  • Slavernij is een toestand waarin een mens eigendom is van een ander of als zodanig wordt behandeld. Vormen van slavernij komen nog op veel plekken in de wereld voor, hoewel het in de hele wereld is verboden. De persoon van wie bezit is genomen, wordt slaaf (mannelijk) of slavin (vrouwelijk) genoemd.

  • Slavenhandel is het kopen en verkopen van mensen om door middel van de handel in deze slaven financieel voordeel te behalen. Een slavenhandelaar is een persoon die andere mensen als persoonlijk bezit toe heeft geëigend via ontvoering of handel en die deze slaven verder verhandelt.

  • Slot
    Zie kasteel

  • Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta (ook wel Maltezer Orde of Orde van Malta) is een internationale rooms-katholieke ridderorde met een soevereine status, maar zonder eigen grondgebied. De hospitaalridders vormen een van de oudste nog bestaande ridderlijke ordes en hebben sinds de tijd van de Kruistochten een bijzondere plaats in de Europese geschiedenis. De Orde van Malta heette aanvankelijk de Orde van Sint-Jan of Johannieterorde, een naam die tegenwoordig nog wordt gevoerd door de protestants geworden afdelingen.
  • Soevereiniteit
    Is het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen zonder dat verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan. Legitimatie van dit gezag kan vanuit verschillende gezichtspunten benaderd worden, zoals volkssoevereiniteit of godssoevereiniteit. Het model van de Westfaalse soevereiniteit is de basis geweest bij het proces van staatsvorming in een groot deel van de moderne wereld.
  • Soldij
    Was en is nog altijd een soldatenloon.
  • Spaanse Nederlanden is de benaming voor de Habsburgse Nederlanden van 1556 tot aan 1715. In 1581 scheidden de noordelijke gewesten zich van de zuidelijke af en verklaarden zich onafhankelijk onder de naam Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Voordien stonden de Spaanse Nederlanden ook bekend als de Zeventien Provinciën. De Zuidelijke Nederlandengaan verder onder de naam Spaanse Nederlanden.
  • Spilleleen
    Of konkelleen (Duits: Spilllehen of Kunkellehen) is in het leenstelsel een type leengoed dat zowel op een man als een vrouw kon vererven.Een spilleleen werd ook wel goed of onversterfelijk leen genoemd. Een leen dat alleen op een man kon vererven, heet zwaardleen en staat ook als slecht of versterfelijk leen bekend.

  • Stad
    is in tegenstelling tot een dorp, een grotere plaats waar mensen wonen, gelegen aan grotere verkeerswegen en met een eigen bestuurs- en verzorgingsstructuur.
    In het middeleeuwse Europa gold een andere definitie: steden waren plaatsen met stadsrechten, zoals het hebben van een stadsmuur en het hebben van een eigen rechtspraak en belastingen.
  • Stadhouder
    Een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
  • Stadsmuur
    Is een muur of ommuring van een stad waarmee een verdediging tegen vijanden werd gevormd. In de middeleeuwen moest een stad eerst toestemming van de landsheer verkrijgen, voordat een stadsmuur mocht worden gebouwd. Dit was niet direct gekoppeld aan het verkrijgen van stadsrechten: meestal was het een afzonderlijk privilege dat pas later werd verleend. De vroegste stadsmuren werden gemaakt met houten palen maar deze werden later vaak herbouwd met steen, omdat deze sterker waren en zo aanvallende legers makkelijker buiten konden houden.

  • Stadsrechten
    Waren in het middeleeuwse Europa bijzondere rechten en privileges die aan een plaats werden toegekend. Hoewel hieronder vaak meerdere rechten (zoals marktrecht, tolrecht en het recht om stadsmuren te bouwen) worden verstaan, ging het in essentie om het recht van de stad op eigen rechtspraak. Aan burgers werd het recht verleend hun zaak te bepleiten voor een rechtbank van “gelijken” in plaats van onderworpen te zijn aan het recht van de landheer. Feitelijk is er dus sprake van stadsrecht en niet van stadsrechten. In een afzonderlijk privilege kon ook het recht op wetgeving (keur) worden verstrekt en het recht om de eigen schout en stadsbestuurders te benoemen.
  • Stamboomonderzoek
    Zie Genealogie
  • Stamreeks is in de genealogie één bepaalde lijn uit een kwartierstaat. Men onderscheidt:

    • De patrilineaire stamreeks. Deze begint met de vader van de vader van de vader et cetera. Zij wordt in engere traditionele zin (= wettige afstamming) de stamreeks van een familie genoemd. De afstammelingen van de vrouwelijke telgen van een familie worden dus niet in de patrilineaire stamreeks opgenomen.
    • De matrilineaire stamreeks. Deze begint met de moeder van de moeder van de moeder et cetera. De afstammelingen van de mannelijke leden van een familie worden dus niet in de matrilineaire stamreeks opgenomen.
    • De naamstamreeks. Deze gaat door op de geslachtsnaam (bijvoorbeeld bij een onbekende vader of in geval van adoptie) of op de boerderijnaam (bijvoorbeeld bij aanneming van de boerderijnaam door de man van een erfgename van die boerderij).

    Generatie I is bij een stamreeks de oudst opgegeven voorouder. Neemt men de probandus als generatie I dan heet dit een afstammingslijn uit een familie of van een bepaald persoon.

  • Standen

    De standensamenleving of standenmaatschappij is een samenleving waarin de bevolking in verschillende groepen of standen is opgedeeld die elk hun eigen rechten en plichten hebben. Al in de Middeleeuwen werd uitgegaan van een driestandenschema van de geestelijkheid als eerste stand, de adel als tweede stand en de boeren als derde stand, waar later ook wel de burgerij onder werd gerekend.

  • Stedeling
    Inwoner van een stad.
  • Sticht of stift is een gebied waarover een abt, proost of een bisschop als heer/vorst wereldlijke zeggenschap had. In Nederland wordt met Het Sticht doorgaans het Sticht Utrecht bedoeld, het gebied waarover de bisschoppen van Utrecht in de Middeleeuwen als prinsbisschoppen de landsheerlijkheid uitoefenden. Het Overijsselse, Drentse en Groningse deel werd vroeger vaak Oversticht genoemd, het Utrechtse deel Nedersticht. Andere stiften waren onder andere Stift Thorn en Stift Elten. Andere belangrijke stiften in de Nederlanden waren het hoogstift prinsbisdom Luik en het abdijvorstendom Stavelot-Malmedy, die vanuit het oogpunt van de Bourgondische en later de Spaanse landsherenhinderlijke enclaves in het gebied van de Zeventien Provinciën vormden.

  • Titel
    Is in het algemeen een naam, predicaat of kwalificatie. Eretitels van personen, zoals:

    • adellijke titels, de onderscheiden rangen binnen de adel
    • academische titel, de titel verbonden aan een academische graad
    • predicaat (titel), aanduiding voor of na een naam
  • Topografie
    Uit het Grieks, letterlijk “plaatsbeschrijving“, is de studie van de beschrijving van kenmerken van plaatsen en gebieden. Tot de topografie behoort ook de studie van de ligging en de namen van plaatsen, wateren, bergen, streken, landen, en andere geografische vormen. Het woord topografie komt uit het Grieks (τοπος topos, plaats, plek; γραφειν grafein = schrijven, beschrijving).
  • Vazal is een getrouwe van een koning, hoge edele of geestelijke in de middeleeuwen. Wanneer hij beleend wordt door zijn overste is hij een leenman. Dit gebruik begon onder de Karolingische koningen. Deze hoopten met de belening een groep loyale edelen tot hun beschikking te hebben. Een vazal gaf zijn vrije status en bezit op aan een leenheer die hem in ruil veiligheid en werk (eventueel een ambt op zijn landgoed) aanbood. De vazal verplichtte zich tot het vervullen van herendienst, en de afdracht van een deel van de oogst als hij boer was op het leen.

  • Verlichting
    Of Eeuw van de Rede was een cultureel-filosofische en intellectuele stroming in Europa die ruwweg samenviel met de 18e eeuw. Het was een reactie op het dogmatische autoriteitsgeloof. In deze periode ontstond een culturele stroming of beweging van intellectuelen met als doel het gebruik van de rede en het filosoferen te bevorderen. De rede gaat alleen maar af op feiten, hoe verborgen die ook zijn.[1] De Verlichting stond aldus voor bevordering van de wetenschap en intellectuele uitwisseling. De propagandisten ervan bestreden het bijgeloof, misbruik van recht in kerk en staat, intolerantie en kwamen op voor zekere grondrechten.
  • Verenigde Nederlandse Staten
    (Frans: États-Belgiques-Unis) waren een confederatie van de Zuidelijke Nederlanden die bestond van januari tot december 1790, tijdens een kortstondige opstand tegen de Habsburgse keizer Jozef II. De acht stichtende leden van deze statenbond waren Brabant, Henegouwen, Vlaanderen, West-Vlaanderen, Namen, Mechelen, Gelre, Doornik en het Doornikse.
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was een historische staat die België en Nederland omvatte, en die ook in een personele unie met het groothertogdom Luxemburg stond.
  • Vierschaar
    is het gerechtelijk bestuur van een plaatselijk gebied in de gewesten van de Lage Landen tijdens de middeleeuwen en het ancien régime. Aangezien ‘bestuur’ op dat ogenblik nog niet is opgedeeld volgens het principe van de scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht), maakte deze rechtspraak integraal deel uit van de taken van het bestuur. De hoge jurisdictie berustte vaak bij de graaf, de middelbare en lage jurisdictie bij de plaatselijke ambachtsheer.
  • Vondelingennaam
    Naam die werd gegeven aan een vondeling, vaak naar de plaats of tijd waar het kind gevonden werd, zoals: GroenVondelingGevonden (tevens zinwoord)
  • Voorouder
    Is iemand van wie men afstamt. In de meest strikte zin worden met voorouders de persoonlijke verwanten in rechte opgaande lijn bedoeld, met uitzondering van de ouders. In ruimere zin kunnen echter ook de gezamenlijke verwanten uit vroegere tijd van de nu levende mensheid bedoeld worden.
  • Vorst
    Is de algemene aanduiding voor een monarch. De term stamt van het Middelnederlandse vorste (voorste, eerste), een vertaling van het Latijnse princeps, van welk woord prins is afgeleid. In engere zin is de vorst het staatshoofd van een vorstendom (als zodanig met name in de Romaanse landen ook prins genoemd), in rang tussen hertog en graaf.
  • Vorstendom
    Of prinsdom is een door een vorst of prins geregeerde staat, of, in bredere zin, een soeverein heersergebied van een monarch. De naam ‘prins’ wordt doorgaans alleen gebruikt voor staten waar een vorst met een lagere rang dan koning aan het hoofd staat en dient niet verward te worden met dezelfde titel die de zonen van een koning dragen. De titel ‘prins’ is in Groot-Brittannië en Frankrijk gebruikelijk, waar in het Duitse Rijk werd deze rang als ‘vorst’ (Fürst) wordt aangeduid.
  • Vrijbuiter
    Is een kaper
  • Vrijheer

    De heer of vrijheer, soms ook wel vrouwe of vrijvrouwe, was in het ancien régime de heerser van een heerlijkheid. Hij was doorgaans een leenman van het landsheerlijke gezag boven hem. In het geval dat de keizer direct boven de heer stond en deze dus geen hiërarchische binding had met een “tussenliggende heerschappij”, spreken we van een baanderheer of bannerheer of ook wel van een “rijksonmiddellijke heerlijkheid”. Dit waren vaak zeer machtige personen die zich met succes wisten te verzetten tegen de invloed van de hertog of de graaf van het omringende gebied en zo hun onafhankelijkheid wisten te bewaren.

  • Vroedschap
    Is een vroegmodern type college, alsmede de titel van een burger die in dat college zitting had (ook vroedsman genoemd).
    De meeste steden in de vroegmoderne tijd kenden een regering bestaande uit gekozen mannelijke poorters, die zitting hadden in de vroedschap. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestond een stadsbestuur uit de magistraat en de vroedschap. De magistraat (of stadsregering), de vier of zes burgemeesters en/of schepenen, hielden zich bezig met het dagelijks bestuur van de stad. In de meeste steden werden de burgemeesters voor een periode van vier jaar gekozen. De laatst aangetreden burgemeester was verantwoordelijk voor de schutterij. De vroedschap stelde de magistraat aan, die in de regel uit eigen gelederen kwam.

  • Vroege middeleeuwen
    Onder vroege middeleeuwen verstaat men in het algemeen de periode die loopt van de 5e eeuw (de val van het West-Romeinse Rijk) tot het einde van de 10e eeuw, meer in het bijzonder als onderdeel van de geschiedenis van Europa.
  • Vroegmoderne Tijd
    Soms ook Nieuwe Tijd of Ancien Régime genoemd, is een periode van enkele eeuwen in de geschiedenis van Europa die volgde op de Middeleeuwen. Historisch en politiek markante cesuren waren de verovering van Constantinopel in 1453, de ontdekking van Amerika door Christoffel Columbus in 1492, het einde van de reconquista in hetzelfde jaar, het begin van de Italiaanse Oorlogen in 1494 en het begin van de reformatie in 1517.
  • Vroonhof
    Vroonhoeve of vroenhof was in de middeleeuwen de hoeve van een landsheer, van waaruit de omringende landbouwgronden werden geëxploiteerd, gedeeltelijk met horige boeren volgens het systeem van het hofstelsel.
    Vroon vindt zijn oorsprong in het Oergermaanse *fraujaz, dat ‘heer’ betekent.

  • Wapen De Cock

    Wapen
    In de heraldiek is een wapen of blazoen een meestal symbolische voorstelling op een (wapen)schild, eventueel uitgebreid met een of meer attributen uit de zogeheten schilddekking, zoals een helm, een kroon, een of meer schildhouders, een motto en een wapentent, wapenmantel of dekkleed. Een wapen wordt gebruikt als herkenningsteken van personen, families en organisaties. De oorsprong ligt in de middeleeuwse feodaliteit. Met ‘wapen’ werd in het Middelnederlands de volledige uitrusting van een ridder aangeduid. In de 16e eeuw gingen de betekenissen van wapen als schild en wapen als gevechtswapen uiteenlopen. Het heraldische wapen vindt zijn oorsprong in het wapenschild.

    Wapenrecht
    is in de heraldiek het recht om een wapen te voeren. Men kon dit recht verkrijgen door verovering, doordat de vorst het verleende en bij adelverheffing. De eenvoudigste manier was door vererving van voorouders. Wapenrecht in de zin van recht als wetsorde geldt voor Nederland niet omdat Nederland inzake het wapenrecht geen ‘door dwang gehandhaafde gedragsregels waarop de overheid toeziet’ kent, hetgeen voor meer landen geldt. Het voeren van een familiewapen is in Nederland vrij voor elke burger. Het is nooit een exclusief recht voor de adel geweest. Het enige exclusieve recht voor de adel is het voeren van het bij koninklijk besluit vastgestelde familiewapen. Dit exclusieve recht geldt eveneens voor de enkele burgerwapens die bij koninklijk besluit of bij besluit van de Hoge Raad van Adel zijn vastgesteld, en bij de Hoge Raad van Adel zijn geregistreerd.

  • Waterschap
    Een waterschap is een regionaal overheidsorgaan dat bestuurlijk verantwoordelijk is voor de waterhuishouding in een gebied. Sommige waterschappen in Nederland noemen zich op historische gronden hoogheemraadschap.
  • Weerboer
    Is een vrije boer die niet gebonden is aan een leenheer. Weerboeren ontstonden na de val van het Romeinse Rijk in de vijfde eeuw. Een groot aantal Germaanse boeren gaven, vanwege de onveilige situatie in Europa, hun vrijheid en bezit over aan gewapende leenheren in ruil voor bescherming. Een klein aantal boeren wist hun vrijheid en hun eigen hoeve te behouden en zorg te dragen voor de eigen bescherming. Deze boeren worden weerboeren (Duits: wehrbauer) genoemd. Enkele weerboeren lukte het om een paard en harnas te bekostigen en stegen zodoende op in de rangen van de lage adel als ridder (miles). Andere wehrbauer vergrootten hun boerenbedrijf door pachten van grond en het aannemen van knechten en kwamen in dienst van een leenheer als schout of huisman.

  • Welgeborenen
    Is een pre-feodale sociale laag van welgestelde boeren of afgezakte adel die het zich konden permitteren een paard en wapenuitrusting te kopen. Zij werden door hun omgeving tot de ridderschap gerekend en droegen militaire steun bij aan de hogere heren.
  • Wethouder
    Een wethouder is een openbaar bestuurder binnen een Nederlandse gemeente. De functie is vergelijkbaar met die van een schepen in België. De functie van wethouder is enigszins te vergelijken met die van politieke ambtsdragers op landelijk en provinciaal niveau, respectievelijk een minister en een gedeputeerde. Met de burgemeestervormen de wethouders het college van burgemeester en wethouders (vaak college van B&W genaamd), het dagelijks bestuur van de gemeente.Tezamen met de gemeenteraad vormen zij het gemeentebestuur. De gemeenteraad is ook het politieke orgaan dat na de gemeenteraadsverkiezingen de wethouders kiest. In regel geldt hun verkiezing/benoeming voor een periode van vier jaar, gelijk aan de zittingstermijn van de gemeenteraad. De functie van wethouder bestaat sinds 1813. Daarvoor kenden steden soms meer dan een burgemeester ondersteund door een aantal schepenen, een term die ook in Nederland tot 1795 gebruikt werd in het kader van de schout en de schepenen, het dagelijks bestuur van een gemeente. Wethouders worden gekozen door de gemeenteraad.
  • Zinwoordnaam
    Een veelal opvallende naam die een eigenschap beschrijft, in een soort zinvorm, vaak met werkwoord, zoals: Kijk in de VegteDe KwaadstenietZondervanKolen in ’t Veld.
  • Zuidelijke Nederlanden
    Is de (verzamel)naam voor de verschillende landsheerlijkheden uit de Habsburgse Nederlanden die onder het gezag van de Habsburgers bleven, nadat de opstandige zeven noordelijke provinciën zich in 1581 hadden afgescheiden.
  • Zwaardleen
    Ook wel kwaadleen of recht leen genoemd, is in het leenstelsel een type leengoed dat alleen op een man kon vererven. De aanduiding zwaardleen is ontstaan doordat het zwaard vroeger het zinnebeeld was van de man. Een leengoed dat zowel op mannen als vrouwen kon vererven, wordt aangeduid met spilleleen.
  • Zwaardomgording
    De ceremonie van de zwaardomgording vindt haar oorsprong in Germaanse gebruiken. De gordel als symbool van de soldatenstand is van zeer oude Germaanse oorsprong. Hierbij wordt de jongen, slechts twaalf tot veertien jaar oud, middels een plechtige proclamatie in staat geacht wapens te dragen. Hij is dan geen jongen meer maar een man. Zwaardomgording is de voorloper van de ridderslag.

 

Deze lijst zal zeker niet compleet zijn, aanvullingen zijn welkom.

Deze onderwerpen  zijn samenvattingen uit Wikipedia.
Voor meer uitgebreide informatie kunt u daar verder zoeken.

Zie hieronder voor Achtergronden, Bronnen, Naslagwerken en overzichten:

 

facebook

 

 

© 25 maart 2018, laatst bijgewerkt op 24 april 2023

 

Gorinchem in 1652 door J. Bleau

Gorinchem, uitgesproken en soms ook geschreven als Gorcum of Gorkum, is een stad en gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland.  Op een oppervlakte van 22,01 km² (waarvan 3,23 km² water) wonen 37.416 mensen (1 januari 2021, bron: CBS). Dalem behoort ook tot de gemeente Gorinchem. In het centrum van Gorinchem ligt de goed bewaarde vestingstad.

Gorinchem ligt aan de rivieren de Linge en de Boven Merwede, met aan de overkant Sleeuwijk en Woudrichem. De gemeente heeft een station aan de westelijke Betuwelijn (Dordrecht-Geldermalsen). Ten noorden van Gorinchem loopt rijkswegA15, die gebundeld is met de Betuweroute. Ten westen van de stad loopt rijksweg A27met als ‘flessenhals’ de Merwedebrug.

De stad zelf ligt gedeeltelijk in de Alblasserwaard en gedeeltelijk in de Tielerwaard. De grens ligt ongeveer op de Lingsesdijk. Het oosten van de stad ligt in de Tielerwaard en was vroeger provincie Gelderland. Tegenwoordig is dit ingedeeld bij Zuid-Holland. Het dorp Dalem ligt ook in de Tielerwaard.

In 1273 kocht Jan II van Arkel de havenplaats Gorinchem van de graaf van Bentheim.

Aan het eind van de 13e eeuw werden rond de nederzetting wallen opgeworpen die versterkt waren met palissaden, dit in een poging zich te beschermen tegen de overheersing van de buurstaten Holland en Gelre. Ook werden de eerste openbaren gebouwen gesticht, zoals de Heilige-Geestkapel, het Gasthuis en de Kanselarijkapel.

Halverwege de 14e eeuw werden de wallen verder versterkt met stenen muren waar 7 poorten in zaten en 23 torens waardoor een echte stadswal ontstond. Otto van Arkel verleende Gorinchem op 11 november 1382 stadsrechten. Bij een grote stadsbrand gingen in 1388 vijftienhonderd huizen, bijna de hele stad, in vlammen op (stadsbrand van Gorinchem).

Gevelsteen aan de Revetsteeg in Gorinchem

Tussen 1401 en 1412 vonden De Arkelse Oorlogen plaats.
Het conflict tussen de Heren van Arkel en de graven van Holland begon toen Jan V van Arkel niet meer deel wilde nemen aan de acties tegen de Friezen en opstandelingen in het noorden van Holland. Jan was echter een leenman van Holland, maar had de afgelopen jaren veel expansie en rijkdom vergaard waardoor hij machtig was geworden. Mogelijk dacht hij dat hij de middelen had om van het Land van Arkel een eigen graafschap te maken. Daarbij kwamen nog de Hoekse en Kabeljauwse twisten, waarin Jan de zijde koos van de Kabeljauwen, terwijl graaf Willem VI van Holland de kant van de Hoeken koos. Een tweestrijd was geboren.
Nadat Willem van Holland de stad Gorinchem in handen had gekregen, liet hij de burcht van de Heren van Arkel afbreken, en werd er een nieuw kasteel gebouwd in het zuiden bij de rivier de Merwede.
In 1417 wist Willem van Arkel (zoon van Jan V van Arkel) met een Brabants leger de stad Gorinchem te belegeren en zelfs binnen te dringen, maar in de straten binnen de stadsmuren werd hij omgebracht door een pijlschot in de borst.

 

Gorinchem werd in 1417 definitief door de graven van Holland ingelijfd.

Door de aansluiting bij Holland bloeide de handel op en Gorinchem groeide uit tot de achtste stad van Holland.

Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog werd Gorinchem uit Spaanse handen bevrijd op 26 juni 1572 toen het werd ingenomen door de Watergeuzen en Willem van Oranje. In diezelfde periode ging de hervorming Gorinchem niet zonder slag of stoot voorbij. In 1566 werd de eerste protestantse kerkdienst gehouden. Zes jaar later, op 9 juli 1572, namen de calvinistische Watergeuzen 19 rooms-katholiekepriesters en broeders gevangen en voerden hen weg naar Den Briel (Brielle) waar zij in een turfschuur buiten de stadskern werden opgehangen. Deze geestelijken werden bekend als de martelaren van Gorcum. In het Gorcums Museum hangt een schilderij ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis.

Dalempoort © JohnOoms.nl  2018

Aan het eind van de 16e eeuw waren de stadsmuren zo verzwakt dat zij werden vervangen door een nieuwe vestingwal met elf bastions. De nieuwe wal werd in 1609 afgerond en lag een stuk verder uit het centrum waardoor de stad tweemaal zo groot werd. Deze wal is nog bijna volledig intact. De vestingwal had vier stadspoorten: ten noorden de Arkelpoort, ten oosten de Dalempoort, ten zuiden de Waterpoort (waar men met de pont naar Woudrichem kan) en ten westen de Kanselpoort. Van de vier stadspoorten is alleen de Dalempoort nog over. De andere drie zijn in de 19e eeuw afgebroken om het toegenomen verkeer doorgang te verlenen. Een gedeelte van de Waterpoort bleef bewaard en is opgebouwd in de tuin van het Rijksmuseum Amsterdam. In 1673 werd Gorinchem opgenomen in de (oude) Hollandse Waterlinie.

Na een bloeiperiode in de Gouden Eeuw kwam in de 18e eeuw de teruggang. Aan het eind van de Franse overheersing werd de stad ook nog zwaar beschadigd door beschietingen toen de terugtrekkende Franse troepen zich in de vesting verschansten en de stad zich pas overgaf na drie maanden belegering. Dat was het zogenaamde Beleg van Gorinchem in het jaar 1813-1814. De Franse generaal Rampon, commandant van Gorcum, had daarvoor, ter verbetering van het schootsveld, alle houtgewas en bouwwerken zoals schuurtjes, molens en theekoepels laten verbranden of slopen tot een afstand van 450 meter van de vesting. Vervolgens werd het land onder water gezet en gaten in de toegangswegen gemaakt. Over de bastions werden honderden vuurmonden verdeeld. In de eerste weken van december werd de stad geleidelijk aan alle kanten omsingeld door de Russen en de Pruisen onder generaal Zielinsky. Maandenlang doorstond de ingesloten stad een reeks zware bombardementen. Op 4 februari 1814 werd de gehavende vesting overgegeven aan de belegeraars.

Vanaf 1815 ging de vesting Gorinchem deel uitmaken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Anders dan de oude waterlinie was dit geen linie van het gewest Holland, maar een belangrijke verdedigingslinie van het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden. Het tracé van de nieuwe linie had zich bij Gorinchem al eerder ontwikkeld. De vestingwerken van de stad zijn tot in de 20e eeuw in gebruik gebleven of aan de eisen van de tijd aangepast.

Gezicht op Gorinchem met molens. © JohnOoms.nl 2018

In de 19e eeuw krabbelde Gorinchem weer uit het dal door de opkomst van de industrie. De ontwikkeling van de stoommachine gaf de scheepvaart en het treinverkeer een impuls. De bereikbaarheid van de stad werd verbeterd door de aanleg van kanalen en een spoorweg. De rol van de vestingwerken was begin 20e eeuw uitgespeeld.

Het wapen van Gorinchem is het wapen van de Zuid-Hollandse gemeente Gorinchem. Het is op 24 juli 1816 door de Hoge Raad van Adel gedeeltelijk bevestigd en op 24 maart 1982 aan de gemeente toegekend.

Het stadsbestuur verzocht in het begin van de 19e eeuw officiële erkenning en zond een tekening van het wapen mét de wapenspreuk naar de Hoge Raad van Adel. De beschrijving op het wapendiploma was echter niet volledig: er stond niets vermeld over de richting van de vanen op het poortgebouw, de kleur van de nagels van de schildhouders, het valhek in de poort noch de wapenspreuk. Dit is de reden dat de Hoge Raad op 24 juli 1816 een gedeeltelijke bevestiging gaf waardoor Gorinchem het lange tijd met een uitgekleed wapen moest doen. Het gemeentebestuur heeft dit later rechtgezet en kreeg bij Koninklijk Besluit van 24 maart 1982 alsnog erkenning van het te voeren wapen.
Het wapen heeft de volgende blazoenering:
“In goud een gekanteelde poort van keel, gedekt met 3 daken van azuur, waarop 4 naar links waaiende vanen van keel, in de poort een opgetrokken valhek van sabel en in de schildpunt een schildje van zilver, beladen met 2 beurtelings gekanteelde dwarsbalken van keel. Het schild gedekt met een gouden kroon van 3 bladeren en 2×3 parels en gehouden door 2 gouden leeuwen, getongd en genageld van keel. Wapenspreuk: Fortes Creantur Fortibus in Latijnse letters van keel op een lint van goud.”De heraldische kleuren keel, azuur en sabel staan voor de kleuren rood, blauw en zwart. De in de heraldiek aangegeven richting is gezien vanuit de persoon achter het schild; voor de beschouwer juist andersom, hierdoor wijzen de vanen op de daken van het poortgebouw in werkelijkheid naar rechts.De wapenspreuk van Gorinchem, Fortes creantur fortibus (“Sterken brengen sterken voort”), verschijnt voor het eerst in 1749 in een door de stad gedrukt boek. De woorden zijn waarschijnlijk ontleend aan Horatius’ Carmina “Fortes creantur fortibus ac bonis” dat vrij vertaald betekent: sterken kunnen slechts worden voortgebracht door sterken en goeden.

Wapen van de Heren van Arkel

De stad was tot 1412 de hoofdstad van het geslacht Van Arkel, die veel bezittingen hadden in de wijde omgeving. Het Arkel wapen is dan ook terug te vinden in een groot aantal gemeentewapens.

De oudste zegels van de stad uit de 14e eeuw vertonen een burcht vergezeld van een of meerdere schildjes met het wapen van Arkel. In het ene geval staat er een schild in de poortopening, in het andere staan er twee schildjes naast de burcht.

 

Bronnen:
Wikipedia – Gorichem
Regionaal Archief Gorinchem
Links:
Vesting Gorinchem
Historie en kunst – Gorcums Museum
Archeologie Gorinchem
Foto’s van Gorinchem | Flickr
Beschryvinge der stadt Gorinchem: en landen van Arkel, benevens der aloude … – Cornelis van Someren
Leven der doorluchtige heeren van Arkel, ende jaar … – Abraham Kemp Aertsz. 
Historische Vereniging Oud-Gorcum

 

Voorouders van mij uit Gorinchem:

 

  • Jan II van Arkel
    Geboren omstreeks 1255,  gesneuveld bij Vronen op 27 maart 1297. Hij was heer van Arkel vanaf 1269 tot zijn dood. Hij was een zoon van Jan I van Arkel en Bertha van Ochten. In 1273 kocht hij de havenplaats Gorinchem van de graaf van Bentheim.
  • Witten Hendrik Yens
    Schepen van Gorinchem. Geboren circa 1260, overleden 1331. Zoon van Hendrik Yens.
  • Jan die Blonde
    Knaap, Raadslid van Holland 1345-1348, 1355 Leenman van Putten 1331-1359 en van Arkel 1357-1366. Schepen van Gorinchem.
  • Jan III van Arkel
    Geboren omstreeks 1275, overleden op 24 december 1324. Hij was heer van Arkel vanaf 1297 tot zijn dood.
    Hij was een zoon van Jan II van Arkel en Bertrouda van Sterkenborg.
  • Jan IV van Arkel
    Overleden 5 mei 1360. Zoon van Jan III van Arkel en Mabelia van Voorne.
    Heer van Arkel vanaf 1326 tot zijn dood. Jan IV werd kort na de dood van zijn vader vertrouweling en adviseur aan het hof van Holland voor Willem IV.
  • Otto van Arkel
    Geboren rond 1330, overleden 26 maart of 1 april 1396. Hij was heer van Arkel van 6 mei 1360 tot zijn dood.
    Hij was een zoon van Jan IV van Arkel en Irmengarde van Kleef. Otto was oorspronkelijk tweede in lijn van opvolging, totdat zijn oudere broer Jan omkwam bij een paardentoernooi in Dordrecht 1352.
  • Jan V van Arkel
    Geboren Gorinchem, 1362 – overleden Leerdam, 25 juli/augustus 1428. Hij was heer van Arkel, ambachtsheer van Haastrecht, Hagestein en stadhouder van Holland, Zeeland en West-Friesland. Hij was een zoon van Otto van Arkel en Elisabeth de Bar-Pierrepont.
  • Maria van Arkel
    Geboren rond 1385 te Gorinchem, overleden IJsselstein, 18 juli 1415.  Zij was een dochter van Jan V van Arkel en Johanna van Gulik.
    Zij huwde met Jan II “met de Bellen” van Egmond (1385-1451), zoon van Arend van Egmont en Jolanda van Leiningen.
  •  Matthijs Rutghers van Muijlwijck
    Geboren 1385. Zoon van Rutgher Gerrits van Muijlwijck en Beata van Amerongen.
    Hij woonde in het Land van Altena. Leenman van Polanen en de Lek voor 6 morgen 2 hond land op Muylwijckervelt.
    Op 18 maart 1463 ging dit leen over op zijn oudste zoon Jan. Hij werd ook genoemd als Leenman van Altena.
    Hij vluchtte bij de St. Elisabethsvloed in 1421 met zijn gezin naar Gorinchem. Hij was gehuwd met Beligje.
  • Gerrit De Hoghe
    Geboren rond 1375. Zoon van Goedeken de Bastaard van Arkel.
    Woonde in Gorinchem, behoort tot de vrienden van Jan van Arkel in diens strijd tegen de Graaf van Holland in 1406.
    Hoogdijkheemraad van de Alblasserwaard 1422, schepen en heemraad 1433 en 1435.
  • Floris Holle
    Geboren rond 1375. Hij behoorde tot de vrienden van Jan V van Arkel in diens strijd tegen de Graaf van Holland in 1406. Schepen van Gorinchem.
  • Gerrit Gerritsz De Hoghe
    Geboren rond 1405 te Gorinchem. Zoon van Gerrit De Hoghe.
    Leenman van Arkel (1441, 1458), woonde te Gorinchem. Schepen (1441,1443, 1446) van Gorinchem.
  • Pieter Matthijsz van Muijlwijck
    Geboren circa 1420, overleden in 1485  en begraven te Hoogblokland (in de kerk). Zoon van Matthijs Rutgers van Muijlwijck en Beligje.
    Schildknaap. Woonachtig te Gorinchem.
    Heeft in 1470 1,5 morgen land in pacht in de beemd te Hoogblokland en sticht aldaar een hofstede geheten de “Steenekamer”. Ook eigenaar van land in de ban van Arkel.
    Hij was gehuwd met:
  • Adriana Hermans
    Geboren rond 1430. Overleden op 9 november 1504, begraven te Gorinchem.
  • Gouwe Gherijtsdr De Hoghe
    Geboren rond 1440, overleden voor 1495. Dochter van Gerrit Gerritsz de Hoghe.
    Zij was gehuwd met:
  • Floris Gerritsz Holl  Geboren rond 1433 te Gorinchem, overleden voor 1495. Schepen van Gorinchem. Kleinzoon van Floris Holle, die tot de vrienden behoorde van Jan V van Arkel in diens strijd tegen de Graaf van Holland in 1406.
  • Jan Pieters van Muijlwijck
    Geboren januari 1465 in Gorinchem, overleden voor 13 maart 1536. Zoon van  Pieter Matthijsz van Muijlwijck en Adriana Hermans.
    Poorter van Gorinchem op 4 oktober 1505. Schepen van Gorinchem 1528 – 1532. Schout van Hoog Blokland in 1512.
    Hij is rond 1488 getrouwd met:
  • Lijsken Florisdr Holl
    Geboren rond 1468 te Gorinchem, overleden voor 1530 te Gorinchem. Dochter van Floris Gerritsz Holl en Gouwe Gerrits de Hoghe.
  • Pieter Matthijsz van Muijlwijck
    Geboren in 1534 te Gorinchem. Zoon Matthijs Jans van Muijlwijck en Aafje Adriaensdr. Hij trouwde circa 1558 te Hoogblokland met Maertgen Egberts.
  • Dionijs Jans van Muijlwijck
    Geboren circa 1570, overleden 1645. Zoon van Jan Matthijsz van Muijlwijck en Dingena Dionijsdr.
    Hij trouwde op 1 januari 1600 te Gorinchem met Geertje Gerrits. Dochter van Gerrit Jans en Marrigje Jans.
  • Arij van der Stelt
    Geboren omstreeks 1605. Hij was taveernehouder van beroep. Overleden op 7 februari 1670 te Gorinchem. Zoon van Sijmen van der Stelt en Lida Melchior. Hij was gehuwd met Grietje Claesdr.
  • Lucas Leloup
    Ook wel Lucas Leloep of Lucent le Loep geschreven.
    Geboren 19 juli 1794 te Gorinchem. Overleden 16 december 1857 te Ouderkerk aan den IJssel‎.
    Zoon van Johannes Bernardus Leloup en Johanna Bernardina de Meijer. Lucas was broodbakker te Ouderkerk aan den IJssel. Gehuwd op 4 februari 1819 te Ouderkerk aan den IJssel met Jannigje de Jong.
Bronvermeldingen:
Heren en Vrouwen van Adel – JohnOoms.nl
Genealogieën – JohnOoms.nl
Genealogische Bronnen – JohnOoms.nl

Terug naar:

Dorpen en Steden

 

     facebook     

© 4 februari 2018, laatst bijgewerkt op 26 december 2023

 

 

Het hertogdom Bretagne was een hertogdom, dat de opvolger was van het koninkrijk Bretagne in de vroege middeleeuwen.
Het werd een speelbal tussen de koningen van Engeland  en Frankrijk…

Vanaf de 10e tot de 14e eeuw werd Bretagne langzaam een feodale staat. Er bleef enige onafhankelijkheid van de Franse en de Engelse koningen, die beiden op Bretagne aasden. In de 12e eeuw ontsnapte Bretagne,  ternauwernood aan inlijving bij het Anglo-Angevijnse koninkrijk van de Plantagenets. Willem de Veroveraar, die de Slag bij Hastings in 1066 had gewonnen, had Normandië en Engeland verenigd. Zijn opvolger Henry Plantagenet was tevens graaf van Anjou. In 1156 nam hij Conan IV, hertog van Bretagne, onder zijn hoede. Conans dochter, Constance, moest trouwen met Godfried, zoon van de koning van Engeland en broer van Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land. In 1203 vermoordde deze laatste Godfrieds zoon, Arthur, en zo kwam Bretagne onder het gezag van de Engelse koning. De Franse koning, Filips II August, dwong vervolgens de halfzuster van Arthur, Alix, te trouwen met een Franse prins, Peter van Dreux. Bretagne kwam toen als koninklijk leengoed onder de rechtstreekse controle van de Franse Kroon. De hertog van Bretagne betuigde zijn respect aan de Franse koning en zegde hem zijn loyaliteit en steun toe.
Ondanks deze ontwikkelingen ontwikkelde zich een eigen Bretonse staat.

 

bretagne

 

1. Judicael Berengar
Geboren voor 896, overleden na 965. Zoon van Berengarius I van Babenberg en Judith van Rennes.
Hij was graaf van Rennes. Judicael Berengar wordt in Bretonse bronnen “Juhel” (verlatijnst is dat Judicael) genoemd en in Frankische bronnen “Berengar” genoemd. Soms komen de namen gecombineerd voor en het is zeker dat het dezelfde persoon betreft.

Judicael Berengar werd in 922 graaf van Rennes en huldigde koning Robert van Frankrijk. Hij vocht in 931 aan Bretonse zijde tegen de heerschappij van de Vikingen van de Loire. Toen Willem I van Normandië het Bretonse verzet onderdrukte en Bretagne van hem afhankelijk werd, behield Judicael Berengar zijn positie. Het feit dat Willem zijn neef was zal daar ook een rol in hebben gespeeld. Judicael Berengar deed in 931 een schenking aan de abdij van Redon (plaats). In 939 vocht hij met hertog Alan II van Bretagne in de slag bij Trans (in het huidige departement Mayenne) weer tegen de Vikingen van de Loire. Vijf jaar later, in 944 was hij echter in conflict met Alan II. Hier maakten de Vikingen gebruik van door Bretagne te plunderen. Na de dood van Alan II van Bretagne werd hij een vazal van Theobald I van Blois en bestuurde voor hem het oostelijk deel van Bretagne. Rond 960 was hij zo door ouderdom verzwakt dat hij onder voogdij van de aartsbisschop van Dol-de-Bretagne werd geplaatst.
Judicael Berengar was getrouwd met Gerberga van Nantes, dochter van Alan II van Bretagne en Rocille van Anjou.
Zij kregen de volgende kinderen:

  • Conan I van Bretagne (Volgt 2)
  • Meen (ovl. – 1020), heer van Fougères
  • Enoguen, gehuwd met Tristan, heer van Vitré (Ille-et-Vilaine)

Zowel Vitré (Ille-et-Vilaine), als Fougères waren belangrijke vestingen aan de grens van Bretagne.

2. Conan I van Bretagne
Geboren rond 927, overleden 27 juni 992. Hij was de Hertog van Bretagne van 990 tot aan zijn dood.
Hij was de zoon van Judicael Berengar en Gerberga, en volgde zijn vader op als graaf van Rennes in 970.
Hij nam de titel van hertog van Bretagne in het voorjaar van 990 na zijn aanval op Nantes en de daaropvolgende dood van graaf Alan.
Conan I moest zich verbinden met de graaf van Blois om Judicael Berengar verslaan voordat hij de titel van hertog kon aannemen.
Hij sneuvelt in 992 in de strijd tegen zijn zwager Fulco III van Anjou, die Conans opkomst wilde stoppen.
Conan trouwde Ermengarde-Gerberga van Anjou,  in 973, dochter van Godfried I van Anjou (Zie Graven van Anjou nr. 7a) en Adele van Meaux.

  • Godfried I (c.980-1008) (Volgt 3a)
  • Judith (982-1017)  (Volgt 3b) 
  • Judicael, graaf van Porhoët (overleden 1037).
  • Hernod.
  • Catuallon, abt van Redon

3a. Godfried I van Bretagne
Geboren rond 980, overleden 20 november 1008. Hertog van Bretagne en graaf van Rennes.
Hij was de oudste zoon van Conan I van Bretagne en Ermengarde-Gerberga van Anjou.
Hij was graaf van Rennes (heerser van het Romeins-Frankische civitas van Rennes), met recht van opvolging. In 992 nam hij de titel van hertog van Bretagne , die lange tijd een onafhankelijke staat was geweest, maar hij had weinig controle over een groot deel van Neder-Bretagne .

Nadat hij in 994 Judicaël van Nantes had verslagen, verplichtte hij deze om hem de eer te bewijzen en noemde hij zich vanaf 995 hertog van Bretagne.
Om de macht in Nantes te behouden na het overlijden van de bisschop en van Judicaël van Nantes, liet hij een ridder uit Rennes benoemen tot nieuwe bisschop van Nantes: Walter II.
Godfried overleed in 1008 op terugreis van een pelgrimstocht naar Rome.
Hij trouwde Hedwig van Normandië , dochter van Richard I van Normandië (Zie Hertogen van Normandië nr. 3) en zus van Richard II,  Richard trouwde met Judith van Bretagne , Godfrieds zus.
Godfried en Hedwig hadden de volgende kinderen:

  • Alan III van Bretagne                          997 – 1040 (Volgt 4a)
  • Evenus                                              ±  998 – > 1037
  • Emma de Bretagne de Rennes   ± 1005 – ….      (Volgt 4b)
  • Odo, Graaf van Penthièvre                  …. – 1079
  • Adela, abdis van Saint-Georges

3b. Judith van Bretagne
Geboren in 982, in 1017. Dochter van Conan I van Bretagne en Ermengarde-Gerberga van Anjou.
Zij was getrouwd met Richard II, hertog van Normandië (± 965 – 1026), bijgaamd de Goede, was de oudste zoon van Richard I van Normandië en van Gunnora van Normandië.
Richard volgde zijn vader op als hertog van Normandië in 996.
Zij kregen de volgende kinderen:

  • Adelheid (1000-1038), gehuwd met Reinout I van Bourgondië
  • Richard III
  • Robert de Duivel (Volgt Hertogen van Normandië nr. 5), vader van Willem de Veroveraar.
  • Eleonora, gehuwd met Boudewijn IV van Vlaanderen
  • Willem, monnik in Fécamp (ovl. 1025)
  • Mathilde (ovl. 1033).

alan_iii_of_brittany_icon

Alan III

4a. Alan III van Rennes
Geboren 997, overleden 1 oktober 1040. Hij was graaf van Rennes en de hertog van Bretagne, met recht van opvolging van 1008 tot aan zijn dood.
Hij was de zoon van de hertog Godfried I en Hedwig van Normandië. Alan volgde zijn vader na diens dood op als hertog van Bretagne in 1008. Omdat hij nog niet volwasen was, trad zijn moeder op als regentes van Bretagne, terwijl haar broer Richard II, hertog van Normandië de voogdij over hem had.
In 1018 trouwde Alan met Bertha van Blois , dochter van Odo II, graaf van Blois (Zie Graven van Blois nr. 4) en zijn tweede echtgenote Ermengarde van de Auvergne.

  • Conan II , (d. 1066) opvolger van zijn vader.
  • Hawise van Bretagne (Volgt 5), die trouwde met Hoel van Cornouaille .

Na 14 mei 1046 zijn weduwe Bertha trouwde met Hugo IV, graaf van Maine.

 

4b. Emma de Bretagne de Rennes   
Geboren omstreeks 1005. Dochter van hertog Godfried I van Bretagne en Hedwig van Normandië.
Getrouwd met Yves III de Beaumont-Sur-Oise. Geboren 1016, overleden 1059. Zoon van Yves III van Beaumont en Gisèle de Chevreuse.
Zoon: 

5. Hawise van Rennes
Geboren rond 1037 – 19 augustus 1072. Zij was erfelijke hertogin van Bretagne van 1066 tot aan haar dood.
Ze was het tweede kind en erfgename van Alan III, Hertog van Bretagne en Bertha van Blois , en als zodanig, een lid van het Huis van Rennes . Hawise volgde haar oudere broer, Conan II op, nadat  die op 11 december 1066 werd vermoord door vergiftiging.

Er is weinig bekend over het leven van Hawise van Rennes. Zij was gehuwd met Hoel II van Cornwall, zoon van Alan van Cornwall en Judith van Nantes. Na de dood van Hawise in 1072, trad Hoël op als regent voor zijn zoon, Alan IV , totdat de laatste zijn meerderjarigheid had bereikt in 1084.
Kinderen:

  • Alan IV (Volgt 6)
  • Matthew , erfde de provincie van Nantes .

 

zegel-van-allan-iv

Zegel van Alan IV

6. Alan IV (de Jonge) van Bretagne
Alan IV (geboren rond 1063, overleden 13 oktober 1119) was hertog van Bretagne van 1084 tot zijn aftreden in 1112. Hij was ook graaf van Nantes en vanaf circa 1103 graaf van Rennes. Zijn ouders waren  Hawise en hertog Hoel van Cornwall. Hij is ook bekend als Alan Fergant . Via zijn vader, was hij van het Bretonse huis van de Cornouaille dynastie. Hij was de laatste Hertog van Bretagne die Bretons sprak.
Tussen 1101 en 1104,  overleed Alan’s jongere broer, graaf Matthew van Nantes zonder nakomelingen en zijn graafschap werd doorgegeven aan Alan.
Alan IV aftrad als Hertog in 1112. De voormalige hertog trok zich terug in het klooster van Redon, waar hij overleed in 1119.

Alan IV huwde Constance in 1087. Constance overleed in 1090. Ze hadden geen kinderen.

Alan’s tweede huwelijk was in 1092 met Ermengarde van Anjou. Dochter van Fulco IV van Anjou (Zie Graven van Anjou nr.10) en Hildegarde de Beaugency
Met Ermengarde had hij drie kinderen:

  • Godfried – jong gestorven;
  • Conan  III – zijn opvolger als hertog van Bretagne (Volgt 7)
  • Hawise – trouwde ze met graaf Boudewijn VII van Vlaanderen , ook wel bekend als Hawise Fergant. Ze scheidden en hadden geen kinderen. Hawise hertrouwd en met Godfried (1082-1141)

Hij had een onwettige zoon, Brian Fitzcount.

Alan IV overleed in 1119 in het klooster van Redon, waar hij na zijn troonsafstand had teruggetrokken in 1112, en de scheiding van zijn vrouw Ermengarde. Zijn enige overlevende zoon, Conan III volgde hem op.

7. Conan III (de Dikke) van Bretagne
Geboren rond 1095, overleden 17 september 1148.) Hertog van Bretagne, van 1112 tot zijn dood.
Hij was de zoon van de hertog Alan IV en Ermengarde van Anjou (± 1068-1147). Dochter van Fulco IV van Anjou en Hildegarde van Beaugency.

Hij trouwde vóór 1113 met Mathilde, een buitenechtelijke dochter van koning Hendrik I van Engeland.
Kinderen van Conan:

  • Hoel (1116 – 1156) – onterfd van het hertogelijk kroon
  • Bertha (1114 – 1155) (Volgt 8)
  • Constance (1120 – 1148) – trouwde Sir Geoffroy II, Sire de Mayenne, de zoon van Juhel II, Seigneur de Mayenne.

Op het sterfbed van Conan III in 1148,  werd Hoel onterfd van opvolging in het hertogdom, waarin staat dat hij onwettig was en geen zoon van hem was. Hierdoor werd Bertha zijn erfgename en opvolgster. Echter, Hoel mocht het graafschap Nantes behouden.

8. Bertha van Bretagne, ook bekend als Bertha van Cornouaille
Geboren circa 1126, overleden in 1156.
Zij was erfelijk hertogin van Bretagne tussen 1148 tot aan haar dood  en Gravin-weduwe van Richmond.
Bertha is de oudste dochter van Conan III van Bretagne en Mathilde , de buitenechtelijke dochter van koning Hendrik I van Engeland (Zie Koningen van Engeland II nr. 8c).  Zij was het laatste lid van de Bretonse huis van Cornouaille over Bretagne.
Ze trouwde met de zoon van Stephen van Treguier, Alan Black en ze woonde in Engeland met Alan de Zwarte van Richmond tot aan zijn dood in 1146. Alan was Graaf van Richmond. Na de dood van Alan van Richmond keerde ze terug naar Bretagne als Gravin-weduwe van Richmond
Zij trouwde 2e met Odo, burggraaf van Porhoet . Toen haar vader Hertog Conan III stierf bleek op zijn sterfbed Conan III  Bertha’s broer Hoel als erfgenaamhebben afgezworen, en Bertha aangewezen als zijn erfgename. Na de dood van Conan III werd ze erfelijk hertogin van Bretagne.

In haar eerste huwelijk, door 1138, was Bertha getrouwd met Alan de Zwarte, graaf van Richmond.
Bertha en Alan hadden drie kinderen:

  • Conan IV van Bretagne (Volgt 9)
  • Constance, die Alan III trouwde, Vicomte van Rohan
  • Enougen, abdis van St. Sulpice

Bertha trouwde met haar tweede echtgenoot, Odo, burggraaf van Porhoet rond 1148.
Bertha en Odo had drie kinderen:

  • Godfried
  • Adelheid (overleden in 1220), abdis van Fontevrault
  • Aleid,  maitresse van Henry II, koning van Engeland

conan-iv-van-bretagne

Zegel van Conan IV van Bretagne

9. Conan IV (de Jonge) van Bretagne
Geboren in 1138, overleden op 20 februari 1171. Hij was hertog van Bretagne , van 1156 tot 1166. Hij was de zoon van Bertha, Hertogin van Bretagne en haar eerste echtgenoot, Alan de Zwarte van Richmond. Conan IV was de erfgenaam van zijn vader als Tweede Graaf van Richmond en erfgenaam van zijn moeder als Hertog van Bretagne.

Met de dood van zijn moeder in het begin van 1156, Conan IV zou Conan IV de hertogelijke troon erven. Zijn erfdeel werd niet erkend door zijn stiefvader, Odo, burggraaf van Porhoet , die weigerde om gezag af te staan. Conan revolteerde tegen zijn schoonvader, samen met zijn oom Hoël, maar moest zwichten voor Odo van Porhoët en vluchtte naar Engeland, waar Hendrik II hem de heerlijkheid Richmond toestond, een aantal gronden en inkomsten in Kent. Dankzij Engelse militaire hulp, kon Conan terugkeren naar Bretagne, maar het feit dat hij nu een vazal van Engeland was, leidde tot een opstand onder leiding van Odo. Conan verdreef Odo en werd in 1156 uitgeroepen tot hertog van Bretagne. Nantes verjoeg hetzelfde jaar zijn oom Hoël en gaf zich over aan Godfried Plantagenet, de broer van Hendrik II van Engeland. Bij de dood van Geoffrey in 1158, kon Conan Nantes verwerven, maar Hendrik II van Engeland dwong Conan dit alweer af te staan. Odo verzamelde een nieuw leger en kende een aantal zeges, hetgeen Hendrik II het gepaste voorwendsel gaf om in Bretagne tussen te komen met een krijgsmacht die Josselin innam in 1168.
Hij ontnam Odo eerst Porhoët en vervolgens het graafschap Penthièvre. Conan zelf moest aftreden in 1166.
Hendrik II werd nu beschermheer van Bretagne, totdat zijn zoon Godfried van Engeland, die verloofd was met Conans enig overlevende kind, Constance, de meerderjarigheid bereikt had.

Hij was rond 1159 getrouwd met Margaretha van Schotland. Dochter van Henry van Schotland (Prins van Schotland en 3e Graaf van Huntington) (Zie Koningen van Schotland nr. 12) en van Ada van Warennes (Zie Graven van Warennes nr. 4).
Kinderen:

  • Constance I van Bretagne (Hertogin van Bretagne)  (Volgt 10)
  • Ode van Bretagne  ± 1167 – …. 
  • Hoël van Bretagne (Graaf van Nantes)  ± 1169 – ….

 

 

constance-van-bretagne

Constance van Bretagne

10. Constance van Bretagne
Geboren 1161, overleden 1201. Zij was hertogin van Bretagne van 1166 tot haar dood in 1201 en gravin van Richmond van 1171 tot 1201. Constance was de dochter van Hertog Conan IV en Margaretha van Huntingdon, een zuster van de Schotse koningen Malcolm IV en Willem I en van Ada van Huntingdon, de vrouw van Graaf Floris III van Holland.

Na de abdicatie van haar vader in 1166, wordt zij hertogin van Bretagne, maar in de realiteit komt de macht terecht bij Hendrik II van Engeland.
In 1181, werd de twintig-jarige Constance gedwongen om in het huwelijk te treden met Godfried, een zoon van Hendrik II van Engeland.
Als echtgenoot van Constance wordt Godfried uitgeroepen tot hertog in 1181, maar hij overlijdt al in 1186 aan de gevolgen van de verwondingen opgelopen in een tournooi. Na de dood van haar eerste echtgenoot neemt Constance daadwerkelijk de macht op in Bretagne. In 1196 laat zij haar zoon Arthur erkennen als hertog van Bretagne door de aristocratie.
Omdat dit ingaat tegen de plannen van Richard Leeuwenhart, laat haar eigen echtgenoot op dat ogenblik, Ranulf van Blondeville, haar gevangen nemen. Eenmaal vrij, laat zij dit huwelijk verbreken en huwt zij met Guy van Thouars.

Constance en Godfried had drie kinderen:

  • Eleanor, Fair Maid van Bretagne (1182 / 1184-1241)
  • Matilda (1185 – < 1189)
  • Arthur I, hertog van Bretagne (1187-1203) – postume zoon van Godfried

Constance en Guy had twee dochters in 1201:

  • Adelheid van Thouars (Volgt 11)
  • Catherine van Thouars (1201 – 1240), Dame van Vitre; ze trouwde Andre III de Vitre

 

alix

Alix van Thouars

11. Adelheid van Thouars
Geboren 5 september 1201, overleden 21 oktober 1221. Zij was erfelijke hertogin van Bretagne en 5e gravin van Richmond van 1203 tot haar dood.

Adelheid van Bretagne (ook wel bekend als Alix van Bretagne of Alix van Thouars) was hertogin van Bretagne en gravin van Richmond. Ze was de dochter van Guy van Thouars en Constance I van Bretagne. Haar moeder overleed kort na de geboorte van Adelheid en haar tweelingzuster Catherine.

Adelheids oudere halfbroer Arthur I, Hertog van Bretagne en halfzuster Eleonora waren kinderen uit het eerdere huwelijk van Constance met Godfried Plantagenet, hertog van Bretagne en zoon van koning Hendrik II van Engeland. Na de dood van koning Richard I van Engeland ontstond er een strijd om de Engelse kroon tussen Adelheids halfbroer Arthur en koning Jan van Engeland. Bij de slag bij Mireabeau in 1202 werden Arthur en Eleonora gevangengenomen. Arthur is daarna verdwenen en Eleonora werd gevangen gezet.

Na de (vermoedelijke) dood van Arthur I erkenden de Bretonse baronnen Adelheid als hertogin van Bretagne. Ze kozen haar boven haar oudere halfzuster Eleonora omdat men vreesde dat koning Jan van Engeland zich zou opwerpen als regent voor zijn gevangene Eleonora, en Bretagne voor zichzelf zou opeisen. Adelheids vader Guy van Thouars werd regent over Bretagne tot 1206, toen koning Filips II van Frankrijk zichzelf benoemde tot regent in naam van Adelheid. Filips II verbrak de verloving tussen Adelheid en de Bretonse prins Henry van Penthièvre en schoof zijn eigen neef Peter van Dreux (Zie Graven van Dreux nr. 3a) naar voren als voorgenomen echtgenoot.

Peter en Adelheid trouwden in 1213 of 1214 en Peter erkende de Franse koning als zijn leenheer. Uit het huwelijk werden drie kinderen geboren:

  • Jan I (1217/18-1286) (Volgt 12)
  • Yolande (1218-1272), gehuwd met Hugo XI van Lusignan
  • Arthur (1220- circa 1224).

Adelheid stierf in 1221 in het kraambed. Zij heeft zelf weinig tot geen invloed uitgeoefend op het bestuur van haar hertogdom. Zij werd opgevolgd door haar zoon Jan I. Peter van Dreux bleef in de praktijk tot 1237 als regent de heerschappij over Bretagne uitoefenen.

 

Bron: Wikipedia, Alix van Thouars

jan-i-van-dreux-hertog-van-bretagne12. Jan I van Dreux
Beter bekend als Jan de Rode, verwijzend naar de kleur van zijn baard, was Hertog van Bretagne van 1237 tot aan zijn dood en 2de Graaf van Richmond in 1268.

Jan was de oudste zoon van Hertogin Aleid van Bretagne en haar man co-heerser, Hertog Peter I . Hij werd hertog na de dood van zijn moeder in 1221. Zijn vader, die als hertog had geregeerd als gevolg van zijn huwelijk met Alix, regeerde als regent tot Johannes de volwassenheid bereikt.

Hij ervoer een aantal conflicten met de bisschop van Nantes en de Bretonse geestelijken.  Hij volgde Lodewijk IX van Frankrijk in de achtste kruistocht in 1270. Het hertogdom Bretagne ervoer een eeuw van vrede, te beginnen met John I en eindigend met het bewind van Hertog Jan III in 1341.

In 1236 trouwde Jan met Blanche , dochter van koning Theobald I van Navarra (Zie Koningen van Navarra nr. 13) en Agnes van Beaujeu.
Zij hadden de volgende kinderen:
  • Jan II, Hertog van Bretagne (1239 – 1305), gehuwd Beatrice van Engeland (Volgt 13)
  • Peter (1241 – 1268), heer van Dinan , Hade, Léon , Hennebont en La Roche-Derrien .
  • Alix (1243 – 1288), Dame de Pontarcy; gehuwd John van Châtillon, graaf van Blois .
  • Theobald (1245 – 1246), begraven in de kerk van de abdij van Saint-Gildas-de-Rhuys .
  • Theobald (1247 – stierf jong), begraven in de kerk abdij van Saint-Gildas-de-Rhuys.
  • Eleanor (1248 – stierf jong), begraven in de kerk abdij van Saint-Gildas-de-Rhuys.
  • Nicolas (1249 – 1251), begraven in de kerk abdij van Saint-Gildas-de-Rhuys.
  • Robert (1251 – 1259), begraven in de kerk abdij van Saint-Gildas-de-Rhuys.

jan-ii-van-dreux-hertog-van-bretagne13. Jan II van Dreux regeerde als Hertog van Bretagne vanaf 1268 tot aan zijn dood, en was ook graaf van Richmond in Engeland . Hij nam deel aan twee kruistochten voorafgaand aan zijn toetreding tot de hertogelijke troon. Als hertog, was John betrokken bij de conflicten tussen de koningen van Frankrijk en Engeland. Hij werd doodgedrukt in een ongeval tijdens de viering van een pauskroning .

Jan was de oudste zoon van Jan I van Bretagne en Blanche van Navarra. Op 22 januari 1260, trouwde hij met Beatrix , een dochter van koning Hendrik III van Engeland .
Na de dood van zijn vader op 8 oktober 1286, John de troon van Bretagne, erven ook Earldom van Richmond in de Peerage van Engeland . Zijn naamgenoot zoon beheerst Guyenne in de naam van zijn oom, koning Edward, toen koning Filips IV van Frankrijk besloten om het confisqueren mei 1294. John geholpen zijn broer-in-law in de daaropvolgende conflict, maar leed slechts nederlagen. Wanneer het Engels leger gevraagd om te herstellen door het plunderen van de Bretonse Abbaye Saint-Mathieu de Fine-Terre in 1296, echter, John verlaten Edward’s zaak. In reactie, Edward beroofd hem van het graafschap. John ging om zich te verbinden met de Fransen, het regelen van een huwelijk tussen zijn kleinzoon John en koning Filips neef van Isabella van Valois. Philip vervolgens verhoogd hem in de Peerage van Frankrijk in september 1297.Van 1294 tot 1304, John hielp de koning van Frankrijk in zijn campagne tegen de graaf Gwijde van Vlaanderen , deel te nemen in de beslissende slag van Mons-en-Pévèle . Na de overwinning van koning Filips, in 1305,  reisde Jan naar Lyon om de kroning van paus Clemens V bij te wonen. John leidde de paus met paard door de menigte tijdens de vieringen. Zoveel toeschouwers stonden boven op de muren dat één van de muren instortte en bovenop Jan kwam. Hij stierf vier dagen later, op 18 november.  Zijn lichaam werd in een loden kist  gedaan en vervoerd langs de Loire . Hij werd begraven op 16 december in de Karmelieten klooster dat hij had opgericht in Ploërmel.
Jan was getrouwd met Beatrix, dochter van koning Hendrik III van Engeland (Zie Koningen van Engeland nr. 26).
Kinderen:
  • Arthur II, Hertog van Bretagne (1262-1312)
  • John, Graaf van Richmond (c.1266-1334)
  • Marie , echtgenote van Guy III van Châtillon (1268-1339)
  • Peter, burggraaf van Leon (1269-1312)
  • Blanche (Volgt 14)
  • Eleanor van Bretagne , Abdis van Fontevrault (1275-1342)

14. Blanche van Bretagne
Geboren in 1270, overleden in 1327. Dochter van Beatrix van Engeland en Jan II van Bretagne.
Zij is getrouwd met Filips van Artesië.(geboren 1269 , overleden ). Heer van Conches-en-Ouche, oudste zoon van Robert II de Noble, graaf van Artesië (Zie Graven van Artesië nr. 2) en van  Amicie Courtenay.
Kinderen:

  • Marguerite (1285-1311), getrouwd met Louis van Frankrijk
  • Robert III (1287-1342), graaf van Beaumont-le-Roger
  • Isabella (1288-1344), een non in Poissy;
  • Jeanne (1289-ap.1347), getrouwd met Gaston, graaf van Foix
  • Marie (1291-1365) (Volgt Graven van Artesië nr. 4), getrouwd met Jan I van Dampierre , graaf van Namen
  • Catherine (1296-1368), getrouwd met Jan II van Castilië, graaf van Aumale

 

Uit: Wikipedia – Hertogen van Bretagne

 

Terug naar:

Keizers, Koningen en Hertogen

  facebook      

© 9 oktober 2016, laatst bijgewerk op 17 februari 2020

 

1. Arnout van Giessen
Ambachtsheer van Giessen. Geboren omstreeks 1205. Gehuwd met een onbekende vrouw.
Zoon:

  • Vastraet Arnoutsz van Giessen (Volgt 2)

 

2. Vastraet Arnoutsz van Giessen
Ambachtsheer van Giessen, ridder. Geboren omstreeks 1235, overleden omstreeks 1295. Zoon van Arnout van Giessen.
Hij nam deel aan de slag bij Woeringen in 1288.
Hij was gehuwd met een dochter van Hugeman van Strijen van Zevenbergen (Zie Heren van Strijen nr. 5b).
Kinderen:

  • Arnout Vastraetsz van Ghiessen  (Volgt 3)
  • Vastraet Arnoutsz van Ghiessen
  • Jan Vastraetsz van Giessen
  • Hugeman Vastraetsz van Giessen

 

3. Arnout Vastraetsz van Ghiessen
Ambachtsheer van Giessen, ridder. Geboren circa 1265, overleden circa 1304. Zoon van Vastraet Arnoutsz van Giessen en N.N. Hugemansdr van Zevenbergen.
In 1369 wordt vermeld als Willem VI van Horne, Heer van Altena, aan Vastraet van Giessen goederen in leen geeft, waaronder het veer van Andel dat tussen “Veenregraven” en de kerk van Rijswijk ligt.
Hij was gehuwd met een onbekende vrouw
Zoon:

  • Vastraet Arnoutsz van Ghiessen (Volgt 4)

4. Vastraet Arnoutsz van Ghiessen
Geboren circa 1294, overleden ná 1350.
Hij was gehuwd met een onbekende vrouw.
Zoon:

  • Aernout Aert van Ghiessen (Volgt 5)

 

5.  Aernout Aert van Ghiessen
Geboren rond 1340, overleden in 1403.
Zoon van Vastraet Arnoutsz van Ghiessen.
Hij was gehuwd met Ida Huge Folpertsdr. Geboren omstreeks 1355 te Ridderkerk, overleden in 1403.
Zoon:

  • Lodewijck Aertz van Ghiessen (Volgt 6)
 
6. Lodewijck Aertz van Ghiessen
Geboren in 1369, overleden circa 1414.
Zoon van Aernout Aert van Ghiessen en  Ida Huge Folpertsdr.
Hij werd op 7 Mei 1403 beleend met 10 morgen land in Zandwijk (Almkerk). Onder hertog Willem VI kreeg hij dit land in vrij eigendom en verkocht het aan Klaas De Rode. Hiervoor in de plaats zou hij 5 morgen in Papendrecht opdragen.
Hij was gehuwd met Yda Loukin Florijsdr van Dalem. Dochter van Loukin Florisz van Dalem  (Zie Heren van Heukelom nr. 5) en Christina Jansdr die Blonde.
Kinderen:
  • Aernt Lodewijcks van Ghiessen (Volgt 7a)
  • Ronilda Lodewijcksdr van der Ghiessen (Volgt 7b)
 –
7a. Aernt Lodewijcks van der Ghiessen 
Geboren na 1398, overleden vóór 1470.
Zoon van Lodewijck Aertz van Ghiessen en Yda Loukin Florijsdr van Dalem.
Vermeld 1445, 1446 en 1450 als landpoorter van Dordrecht in de stadsrekeningen. Zijn erven worden voor 3 morgen resp 3 morgen 1 hont aangeslagen voor de dijkplicht.
Hij was gehuwd met een onbekende vrouw.
Zoon:
  • Lodewijck Aertsz van Ghiessen (Volgt 8)
7b. Ronilda Lodewijcksdr van der Ghiessen
Geboren op 12 mei 1410 te Ridderkerk, overleden op 28 december 1475 te Ridderkerk. Dochter van Lodewijck Aertz van Ghiessen en Yda Loukin Florijsdr van Dalem. Zij huwde met Roelof Jansz Cranendonck. Geboren circa 1410 Ridderkerk – overleden circa 1482 Ridderkerk. Zoon van Jan Roelofsz Cranendonck  (Zie Genealogie Cranendonck nr. 2) en Luitgard Willemsdr.
Kinderen:

  • Annigje Roelofsdr Cranendonck   ± 1430 – ….           (Volgt Genealogie Cranendonck nr. 4a)
  • Gerrit Roelofsz Cranendonck            1435 – 1514    (Volgt Genealogie Cranendonck nr. 4b)
  • Jacob Roelofsz Cranendonck        ± 1440 – > 1506
  • Cornelis Roelofsz Cranendonck     ± 1440 – < 1520
  • Jan Roelofsz Cranendonck             ± 1450 – < 1514
  • Pieter Roelofsz Cranendonck         ± 1450 – > 1502 (Volgt Genealogie Cranendonck nr. 4c)
8.  Lodewijck Aertsz van Ghiessen
Geboren rond 1430, overleden in 1502.
Zoon van Aernt Lodewijcks van Ghiessen.
Vermeld als gezworenen van Gherijt Henricxsoens Ambacht (5 Mrt 1482). Hij zegelt met drie ketelhaken, wordt 16 maart 1487 beleend met het recht van visserij en vogelarij in het land van Lodewijck van Ghiessen in het ambacht van Oost-Barendrecht.
Hij was gehuwd met Soetke Willemsdr Wijt. Geboren rond 1430, overleden in 1502.
Kinderen:
  • Ariaentje Lodewijksdr van Ghiessen      ± 1460 – 1502    (Volgt 9a)
  • Janneke Lodewijcks van der Ghiessen  ± 1460 – > 1502 (Volgt 9b)
  • Cornelis Lodewijksz van Ghiessen         ± 1475 – 1522
 –
9a. Ariaentje Lodewijcksdr van Ghiessen
Geboren rond 1460, overleden 1502.
Dochter van Lodewijck Aertsz van Ghiessen en Soetke Willemsdr Wijt.
Zij was gehuwd met Jan Ariensz. Geboren rond 1460.
Dochter:
  •  Baertje Jansdr van Driel  1485 – ± 1551  (Volgt 10)

 

9b. Janneke Lodewijcks van der Ghiessen 
Geboren rond 1460 in Sandelingen Ambacht. Zij is overleden na 11 november 1502 in Ridderkerk. Dochter van Lodewijk Aerts van der Ghiessen en Soetke Willemsdr Wijt.
Zij was gehuwd met Pieter Roelofsz Cranendonck. Geboren rond 1450 te Ridderkerk, overleden in 1502 aldaar.  Zoon van Roelof Jansz Cranendonck (Zie Genealogie Cranendonck nr. 3) en Ronilda Lodewijcksdr van der Ghiessen (Zie 7b).
Zoon:

 

10. Baertje Jansdr 
Geboren 1485, overleden circa 1551.
Dochter van Ariaentje Lodewijcksdr van Ghiessen en Jan Ariensz.
Zij was gehuwd met Cornelis Doensz van Driel. Geboren 1470, overleden circa 1542. Zoon van Doen de Jonge Beijensz van Driel (Zie Genealogie Van Driel nr. 8) en Aefje Cornelis Haaske.
Kinderen:

  • Neeltje Cornelisdr Doens van Driel  ± 1505 – ± 1569(Volgt Genealogie Van Driel nr. 10a)
  • Doe den Houwer  ± 1520 – 1553
  • Jan Cornelisse van Driel 1522 – 1591, gehuwd met Aleit Jan Mathijs Dirven
  • Haesje Cornelisdr Doens  van  Driel …. – 1557 (Volgt Genealogie Van Driel nr. 10c)
Vermeldingen:
Voorouders Baartje Jans – (± 1474-> 1551) » Genealogie Online

 

Terug naar:

Heren en Vrouwen van…

 facebook

© 9 januari 2016, laatst bijgewerkt op 22 januari 2023